Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 januari 2003
gepubliceerd op 02 april 2003

Koninklijk besluit tot vaststelling van de vergoedingen en het presentiegeld toegekend aan de voorzitters en leden van de beheersorganen van de instellingen van openbaar nut die onder het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu ressorteren en tegelijk onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken wat betreft de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten met het oog op de omschakeling naar de euro

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003022137
pub.
02/04/2003
prom.
16/01/2003
ELI
eli/besluit/2003/01/16/2003022137/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 JANUARI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de vergoedingen en het presentiegeld toegekend aan de voorzitters en leden van de beheersorganen van de instellingen van openbaar nut die onder het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu ressorteren en tegelijk onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken wat betreft de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten met het oog op de omschakeling naar de euro


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 4ter ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994 en gewijzigd bij de wet van 21 december 1994, en op artikel 22;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 januari 1992 houdende vaststelling van de vergoedingen en het presentiegeld toegekend aan de voorzitters en leden van de beheersorganen van de instellingen van openbaar nut die onder het Ministerie van Sociale Voorzorg ressorteren en tegelijk onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken wat betreft de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 oktober 1993;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 augustus 2000 en 13 mei 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 31 mei 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken gegeven op 5 april 2002;

Gelet op het protocol van 26 november 2002 waarin de conclusies van de onderhandeling gevoerd binnen het Sectorcomité XX worden vermeld;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en pensioenen en Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De voorzitters van de beheersorganen van de hierna opgesomde instellingen van openbaar nut hebben recht op een jaarlijkse forfaitaire vergoeding die gelijk is aan het bedrag vermeld naast de benaming van de instelling die tot hun bevoegdheid behoort. Deze vergoeding dekt hun verblijf- en representatiekosten.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (Algemene Raad, of Beheerscomité van de Dienst voor geneeskundige verzorging, of Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen, of Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen, of Comité van de Dienst voor geneeskundige controle of Comité van de Dienst voor Administratieve controle : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.De jaarlijkse forfaitaire vergoeding van de voorzitter van het Beheerscomité van de sociale zaken wordt als volgt : 180 000 BEF Deze vergoeding dekt verblijf- en representatiekosten.

Art. 3.De voorzitters van de beheersorganen bedoeld in artikel 1 hebben recht op de terugbetaling van de reiskosten in de voorwaarden en volgens de bedragen vastgesteld voor het personeel van de ministeries.

Art. 4.Aan de leden van dezelfde beheersorganen wordt een presentiegeld van 18,59 EUR per vergadering verleend.

Dit bedrag wordt verhoogd tot 37,18 EURO voor het lid dat het voorzitterschap waarneemt bij afwezigheid van de titularis.

Deze bepalingen zijn evenwel niet van toepassing op de leden van het beheersorgaan die deel uitmaken van een Rijksdienst of een andere overheidsdienst, tenzij de vergaderingen aanvangen ten vroegste op 17 uur of plaatshebben op een andere dag dan een werkdag.

De leden hebben recht op de terugbetaling van de reis- en verblijfkosten in de voorwaarden en volgens de bedragen van de ministeries.

Art. 5.Wanneer de voorzitter en de leden van voormelde beheersorganen noch van een Rijksbestuur, noch van een andere overheidsdienst deel uitmaken worden zij, voor het toekennen van de verblijfkosten gelijkgesteld met de ambtenaren van rang 16 van de ministeries.

Art. 6.De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel der ministeries geldt voor de vergoedingen en het presentiegeld, bedoeld in artikelen 1, 2 en 3. Ze worden gekoppeld aan de spilindex 138 ,01 van de consumptieprijzen.

Art. 7.Het koninklijk besluit van 24 januari 1992 houdende vaststelling van de vergoedingen en presentiegelden toegekend aan de voorzitters en de leden van de beheersorganen van de instellingen van openbaar nut gecontroleerd door de Minister van Sociale Voorzorg en tegelijk onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken wat betreft de Rijksdienst van sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 oktober 1993 wordt opgegeven.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002, met uitzondering van artikel 2 dat heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2001.

Art. 9.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 januari 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

^