gepubliceerd op 14 oktober 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap
16 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002 Maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalig Gemeenschap (Overeenkomst geregistreerd op 20 mei 2003 onder het nummer 66252/CO/327) HOOFDSTUK I. - Juridisch kader
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomst en de paritaire comités en het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de beschutte werkplaatsen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen in het Waalse Gewest die gesubsidieerd zijn door het "Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées" en in de Duitstalige Gemeenschap door de "Dienststelle fur Personen mit Behinderung". HOOFDSTUK III. - Definities
Art. 3.§ 1. Onder "werknemer" wordt het mannelijk en vrouwelijk, valide en mindervalide werklieden- en bediendenpersoneel verstaan. § 2. Onder "partijen" worden de werkgevers- en vakorganisaties verstaan die deze collectieve arbeidsovereenkomst hebben ondertekend. § 3. Onder "beperkt comité" wordt het comité verstaan dat is samengesteld uit de woordvoerders van de ondertekenende organisaties of hun afgevaardigden. § 4. Onder "sociaal fonds" verstaat men : het fonds dat opgericht werd op basis van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid (Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958) en aan welk het beheer van de gemutualiseerde opbrengst van de bijdragevermindering wordt toegekend volgens de modaliteiten bepaald in het ministerieel besluit van 20 mei 1998.
Voor de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen die erkend zijn door het "Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées" of door de "Dienststelle fur Personen mit Behinderung", gaat het om het "Sociaal Fonds voor de bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen", opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 1997 en gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 26 mei 1998, 19 september 2000 en 18 december 2000. HOOFDSTUK IV. Vermindering van de werkgeversbijdragen inzake sociale zekerheid
Art. 4.Het bedrag van de bijdragenvermindering die verschuldigd is aan de werkgevers wordt halfjaarlijks vastgesteld en bij ministerieel besluit, op voorstel van de Minister van Werkgelegenheid en van de Minister van Sociale Zaken.
De kwartaalopbrengst van deze bijdragevermindering wordt als volgt berekend : Aantal werknemers die minimaal 22 pct. van de prestaties verrichten in de loop van het kwartaal x 288,18 EUR.
Art. 5.Elk halfjaar met ingang van het 1ste kwartaal 2003 stort de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan het Sociale Maribelfonds de totale opbrengst van de bijdragevermindering waarop de werkgevers aanspraak mogen maken volgens de modaliteiten bepaald in het koninklijk besluit van 18 juli 2002.
Art. 6.Het Sociale Maribelfonds mag maximaal 1,20 pct. van de subsidies besteden aan de werkingskosten en aan eigen personeel.
Het fonds formuleert de voorstellen inzake toekenning van de banen aan de beschutte werkplaats overeenkomstig de bepalingen van bovenvermeld besluit. HOOFDSTUK V. Verbintenis ten gunste van de tewerkstelling
Art. 7.Overeenkomstig artikel 49 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 wordt de opbrengst van de verminderingen van de werkgeversbijdragen die gelijk zijn aan 241,70 EUR per kwartaal (Sociale Maribel 1, 2 en 3) integraal besteed aan de financiering van het gewaarborgd minimummaandloon van de gehandicapten zoals bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1996 en de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 1998 met toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van de Nationale Arbeidsraad.
Art. 8.Overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 29 april 1999 gewijzigd door het besluit van de Waalse Regering van 16 november 2000, wordt een jaarlijks bedrag van 1.560.000 EUR toegewezen aan het sociaal fonds voor de financiering van een minimum van 114 banen voltijdse equivalenten, en dit zonder afbreuk te doen aan de akkoorden die werden gesloten tussen de Duitstalige beschutte werkplaatsen en de "Dienststelle fur Personen mit Behinderung".
Art. 9.§ 1. Het overblijvende saldo van deze opbrengst van de verminderingen van werkgeversbijdragen, te weten 46,48 EUR (Sociale Maribel 4), moet integraal worden besteed aan de financiering van bijkomende banen in de Waalse en Duitstalige beschutte werkplaats. § 2. Overeenkomstig artikel 14 van het koninklijk besluit, mag een werkgever niet uitgesloten worden van het recht op de voordelen van de Sociale Maribel als hij zich ertoe verplicht ziet om het tewerstellingsvolume te verminderen, op voorwaarde : - dat hij voorafgaandelijk per aangetekende brief de vermindering van het tewerkstellingsvolume aangeeft aan het sociaal fonds, en daarbij de vermindering van het tewerkstellingsvolume uitdrukt in voltijdse equivalenten met toepassing van de vermindering die voorgesteld wordt tijdens een volledig kalenderjaar; - dat het sociaal fonds het voorstel tot vermindering van het tewerkstellingsvolume goedkeurt op basis van objectieve criteria die vooraf vastgesteld zijn en bij gemotiveerd besluit. HOOFDSTUK VI. - Procedure voor het indienen van de kandidaturen
Art. 10.De Sociale Maribelsubsidie wordt toegekend aan de werkgevers die zich ertoe verbinden een netto stijging van het arbeidsvolume te realiseren ten opzichte van het kalenderjaar 2002 na onderzoek van het beheerscomité van het sociaal fonds.
Art. 11.De werkgevers die een financiële tegemoetkoming Sociale Maribel aanvragen dienen bij het sociaal fonds een akte van kandidaatstelling in zoals bijgevoegd door bovenvermeld koninklijk besluit.
Art. 12.Het sociaal fonds mag aan de werkgevers bijkomende informatie vragen teneinde zijn halfjaarlijks verslag uit te werken.
Art. 13.De financiële tegemoetkomingen voor de bijkomende banen worden forfaitair toegekend na ontvangst van de akte van kandidaatstelling alsook van de informatie betreffende de trimestriële prestaties in functie van de toekenningsvoorstellen die geformuleerd werden door het sociaal fonds.
Voor de Waalse beschutte werkplaatsen mag de financiële tegemoetkoming worden gecumuleerd met andere tewerkstellingssteun, met uitzondering van de steun van het AWIPH, voorzover deze beperkt is tot de reële loonkosten die ten laste van de werkgever zijn.
Art. 14.Het model van de akte van kandidaatstelling alsook de lijst van de documenten die er moeten worden aan toegevoegd wordt vastgesteld door het sociaal fonds. HOOFDSTUK VII. - Financiële tegemoetkoming en bestemming
Art. 15.Het sociaal fonds bepaalt de criteria die in rekening moeten worden genomen voor de goedkeuring van de akten van kandidaatstelling.
Art. 16.§ 1. Overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 juli 2002 moeten de aanwervingen worden verwezenlijkt op het niveau van elke instelling met jaarlijkse bruto gemiddelde loonkosten van maximaal 64.937,84 EUR, werkgeverslasten inbegrepen. Het sociaal fonds kan echter een jaarlijkse tegemoetkoming vaststellen die lager ligt dan dit bedrag. De tegemoetkoming van het sociaal fonds is overigens beperkt tot de effectieve of gelijkgestelde bezoldigde prestaties. § 2. Het bedrag dat vermeld is in artikel 16, § 1, wordt geïndexeerd volgens de regels bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen. § 3. Overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 juli 2002 moet onder "loonkosten" worden verstaan : het brutoloon van de werknemer, verhoogd met de werkgeversbijdragen inzake sociale zekerheid. Het brutoloon omvat het loon alsook alle vergoedingen en voordelen die verschuldigd zijn aan de werknemer door of krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen alsook de vergoedingen en voordelen die verschuldigd zijn krachtens collectieve arbeidsovereenkomst die gesloten werden in het paritair orgaan waartoe de werkgever behoort.
Bij de aanwervingen zal bovendien voorrang worden gegeven aan functies die gericht zijn op de versterking van de tewerkstelling van de zwakkeren, de verbetering van de arbeidsorganisatie en de ergonomische aanpassing van de werkposten, enerzijds, en aan functies die bestemd zijn voor de verbetering van de sociale en commerciële omkadering anderzijds.
Het "Sociaal Fonds voor de bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen" financiert, in het Waalse Gewest, in het kader : - van de federale Sociale Maribelsubsidie, vierde schijf van de werkgeversvermindering (46,48 EUR) 1. de productiebanen ten belope van 2.478,93 EUR; 2. de SBO-productiebanen ten belope van 3.098,66 EUR; 3. de banen die gekoppeld zijn aan de versterking van de omkadering van de zwaarst gehandicapten ten belope van 3.098,66 EUR. - van de gewestelijke Sociale Maribelsubsidie vastgesteld bij besluit van de Waalse Regering van 29 april 1999 gewijzigd door het besluit van de Waalse Regering van 16 november 2000 ter financiering per kwartaal : 1. van de productiebanen ten belope van 2.478,93 EUR; 2. van de omkaderingsbanen ten belope van 3.718,40 EUR.
Art. 17.De besluiten en voorstellen van het fonds worden aan de bevoegde ministers en aan de voorzitter van het paritair comité bezorgd. HOOFDSTUK VIII. - Waarborgen inzake integrale besteding van de opbrengst van de bijdrageverminderingen aan het scheppen van banen
Art. 18.Elke werkgever die een financiële tegemoetkoming van het sociaal fonds geniet moet elk jaar, uiterlijk tegen 31 januari, een gedetailleerd verslag bezorgen aan dit fonds. Een model van dit verslag zal worden uitgewerkt door het sociaal fonds. De niet-naleving van deze bepalingen zal aanleiding geven tot sancties die worden bepaald door het sociaal fonds.
Art. 19.§ 1. Dit verslag moet ten minste de volgende elementen omvatten : - het totaal aantal banen uitgedrukt in werknemers voor de referentieperiode en de betrokken periode; - de nominatieve lijst van de bijkomende werknemers die werden in dienstgenomen dankzij de financiële tegemoetkoming van het sociaal fonds met het arbeidsstelsel, hun functie en hun loonschaal. § 2. Indien nodig mag het sociaal fonds aanvullende informatie vragen.
Art. 20.§ 1. Het sociaal fonds stelt elk jaar tegen 30 juni een activiteitenverslag op en bezorgt dit aan de leidend ambtenaar van de Federale Overheidsdienst voor Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. § 2. Dit verslag zal ten minste de volgende elementen omvatten : - de lijst van de werkgevers en van de werknemers die tijdens het volledige vorige kalenderjaar de financiële tegemoetkoming van het sociaal fonds hebben genoten; - het aantal werknemers van de sector; - het aantal werkgevers van de sector; - de lijst van de werkgevers die, met toepassing van artikel 14 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 het tewerkstellingsvolume hebben kunnen verminderen. HOOFDSTUK IX. - Planning inzake de verwezenlijking van de netto verhoging van het aantal banen
Art. 21.De nieuwe indienstnemingen en de verhoging van het globale tewerkstellingsvolume worden verwezenlijkt binnen zes maanden na de kennisgeving van de beslissing tot financiële tegemoetkoming van het sociaal fonds. HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen en geldigheidsduur
Art. 22.Deze collectieve arbeidsovereenkomst annuleert en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2000 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen, neergelegd op de Griffie van de Dienst van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen op 24 januari 2001 en geregistreerd op 9 februari 2001 onder het nummer 56416/CO/327 (koninklijk besluit van 24 april 2002, Belgisch Staatsblad van 12 december 2002).
Art. 23.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan door elke partij worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden en wordt met ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 juli 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE