gepubliceerd op 15 december 2010
Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan de verenigingen « Centrum voor Maatschappelijk Werk Brabantia - afdeling Caritas Internationaal », « Aide aux Personnes déplacées », « Exil », « Rode Kruis Vlaanderen » en « Service de Solidarité socialiste » voor het begrotingsjaar 2010
15 NOVEMBER 2010. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan de verenigingen « Centrum voor Maatschappelijk Werk Brabantia - afdeling Caritas Internationaal », « Aide aux Personnes déplacées », « Exil », « Rode Kruis Vlaanderen » en « Service de Solidarité socialiste » voor het begrotingsjaar 2010
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55, 56, 57 en 58;
Gelet op de programmawet van 24 december 2002, inzonderheid op Titel XIII, Hoofdstuk 6 « Voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen »;
Gelet op de wet van 23 december 2009 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2010, inzonderheid op de sectie 12 - FOD Justitie;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid op artikel 14, 2°;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot uitvoering van Titel XIII, Hoofdstuk 6 « Voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen » van de programmawet van 24 december 2002, inzonderheid op de artikelen 7bis en 13, § 3;
Gelet op de protocolakkoorden tussen de dienst Voogdij van de Federale Overheidsdienst Justitie en de volgende verenigingen : « Centrum voor Maatschappelijk Werk Brabantia - afdeling Caritas Internationaal », « Aide aux Personnes déplacées », « Exil », « Rode Kruis Vlaanderen » en « Service de Solidarité socialiste »;
Overwegende dat een krediet van tweehonderdzestienduizend euro (216.000 euro) op de organisatieafdeling 40, activiteitenprogramma 23, basisallocatie 33.03 van de administratieve begroting van het Federale Overheidsdienst Justitie voor het begrotingsjaar 2010 is ingeschreven;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 29 juli 2010;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. Voor het jaar 2010 wordt een toelage van drieduizend vijfhonderd euro (3.500 euro) per jaar en per voltijds equivalent werknemer-voogd die ten minste gelijktijdig vijfentwintig voogdijen onder zijn hoede neemt, toegekend, aan de voornoemde verenigingen en openbare instellingen.
Er wordt eveneens een toelage van dertienduizend vijfhonderd euro (13.500 euro) per jaar en per voltijds equivalent werknemer-voogd die tenminste gelijktijdig dertien voogdijen onder zijn hoede neemt, op voorwaarde dat hij het werk van tenminste vier voogden binnen zijn vereniging of openbare instelling coördineert, toegekend aan de vereniging of openbare instelling.
De toelage zal proportioneel worden berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 3.
Deze bedragen worden geïndexeerd overeenkomstig artikel 7bis van het voornoemde koninklijk besluit van 22 december 2003. § 2. Een toelage van 25,20 euro per voogdij en per maand wordt voor het jaar 2010 toegekend aan de voornoemde verenigingen en openbare instellingen voor de administratieve kosten en de verplaatsingskosten.
Art. 2.De toelagen bedoeld in artikel 1, §§ 1 en 2, worden aangerekend op het activiteitenprogramma 23, basisallocatie 3303, organisatieafdeling 40, van de administratieve begroting van de Federale Overheidsdienst Justitie voor het begrotingsjaar 2010.
Art. 3.De toelagen bedoeld in artikel 1, §§ 1 en 2, zullen worden toegekend vanaf de erkenning van de werknemer-voogd. Indien de werknemer-voogd reeds erkend was als voogd voor zijn indiensttreding bij de voornoemde verenigingen en openbare instellingen, zullen de toelagen worden toegekend vanaf de indiensttreding van de werknemer-voogd.
Art. 4.De toelagen bedoeld in artikel 1, §§ 1 en 2, zullen in twee schijven worden betaald, uitgesplitst als volgt : - de eerste schijf van tachtig procent zal na de ondertekening van dit besluit worden betaald; - het saldo van twintig procent zal worden betaald op overlegging van de bewijsstukken betreffende het begrotingsjaar waarop de subsidie betrekking heeft, namelijk een lijst per maand per werknemer- voogd en onder voorbehoud van aanvaarding door de Federale Overheidsdienst Justitie. Deze maandelijkse lijst moet de datum van erkenning of de datum van indiensttreding van de werknemer-voogd en de naam en dossiernummer van de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen onder diens hoede bevatten. De bewijsstukken zullen aan de Federale Overheidsdienst Justitie ten laatste op 1 februari 2011 worden toegezonden.
Art. 5.De voorwaarde van vijfentwintig of dertien gelijktijdige voogdijen bedoeld in artikel 1, § 1, gaat in de eerste dag van de vierde maand volgend op de maand van de erkenning als voogd. Indien de werknemer-voogd reeds erkend was als voogd vóór zijn indiensttreding bij de voornoemde verenigingen en openbare instellingen, gaat deze voorwaarde in de eerste dag van de vierde maand volgend op de maand van de indiensttreding van de werknemer-voogd.
Indien de voorwaarde van gelijktijdigheid niet is vervuld de eerste dag van de vierde maand, zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, wordt de toelage proportioneel verminderd met 1/12e van het jaarlijks uitgetrokken bedrag per maand dat deze voorwaarde van 25 of 13 gelijktijdige voogdijen nog niet vervuld is.
Indien de dienst Voogdij onvoldoende voogdijen kan toewijzen, geldt de voorwaarde van gelijktijdigheid niet.
Art. 6.Ingeval de erkenning van de werknemer-voogd wordt ingetrokken of een einde wordt gemaakt aan de arbeidsovereenkomst van de werknemer-voogd, zullen de toelagen worden toegekend voor de periode die loopt tot de laatste dag van de maand waarin de betrokkene als werknemer-voogd tewerkgesteld is of van de maand waarin de betekening van de intrekking plaatsvindt.
Art. 7.Ingeval blijkt dat de Minister van Justitie te veel toelagen heeft toegekend voor het afgelopen jaar, wordt een beslissing tot terugvordering van toelage ter kennis gebracht bij aangetekende brief.
Na verloop van een termijn van dertig dagen wordt de beslissing bedoeld in het eerste lid definitief, tenzij de instelling opmerkingen heeft overgezonden. In dat geval brengt de Minister uiterlijk twee maanden na ontvangst van de opmerkingen zijn definitieve beslissing ter kennis van de instelling. De instelling stort het verschuldigde bedrag terug uiterlijk drie maanden na de definitieve beslissing tot terugvordering.
Art. 8.De toelagen zullen worden gestort op de respectievelijke bankrekeningen van de voornoemde verenigingen en openbare instellingen.
Art. 9.De Minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 november 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK