gepubliceerd op 28 augustus 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2000 tot vaststelling van de nadere regels voor de evaluatie van magistraten, de evaluatiecriteria en hun weging
17 AUGUSTUS 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2000 tot vaststelling van de nadere regels voor de evaluatie van magistraten, de evaluatiecriteria en hun weging
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 259novies, § 1, zesde lid, zoals vervangen bij de wet van 18 december 2006;
Gelet op de voorstellen van de Hoge Raad voor de Justitie van 30 mei 2007 met betrekking tot de evaluatiecriteria en tot de weging van de evaluatiecriteria, die op 19 juni 2007 werden bezorgd aan de Minister van Justitie;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, zoals vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat aangezien de rechters in de strafuitvoeringsrechtbanken en de substituten-procureur des Konings gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken in functie zijn getreden op 1 februari 2007, de eerste evaluaties moeten zijn afgerond voor 1 oktober 2007, overeenkomstig artikel 259undecies, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek;
Overwegende dat gelet op de duur van de evaluatie het koninklijk besluit van 20 juli 2000 onverwijld moet worden aangepast;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 20 juli 2000 tot vaststelling van de nadere regels voor de evaluatie van magistraten, de evaluatiecriteria en hun weging wordt aangevuld als volgt : « 4° voor de rechter in de strafuitvoeringsrechtbank : sociale en psychologische kwaliteiten; 5° voor de verbindingsmagistraat in jeugdzaken : a.praktische kennis van de sector jeugdbescherming; b. sociale en psychologische kwaliteiten;».
Art. 2.Artikel 3, § 3, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « § 3. Voor de titularissen van een bijzonder mandaat worden aan groep A de volgende criteria toegevoegd : 1° voor de federaal magistraat : a.geschiktheid voor het coördineren en voor het leiden van een onderzoek; b. specifieke kennis;2° voor de substituut-procureur des Konings gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken : sociale en psychologische kwaliteiten;».
Art. 3.In artikel 4, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 september 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a. punt A wordt aangevuld als volgt : « - rechter in de strafuitvoeringsrechtbank : bijlage 29; - verbindingsmagistraat in jeugdzaken : bijlage 30; » b. punt B wordt aangevuld als volgt : « - substituut-procureur des Konings gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken : bijlage 31.»
Art. 4.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 6.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 augustus 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX
Bijlage 29 Rechter in de strafuitvoeringsrechtbank GROEP A 1. Juridische kennis vereist voor de te behandelen materies. Indicatoren : - beheerst de juridische materies die behandeld worden rekening houdend met de gegevens, feiten en situaties die de magistraat worden voorgelegd in de uitoefening van zijn rechtsprekende functie; - beheerst het strafrecht en het strafprocesrecht; - heeft een grondige kennis van de wetgeving over de strafuitvoering, de rechten van de gedetineerden en de slachtoffers; - toont belangstelling voor deze materies; - motiveert zijn beslissingen zowel in rechte als in feite; - ... 2. Doeltreffendheid en doelmatigheid. Indicatoren : - geeft blijk van analyse- en synthesevermogen; - geeft blijk van organisatorische vaardigheden in de organisatie van het werk en de leiding van een groep; - motiveert collegae en medewerkers; - werkt doeltreffend : is bekwaam om zijn eigen werk te organiseren en een doeltreffende oplossing te vinden voor de problemen die zich voordoen; - heeft zin voor initiatief, getuigt van gezond verstand en praktisch inzicht; - behoudt een evenwicht tussen : > de kwaliteit van het werk : - professionele nauwgezetheid; - creativiteit; > de kwantiteit van het werk; - werkmethode; - opvolging van dossiers; - is stipt : respecteert vastgestelde uren en termijnen; - is bekwaam om een zitting of vergadering te leiden; - ... 3. Communicatie - en uitdrukkingsvaardigheid. Indicatoren : ? Luisterbereidheid : - achterhaalt uitdrukkelijke en impliciete motieven bij de gesprekspartners; - is in staat om in mondelinge gesprekken belangrijke informatie te achterhalen, door het stellen van vragen en gepast te reageren op de tussenkomsten; - kan de meest geschikte communicatievorm kiezen; - is hoffelijk en beleefd; - ... ? Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid : - drukt zich op een evenwichtige, bedachtzame en correcte wijze uit; - schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid : duidelijke, nauwkeurige en uitvoerbare beslissingen opstellen; de geschreven documenten zijn gestructureerd, geargumenteerd, grammaticaal correct, logisch, en in een begrijpelijke taal opgesteld; - mondelinge uitdrukkingsvaardigheid : vlot, helder, bondig en precies; - synthetisch vermogen; - ... ? Professionele relationele vaardigheid : - heeft aandacht voor de kwaliteit van de relaties met advocaten, justitiële medewerkers (griffiers, juristen, onderzoekers, stagiairs ...), de penitentiaire administratie, de rechtsonderhorigen, de sociale diensten, de assessoren, en de collegae; - heeft aandacht voor overleg, en informatieoverdracht; - ... 4. Besluitvaardigheid. Indicatoren : - neemt zijn verantwoordelijkheid op niettegenstaande de moeilijkheidsgraad van de zaken en situaties waarin beslissingen moeten worden genomen; - neemt beslissingen binnen een redelijke termijn; - vermijdt nutteloze beslissingen of tussenvonnissen; - ... 5. Beroepsethiek. Indicatoren : - is onpartijdig in alle beslissingen tijdens het hele beslissingsproces; - gedraagt zich met respect voor de algemeen aanvaarde beroepsethiek en deontologie; - is bezorgd voor de openbare dienstverlening en bevordert in het bijzonder het vertrouwen van de rechtsonderhorige in de rechtsbedeling; - oefent in alle onafhankelijkheid zijn bevoegdheden uit en duldt hierbij geen enkele invloed; - is bestand tegen elke druk, provocatie of dwang; - heeft aandacht voor de rechten van de mens en het rechtvaardig verloop van de debatten; - neemt een zekere gereserveerdheid in acht; - ... 6. Sociale en psychologische kwaliteiten. Indicatoren : - getuigt van een bijzondere luisterbereidheid t.o.v. de partijen; - heeft oog voor het slachtoffer en de veroordeelde en kan een evenwichtige afweging maken van de belangen die in het dossier een rol spelen; - is in staat met fijnzinnigheid, tact en nuance te ondervragen; - heeft een goede kennis van het gevangeniswezen en van het psychosociale netwerk van het terrein; - ...
GROEP B 1. Collegialiteit. Indicatoren : - is collegiaal ingesteld : zet zich in om de gemeenschappelijke doelstellingen van de groep te realiseren; - wisselt professionele knowhow en informatie uit; - heeft zin voor groepswerk : zoekt en neemt verantwoordelijkheid op zich; - is loyaal t.o.v. de anderen en de genomen beslissingen; - is in staat de meerwaarde die de assessoren kunnen aanbrengen, te optimaliseren; - ... 2. Zelfbeheersing. Indicatoren : ? evenwichtig gedrag : - gedraagt zich naar de genomen beslissingen; - overwint de moeilijkheden waarmee hij geconfronteerd wordt in de uitoefening van zijn functie; ? stressbestendigheid : - kan de werkdruk aan; - behoudt zijn zelfbeheersing zelfs indien hij uitgedaagd wordt; - kan afstand nemen in geval van crisissituaties; - ...
GROEP C 1. Vormingsbereidheid. Indicatoren : - is bekommerd om zijn bekwaamheid te vervolledigen of te verbeteren; - neemt initiatief om zijn opleiding te verbeteren; - behoudt evenwicht tussen werk en vorming; - is bekommerd om psychosociale bekwaamheden te ontwikkelen; - ... 2. Aanpassingsvermogen. Indicatoren : - is in staat om zich aan een penitentiaire omgeving aan te passen en de psychosociale aspecten in aanmerking te nemen; - is bereid nieuwe activiteiten uit te oefenen en toont zich hierin doeltreffend; - bekijkt elke verandering of gevraagde vervanging vanuit een positieve ingesteldheid; - ... 3. Openheid van geest en engagement. Indicatoren : - is beschikbaar om opbouwende initiatieven te nemen of er aan mee te werken, maar blijft in staat een goed evenwicht te bewaren tussen de hoofd- en nevenactiviteiten; - neemt deel aan activiteiten die bijdragen tot een beter inzicht in de maatschappelijke werkelijkheid; - ...
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 17 augustus 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX
Bijlage 30 Evaluatiecriteria en indicatoren Verbindingsmagistraten in jeugdzaken GROEP A 1. Juridische kennis vereist voor de te behandelen materies. Indicatoren : - kent de relevante federale en communautaire wetgeving en regelgeving inzake jeugdbescherming en bijzondere jeugdbijstand; - toont belangstelling voor deze materies; - ... 2. Praktische kennis van de sector jeugdbescherming. Indicatoren : - heeft praktische kennis van de sector jeugdbescherming in al zijn facetten : gerechtelijke aspecten en maatregelen waarvan de toepassing tot andere instellingen behoort; - kent de federale en communautaire actoren voor jeugdbescherming, bijzondere jeugdbijstand en strafrecht, en weet wat hun respectieve rol is; - heeft inzicht in het beslissingproces van jeugdmagistraten; - ... 3. Doeltreffendheid en doelmatigheid. Indicatoren : - geeft blijk van analytisch vermogen; - geeft blijk van organisatorische vaardigheden in de organisatie van het werk; - informeert de jeugdmagistraten, de actoren van het terrein en de bevoegde overheden, en maakt hen bewust voor de materie; - werkt doeltreffend : is bekwaam om zijn eigen werk te organiseren en een doeltreffende oplossing te vinden voor de problemen die zich voordoen; - heeft zin voor initiatief, getuigt van gezond verstand, praktisch inzicht en creativiteit; - behoudt een evenwicht tussen : > de kwaliteit van het werk : - professionele nauwgezetheid; - creativiteit; > de kwantiteit van het werk : - werkmethode; - opvolging van dossiers; - is stipt : respecteert vastgestelde uren en termijnen; - is bekwaam om een vergadering te leiden; - is in staat vooruit te denken; - is in staat de essentie van iets te identificeren en te bepalen wat voor zijn opdracht prioritair is; - ... 4. Communicatie- en uitdrukkingsvaardigheid. Indicatoren : ? luisterbereidheid : - achterhaalt uitdrukkelijke en impliciete verwachtingen bij de gesprekspartners; - is in staat om in mondelinge gesprekken belangrijke informatie te achterhalen, door het stellen van vragen en gepast te reageren op de tussenkomsten; - is hoffelijk en beleefd; - is diplomatisch; - ... ? mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid : - drukt zich op een evenwichtige, bedachtzame en correcte wijze uit; - schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid : de geschreven documenten zijn gestructureerd, duidelijk geargumenteerd, grammaticaal correct, logisch en precies opgesteld, in een begrijpelijke taal; - mondelinge uitdrukkingsvaardigheid : vlot, helder, bondig en precies; - synthetisch vermogen; - ... ? professionele relationele vaardigheid : - heeft aandacht voor de kwaliteit van de relaties met zijn gesprekspartners; - heeft aandacht voor overleg en verzoening; - ... 5. Besluitvaardigheid : Indicatoren : - neemt zijn verantwoordelijkheid op niettegenstaande de moeilijkheden van de zaken en situaties waarin beslissingen moeten worden genomen; - neemt beslissingen binnen een redelijke termijn; - is in staat dringende beslissingen te nemen; - slaagt erin zijn suggesties en beslissingen te doen aanvaarden; - ... 6. Beroepsethiek. Indicatoren : - is onpartijdig in alle beslissingen tijdens het hele beslissingsproces; - gedraagt zich met respect voor de algemeen aanvaarde beroepsethiek en deontologie; - is bezorgd voor de openbare dienstverlening en bevordert in het bijzonder het vertrouwen van de rechtsonderhorige in de rechtsbedeling; - oefent in alle onafhankelijkheid zijn bevoegdheden uit en duldt hierbij geen enkele invloed; - is bestand tegen elke druk, provocatie of dwang; - heeft aandacht voor de rechten van de mens; - neemt een zekere gereserveerdheid in acht; - ... 7. Sociale en psychologische kwaliteiten. Indicatoren : - getuigt van een bijzondere luisterbereidheid t.o.v. de gesprekspartners; - getuigt van beschikbaarheid; - geeft blijk van een bekwaamheid tot overleg en verzoening; - getuigt van empathie en pedagogische kwaliteiten; - heeft respect voor andermans vrijheid welke ook zijn persoonlijke overtuiging is; - heeft inzicht in het beslissingproces van jeugdmagistraten; - ...
GROEP B 1. Collegialiteit. Indicatoren : - is collegiaal ingesteld : zet zich in om de gemeenschappelijke doelstellingen van de groep te realiseren; - wisselt professionele knowhow en informatie uit; - heeft zin voor groepswerk : zoekt en neemt verantwoordelijkheid op zich; - is loyaal t.o.v. de anderen en de genomen beslissingen; - ... 2. Zelfbeheersing. Indicatoren : ? evenwichtig gedrag : - gedraagt zich naar de genomen beslissingen; - overwint de moeilijkheden waarmee hij geconfronteerd wordt in alle omstandigheden; ? stressbestendigheid : - kan de werkdruk aan; - behoudt zijn zelfbeheersing zelfs indien hij uitgedaagd wordt; - kan afstand nemen in geval van crisissituaties; - getuigt van doorzettingsvermogen; - ...
GROEP C 1. Vormingsbereidheid. Indicatoren : - is bekommerd om zijn bekwaamheid te vervolledigen of te verbeteren, meer bepaald in de nietjuridische materies die verband houden met zijn opdracht; - neemt initiatief om zijn opleiding te verbeteren; - behoudt evenwicht tussen werk en vorming; - ... 2. Aanpassingsvermogen Indicatoren : - is bereid nieuwe activiteiten uit te oefenen en toont zich hierin doeltreffend; - bekijkt elke verandering of gevraagde vervanging vanuit een positieve ingesteldheid; - ... 3. Openheid van geest en engagement. Indicatoren : - is beschikbaar om opbouwende initiatieven te nemen of er aan mee te werken, maar blijft in staat een goed evenwicht te bewaren tussen de hoofd- en nevenactiviteiten; - neemt deel aan activiteiten die bijdragen tot een beter inzicht in de maatschappelijke werkelijkheid; - ...
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 17 augustus 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX
Bijlage 31 Evaluatiecriteria en indicatoren.
Substituut-procureur des Konings gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken GROEP A 1. Juridische kennis vereist voor de te behandelen materies. Indicatoren : - beheerst de juridische materies die behandeld worden rekening houdend met de gegevens, feiten en situaties die de magistraat worden voorgelegd; - beheerst het strafrecht en het strafprocesrecht; - heeft een grondige kennis van de wetgeving over de strafuitvoering, de rechten van de gedetineerden en de slachtoffers; - toont belangstelling voor deze materies; - ... 2. Doeltreffendheid en doelmatigheid. Indicatoren : - geeft blijk van analytisch en synthetisch vermogen; - geeft blijk van organisatorische vaardigheden in de organisatie van het teamwerk; - motiveert collegae en medewerkers; - werkt doeltreffend : is bekwaam om zijn eigen werk te organiseren en om een doeltreffende oplossing te vinden voor de problemen die zich voordoen; - heeft zin voor initiatief, getuigt van gezond verstand en praktisch inzicht; - behoudt een evenwicht tussen : > de kwaliteit van het werk : - professionele nauwgezetheid; - creativiteit; > de kwantiteit van het werk : - werkmethode; - opvolging van dossiers; - is stipt : respecteert vastgestelde uren (zittingen...) en termijnen; - is bekwaam om een vergadering te leiden; - ... 3. Communicatie- en uitdrukkingsvaardigheid. Indicatoren : ? Luisterbereidheid : - heeft bijzondere aandacht voor de verwachtingen en de rechten van de slachtoffers; - achterhaalt uitdrukkelijke en impliciete motieven bij de gesprekspartners; - is in staat om in mondelinge gesprekken belangrijke informatie te achterhalen, door het stellen van vragen en gepast te reageren op de tussenkomsten; - kan de meest geschikte communicatievorm kiezen; - is hoffelijk en beleefd; - ... ? Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid : - drukt zich op een evenwichtige, bedachtzame en correcte wijze uit; - schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid : de geschreven documenten zijn gestructureerd, duidelijk geargumenteerd, grammaticaal correct, logisch en precies opgesteld in een begrijpelijke taal; - mondelinge uitdrukkingsvaardigheid : vlot, helder, bondig en precies; - synthetisch vermogen; - ... ? Professionele relationele vaardigheid : - heeft aandacht voor de kwaliteit van de relaties met advocaten, justitiële medewerkers (onderzoekers, parketsecretarissen, griffiers, juristen, stagiairs...), de penitentiaire administratie, de rechtsonderhorigen, de administratieve en sociale diensten, en de collegae; - ... 4. Besluitvaardigheid. Indicatoren : - Neemt zijn verantwoordelijkheid op niettegenstaande de moeilijkheidsgraad van de zaken en situaties waarin beslissingen moeten worden genomen; - Neemt beslissingen binnen een redelijke termijn; - ... 5. Beroepsethiek. Indicatoren : - is onpartijdig; - gedraagt zich met respect voor de algemeen aanvaarde beroepsethiek en deontologie; - is bezorgd voor de openbare dienstverlening en bevordert in het bijzonder het vertrouwen van de rechtsonderhorige in de rechtsbedeling; - oefent in alle onafhankelijkheid zijn bevoegdheden uit en duldt hierbij geen enkele invloed; - is bestand tegen elke druk, provocatie of dwang; - heeft aandacht voor de rechten van de mens en het rechtvaardig verloop van het proces (sensu latu); - neemt een zekere gereserveerdheid in acht; - ... 6. Beleid in strafzaken. Indicatoren : - is in staat te oordelen over de opportuniteit een zaak bij de rechtbank aanhangig te maken; - kan zijn beslissing laten voorafgaan door een reflectie over de sociale dimensie ervan; - ... 7. Sociale en psychologische kwaliteiten. Indicatoren : - getuigt van een bijzondere luisterbereidheid t.o.v. de partijen; - heeft oog voor het slachtoffer en de veroordeelde en kan een evenwichtige afweging maken van de belangen die in het dossier een rol spelen; - is in staat met fijnzinnigheid, tact en nuance te ondervragen; - heeft een goede kennis van het gevangeniswezen en van het psychosociale netwerk van het terrein; - ...
GROEP B 1. Collegialiteit. Indicatoren : - is collegiaal ingesteld : zet zich in om de gemeenschappelijke doelstellingen van de groep te realiseren; - wisselt professionele knowhow en informatie uit; - heeft zin voor groepswerk : zoekt en neemt verantwoordelijkheid op zich; - is loyaal t.o.v. de anderen en de genomen beslissingen; - ... 2. Zelfbeheersing. Indicatoren : ? evenwichtig gedrag : - gedraagt zich naar de genomen beslissingen; - overwint de moeilijkheden waarmee hij geconfronteerd wordt in zijn kabinet, op de zitting of in alle andere omstandigheden; ? stressbestendigheid : - kan de werkdruk aan; - behoudt zijn zelfbeheersing zelfs indien hij uitgedaagd wordt; - ... 3. Samenwerkingsvermogen in hiërarchisch verband. - kan autonoom werken onder een gesteld gezag; - ...
GROEP C 1. Vormingsbereidheid. Indicatoren : - is bekommerd om zijn bekwaamheid te vervolledigen of te verbeteren; - neemt initiatief om zijn opleiding te verbeteren; - behoudt evenwicht tussen werk en vorming; - is bekommerd om psychosociale bekwaamheden te ontwikkelen; - ... 2. Aanpassingsvermogen. Indicatoren : - is in staat om zich aan een penitentiaire omgeving aan te passen en de psychosociale aspecten in aanmerking te nemen; - is bereid nieuwe activiteiten uit te oefenen en toont zich hierin doeltreffend; - bekijkt elke verandering of gevraagde vervanging vanuit een positieve ingesteldheid; - ... 3. Openheid van geest en engagement. Indicatoren : - is beschikbaar om, zowel binnen zijn jurisdictie als erbuiten, opbouwende initiatieven te nemen of er aan mee te werken, maar blijft in staat een goed evenwicht te bewaren tussen de hoofd- en nevenactiviteiten; - neemt deel aan activiteiten die bijdragen tot een beter inzicht in de maatschappelijke werkelijkheid; - ...
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 17 augustus 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX