gepubliceerd op 17 augustus 2010
Koninklijk besluit houdende wijziging van artikel 3 van het koninklijk besluit van 9 mei 2008 houdende erkenning van de leden, titularis van een mandaat in het Executief van de Moslims van België, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 december 2009
16 JULI 2010. - Koninklijk besluit houdende wijziging van artikel 3 van het koninklijk besluit van 9 mei 2008 houdende erkenning van de leden, titularis van een mandaat in het Executief van de Moslims van België, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 december 2009
VERSLAG AAN DE KONING Sire, De leden, titularis van een mandaat in het Executief van de Moslims van België, beschikken, overeenkomstig artikel 3 van het koninklijk besluit van 9 mei 2008 houdende erkenning van de leden, titularis van een mandaat in het Executief van de Moslims van België, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 december 2009, over een mandaat dat op 30 juni 2010 verstrijkt.
Wat het vernieuwingsproces betreft, werden door het Executief stappen ondernomen, maar aan de andere kant dringt de vaststelling zich op dat het hele proces zeer langzaam verloopt.
Het Executief van de Moslims van België heeft in de loop van 2009 en 2010 een aantal vergaderingen gehouden en een consultatie van de moslimgemeenschap georganiseerd op 5 december 2009.
Tijdens de ontmoetingen met het Executief van de Moslims van België, op 20 mei en 24 juni 2010 werd mij toelichting verschaft bij het proces.
Daarbij oriënteert men zich op het behoud van een structuur met een algemene vergadering en een Executief, waarvan de wijze waarop die representatief moeten worden samengesteld werd vastgesteld. Er is intern een consensus.
Een aantal punten en de planning dienen verder te worden uitgewerkt.
Het komt echter de huidige ontslagnemende Regering niet toe, daarover enige beslissing te treffen.
Het Executief van de Moslims van België is het representatief orgaan van de Islamitische eredienst, belast met het beheer van de temporaliën van de Islamitische eredienst en die opdracht dient eerder restrictief te worden ingevuld (erkenning van moskeeën, aanstelling van imams en aalmoezeniers, toezicht op de rekeningen en begrotingen van de comités ingericht bij de lokale gemeenschappen).
Het Executief in de zin van een representatief orgaan van de Islamitische eredienst, is niet het representatief orgaan van de gehele Moslimgemeenschap in België in al zijn domeinen, waaraan tal van niet godsdienstige aspecten verbonden zijn.
Op dit ogenblik is er geen alternatief voorhanden en het is duidelijk dat het vernieuwingsproces dient te worden verdergezet, maar in een versnelde vorm.
De huidige structuren zijn niet voldoende representatief en er dient dan ook een snelle oplossing te worden voorgesteld.
Aangezien er echter op dit ogenblik moskeeën erkend zijn, imams ten laste van de begroting van de FOD Justitie worden uitbetaald, islamitische consulenten in de strafinrichtingen werkzaam zijn en islamleerkrachten in het onderwijs aangesteld zijn, hebben de administratieve overheden en de lokale erkende gemeenschappen in alle geval de noodzaak om over een contactpunt met de organen van de Islamitische eredienst te beschikken. Het is inderdaad onmogelijk dat de administratieve overheden rechtstreeks met de verschillende correspondenten contacten zouden onderhouden en zij dienen ook inmenging in de interne aangelegenheden van de Islamitische eredienst te vermijden.
Teneinde een juridisch vacuüm te vermijden, verdient het aanbeveling dat het huidige Executief zijn opdracht kan verderzetten en de continuïteit van het vernieuwingsproces verzekeren, en alle voorbereiding te treffen zonder echter tot enige uitvoering over te gaan.
Met het oog daar op stel ik dan ook voor dat het huidige Executief in zijn mandaat zou worden verlengd tot uiterlijk 31 december 2010.
Deze termijn wordt enerzijds ingegeven door een bezorgdheid om zo snel als mogelijk representatieve organen te hebben, welke over voldoende slagkracht beschikken om het beheer van de dossiers en de verdere uitbouw van de Islamitische eredienst binnen het Belgische kader te verzekeren en anderzijds dat de volgende Regering het dossier moet kunnen evalueren.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, De zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Justitie, S. DE CLERCK
16 JULI 2010. - Koninklijk besluit houdende wijziging van artikel 3 van het koninklijk besluit van 9 mei 2008 houdende erkenning van de leden, titularis van een mandaat in het Executief van de Moslims van België, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 december 2009 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 4 maart 1870 op de temporaliën van de erediensten, inzonderheid op artikel 19bis, ingevoegd bij de wet van 19 juli 1974 en gewijzigd bij de wetten van 17 april 1985, 18 juli 1991 en 10 maart 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1999 houdende erkenning van het Executief van de Moslims van België;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 maart 2008 houdende schorsing van de artikelen 4 tot en met 9 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 houdende erkenning van het Executief van de Moslims van België;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 mei 2008 houdende erkenning van de leden, titularis van een mandaat in het Executief van de Moslims van België, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 december 2009;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 juli 2010;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het mandaat van het Executief van de Moslims van België verloopt op 30 juni 2010 en dat slechts in de loop van de vergaderingen tussen de FOD Justitie en het Executief, gehouden op 20 mei en 24 juni 2010, een duidelijkheid werd verschaft over de mogelijke opties met het oog op de vernieuwing van het representatief orgaan van de islamitische eredienst;
Overwegende dat in een aantal dossiers zoals de islamconsulenten in de strafinrichtingen, de erkende moskeeën, de aangestelde imams en de leerkrachten islam in het onderwijs, men dient te blijven beschikken over een aanspreekpunt dat de continuïteit van de dossiers waarborgt en dat eveneens kan optreden als representatief orgaan naar de verschillende burgerlijke administratieve overheden toe;
Overwegende dat er op dit ogenblik geen alternatief voorhanden is;
Overwegende dat de niet verlenging van de leden, titularis van een mandaat in het huidige Executief van de Moslims van België, een juridisch vacuüm zou doen ontstaan en het vernieuwingsproces dat gaande is, maar evenwel duidelijk dient te worden versneld, in vraag zou stellen;
Overwegende dat een beslissing over deze structuren niet toekomt aan de ontslagnemende Regering;
Op de voordracht van de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 9 mei 2008 houdende erkenning van de leden, titularis van een mandaat in het Executief van de Moslims van België; wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 31 maart 2008 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2010. »
Art. 2.De Minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 juli 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK