Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 juli 2004
gepubliceerd op 30 augustus 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het regionaal akkoord 2003-2004 voor de provincie Limburg

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004202342
pub.
30/08/2004
prom.
15/07/2004
ELI
eli/besluit/2004/07/15/2004202342/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het regionaal akkoord 2003-2004 voor de provincie Limburg (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het regionaal akkoord 2003-2004 voor de provincie Limburg.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juli 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2003 Regionaal akkoord 2003-2004 voor de provincie Limburg (Overeenkomst geregistreerd op 15 maart 2004 onder het nummer 70346/CO/209) HOOFDSTUK I. - Inleiding A. Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid gelegen in de provincie Limburg.

Onder "bedienden" wordt verstaan : mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Voor sommige bepalingen wordt dit toepassingsgebied nader gespecificeerd in deze overeenkomst.

B. Voorwerp

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2003-2004 van 17 januari 2003. HOOFDSTUK II. - Koopkracht A. Toepassingsgebied

Art. 3.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt met "bedienden" bedoeld : de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden.

B. Weddenverhoging

Art. 4.Vanaf 1 januari 2004 worden de effectieve brutowedden van de bedienden verhoogd met 1 pct., met een minimum van 24 EUR. C. Uitzonderingen

Art. 5.Artikel 4 is niet van toepassing op de ondernemingen die reeds door een akkoord gedekt zijn voor de jaren 2003 en 2004. Het gewestelijk verzoeningscomité is bevoegd om de eventuele toepassingsmoeilijkheden te regelen.

Deze bepalingen zijn niet van toepassing op de volgende multizetelondernemingen : Philips, Nexans Benelux en Bekaert.

Deze bepalingen zijn evenmin van toepassing op de ondernemingen die zich in de economische onmogelijkheid bevinden om deze voordelen toe te passen. Het gewestelijk verzoeningscomité is belast met de bepaling van de ondernemingen, die zich volledig of gedeeltelijk in deze toestand bevinden. Zij dienen daarbij rekening te houden met duidelijk aanwijsbare feiten en met de toestand van de onderneming.

Ondernemingen, getroffen door ingrijpende reorganisatie en/of herstructurering, kunnen zich tot het gewestelijk verzoeningscomité wenden om, op aanwijsbare feiten, een afwijking of een herschikking van de voordelen te bekomen.

D. Nationale minimumweddeschalen en gewaarborgd nationaal minimumloon

Art. 6.Voor de werkgevers, gevestigd in de provincie Limburg, en voor de door hen tewerkgestelde gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden gelden vanaf 1 januari 2004 de nationale minimumweddeschalen en het gewaarborgd nationaal minimumloon die geldig zijn vanaf 1 juli 2003, zoals bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 april 1993, betreffende de nationale minimumweddeschalen voor de bedienden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 juni 1997, en het gewaarborgd nationaal minimumloon, zoals bepaald in artikel 4 in de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1987 en 19 oktober 1987, betreffende het nationaal akkoord 1987-1988, gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 7 november 1986, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 maart 1988, verhoogd met 2 pct. HOOFDSTUK III. - Tijdskrediet

Art. 7.De ondertekenaars van deze collectieve arbeidsovereenkomst bevelen de partijen, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, aan om hoofdstuk IV, artikel 8, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2001, betreffende het nationaal akkoord 2001-2002, geregistreerd onder het nummer 57918/CO/209, en gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2002, betreffende het tijdskrediet, geregistreerd onder het nummer 64996/CO/209, voor de ondernemingen die gevestigd zijn in de provincie Limburg, aan te passen als volgt : "Het recht op halftijds en voltijds tijdskrediet, voorzien in hoofdstuk III, afdeling 1, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van de Nationale Arbeidsraad, wordt van 1 op 3 jaar gebracht. De drempel wordt vastgelegd op 5 pct. van de bedienden, conform de bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis.

Ondernemingen die bij ingang van dit akkoord reeds een hoger percentage hanteren, kunnen deze drempel behouden.

Voor bedienden van 50 jaar of meer kan het voltijds tijdskrediet slechts opgenomen worden in niet aaneengesloten periodes van maximum één jaar.

Voor bedienden, tewerkgesteld in ploegen, kunnen de ondertekenende partijen nadere regels bepalen voor de provincie Limburg, voor het organiseren van het recht op 1/5de loopbaanvermindering ten belope van één dag per week of een gelijkwaardige regeling. Behoudens uitzonderingen, hieronder vermeld, zijn er op ondernemingsvlak geen verdere afwijkingen mogelijk.

De ondernemingen, erkend als ondernemingen in herstructurering of in moeilijkheden in het kader van toegestane afwijkingen op de brugpensioenleeftijd, kunnen op bedrijfsvlak een collectieve arbeidsovereenkomst afsluiten met het oog op een uitbreiding van de drempel en de duurtijd, zoals hierboven voorzien.

De ondernemingen kunnen via een gemeenschappelijke vraag (werkgever en syndicale delegatie bedienden of bedienden) aan het gewestelijk verzoeningscomité een afwijking vragen op de drempel en de duur die zijn vastgelegd zoals hierboven voorzien. Indien deze afwijking unaniem wordt toegestaan door het gewestelijk verzoeningscomité, kan de onderneming op bedrijfsvlak hieromtrent een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten.".

Voor de provincie Limburg zal de aanvullende vergoeding brugpensioen na loopbaanvermindering met 1/5de of halftijds berekend worden op grond van voltijds loon. HOOFDSTUK IV. - Classificatie

Art. 8.De ondertekenaars van deze collectieve arbeidsovereenkomst bevelen de partijen, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, aan om de studie die momenteel gaande is inzake de nieuwe functieclassificatie, te beëindigen vóór 31 december 2004 volgens de timing die werd uitgewerkt door de experts. Bovendien bevelen zij aan dat de financiële middelen om de logistiek van deze studie te verzekeren, zouden gewaarborgd worden. HOOFDSTUK V. - Opleiding A. Risicogroepen Art.9. De ondertekenaars van deze collectieve arbeidsovereenkomst stellen vast dat de partijen, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, op 16 september 2003 een collectieve arbeidsovereenkomst hebben afgesloten met betrekking tot de risicogroepen, die geldig is voor het jaar 2003.

De ondertekenaars van deze collectieve arbeidsovereenkomst bevelen de partijen, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de bedienden van de metaalfabrikatennijverheid, aan om voor de provincie Limburg deze collectieve arbeidsovereenkomst te verlengen voor het jaar 2004.

B. Vorming

Art. 10.Voor elke onderneming en voor de duur van het akkoord zal 0,9 pct. van het geheel van de jaarlijks door de totaliteit van de bedienden gepresteerde uren besteed worden aan de beroepsopleiding van de bedienden.

Onder "beroepsopleiding" wordt verstaan : de opleiding die de kwalificatie van de bediende bevordert en die beantwoordt aan de noden van de onderneming, inclusief on-the-job-training.

Daarbij wordt aanbevolen dat de vorming zo maximaal mogelijk op alle categorieën van de bedienden zou slaan.

In de loop van het tweede trimester van het jaar 2004 zal deze opleidingsinspanning paritair worden geëvalueerd. HOOFDSTUK VI. - Werkzekerheid, werkzekerheidsclausule

Art. 11.Voor de duur van het akkoord zal in geen enkele onderneming overgegaan worden tot collectief ontslag vooraleer alle andere tewerkstellingsbehoudende maatregelen uitgeput zijn.

Indien zich echter onvoorziene en onvoorzienbare economische en/of financiële omstandigheden zouden voordoen, waardoor deze maatregelen economisch onhoudbaar worden, zal de toestand paritair onderzocht worden op het gepaste niveau, om een oplossing na te streven.

In geval van herstructurering zal de vakbondsafvaardiging voor bedienden in de onderneming het recht krijgen om voorlichtingsvergaderingen voor het bediendepersoneel te organiseren volgens de bepalingen van artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 februari 1996 betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging, geregistreerd onder het nummer 41196/CO/209.

Een afzonderlijke informatie- en overlegprocedure, uit te werken door de ondertekenende partijen, wordt voorzien ingeval van meervoudig ontslag (ten minste 10 pct. van het gemiddeld bediendebestand onder arbeidscontract in de loop van het kalenderjaar dat het ontslag voorafgaat met een minimum van 3 bedienden voor de ondernemingen van minder dan 30 bedienden).

Een bijdrage van 1 800 EUR per ontslagen bediende zal, wanneer de procedure niet conform zou zijn doorgevoerd, aan het regionaal opleidingsfonds "Limburgs instituut voor de opleiding van bedienden in de metaalverwerkende nijverheid" (LIMOB) worden gestort, en zal uitsluitend worden besteed aan outplacement van de betrokken bediende.

Deze bepaling geldt alleen indien deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend wordt verklaard.

Deze regeling inzake werkzekerheid is van toepassing op de werkgevers, gevestigd in de provincie Limburg, en op de door hen tewerkgestelde gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden. HOOFDSTUK VII. - Brugpensioen, aanbeveling

Art. 12.De ondertekenaars van deze collectieve arbeidsovereenkomst bevelen de partijen, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, aan om alle nationale sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten brugpensioen binnen de wettelijke mogelijkheden voor de provincie Limburg te verlengen tot 30 juni 2005. HOOFDSTUK VIII. - Diverse bepalingen A. Stress

Art. 13.Aan de ondernemingen wordt aanbevolen om de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 72 betreffende het beleid ter voorkoming van stress door het werk, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 30 maart 1999, toe te passen.

B. Overuren

Art. 14.Overeenkomstig het interprofessioneel akkoord 1999-2000 van 8 december 1998 worden de ondernemingen opgeroepen om in het belang van de werkgelegenheid het systematisch beroep op overuren te beperken en aldus de arbeidsduurreglementering correct toe te passen.

C. Syndicale premie

Art. 15.De ondertekenaars van deze collectieve arbeidsovereenkomst bevelen de partijen, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, aan om de syndicale premie als volgt aan te passen aan de evolutie van de index : voor ondernemingen die 100 of meer werknemers tewerkstellen : 66 EUR (+ 5,4 pct.); voor ondernemingen die minder dan 100 werknemers tewerkstellen : 40 EUR (+ 5,4 pct.). HOOFDSTUK IX. - Aanmoedigingspremies

Art. 16.Partijen bevelen aan om op het gepaste niveau de aanmoedigingspremies van de Vlaamse Gemeenschap te verlengen. HOOFDSTUK X. - Sociale vrede

Art. 17.In de sector zal voor de provincie Limburg gedurende de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst de sociale vrede verzekerd zijn. Bijgevolg zal op nationaal, provinciaal of ondernemingsvlak geen enkele eis van algemene of collectieve aard gesteld of ondersteund worden, die van aard zou zijn om de verbintenissen van de ondernemingen, voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst, uit te breiden.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten in een geest van wederzijdse rechten en verplichtingen.

Bijgevolg is de naleving van de verplichtingen van elk van de partijen afhankelijk van de eerbiediging door de andere ondertekenaars van hun verplichtingen. HOOFDSTUK XI. - Duur

Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur vanaf 1 januari 2003 tot 31 december 2004, tenzij anders bepaald werd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit 15 juli 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

Bijlage 1 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2003 betreffende het regionaal akkoord 2003-2004 voor de provincie Limburg Het artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2003 wordt verduidelijkt middels deze bijlage die integraal deel uitmaakt van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Enig Artikel Het artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2003 wordt als volgt aangevuld : "Voor de deeltijds tewerkgestelde gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden wordt de minimumverhoging van 24 EUR pro-rata hun arbeidsprestaties toegepast." Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

Bijlage 2 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2003 betreffende het regionaal akkoord 2003-2004 voor de provincie Limburg In uitvoering van artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2003, wordt volgende informatie- en overlegprocedure voorzien ingeval van meervoudig ontslag. Deze bijlage maakt integraal deel uit van deze collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2003.

Artikel 1.Toepassingsgebied De procedure ingeval van meervoudig ontslag is van toepassing op de werkgevers, gevestigd in de provincie Limburg, en op de door hen tewerkgestelde gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden. Deze procedure gaat in vanaf 8 december 2003.

Art. 2.Principe In geen enkele onderneming zal overgegaan worden tot meervoudig ontslag vooraleer andere tewerkstellingsbehoudende maatregelen uitgeput zijn.

Art. 3.Procedure Wanneer zich echter onvoorzienbare en onvoorziene economische en/of financiële omstandigheden zouden voordoen, zal de volgende overlegprocedure worden nageleefd : 1. Wanneer de werkgever voornemens is over te gaan tot ontslag van meerdere bedienden, dat als meervoudig ontslag kan worden beschouwd, licht hij voorafgaandelijk de ondernemingsraad, of, bij ontstentenis, de syndicale delegatie in. In geval er geen ondernemingsraad of syndicale delegatie bestaat, licht hij voorafgaandelijk, schriftelijk en tegelijkertijd zowel de betrokken bedienden in alsook de voorzitter van het gewestelijk verzoeningscomité. 2. Binnen de vijftien kalenderdagen na de informatie aan de bediendevertegenwoordigers, dienen partijen op ondernemingsvlak de besprekingen te starten over de maatregelen die ter zake kunnen worden genomen. Indien dit overleg niet tot een oplossing leidt, dan wordt binnen de acht kalenderdagen na het vaststellen van een niet-akkoord op ondernemingsvlak, beroep gedaan op het gewestelijk verzoeningscomité op initiatief van de meest gerede partij. 3. In geval er geen ondernemingsraad of syndicale delegatie bestaat in de onderneming, kan, binnen de vijftien kalenderdagen na de informatie aan de bedienden en aan de voorzitter van het gewestelijk verzoeningscomité, dezelfde overlegprocedure worden ingeleid op initiatief van de vakbondsorganisaties die de bedienden vertegenwoordigen.

Art. 4.Sanctie Wanneer de procedure niet conform zou zijn nageleefd, zal een bijdrage van 1 800 EUR per ontslagen bediende, zoals bepaald in artikel 1, gestort worden aan het regionaal opleidingsfonds "Limburgs instituut voor de opleiding van bedienden in de metaalverwerkende nijverheid" (LIMOB).

In geval van betwisting wordt beroep gedaan op het gewestelijk verzoeningscomité op vraag van de meest gerede partij.

De afwezigheid van een werkgever op de in deze procedure voorziene bijeenkomst van het gewestelijk verzoeningscomité wordt beschouwd als een niet-naleving van de bovenstaande procedure.

De werkgever kan zich hiervoor laten vertegenwoordigen door een bevoegde afgevaardigde behorende tot zijn onderneming.

De sanctie is eveneens van toepassing op de werkgever die een unaniem advies van het gewestelijk verzoeningscomité niet toepast.

Artikel 4 is enkel van toepassing voor zover de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2003 algemeen verbindend wordt verklaard bij koninklijk besluit.

Art. 5.Definitie In deze bijlage wordt onder "meervoudig ontslag" verstaan : elk ontslag, met uitzondering van ontslag om dringende redenen, dat in de loop van een periode van zestig kalenderdagen een aantal bedienden treft dat ten minste 10 pct. bedraagt van het gemiddelde bediendenbestand onder arbeidsovereenkomst in de loop van het kalenderjaar dat het ontslag voorafgaat, met een minimum van 3 bedienden voor ondernemingen met minder dan 30 bedienden. Ook ontslagen ingevolge een faling of een sluiting vallen onder toepassing van deze definitie.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^