Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 juli 2024
gepubliceerd op 19 augustus 2024

Koninklijk besluit tot vaststelling van de samenstelling, de opdrachten en de werking van de Commissie voor Borderline producten voor menselijk gebruik en de Commissie voor Borderline producten voor diergeneeskundig gebruik en tot uitvoering van de artikelen 12/1 en 12/2 van de wet van 20 juli 2006 betreffende de oprichting en de werking van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2024007540
pub.
19/08/2024
prom.
16/07/2024
ELI
eli/besluit/2024/07/16/2024007540/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 JULI 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de samenstelling, de opdrachten en de werking van de Commissie voor Borderline producten voor menselijk gebruik en de Commissie voor Borderline producten voor diergeneeskundig gebruik en tot uitvoering van de artikelen 12/1 en 12/2 van de wet van 20 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2006 pub. 08/09/2006 numac 2006022888 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de oprichting en de werking van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten sluiten betreffende de oprichting en de werking van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 4 februari 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/02/2000 pub. 18/02/2000 numac 2000022108 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, de artikelen 4 en 5, tweede lid, 3° en 3° /1;

Gelet op de wet van 20 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2006 pub. 08/09/2006 numac 2006022888 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de oprichting en de werking van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten sluiten betreffende de oprichting en de werking van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, de artikelen 4, 8, § 2, eerste lid en 12/1, § 1, tweede, derde en vierde lid, § 3, en 12/2, § 1, tweede, derde en vijfde lid, § 3, ingevoegd bij wet 11 juli 2023;

Gelet op de wet van 11 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2023 pub. 29/08/2023 numac 2023043843 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten houdende diverse bepalingen inzake gezondheid, artikel 95, derde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 oktober 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/10/2008 pub. 19/11/2008 numac 2008018325 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Koninklijk besluit tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Gemengde Commissie en tot uitvoering van artikel 1, § 2, van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen sluiten tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Gemengde Commissie en tot uitvoering van artikel 1, § 2, van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 20 maart 2024;

Gelet op het advies nr. 76.155/3 van de Raad van State, gegeven op 15 mei 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1, Naast de definities bedoeld in de wet van 20 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2006 pub. 08/09/2006 numac 2006022888 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de oprichting en de werking van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten sluiten betreffende de oprichting en de werking van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder: 1° FAGG-wet: de wet van 20 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2006 pub. 08/09/2006 numac 2006022888 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de oprichting en de werking van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten sluiten betreffende de oprichting en de werking van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten;2° Product: in afwijking van artikel 2, § 1, eerste lid, 30° van de FAGG-wet, een borderline product voor menselijk of diergeneeskundig gebruik waarover de Minister of zijn afgevaardigde in het kader van artikel 12/1 of artikel 12/2 van de FAGG-wet, al naar gelang het geval, een beslissing kan nemen over het statuut;3° De Commissie: de Commissie voor Borderline producten voor menselijk gebruik zoals bedoeld in artikel 12/1, § 3, van de FAGG-wet of de Commissie voor Borderline producten voor diergeneeskundig gebruik zoals bedoeld in artikel 12/2, § 3, van de FAGG-wet, al naargelang het geval de procedure betrekking heeft op een product voor menselijk of diergeneeskundig gebruik;4° Zitting: vergadering waarbij de leden in persoon dan wel online of via een combinatie van beide aanwezig zijn;5° Werkdagen: de kalenderdagen met uitzondering van de wettelijke feestdagen, zaterdagen, zondagen, de brugdagen voor het personeel van de diensten van het federaal administratief openbaar ambt vastgelegd door de minister bevoegd voor Ambtenarenzaken, zoals deze jaarlijks bekendgemaakt worden in het Belgisch Staatsblad, 2 en 15 november en de dagen vanaf 26 december tot en met 31 december;6° Agentschap: Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten zoals bedoeld in artikel 3 van de FAGG-wet. § 2. De Administrateur-generaal van het Agentschap wordt voor de toepassing van dit besluit aangeduid als afgevaardigde van de Minister zoals bedoeld in de artikelen 12/1, § 2, tweede en derde lid en 12/2, § 1, tweede en derde lid van de FAGG-wet.

De Minister kan tevens andere personeelsleden van het Agentschap aanduiden als afgevaardigde, met vermelding van de grens van de hen gedelegeerde bevoegdheden.

Art. 2.Binnen het Agentschap wordt een Commissie voor Borderline producten voor menselijk gebruik en een Commissie voor Borderline producten voor diergeneeskundig gebruik opgericht.

De Commissies zijn elk samengesteld uit de volgende leden: 1° vier vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding;2° twee vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Directoraat-generaal Leefmilieu;3° twee vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, waarvan een uit de Algemene Directie Economische Inspectie en een uit de Algemene Directie Economische Reglementering;4° een vertegenwoordiger van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;5° vier vertegenwoordigers van het Agentschap. Er zijn evenveel plaatsvervangende als werkende leden. De plaatsvervangende leden worden onder dezelfde voorwaarden benoemd als de werkende leden.

Art. 3.De leden van de Commissies worden door de Minister benoemd.

De leden van elke Commissie wijzen uit hun midden een voorzitter en een ondervoorzitter aan. De voorzitter wordt aangewezen uit de leden van het Agentschap. De rol van voorzitter kan afhankelijk van het onderwerp van de adviesaanvraag alsook van de taalrol aan een ander lid, worden gedelegeerd. De ondervoorzitter wordt aangeduid uit de leden van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Directoraat generaal Dier, Plant en Voeding.

De ondervoorzitter vervangt de voorzitter in geval deze afwezig of verhinderd is.

Art. 4.Elke Commissie wordt bijgestaan door een secretariaat dat waargenomen wordt door personeelsleden van het Agentschap.

Het secretariaat wordt aangewezen door de Minister of zijn afgevaardigde.

Art. 5.In beide Commissies zijn bovendien van rechtswege lid met raadgevende stem: 1° de administrateur-generaal van het Agentschap;2° de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;3° de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;4° de gedelegeerd bestuurder van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;5° de directeurs-generaal van de Algemene Directie Economische Inspectie en de Algemene Directie Economische Reglementering van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie. Elk van de in het eerste lid vermelde leden kan zich laten vertegenwoordigen door een afgevaardigde.

Art. 6.De leden van de Commissies: 1° behandelen, onverminderd de toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur, de vertrouwelijke inlichtingen waarvan zij naar aanleiding van hun opdracht kennis krijgen als zodanig;2° leven de modaliteiten en vastgestelde termijnen na om hun advies te verstrekken en, in voorkomend geval, dienen binnen deze termijnen hun rapporten in;3° nemen deel aan iedere adviesprocedure waarvoor zij worden geraadpleegd;4° doen mededeling van hun belangenconflicten die zouden kunnen worden geacht afbreuk te doen aan hun onafhankelijkheid ten aanzien van de agendapunten bij iedere adviesprocedure van de Commissie.

Art. 7.§ 1. De mandaten van de leden van elke Commissie hebben, behoudens in toepassing van het tweede lid, een duur van zes jaar en zijn hernieuwbaar. De persoon die wordt benoemd in vervanging van een lid beëindigt diens mandaat.

In afwijking van het eerste lid, wordt een mandaat van rechtswege verlengd zolang er geen nieuw lid is benoemd. § 2. De adviesprocedures verlopen, behoudens in toepassing van paragraaf 3, schriftelijk. De voorzitter beslist geval per geval de termijn waarbinnen de leden hun advies dienen uit te brengen.

Ieder lid dat binnen de termijn vastgelegd door de voorzitter geen advies heeft uitgebracht of geen blijk heeft gegeven om zich te onthouden wordt geacht stilzwijgend zich aan te sluiten bij de meerderheidsopinie. § 3. Een Commissie komt samen in een zitting in de volgende gevallen: 1° op uitdrukkelijk verzoek hiertoe van de voorzitter of de ondervoorzitter;2° op uitdrukkelijk verzoek hiertoe van minstens de helft van de leden. De Commissies stemmen na beraadslaging in een zitting slechts geldig indien ten minste twee derden van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn. § 4. De adviezen worden uitgebracht bij meerderheid der stemmen van de leden met stemrecht. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.

Overeenkomstig paragraaf 2, tweede lid, wordt stilzwijgen in de schriftelijke procedure aanzien als een stem voor de meerderheidsopinie.

Indien een zitting overeenkomstig paragraaf 3 wordt georganiseerd, wordt de in het eerste lid bedoelde meerderheid berekend op basis van de aanwezige leden, onverminderd hetgeen bepaald in paragraaf 3, tweede lid. § 5. Indien, overeenkomstig paragraaf 3, tweede lid, voor de stemming in een zitting geen twee derden van de stemgerechtigde leden aanwezig is dan worden de leden verzocht schriftelijk en binnen de door de voorzitter bepaalde termijn hun advies uit te brengen.

De schriftelijke procedure bedoeld in deze paragraaf, verloopt overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 2.

In afwijking van paragraaf 3, eerste lid, kan een nieuwe zitting slechts worden samengeroepen op uitdrukkelijk verzoek van de voorzitter of de ondervoorzitter.

Art. 8.De Commissies richten voor de coördinatie van hun taken, elk een Bureau op. De samenstelling van het Bureau wordt vastgelegd in het huishoudelijk reglement.

Art. 9.Het Bureau van elke Commissie kan personeelsleden van de respectieve vertegenwoordigde organen, interne deskundigen genoemd, uitnodigen om deel te nemen aan de werkzaamheden van de betrokken Commissie.

Het Bureau van elke Commissie kan eveneens externe deskundigen uitnodigen, gekozen in functie van hun kwalificatie in het te behandelen onderwerp, teneinde deel te nemen aan de werkzaamheden van de betrokken Commissie.

De deskundigen bedoeld in dit artikel, nemen met raadgevende stem deel aan de werkzaamheden van de betrokken Commissie indien ze daartoe opgeroepen worden, of verstrekken schriftelijke adviezen, al naar gelang de door het Bureau toegekende opdracht.

De deskundigen bedoeld in dit artikel zijn onderworpen aan het naleven van dezelfde verplichtingen als de leden onder de voorwaarden bepaald in artikel 6.

Art. 10.Elke Commissie stelt een huishoudelijk reglement op dat aan de Minister ter goedkeuring wordt voorgelegd. Dit huishoudelijk reglement voorziet inzonderheid in: 1° de procedure voor de vaststelling van adviezen;2° de procedure voor de vaststelling van adviezen in spoedeisende gevallen;3° regels inzake deontologie, meer bepaald met het oog op het voorkomen van belangenconflicten;4° regels inzake de behandelingen van klachten;5° de procedure voor het oproepen van de leden;6° de samenstelling van het Bureau.

Art. 11.Een verantwoordelijke voor het in de handel brengen van een product kan voorafgaandelijk aan het in de handel brengen van het product of daarna, een beslissing van de Minister of zijn afgevaardigde vragen en met het oog hierop het advies inwinnen van de betrokken Commissie.

De Minister of zijn afgevaardigde stelt een ontwerp van beslissing op, op basis van het advies van de betrokken Commissie binnen de negentig werkdagen te rekenen vanaf de datum van de aanvraag bedoeld in het eerste lid en maakt deze over aan de aanvrager. De aanvrager maakt zijn schriftelijke argumenten over aan de Minister binnen een termijn van dertig werkdagen na ontvangst van het ontwerp van beslissing, bij gebreke waaraan de beslissing definitief wordt. De Minister of zijn afgevaardigde neemt, binnen een termijn van dertig werkdagen na de ontvangst van de tijdig overgemaakte bemerkingen van de aanvrager een definitieve beslissing en maakt deze over aan de aanvrager.

De aanvraag bevat minstens de volgende elementen, op straffe van onontvankelijkheid: 1° een onderbouwde analyse van de aanvrager omtrent het statuut van het product, met een voorstel van statuut;2° alle beschikbare wetenschappelijke en technische gegevens ter ondersteuning van de onder 1° bedoelde analyse en het voorstel van statuut;3° de posologie, samenstelling, dosering en werking van het product, al naar gelang het geval;4° het voorgestelde gebruik of toepassing van het product en de algemene voorstellingswijze van het product. Indien de betrokken Commissie dit nodig acht, kan ze van de aanvrager aanvullende inlichtingen verzoeken. De termijn van negentig werkdagen bedoeld in het tweede lid wordt opgeschort tot op het moment dat de aanvrager bijkomende inlichtingen heeft verschaft, of tot dertig werkdagen na het verzoek om bijkomende inlichtingen, indien de aanvrager niet binnen deze termijn reageert.

De betrokken Commissie kan, indien zij dit nodig acht, eveneens het advies inwinnen van een bevoegde autoriteit voor andere producten dan deze bedoeld in artikel 2, § 1, 2° /1 tot en met 7° van de FAGG-wet.

De termijn van negentig werkdagen bedoeld in het tweede lid wordt opgeschort tot op het moment dat de bevraagde bevoegde autoriteit haar advies heeft verschaft, of tot dertig werkdagen na het verzoek om advies, indien de bevraagde bevoegde autoriteit niet binnen deze termijn reageert.

Indien de betrokken Commissie vaststelt dat het dossier onvoldoende elementen bevat om een sluitend advies te geven omtrent het statuut van het product, en indien zulks niet wordt verholpen door de bijkomende inlichtingen die verstrekt worden door de aanvrager overeenkomstig het vierde lid of een advies bedoeld in het vijfde lid, of bij gebreke aan bijkomende inlichtingen, kan de Commissie de aanvraag onontvankelijk verklaren. In dergelijk geval wordt er geen advies gegeven en neemt de Minister of zijn afgevaardigde geen beslissing.

Art. 12.De betrokken overheidsdiensten bedoeld in artikel 2, tweede lid, alsook derden kunnen eveneens een beslissing van de Minister of zijn afgevaardigde vragen en met het oog hierop het advies inwinnen van de betrokken Commissie.

In die gevallen wordt de verantwoordelijke voor het in de handel brengen van het product binnen de tien werkdagen nadat het verzoek werd ingediend op de hoogte gebracht dat de betrokken Commissie werd geraadpleegd.

De Minister of zijn afgevaardigde stelt een ontwerp van beslissing op, op basis van het advies van de betrokken Commissie binnen de negentig werkdagen te rekenen vanaf de datum van de mededeling bedoeld in het tweede lid en maakt deze over aan de aanvrager alsook aan de persoon verantwoordelijk voor het in de handel brengen van het product. Zowel de aanvrager als de persoon verantwoordelijk voor het in de handel brengen van het product kunnen hun schriftelijke argumenten overmaken aan de Minister binnen een termijn van dertig werkdagen na ontvangst van het ontwerp van beslissing, bij gebreke waaraan de beslissing definitief wordt. De Minister of zijn afgevaardigde neemt, binnen een termijn van dertig werkdagen na de ontvangst van de tijdig overgemaakte bemerkingen van de aanvrager of de persoon verantwoordelijk voor het in de handel brengen van het product, een definitieve beslissing en maakt deze over aan de aanvrager en de persoon verantwoordelijk voor het in de handel brengen van het product. Indien zowel de aanvrager als de persoon verantwoordelijk voor het in de handel brengen van het product bemerkingen overmaken, begint de termijn voor het nemen van de definitieve beslissing te lopen op het moment van ontvangst van de laatst overgemaakte bemerkingen.

De aanvraag bevat minstens de volgende elementen, op straffe van onontvankelijkheid: 1° een gemotiveerde analyse van de aanvrager omtrent het statuut van het product, met een voorstel van statuut;2° alle beschikbare wetenschappelijke en technische gegevens ter ondersteuning van de onder 1° bedoelde analyse en het voorstel van statuut;3° voor zover gekend door de aanvrager, de posologie, samenstelling, dosering en werking van het product, al naar gelang het geval;4° voor zover gekend door de aanvrager, het voorgestelde gebruik of toepassing van het product en de algemene voorstellingswijze van het product. Indien de betrokken Commissie dit nodig acht, kan ze van de aanvrager of van de verantwoordelijke voor het in de handel brengen van het product aanvullende inlichtingen verzoeken. In dat geval wordt de termijn van negentig werkdagen bedoeld in het derde lid opgeschort tot de datum waarop, al naar gelang het geval, de aanvrager of de verantwoordelijke voor het in de handel brengen van het product de aanvullende inlichtingen hebben verschaft, of tot dertig werkdagen na het verzoek om bijkomende inlichtingen, indien de aanvrager of de verantwoordelijke voor het in de handel brengen van het product, al naar gelang het geval, niet binnen deze termijn reageert.

De betrokken Commissie kan, indien zij dit nodig acht, eveneens het advies inwinnen van een bevoegde autoriteit voor andere producten dan deze bedoeld in artikel 2, § 1, 2° /1 tot en met 7°, van de FAGG-wet.

De termijn van negentig werkdagen bedoeld in het derde lid wordt opgeschort tot op het moment dat de bevraagde bevoegde autoriteit haar advies heeft verschaft, of tot dertig werkdagen na het verzoek om advies, indien de bevraagde bevoegde autoriteit niet binnen deze termijn reageert.

De verantwoordelijke voor het in de handel brengen van het product kan, onverminderd hetgeen bepaald in het vijfde lid, op eigen initiatief zijn argumenten schriftelijk kenbaar maken aan de Commissie voordat deze een advies geeft. In deze gevallen wordt de termijn van negentig werkdagen, bedoeld in het derde lid, verlengd tot honderdvijftig werkdagen.

Indien de betrokken Commissie vaststelt dat het dossier onvoldoende elementen bevat om een sluitend advies te geven omtrent het statuut van het product, en indien zulks niet wordt verholpen door de bijkomende inlichtingen die verstrekt worden door de aanvrager of de verantwoordelijke voor het in de handel brengen van het product overeenkomstig het vijfde lid, of door een advies zoals bedoeld in het zesde lid, of bij gebreke aan bijkomende inlichtingen, kan de Commissie de aanvraag onontvankelijk verklaren. In dergelijk geval wordt er geen advies gegeven en neemt de Minister of zijn afgevaardigde geen beslissing.

Art. 13.Het koninklijk besluit van 28 oktober 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/10/2008 pub. 19/11/2008 numac 2008018325 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Koninklijk besluit tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Gemengde Commissie en tot uitvoering van artikel 1, § 2, van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen sluiten tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Gemengde Commissie en tot uitvoering van artikel 1, § 2, van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen wordt opgeheven.

De effectieve en plaatsvervangende leden van de Commissie voor Borderline producten voor menselijk gebruik zijn de personen die werden benoemd als effectief of plaatsvervangend lid van de Kamer voor producten voor menselijk gebruik bij de Gemengde Commissie, overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 24 maart 2024Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/03/2024 pub. 11/04/2024 numac 2024003513 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Koninklijk besluit houdende benoeming van de leden van de gemengde commissie zoals voorzien in artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 oktober 2008 tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Gemengde Commissie en tot uitvoering van artikel 1 § 2 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen sluiten houdende benoeming van de leden van de gemengde commissie zoals voorzien in artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 oktober 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/10/2008 pub. 19/11/2008 numac 2008018325 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Koninklijk besluit tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Gemengde Commissie en tot uitvoering van artikel 1, § 2, van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen sluiten tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Gemengde Commissie en tot uitvoering van artikel 1, § 2 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, en dit tot aan het einde van hun mandaat van 6 jaar, tot en met 20 april 2030, dan wel tot op het moment dat de Minister, overeenkomstig artikel 3 van dit besluit, hen ontslaat uit hun functie en nieuwe leden aanstelt. Artikel 7, § 1 van dit besluit is van toepassing op de benoemingen vervat in het vermelde besluit.

De effectieve en plaatsvervangende leden van de Commissie voor Borderline producten voor diergeneeskundig gebruik zijn de personen die werden benoemd als effectief of plaatsvervangend lid van de Kamer voor producten voor diergeneeskundig gebruik bij de Gemengde Commissie, overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 24 maart 2024Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/03/2024 pub. 11/04/2024 numac 2024003513 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Koninklijk besluit houdende benoeming van de leden van de gemengde commissie zoals voorzien in artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 oktober 2008 tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Gemengde Commissie en tot uitvoering van artikel 1 § 2 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen sluiten houdende benoeming van de leden van de gemengde commissie zoals voorzien in artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 oktober 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/10/2008 pub. 19/11/2008 numac 2008018325 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Koninklijk besluit tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Gemengde Commissie en tot uitvoering van artikel 1, § 2, van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen sluiten tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Gemengde Commissie en tot uitvoering van artikel 1 § 2 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, en dit tot aan het einde van hun mandaat van 6 jaar, tot en met 20 april 2030, dan wel tot op het moment dat de Minister, overeenkomstig artikel 3 van dit besluit, hun ontslaat en nieuwe leden aanstelt. Artikel 7, § 1 van dit besluit is van toepassing op de benoemingen vervat in het vermelde besluit.

Aanvragen bedoeld in de artikelen 12/1 en 12/2 van de FAGG-wet, ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit, worden afgehandeld overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.

Art. 14.De minister bevoegd voor de Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussels, 16 juli 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE


^