gepubliceerd op 31 juli 1997
Koninklijk besluit tot vaststelling van de arbeidsduur in sommige ondernemingen uit de zuivelnijverheid die onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren
16 JULI 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van de arbeidsduur in sommige ondernemingen uit de zuivelnijverheid die onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op arti-kel 23, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 225 van 7 december 1983 en de wet van 22 januari 1985;
Gelet op het advies van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de rechtszekerheid inzake arbeidsverhoudingen vereist dat de nodige reglementaire bepalingen onverwijld worden genomen;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters tewerkgesteld in de melkerijen, boterfabrieken, kaasfabrieken en de ondernemingen van melkprodukten, met uitzondering van roomijs.
Art. 2.De grenzen van de arbeidsduur vastgesteld bij de artikelen 19 en 20 van de Arbeidswet van 16 maart 1971 of bij een collectieve arbeidsovereenkomst, kunnen worden overschreden op voorwaarde dat de wekelijkse arbeidsduur, berekend over een periode van maximum één trimester of een door een collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde langere periode, gemiddeld de arbeidsduur vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst niet overschrijdt.
In geen enkel geval mag de arbeidsduur elf uur per dag, noch vijftig uur per week overschrijden.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 1999.
Art. 4.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 juli 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET