gepubliceerd op 31 januari 2007
Koninklijk besluit tot benoeming van de directeur van de administratieve directie van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas
15 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit tot benoeming van de directeur van de administratieve directie van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de electriciteitsmarkt, inzonderheid op de artikelen 24 en 25;
Gelet op de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, inzonderheid op artikel 15/15;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van de regels toepasselijk op de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas inzake onverenigbaarheden en belangenconflicten;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 oktober 2006 waarbij de Minister die bevoegd is voor Energie, gemachtigd wordt om de bezoldiging te bepalen van de voorzitter en de leden van het directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas;
Gelet op het besluit van Onze in Raad vergaderde Ministers van 24 mei 2006 en het schrijven van 12 juli 2006 strekkende tot het laten uitvoeren van de selectieprocedure voor de aanwerving van een voorzitter van het directiecomité en van drie leden van dat directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, door Hudson/De Witte & Morel;
Gelet op de door Hudson/DeWitte & Morel uitgevoerde selectieprocedure, inzonderheid de interviews en assessments, en op de eindverslagen;
Overwegende dat drie kandidaten, één Nederlandstalige en twee Franstaligen, werden onderworpen aan de mondelinge proef, die de functiespecifieke competenties, vermeld in het functieprofiel en het competentieprofiel, evalueert;
Overwegende dat twee kandidaten de beoordeling « zeer geschikt » bekwamen, terwijl de derde kandidaat de beoordeling « geschikt » bekwam;
Overwegende dat de heer Bernard Lacrosse hierbij vanwege de selectiecommissie op een totaal van zes beoordelingen viermaal de beoordeling « zeer geschikt » bekwam, en tweemaal de beoordeling « geschikt, terwijl de tweede kandidaat die eveneens als zeer geschikt werd beoordeeld, hierbij slechts driemaal de beoordeling « zeer geschikt » en driemaal de beoordeling « geschikt » bekwam;
Overwegende dat de heer Bernard Lacrosse inzonderheid met zijn deskundigheid, zijn werkervaringen en zijn antwoorden op de vragen van de jury kon bewijzen dat hij genoeg ervaring heeft met het financieel en administratief beheer, met inbegrip van de juridische ondersteuning van alle afdelingen van de instelling; dat hij de federale en internationale geldende wetgeving inzake de elektriciteits- en gasmarkt kent en begrijpt;
Overwegende dat de tweede kandidaat, voor wat betreft de deskundigheid voor de aangelegenheden die vallen onder de bevoegdheid van de administratieve directie, minder aandacht heeft voor de participatieve benadering van leidinggeven;
Overwegende dat de derde kandidaat de beoordeling « geschikt » bekwam met de opmerking dat haar houding en de opties waarvoor ze gekozen heeft tijdens de proef te veel de uitsluitende redenering van de energieindustrie weerspiegelen;
Overwegende dat de derde kandidaat om deze redenen, samen met haar beoordeling tweemaal « zeer geschikt », tweemaal « geschikt » en tweemaal « niet geschikt », verder niet in aanmerking wordt genomen;
Overwegende derhalve dat de heer Bernard Lacrosse in relatie tot de overige kandidaten, op het vlak van de functiespecifieke competenties verbonden aan de functie van directeur van de administratieve directie van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, de meest geschikte kandidaat is;
Overwegende dat beide verder in aanmerking te nemen kandidaten werden onderworpen aan een assessmentproef;
Overwegende dat beide in aanmerking te nemen kandidaten na assessment de beoordeling « geschikt » bekwamen;
Overwegende dat de heer Bernard Lacrosse over een breed relatienetwerk beschikt in de verschillende administraties, dat hij alle modus operandi en « iedereen » kent in de energiesector, dat hij dialoogvaardig, flexibel, resultaatgericht is, dat hij « het geheugen » van de CREG is;
Overwegende dat Wij deze evaluaties zowel wat de onderdelen als wat de eindbeoordeling betreft, goedkeuren en Ons eigen maken;
Overwegende dat de heer Bernard Lacrosse de meest geschikte kandidaat is voor de functie van directeur van de administratieve directie van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas;
Overwegende dat de heer Bernard Lacrosse voldoet aan alle voorwaarden inzake onverenigbaarheden en belangenconflicten bepaald in het voornoemd koninklijk besluit van 3 mei 1999;
Op de voordracht van Onze Minister van Energie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De heer Bernard Lacrosse wordt benoemd tot directeur van de administratieve directie van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, voor een periode van zes jaar.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2007.
Art. 3.Onze Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven Brussel, te 15 januari 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Energie, M. VERWILGHEN