Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 september 2007
gepubliceerd op 26 september 2007

Koninklijk besluit tot wijziging van de accijnstarieven van gasolie gebruikt als motorbrandstof en tot vaststelling van de inwerkingtreding van het artikel 31 van de programmawet van 11 juli 2005

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2007003439
pub.
26/09/2007
prom.
14/09/2007
ELI
eli/besluit/2007/09/14/2007003439/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 SEPTEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van de accijnstarieven van gasolie gebruikt als motorbrandstof en tot vaststelling van de inwerkingtreding van het artikel 31 van de programmawet van 11 juli 2005


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Dit besluit beoogt : 1) de datum van in werking treding vast te stellen van de bepaling opgenomen in artikel 31 van de programmawet van 11 juli 2005;artikel 34 van dezelfde wet bepaalt dat de Koning die datum vaststelt bij een besluit, na overleg in de Ministerraad. Pro memorie, artikel 31 voegt een artikel 419bis in de programmawet van 27 december 2004. In § 1 van dit nieuw artikel luidt als volgt : «

Art. 419bis.§ 1. Ten laatste op 3 december van elk jaar, en dit tot in 2007, zal het tarief van de bijzondere accijns op gasolie bedoeld in artikel 419, f), i), worden gewijzigd teneinde rekening te houden met een jaarlijkse lineaire verhoging van 0,92 % vol van het percentage FAME van de GN-code 3824 90 99 vermeld voor de vermengde gasolie bedoeld in artikel 419, f), i) **. Dit percentage mag 5 % vol niet overstijgen. » 2) het actualiseren van de accijnstarieven waarvan sprake in artikel 2, § 1 van de wet van 10 juni 2006 betreffende de biobrandstoffen. Deze tarieven werden laatst gewijzigd door de wet van 25 februari 2007 houdende diverse wijzigingen inzake accijnzen.

Overeenkomstig artikel 1 van dit besluit, dat de datum van inwerkingtreding van artikel 31 van de programmawet van 11 juli 2005 bepaalt, verhoogt het toevoegingspercentage van FAME op 1 oktober 2007 van 4,29 % vol naar 5 % vol; bijgevolg moeten de accijnstarieven betreffende gasolie op dezelfde datum zodanig aangepast worden dat het principe van fiscale neutraliteit, dat aan de basis ligt van de bepaling van accijnstarieven waarvan sprake in de wet van 10 juni 2006 betreffende de biobrandstoffen, gerespecteerd wordt; daarom is het gepast om zich te beroepen op de procedure van hoogdringendheid voorzien bij artikel 13, § 1, van de algemene wet inzake douane en accijnzen die de vervroegde toepassing toelaat van wijzigingen die moeten aangebracht worden aan de accijnstarieven. Dit artikel luidt als volgt : «

Art. 13.§ 1. Met het oog op de vervroegde toepassing van de wijzigingen welke bij hoogdringendheid in de accijnzen moeten worden aangebracht, kan de Koning, bij in Ministerraad overlegd besluit, alle maatregelen voorschrijven, met inbegrip van de voorlopige storting van de accijnzen welke door de wet zullen worden vastgesteld.

De Koning zal bij de Wetgevende Kamers dadelijk, zo zij vergaderd zijn, zo niet bij de opening van de eerstvolgende zittingstijd, een ontwerp van wet indienen strekkende tot het aanbrengen in de accijnzen van de wijzigingen, met het oog waarop bij toepassing van het eerste lid maatregelen zijn genomen. » Artikel 1 van dit besluit stelt de datum van in werking treding vast van de bepalingen opgenomen in artikel 31 van de programmawet van 11 juli 2005. Deze datum wordt vastgesteld op 1 oktober 2007 teneinde om op deze datum een toevoegingspercentage van FAME van 5 % vol te kunnen vaststellen, waarvan sprake in artikel 419, f), i ** van de programmawet van 27 december 2004. De vaststelling van dit percentage is noodzakelijk geworden door het feit dat de quota waarvan sprake in artikel 4, § 5, b), 2e, 3e en 4e streepje van de wet van 10 juni 2006 betreffende de biobrandstoffen, werden vastgesteld rekening houdend met een toevoegingspercentage van 5 % biobestanddelen.

Artikel 2 van dit besluit bepaalt de nieuwe tarieven inzake accijnzen die van toepassing zijn op een bepaald type van gasolie, niet gemengde en gemengd met FAME. Artikel 3 van dit besluit bepaalt de datum van in werking treding.

Dit besluit houdt rekening met alle technische opmerkingen geformuleerd door de Raad van State.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer trouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

14 SEPTEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van de accijnstarieven van gasolie gebruikt als motorbrandstof en tot vaststelling van de inwerkingtreding van het artikel 31 van de programmawet van 11 juli 2005 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de algemene wet inzake douane en accijnzen van 18 juli 1977, inzonderheid op artikel 13, § 1;

Gelet op de programmawet van 11 juli 2005, inzonderheid op artikel 34;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 augustus 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 8 augustus 2007;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat overeenkomstig artikel 1 van dit besluit, dat de datum van in werking treding van artikel 31 van de programmawet van 11 juli 2005 vaststelt, het toevoegingspercentage van FAME aan gasolie gebruikt als motorbrandstof op 1 oktober verhoogt van 4,29 % vol naar 5 % vol; bijgevolg moeten de accijnstarieven betreffende gasolie op dezelfde datum zodanig aangepast worden dat het principe van fiscale neutraliteit, dat aan de basis ligt van de bepaling van de accijnstarieven waarvan sprake in de wet van 10 juni 2006 betreffende de biobrandstoffen, gerespecteerd wordt; daarom is het gepast om zich te beroepen op de procedure van hoogdringendheid voorzien bij artikel 13, § 1, van de algemene wet inzake douane en accijnzen die de vervroegde toepassing mogelijk maakt van wijzigingen die moeten aangebracht worden aan de accijnzen.

Gelet op het advies nr. 43.536/2/V van de Raad van State, gegeven op 10 september 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 31 van de programmawet van 11 juli 2005 treedt in werking op 1 oktober 2007.

Art. 2.In afwijking van de bepalingen van artikel 419, e), i) en f), i) van de programmawet van 27 december 2004, laatst gewijzigd bij de wet van 25 februari 2007 houdende diverse wijzigingen inzake accijnzen, worden de accijnzen als volgt vastgesteld : 1° in letter e), i) : i) gebruikt als motorbrandstof : - accijns : 198,3148 EUR per 1 000 liter bij 15 °C; - bijzondere accijns : 135,2148 EUR per 1 000 liter bij 15 °C; - bijdrage op de energie : 14,8736 EUR per 1 000 liter bij 15 °C; 2° in letter f), i) : i) gebruikt als motorbrandstof : * onvermengd : - accijns : 198,3148 EUR per 1 000 liter bij 15 °C; - bijzondere accijns : 120,2148 EUR per 1 000 liter bij 15 °C; - bijdrage op de energie : 14,8736 EUR per 1 000 liter bij 15 °C; ** aangevuld met ten minste 5 % vol FAME van de GN-code 3824 90 99 die voldoet aan de NBN-EN-norm 14214 : - accijns : 198,3148 EUR per 1 000 liter bij 15 °C; - bijzondere accijns : 103,5446 EUR per 1 000 liter bij 15 °C; - bijdrage op de energie : 14,8736 EUR per 1 000 liter bij 15 °C.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2007.

Art. 4.Onze Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 september 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

^