gepubliceerd op 20 maart 2003
Koninklijk besluit houdende de toekenning van een bijkomende federale toelage ter financiëring van de lokale politie
15 JANUARI 2003. - Koninklijk besluit houdende de toekenning van een bijkomende federale toelage ter financiëring van de lokale politie
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb te Uwer ondertekening voor te leggen, regelt de toekenning van een bijkomende federale toelage voor het jaar 2002, zoals reeds werd gesteld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 houdende de toekenning van de definitieve federale basistoelage, een toelage uitrusting handhaving openbare orde en een toelage veiligheids- en samenlevingscontracten, aan sommige politiezones en aan sommige gemeenten voor het jaar 2002, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 2001 houdende de toekenning van een voorschot op de federale basistoelage voor het jaar 2002 aan de politiezones en van een toelage aan sommige gemeenten, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 13 augustus 2002.
In dit laatstgenoemde koninklijk besluit wordt het mechanisme beschreven dat aan de basis ligt van de definitieve federale basistoelage. Zoals dit koninklijk besluit voorschreef, werd er rekening gehouden met de evaluatie van de reële aanvaardbare meerkost en met de eigenheden van de zone, maar stelde men in artikel 7 duidelijk dat het niet uitgesloten is dat sommige zones evenwel geconfronteerd blijven met een objectieve probleemsituatie. 137 zones lieten de Regering een dossier geworden waarbij zij objectieve gegevens aanhaalden eigen aan de specificiteit en de diversiteit van hun respectievelijke zones, en waarbij zij aldus een objectieve probleemsituatie aankaarten.
Alle dossiers werden onderzocht door de Regering op basis van de bevindingen van een daartoe door de Regering gemandateerde evaluatiecommissie. Elke zone die een dossier heeft ingediend werd naderhand ontboden voor een tegensprekelijk debat met de evaluatiecommissie, debat waarbij de zone mondeling nog verdere elementen kon aanbrengen ter staving van hun ingezonden dossier en ter motivering van hun objectieve probleemsituatie.
Op basis van de ingezonden dossiers en de tegensprekelijke debatten werden er door de evaluatiecommissie diverse objectieve probleemsituaties blootgelegd, die, enerzijds van louter specifieke zonegebonden aard zijn maar die, anderzijds, tevens van algemene aard zijn en die dus een lineaire toepassing vereisen (derhalve ook voor die zones die geen dossier hebben ingediend).
De evaluatiecommissie heeft onder meer een aantal anomalieën kunnen detecteren waardoor duidelijk werd dat de werkingskosten gelinkt aan de overgedragen leden van de territoriale brigades van de federale politie en die aan de zones werden overgedragen teneinde de lokale politie mee gestalte te geven, onvoldoende waren indien een zone is samengesteld uit minstens 5 gemeenten, een zone aan een landsgrens ligt, een zone een oppervlakte heeft van meer dan 1,5 maal het nationaal gemiddelde en indien de zone een uitsluitend sterk ruraal karakter vertoont.
Naargelang de situatie waarin de zone zich bevindt worden deze parameters gecumuleerd. Er wordt tevens een correctiecoëfficiënt toegepast in min of in plus gelet op de mediaan met betrekking tot de bijdrage voor politie per inwoner van de zone, en de situatie van de zone ten opzichte van deze mediaan. De mediaan werd berekend op basis van de afgesloten rekeningen van de gemeenten jaar 2000, gewone uitgaven.
Een bijzondere inspanning zal gebeuren voor de zones « Beringen/ Ham/Tessenderlo » en « Lommel » omdat daar een manifeste vergissing was gebeurd inzake het aantal over te dragen leden van de territoriale brigades van de federale politie naar die zones op basis van de uitvoering van artikel 248 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
Een specifieke tussenkomst, op basis van een objectieve probleemsituatie met name de problematiek voormalige grensovergang met Duitsland en Frankrijk, zal ook worden voorzien voor de zone « Amblève/Büllingen/Butgenbach/Burg-Reuland/Sankt Vith », « Eupen/Kelmis/Lontzen/Raeren » en « Ledegem/Menen/Wevelgem ». Hier betreft het eigenlijk een specifieke taak voor de federale politie maar omwille van, onder meer, de taalspecificiteit wordt dit bijkomend toevertrouwd aan de lokale politie van voormelde zones en dus financieel gecompenseerd.
Een specifieke probleemsituatie werd tevens gedetecteerd voor « Komen/Waasten » en voor « Voeren » om redenen dat zij beiden een enclave zijn en dat zij daardoor quasi zijn uitgesloten van enige vorm van interzonale samenwerking.
De korpschef, afkomstig van een politiekorps dat gelegen is buiten het grondgebied van de zone, wordt externe korpschefs genoemd. Gezien deze aan het bestaand effectief worden toegevoegd betekenen zij ook een meerkost die forfaitair in rekening wordt gebracht.
De tussenkomst voor de toelage van de bijzondere rekenplichtige wordt volledig gecompenseerd en wordt aldus als aanvaardbare meerkost aanvaard.
Voor de toelage aan de politiesecretaris zal tevens een compensatie worden voorzien.
Er wordt een verhoging voorzien van de tussenkomst voor de meerkost van het personeel van de voormalige gemeentepolitie inzake overuren.
Er wordt een compensatie voorzien tussen het nationaal gemiddelde, (zijnde 81,28 uur) en het door de zone opgegeven aantal overuren van de voormalige gemeentepolitie. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met de situaties waarin de desbetreffende zones zich bevonden ten aanzien van de armoedegrens.
Tot de in de plaatsstelling van een veiligheidskorps, dat de transferten van gevangenen voor zijn rekening zal nemen, zal elke zone met een gevangeniswezen op zijn territorium een compensatie krijgen a rato van het aantal personeelsleden dat het veiligheidskorps zou voorzien in zijn opstartfase voor dat gevangeniswezen, met uitzondering evenwel van de vijf grootsteden en van de Brusselse zones.
Na deze maatregelen te hebben voorzien stelt de Regering vast dat er zich nog een aantal zones bevinden in een problematische situatie. Hun probleem is aanzienlijk groter dan de compensatie en verfijningen die hierboven aan het systeem worden aangebracht. Het gaat om de zones : « Ottignies-Louvain-la-Neuve », « Hoei », « Sambreville/Sombreffe », « Beauraing/Bièvre/Gedinnes/Vresse-sur-Semois », « Houyet/ Rochefort », « Ellezelles/Vloesberg/Frasnes-lez-Anvaing/Lessen », « Jalhay/Spa/Theux », « Braives/Burdinne/Hannut/Héron/ Lincent/ Wasseiges », « Amay/Engis/Saint-Georges-sur-Meuse/ Verlaine/Villers-le-Bouillon », « Anthisnes/Clavier/Comblain-au-Pont/Ferrières/ Hamoir/Marchin/Modave/Nandrin/Ouffet/Tinlot », « Couvin/ Viroinval », « Aat », « Chapelle-lez-Herlaimont/Manage/ Morlanwelz/Seneffe », « Fleurus/Les Bons Villers/Pont-à-Celles », « Heusden-Zolder », « Maasmechelen », « Brugge », « Damme/ Knokke-Heist », « Oostende », « Bredene-De Haan », « Middelkerke » en « De Panne/Nieuwpoort/Koksijde ». Specifieke politiecontracten tussen deze zones en de overheid zullen worden afgesloten.
Voor de zones die geen dossiers hebben ingediend op basis van artikel 7 van het koninklijk besluit van 2 augustus 2002, Belgisch Staatsblad 13 augustus 2002, zullen tevens de weerhouden lineaire maatregelen worden toegepast zoals hierboven beschreven zij het in beperktere mate om redenen dat zijzelf gemeend hebben zich niet te bevinden in een objectieve probleemsituatie.
Ik heb de eer te zijn, Sire, van uw Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE
15 JANUARI 2003. - Koninklijk besluit houdende de toekenning van een bijkomende federale toelage ter financiering van de lokale politie ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op het artikel 41, 2e lid, gewijzigd bij de wet van 26 april 2002;
Gelet op de wetten op de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58;
Gelet op de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen, inzonderheid van artikel 1, gewijzigd bij de koninklijk besluiten nr. 474 van 28 oktober 1986 en 502 van 31 december 1986 en bij de wetten van 7 november 1987, 22 december 1989, 20 juli 1991, 30 maart 1994 en 21 december 1994;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 2001 houdende de toekenning van een voorschot op de federale basistoelage voor het jaar 2002 aan de politiezones en van een toelage aan sommige gemeenten, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 houdende de toekenning van de definitieve federale basistoelage, een toelage uitrusting handhaving openbare orde en een toelage veiligheids- en samenlevingscontracten, aan sommige politiezones en aan sommige gemeenten voor het jaar 2002, inzonderheid op artikel 7, zoals bepaald bij koninklijk besluit van in uitvoering van artikel 41 van dezelfde wet;
Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 15 januari 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 18 december 2002;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de analyse van de ingezonden dossiers slechts kon afgerond worden nadat alle zones in een tegensprekelijk debat werden gehoord, debatten die werden afgesloten begin december 2002;
Overwegende dat de Ministerraad over het resultaat slechts kon vergaderen en beslissen op 6 december 2002;
Overwegende dat de zones dringend kennis moeten krijgen wat de bedragen betreft voor het jaar 2002;
Overwegende dat de zones zich in volle begrotingsopmaak 2003 bevinden, en zij zodoende dringend over deze bedragen dienen te beschikken;
Overwegende dat het dringend noodzakelijk is deze bijkomende financiële inspanning te verrichten voordat de zones in liquiditeitsproblemen zouden komen;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor het jaar 2002 wordt aan de politiezones een bijkomende financiële tegemoetkoming gedaan zoals bedoeld in bijlage I bij dit besluit.
De Minister van Binnenlandse Zaken wordt gemachtigd om politiecontracten af te sluiten met de zones, opgesomd in bijlage II, teneinde tegemoet te komen aan een bijzondere objectieve probleemsituatie en dit ten belope van het maximaal bedrag vermeld in bijlage II bij dit besluit.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 januari 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE
Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 15 januari 2003 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 januari 2003 houdende de toekenning van een bijkomende federale toelage ter financiering van de lokale politie.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE
Bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 15 januari 2003 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 januari 2003 houdende de toekenning van een bijkomende federale toelage ter financiering van de lokale politie.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE