gepubliceerd op 02 april 1999
Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Hasselt
16 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Hasselt
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 84, gewijzigd bij de wet van 17 juli 1997, op artikel 85, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, op artikel 86, op artikel 88, gewijzigd door de wet van 15 juli 1970, op artikel 89, gewijzigd door de wet van 17 februari 1997, op artikel 90, op artikel 91, gewijzigd bij de wetten van 25 juli 1985, 3 augustus 1992 en 11 juli 1994, op artikel 92, gewijzigd bij de wetten van 23 juni 1974, 25 juli 1985 en 3 augustus 1992 en op de artikelen 93, 95 en 96;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 februari 1992 tot vastelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Hasselt;
Gelet op het advies van de eerste voorzitter van het hof van beroep te Antwerpen, van de eerste voorzitter van het arbeidshof te Antwerpen, van de procureur-generaal te Antwerpen, van de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Hasselt, van de procureur des Konings te Hasselt, van de hoofdgriffier van de rechtbank van koophandel te Hasselt en van de stafhouder van de Orde van advocaten te Hasselt;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De rechtbank van koophandel te Hasselt bestaat uit zes kamers.
Art. 2.De inleiding van de zaken geschiedt als volgt : - voor de eerste kamer, op woensdag; - inzake faillissement, gerechtelijk akkoord en opschorting van betaling, op donderdag; - inzake kort geding, handelspraktijken, verzoekschriften en rechtsbijstand, op vrijdag.
Art. 3.De kamers houden zitting als volgt : - de eerste kamer : op woensdag; - de tweede kamer : op donderdag; - de derde kamer : op maandag; - de vierde kamer : op dinsdag; - de vijfde en de zesde kamer : op vrijdag.
De voorzitter van de rechtbank houdt zitting in kort geding en inzake handelspraktijken op vrijdag. Hij behandelt ook de verzoekschriften en de verzoeken om rechtsbijstand.
De handelsonderzoeken bedoeld in artikel 10 van de wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord geschieden op vrijdag om 13 u. 30 m., of op elke andere dag of uur, bepaald door de voorzitter van de rechtbank, naargelang de noodwendigheden van de dienst.
De getuigenverhoren worden gehouden als volgt : - op dinsdagvoormiddag voor de tweede, de derde, de vierde en de zesde kamer; - op donderdagvoormiddag voor de eerste kamer; - op vrijdagvoormiddag voor de vijfde kamer.
Art. 4.Indien de behoeften van de dienst het vergen kan de voorzitter van de rechtbank, na het advies van de procureur des Konings te hebben ingewonnen, beslissen dat één of meer kamers bijkomende zittingen zullen houden waarvan hij de dag en het uur vaststelt.
Art. 5.De zittingen beginnen om 9 uur, met uitzondering van deze van de vijfde kamer, dewelke beginnen om 13 uur.
Ze duren ten minste drie uur, rolregeling en uitspraak van de vonnissen niet inbegrepen.
De getuigenverhoren beginnen om 10 uur.
De zittingen in kort geding en inzake handelspraktijken, evenals het onderzoek van de verzoekschriften en de verzoeken om rechtsbijstand beginnen om 9 uur; zij vinden plaats in het kabinet van de voorzitter van de rechtbank.
Art. 6.De voorzitter van de rechtbank bepaalt, na het advies van de procureur des Konings te hebben ingewonnen, dag en uur van de vakantiezittingen en wijst de magistraten aan die er zitting nemen.
Art. 7.De beschikkingen die de voorzitter van de rechtbank op grond van de artikelen 89 en 90 van het Gerechtelijk Wetboek of op grond van dit reglement neemt, worden ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het hof van beroep en van de procureur des Konings.
Deze beschikkingen worden ter griffie van de rechtbank aangeplakt.
Art. 8.Het koninklijk besluit van 26 februari 1992 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Hasselt wordt opgeheven.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staadsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 10.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 maart 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS