15 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 28 juli 2005 tot vaststelling van het minimumbedrag voor de dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid van spoorwegondernemingen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 28 juli 2005 tot vaststelling van het minimumbedrag voor de dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid van spoorwegondernemingen, opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 28 juli 2005 tot vaststelling van het minimumbedrag voor de dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid van spoorwegondernemingen.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 15 september 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST MOBILITÄT UND TRANSPORTWESEN 28. JULI 2005.- Ministerieller Erlass zur Festlegung des Mindestbetrags zur Deckung der Haftpflicht von Eisenbahnunternehmen Der Minister der Mobilität, Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 12. März 2003 über die Bedingungen für die Benutzung der Eisenbahninfrastruktur, insbesondere des Artikels 27, bestätigt durch das Gesetz vom 27. Dezember 2004;

In der Erwägung, dass es dringend erforderlich ist, in Sachen Sicherheit der Eisenbahninfrastruktur und ihrer Benutzung genaue Regeln festzulegen, um die Sicherheit des gesamten Eisenbahnverkehrs zu gewährleisten;

In der Erwägung, dass es notwendig ist, in bezug auf die Erlangung der Eisenbahngenehmigung über spezifische Regeln zu verfügen, damit die Eisenbahnunternehmen gerecht und nichtdiskriminierend behandelt werden;

In der Erwägung, dass die Eisenbahnunternehmen durch die Richtlinie 95/18/EG des Rates über die Erteilung von Genehmigungen an Eisenbahnunternehmen, insbesondere durch Artikel 9, verpflichtet sind, gemäss den nationalen und internationalen Rechtsvorschriften ausreichend versichert zu sein, um ihre Haftpflicht zu decken;

Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates vom 16. März 2005, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 § 1 Absatz 1 Nr. 1 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat;

In der Erwägung, dass die Regionalregierungen an der Ausarbeitung des vorliegenden Erlasses beteiligt worden sind Erlässt : Artikel 1 - Mit vorliegendem Erlass wird Artikel 9 der Richtlinie 95/18/EG des Rates vom 19. Juni 1995 über die Erteilung von Genehmigungen an Eisenbahnunternehmen umgesetzt.

Art. 2 - § 1 - Der Mindestbetrag zur Deckung der Unfallhaftpflicht von Eisenbahnunternehmen, die eine Eisenbahngenehmigung beantragen, um auf der Eisenbahninfrastruktur Güterverkehrsleistungen anzubieten, ist durchlaufend auf fünfzig Millionen Euro festgelegt. § 2 - Der Mindestbetrag zur Deckung der Unfallhaftpflicht von Eisenbahnunternehmen, die eine Eisenbahngenehmigung beantragen, um auf der Eisenbahninfrastruktur Personenverkehrsleistungen anzubieten, ist durchlaufend auf siebzig Millionen Euro festgelegt.

Brüssel, den 28. Juli 2005 R. LANDUYT Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 september 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL