Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 juli 2022
gepubliceerd op 02 augustus 2022

Koninklijk besluit betreffende beperkende maatregelen inzake overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
numac
2022032760
pub.
02/08/2022
prom.
14/07/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JULI 2022. - Koninklijk besluit betreffende beperkende maatregelen inzake overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren


VERSLAG AAN DE KONING, Sire, Na de inval van Rusland in Oekraïne heeft de Europese Raad sancties genomen tegen Rusland. Deze sancties werden geformaliseerd in Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren, die met name werd gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 2022/576 van de Raad van 8 april 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 833/2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren en Verordening (EU) nr. 2022/879 van de Raad van 3 juni 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 833/2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren.

Een van deze sancties heeft betrekking op overheidsopdrachten en concessieovereenkomst. Artikel 5 duodecies van de verordening bepaalt immers dat het verboden is om overheidsopdrachten of concessieovereenkomsten te gunnen aan ondernemers die een band met Rusland hebben of de uitvoering ervan voort te zetten. De aard van deze banden wordt beschreven in de verordening.

Wat het toepassingsgebied van de sanctie betreft, wordt erop gewezen dat artikel 5 duodecies van de voormelde verordening zeer ruim is. De bepaling is van toepassing op de overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten die uit de volgende richtlijnen voortvloeien : richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten, richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG en richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/14/EG. Maar de voormelde bepaling heeft ook betrekking op sommige opdrachten die van de toepassing van de voormelde richtlijnen uitgesloten worden, zoals bepaalde financiële diensten. De Europese Commissie in haar document getiteld "frequently asked questions on public procurement sanctions against Russia" waarnaar hieronder wordt verwezen de verschillende opdrachten opgelijst die uitgezonderd werden door de richtlijnen "overheidsopdrachten" maar die toch onder de Verordening vallen.

Er wordt aan herinnerd dat de betreffende sanctie alleen van toepassing is op de overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten die de drempel bepaald voor de Europese bekendmaking bereiken. De Europese Commissie heeft een aantal andere aspecten die verband houden met de interpretatie van de betreffende sanctie uitgeklaard in een document getiteld "frequently asked questions on public procurement sanctions against Russia". Dit document wordt regelmatig aangepast, en is beschikbaar op : https://ec.europa.eu/info/business-economy-euro/banking-and-finance/international-relations/restrictive-measures-sanctions/sanctions-adopted-following-russias-military-aggression-against-ukraine_en#public-procurement In vraag 28 van de voormelde FAQ wordt de vraag gesteld of een opdracht zou kunnen opgeschort worden in plaats van beëindigd (in de gevallen die niet onder een mogelijkheid tot afwijking vallen, waarbij geen afwijking wordt aangevraagd of waarbij deze niet wordt toegekend). In het antwoord van de Europese Commissie wordt aangegeven dat de verordening 833/2014 de uitvoering van de opdracht verbiedt.

Daarom kan een opdracht worden beëindigd, maar is ook een onvoorwaardelijke schorsing voor onbepaalde tijd van de uitvoering mogelijk, overeenkomstig de nationale wetgeving. Hieromtrent is het aangewezen te verduidelijken dat deze mogelijkheid voor de aanbesteder om te kiezen voor een schorsing voor onbepaalde tijd, naar Belgisch recht op heden niet in detail omkaderd wordt in wet- of regelgeving.

Het betreft een techniek die als dusdanig echter niet verboden wordt.

Zodoende kan de aanbesteder deze techniek aanwenden, maar in de meeste gevallen valt het gebruik van deze techniek af te raden. Doorgaans zal voor de verdere uitvoering van de opdracht immers de aanwijzing van een nieuwe opdrachtnemer nodig zijn gelet op, onder meer, de continuïteit van de openbare dienst. Wanneer de opdracht "herleeft" wanneer de beperkende maatregel een eind neemt, dreigt de aanbesteder zodoende met twee opdrachten met eenzelfde voorwerp geconfronteerd te worden. Bovendien is niet geweten hoe lang de beperkende maatregel zal geldig blijven. Daarenboven kan niet uitgesloten worden dat de beperkende maatregel gedurende een lange periode zal toegepast moeten worden. Indien een opdracht werd opgeschort maar deze schorsing moet worden beëindigd, omdat de beperkende maatregel komt te vervallen, kunnen de marktvoorwaarden in aanzienlijke mate gewijzigd zijn, gelet op inflatie en andere wijzigingen, hetgeen opnieuw aanleiding kan geven tot verwikkelingen in de uitvoering.

In bepaalde in de verordening omschreven gevallen kunnen de bevoegde autoriteiten toestemming verlenen om een overheidsopdracht te gunnen aan een ondernemer die een band met Rusland heeft of de uitvoering ervan voort te zetten.

Het onderhavige ontwerp heeft tot doel de autoriteit aan te wijzen die bevoegd is voor het toestaan van de gunning of de voortzetting van de uitvoering, alsook de procedure voor deze beslissing vast te stellen.

In artikel 8 werd een mogelijkheid opgenomen voor de Eerste Minister om het toepassingsgebied van een toestemming uit te breiden tot alle aanbesteders. Wanneer de Eerste Minister op basis van de ontvangen verzoeken vaststelt dat bepaalde problemen betrekking hebben op een groot aantal aanbesteders, kan hij zodoende de toestemming op meer globale wijze verlenen, om ervoor te zorgen dat alle aanbesteders ervan kunnen genieten en om de administratieve lasten die gepaard gaan met talrijke verzoeken met hetzelfde voorwerp, te beperken. Dit mechanisme heeft slechts zin indien de voorwaarden en het voorwerp van de opdracht of de concessieovereenkomst, opdat een dergelijke uitbreiding zou kunnen tussenkomen, niet helemaal identiek hoeven te zijn. Zodoende gaat het om een mogelijkheid tot uitbreiding naar gelijkaardige overheidsopdrachten of concessieovereenkomsten, dit wil zeggen overheidsopdrachten of concessieovereenkomsten met een gelijkaardig voorwerp en met gelijkaardige voorwaarden. De procedure of het mechanisme waaronder de toestemming verleend kan worden wordt door artikel 5 duodecies van de verordening 833/2014 overigens niet geregeld, noch beperkt, zodat de voormelde verordening de mogelijkheid voor de lidstaten niet uitsluit om "gegroepeerde" toestemmingen te verlenen. Deze beslissingen moeten in het Belgisch Staatsblad worden bekend gemaakt, zodat iedereen er kennis van kan nemen.

In artikel 9 wordt aangegeven dat er voor de overheidsopdrachten die verband houden met aardgas, geen verzoek moet worden ingediend. De verdere uitvoering of de gunning wordt voor deze opdrachten op algemene wijze toegekend. Het spreekt voor zich dat voldaan moet worden aan de voorwaarden van artikel 5 duodecies, lid 2, e) van Verordening (EU) nr. 833/2014. Heel wat aankopers kopen gas aan. Het is voor hen bijna onmogelijk te weten of de sanctie specifiek van toepassing is op de opdracht die zij in dat kader hebben toegewezen.

Het zal ook moeilijk zijn te weten of de sanctie van toepassing is op toekomstige contracten. De afhankelijkheid van België van Russisch gas is daarenboven zeer beperkt. Belgische en Europese handelaars in België kopen voor minder dan 6 procent aardgas afkomstig uit Rusland aan. Meer bepaald kan 2,1 procent van LNG-import met zekerheid gelinkt worden aan Rusland (zie pagina 33 van de Energy Key Data van februari 2022 van de FOD Economie, https://economie.fgov.be/nl/publicaties/energy-key-data-februari-2022).

Er zijn geen gegevens beschikbaar per trader (en ook in de toekomst zullen geen gegevens beschikbaar zijn per trader). Wat de import van aardgas door middel van pijplijnen betreft kunnen daarenboven uit de aard der zaak (op heden en in toekomst) geen exacte cijfers worden verschaft, omdat Russisch gas ook deels vermengd zit in de doorvoer vanuit Nederland en Duitsland. Zodoende is het voor aanbesteders uiterst moeilijk om in detail na te gaan, voor elke periode en aan de hand van precieze data en dit zowel voor de lopende opdrachten in uitvoering als voor de nog te sluiten opdrachten, of hun contract inzake gasbevoorrading onderworpen zou kunnen zijn aan de maatregel vermeld in artikel 5 duodecies van de verordening 833/2014, in het licht van (onder meer) het criterium dat ook onderaannemers en leveranciers ervoor kunnen zorgen dat men onder de maatregel valt (of entiteiten wiens draagkracht wordt ingeroepen), wanneer de voormelde personen meer dan 10 procent van de waarde van de opdracht vertegenwoordigen. Nochtans hebben uitermate veel aanbesteders een opdracht inzake gasbevoorrading gesloten of zullen dergelijke opdracht sluiten. De procedure of het mechanisme waaronder de toestemming verleend kan worden wordt door artikel 5 duodecies van de verordening 833/2014 overigens niet geregeld, noch beperkt, zodat de voormelde verordening de mogelijkheid voor de lidstaten niet uitsluit om meer algemene toestemmingen te verlenen. Om deze redenen werd in een algemene toestemming voorzien voor overheidsopdrachten met betrekking tot de aankoop, de invoer of het vervoer van aardgas.

Het onderhavige ontwerp lijkt in hoofdorde verband te houden met de residuaire bevoegdheden die toebehoren aan de federale overheid. De betreffende afwijkingen op de betreffende economische sanctie in uitvoering van artikel 215.2 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie lijken niet gevat door een bevoegdheidsverdelende regel (tenzij als toepassing van de bepalingen rond residuaire bevoegdheden). Slechts in ondergeschikte orde wordt de bevoegdheid ingeroepen van de federale overheid om het algemeen kader te bepalen van regels inzake de plaatsing en uitvoering van overheidsopdrachten.

De mogelijkheid tot afwijking heeft geen betrekking op het normaal van toepassing zijnde administratief toezicht. De afwijking wordt alleen toegestaan na een aanhangig making door de aanbesteder zelf. Het ontwerp is niet bedoeld om controle uit te oefenen op nog te plaatsen of in uitvoering zijnde opdrachten.

Er is voorzien dat een verzoek tot afwijking door middel van een aangetekende zending moet verzonden worden naar de federale overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister (ten attentie van de voorzitter van deze federale overheidsdienst, Hertogstraat 4, 1000 Brussel).

De in artikel 5, eerste lid, bedoelde termijn van dertig werkdagen is een termijn van goede orde.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Eerste Minister, A. DE CROO

Raad van State, afdeling Wetgeving, advies 71.771/1 van 4 juli 2022 over een ontwerp van koninklijk besluit `betreffende de beperkende maatregelen inzake overheidsopdrachten naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren' Op 27 juni 2022 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Eerste Minister verzocht binnen een termijn van vijf werkdagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `betreffende de beperkende maatregelen inzake overheidsopdrachten naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren'.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 30 juni 2022. De kamer was samengesteld uit Marnix Van Damme, kamervoorzitter, Wouter Pas en Inge Vos, staatsraden, Michel Tison en Johan Put, assessoren, en Greet Verberckmoes, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Arne Carton, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Inge Vos, staatsraad.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 4 juli 2022. 1. Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, moeten in de adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan. In het onderhavige geval wordt het verzoek om spoedbehandeling in de adviesaanvraag als volgt gemotiveerd: "Considérant que le Règlement (UE) n° 833/2014 du Conseil du 31 juillet 2014 concernant des mesures restrictives eu égard aux actions de la Russie déstabilisant la situation en Ukraine interdit d'attribuer des marchés publics à des opérateurs économiques avant un lien avec la Russie ou d'en poursuivre l'exécution et que les contrats en cours doivent être résiliés avant le 10 octobre;

Considérant les Etats membres peuvent octroyer des dérogations dans certains cas déterminés par le Règlement n° 833/2014;

Considérant que, le cas échéant, il y a lieu d'octroyer ces dérogations avant le 10 octobre, de désigner une autorité compétente et de fixer une procédure formelle encadrant l'octroi de dérogations;

Considérant qu'il est nécessaire d'informer les adjudicateurs dans les meilleurs délais." 2. Overeenkomstig artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, heeft de afdeling Wetgeving zich moeten beperken tot het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Strekking en rechtsgrond van het ontwerp 3. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt tot uitvoering van artikel 5 duodecies van verordening (EU) nr.833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 `betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren'. (1) Het voormeld artikel 5 duodecies omvat een verbod tot het gunnen of voortzetten van de uitvoering van bepaalde overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten (lid 1) en een afwijkingsmogelijkheid waarbij de bevoegde autoriteiten toestemming kunnen verlenen voor de gunning en voortzetting van de uitvoering van een aantal categorieën van overeenkomsten (lid 2).

Het te nemen besluit wijst de Eerste Minister aan als bevoegde autoriteit in de zin van artikel 5 duodecies, lid 2, van verordening (EU) nr. 833/2014 (artikel 1 van het ontwerp), omvat een verplichting voor aanbesteders om verzoeken tot afwijking in de zin van artikel 5 duodecies, lid 2, van verordening (EU) nr. 833/2014 in beginsel aan de Eerste Minister te richten (artikel 2), bevat nadere regels inzake de wijze van verzending en inhoud van dergelijke verzoeken (artikel 3), stelt een termijnregeling vast (artikel 4), bepaalt dat de Eerste Minister het advies kan inwinnen van gewest- en/of gemeenschapsregeringen (artikel 5), bepaalt de beleidsvrijheid van de Eerste Minister bij het beoordelen van een verzoek tot afwijking (artikel 6), biedt de mogelijkheid aan de Eerste Minister om een toestemming voor de gunning of de voortzetting van de uitvoering van een overheidsopdracht of concessieovereenkomst uit te breiden naar alle aanbesteders (artikel 7) en staat op algemene wijze de gunning en voortzetting van de uitvoering toe van de in "artikel 5 duodecies.2, e)" - lees: artikel 5 duodecies, lid 2, e), - van verordening (EU) nr. 833/2014 bedoelde overheidsopdrachten met betrekking tot de aankoop, de invoer of het vervoer van aardgas (artikel 8).

Het te nemen besluit treedt in werking op de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad (artikel 9 van het ontwerp). 4. De ontworpen regeling vindt rechtsgrond in de bepalingen waarnaar wordt verwezen in het tweede tot vijfde lid van de aanhef van het ontwerp. Vormvereisten 5. Artikel 171, tweede lid, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten `inzake overheidsopdrachten', artikel 65, tweede lid, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten `betreffende de concessieovereenkomsten' en artikel 46, § 1, tweede lid, van de wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 01/02/2012 numac 2011021082 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied sluiten `inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied' vereisen dat de maatregelen die genomen zijn ter uitvoering van het eerste lid van die artikelen het voorwerp uitmaken van een verslag dat aan de Kamer van volksvertegenwoordigers wordt voorgelegd. De stellers van het ontwerp dienen erover te waken dat dit vormvereiste wordt nageleefd. 6. Aangezien artikel 8 van het ontwerp reeds een algemene toestemming impliceert die overeenkomstig artikel 5 duodecies, lid 2, e), van verordening (EU) nr.833/2014 wordt verleend, moeten overeenkomstig artikel 5 duodecies, lid 3, van verordening (EU) nr. 833/2014 de Europese Commissie en de andere lidstaten hiervan in kennis worden gesteld binnen twee weken na de verlening van de toestemming.

Er dient over gewaakt te worden dat, nadat het ontwerp is aangenomen door de Koning, aan het voormelde vormvoorschrift zal worden voldaan binnen de in artikel 5 duodecies, lid 3, vermelde termijn van twee weken.

Onderzoek van de tekst Opschrift 7. Artikel 5 duodecies van verordening (EU) nr.833/2014 betreft zowel overheidsopdrachten als concessieovereenkomsten. Met het oog op de overeenstemming met de bepalingen van de verordening en de herkenbaarheid van de regeling moeten in het opschrift de woorden "en concessieovereenkomsten" worden ingevoegd na het woord "overheidsopdrachten".

Artikel 2 8. Eveneens met het oog op de overeenstemming met de bepalingen van de verordening, schrijve men in artikel 2 van het ontwerp "voor het gunnen of voortzetten van de uitvoering van een overheidsopdracht of een concessieovereenkomst" in de plaats van "voor het gunnen of voortzetten van een overheidsopdracht".9. Luidens artikel 2, tweede lid, van het ontwerp gaat het verzoek om toestemming uit van "de aanbesteder". Om onzekerheid over het personeel toepassingsgebied van de ontworpen regeling uit te sluiten (2), verdient het aanbeveling om het begrip "aanbesteder" te omschrijven, hetgeen door de gemachtigde werd bijgetreden.

Artikel 5 10. Met het oog op de verenigbaarheid met het beginsel van de wederzijdse autonomie van de entiteiten binnen de federale staat (3) en de overeenstemming tussen de taalversies, moet in de Nederlandse tekst van artikel 5 van het ontwerp worden bepaald dat de Eerste Minister het advies van gewest- en gemeenschapsregeringen kan "vragen" (niet: inwinnen). Artikelen 7 en 8 11. Artikel 7 van het ontwerp voorziet in de mogelijkheid voor de Eerste Minister om de draagwijdte van de toestemming om een overheidsopdracht of concessieovereenkomst te gunnen of de uitvoering te blijven voorzetten, uit te breiden naar alle aanbesteders. Gevraagd of het gaat om een uitbreiding naar "gelijkaardige" overheidsopdrachten of concessies, dan wel of het voorwerp en de voorwaarden van de overheidsopdracht of concessie dezelfde dienen te zijn, antwoordde de gemachtigde: "Het artikel 7 heeft slechts zin indien de voorwaarden en het voorwerp niet helemaal identiek moeten zijn, opdat een uitbreiding zou kunnen tussenkomen. Zodoende zou het gaan om een mogelijkheid tot uitbreiding naar `gelijkaardige' opdrachten of concessies. Dit moet misschien duidelijker blijken in het dispositief." Het verdient aanbeveling om deze bedoeling op een meer expliciete wijze tot uitdrukking te brengen in de tekst van het ontwerp. 12. Artikel 7 van het ontwerp laat de Eerste Minister toe om een gegroepeerde toestemming te verlenen. Artikel 8 van het ontwerp voorziet daarnaast ook in een algemene toestemming voor de gunning en de voortzetting van de uitvoering van overheidsopdrachten met betrekking tot de aankoop, de invoer of het vervoer van aardgas, waarbij de aanbesteders worden vrijgesteld om een aanvraag tot afwijking in te dienen. Aldus worden de gunning en de voortzetting van de uitvoering van bepaalde opdrachten van rechtswege toegestaan.

Bij beide bepalingen rijst de vraag of het verlenen van gegroepeerde toestemmingen spoort met artikel 5 duodecies, lid 2, van verordening (EU) nr. 833/2014.

Wat artikel 8 van het ontwerp betreft, rijst bovendien de vraag naar de overeenstemming met artikel 5 duodecies, lid 2, van verordening (EU) nr. 833/2014, in de mate dat het een "toestemming" van de "bevoegde autoriteiten" veronderstelt.

Hierover ondervraagd, antwoordde de gemachtigde: "Meerdere lidstaten hebben op een vergadering van Europese EXPP werkgroep (in aanwezigheid van diensten van de Europese Commissie) aangegeven dat ze voor sommige aspecten noodgedwongen gebruik zouden maken van `autorisations groupées'. Indien het initiatief voor het bekomen van een toestemming voor alle hypothesen uitsluitend zou afhangen van de aanbesteder, dan dreigen een aantal onwenselijke gevolgen te ontstaan. Ofwel dreigen een aantal gevallen waarvoor een afwijking nodig is, niet toegekend te zullen worden, omdat de aanbesteder er in sommige hypothesen onkundig van kan zijn dat hij beter een verzoek om toestemming zou indienen, ofwel dreigen de bevoegde autoriteiten overstelpt te worden met dergelijke verzoeken (daar waar er misschien initieel zelfs geen enkel probleem is) en/of vragen of een dergelijk verzoek moet worden aangevraagd. De betreffende diensten van de Europese Commissie hebben deze aanpak niet afgekeurd in de voormelde vergaderingen. Er werd een schriftelijk verzoek tot opheldering verstuurd naar de diensten van de Europese Commissie omtrent de precieze mogelijkheden om op gegroepeerde wijze de betreffende toestemming te verlenen voor sommige hypothesen.

Vooralsnog kon echter nog geen antwoord worden ontvangen vanwege de betreffende diensten van de Europese Commissie.

Een benadering waarbij, voor elke hypothese, een afwijking moet aangevraagd worden door de aanbesteder, lijkt in sommige gevallen onwerkbaar en komt zodoende wellicht niet overeen met de bedoeling van de Europese regelgever." Uit de stukken gevoegd bij de adviesaanvraag blijkt bovendien dat er met betrekking tot voormelde vragen reeds contacten zijn geweest met de diensten van de Europese Commissie, waarbij in een schrijven van 28 juni 2022, dat door de gemachtigde werd bezorgd, het volgende voorlopig en informeel standpunt werd meegedeeld door deze diensten: "(...) From our point of view, the sanctions Regulation does not rule out the possibility of general authorisations. Art. 5k(2) of the sanctions Regulation gives the competent national authorities the power to provide authorisations and does not limit or regulate the authorisation procedure or mechanism. It is therefore up to the Member States and their respective competent bodies to determine the suitable way of authorisation in coherence with the respective Member States' law. The same applies to `grouped' authorisations, understood as authorisations granted for multiple cases at once. General or grouped authorizations could have the effect of releasing buyers from the need to analyse or check for the involvement of sanctioned individuals or entities and ask for authorisation in singular cases. (...)" (4) De afdeling Wetgeving neemt akte van voormelde prima facie beoordeling door de diensten van de Europese Commissie, waarin er onder meer op wordt gewezen dat de procedure of het mechanisme waaronder de toestemming verleend kan worden door de verordening niet wordt geregeld, noch beperkt, doch dient op dit punt een voorbehoud te maken. 13. Ter verantwoording van de keuze om in artikel 8 van het ontwerp enkel te voorzien in een algemene vrijstelling voor de gunning en de voortzetting van de uitvoering van overheidsopdrachten met betrekking tot de aankoop, de invoer of het vervoer van aardgas (5) wordt in het verslag aan de Koning gewezen op de situatie van "[h]eel wat aankopers" van gas, waarvoor het "bijna onmogelijk" is te weten of de sanctie specifiek van toepassing kan zijn op de opdracht die zij in dat kader hebben toegewezen. In dit verband om verdere toelichting verzocht, verklaarde de gemachtigde: "Wat de aankoop van aardgas betreft is het voor aanbesteders bijvoorbeeld quasi onbegonnen werk om te weten of de sanctie van artikel 5 duodecies specifiek van toepassing zou kunnen zijn op de opdracht die zij in dat kader hebben toegewezen. De afhankelijkheid van België van Russisch gas is, zoals algemeen geweten, nochtans zeer beperkt, maar er zijn geen gegevens beschikbaar per trader. De AD Energie van de FOD Economie liet ons daarnaast weten dat Belgische en EU-traders in België voor minder dan 6% aardgas afkomstig uit Rusland aankopen.

Meer bepaald kan 2,1 % van LNG-import met zekerheid gelinkt worden aan Rusland (zie pagina 33 van de Energy Key Data van februari 2022 van de FOD Economie).

Wat de import van aardgas door middel van pijplijnen betreft kunnen uit de aard der zaak geen exacte cijfers worden verschaft, omdat Russisch gas ook deels vermengd zit in de doorvoer vanuit Nederland en Duitsland. De AD Energie van de FOD Economie heeft bevestigd dat de stromen op dit moment echter gekeerd zijn naar West-Oost richting, waarbij ons land maximaal uitvoert naar Duitsland omwille van gereduceerde leveringen via `NSI'.

Zodoende is het voor aanbesteders uiterst moeilijk om in detail na te gaan, voor elke periode en aan de hand van precieze data, of hun contract inzake gasbevoorrading onderworpen zou kunnen zijn aan de maatregel vermeld in artikel 5duodecies, in het licht van (onder meer) het criterium dat ook onderaannemers en leveranciers ervoor kunnen zorgen dat men onder de maatregel valt (of entiteiten wiens draagkracht wordt ingeroepen), wanneer de voormelde personen meer dan 10 % van de waarde van de opdracht vertegenwoordigen (zie artikel 5.1 duo[de]cies).

De toepassing van artikel 8 werd beperkt tot gas en werd niet uitgebreid tot andere grondstoffen zoals olie, omdat we ervan uitgingen dat er alleen voor aankopen van gas uitermate veel aanbesteders dergelijke contracten hebben aangegaan en zich zodoende de vraag zouden kunnen stellen of hun contract onder het toepassingsgebied van de sancties betreft, met name in het licht van de voormelde drempel van 10 % en de moeilijkheden om één en ander concreet na te gaan. Daarnaast is de problematiek van de onmogelijkheid om, tenminste voor bepaalde aspecten, exacte data aan te leveren, specifiek voor aardgas.

Indien zich toch een probleem zou voordoen voor een andere grondstof kan desgevallend nog gebruik gemaakt worden van artikel 7. Op dit moment beschikken we echter niet over informatie dat zich ook voor een andere in artikel 5 duodecies.2, e) vermelde grondstof, gelijkaardige problemen zouden kunnen voordoen als het hierboven geschetste probleem in verband met aardgas." De Raad van State, afdeling Wetgeving, neemt akte van deze verantwoording, maar is bij gemis aan de vereiste kennis van de feitelijke gegevens waarop deze verantwoording steunt, niet in de mogelijkheid om de deugdelijkheid ervan in het licht van de grondwettelijke beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie te beoordelen.

Bovendien valt op te merken dat de toelichting in het verslag aan de Koning en de aangehaalde uitleg van de gemachtigde vooral betrekking lijken te hebben op de situatie van de lopende overeenkomsten voor aardgas. De adviesaanvrager zal in staat moeten zijn aan te tonen dat voormelde verantwoording ook geldt voor de toekomstige gunning van dergelijke opdrachten. (6) De griffier, Greet Verberckmoes De voorzitter, Marnix Van Damme ________ Nota's 1 Dit artikel werd ingevoegd bij verordening (EU) 2022/576 van de Raad van 8 april 2022 `tot wijziging van Verordening (EU) nr. 833/2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren' (PB L 111 van 8.4.2022, blz. 1-66). 2 Zo bevat de wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 01/02/2012 numac 2011021082 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied sluiten bijvoorbeeld geen definitie van het begrip "aanbesteder". 3 Het beginsel van de wederzijdse autonomie van de verschillende entiteiten van de federale Staat houdt in dat een entiteit, ongeacht of het om een federale of een deelentiteit gaat, een andere entiteit niet mag verplichten om te worden betrokken bij de toepassing of de uitvoering van een regelgeving die eerstgenoemde entiteit eenzijdig uitgevaardigd heeft en staat er aan in de weg dat een van die overheden bij het samenstellen van de door haar opgerichte organen voorziet in de verplichte medewerking van vertegenwoordigers van een ander bevoegdheidsniveau (Zie o.m. adv.RvS 63.476/VR van 12 juli 2018 over een voorontwerp dat heeft geleid tot de wet van 25 november 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/11/2018 pub. 07/12/2018 numac 2018014961 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende de oprichting van de Nationale Raad voor de Productiviteit sluiten `houdende de oprichting van de Nationale Raad voor de Productiviteit', Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 54-3279/001, opmerking 5). 4 De verwijzing naar artikel 5k(2) betreft een verwijzing naar artikel 5 duodecies, lid 2 (de nummering is anders in de Engelse taalversie van de verordening). 5 Artikel 5 duodecies, lid 2, e), van de verordening, verwijst niet alleen naar aardgas, maar ook naar "olie, met inbegrip van geraffineerde aardolieproducten, alsmede titaan, aluminium, koper, nikkel, palladium en ijzererts". 6 Dit geldt inzonderheid in het licht van de mogelijkheid voor aanbesteders om tijdens de gunningsprocedure bij kandidaten of inschrijvers inlichtingen in te winnen (met inbegrip van informatie over bijvoorbeeld onderaannemers of leveranciers). In dit verband kan bijvoorbeeld gewezen worden op het antwoord op vraag 11 van het document "Public Procurement - Frequently Asked Questions - as of 2 June 2022" van de Europese Commissie: "(...) In order to ensure that there is no Russian involvement in the contract, the public buyer may request a statement by the contractor along the following lines: I declare under honour that there is no Russian involvement in the contract of the company I represent exceeding the limits set in Article 5k of Council Regulation (EU) No 833/2014 of 31 July 2014 concerning restrictive measures in view of Russia's actions destabilising the situation in Ukraine, as amended by Council Regulation (EU) No 2022/578 of 8 April 2022. (...)" (Beschikbaar op de website van de Europese Commissie: https://ec.europa.eu/info/sites/default/files/business_economy_euro/ banking_and_finance/documents/faqs-sanctions-russia-public-procurement_en.pdf).

14 JULI 2022. - Koninklijk besluit betreffende de beperkende maatregelen inzake overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren, gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 2022/576 van de Raad van 8 april 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 833/2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren, artikel 5 duodecies;

Gelet op de Grondwet, artikel 37;

Gelet op de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten inzake overheidsopdrachten, artikel 171, eerste lid;

Gelet op de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten betreffende de concessieovereenkomsten, artikel 65, eerste lid;

Gelet op de wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 01/02/2012 numac 2011021082 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied sluiten inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, artikel 46, § 1, eerste lid;

Gelet op het advies van de Commissie voor de overheidsopdrachten, gegeven op 14 juni 2022;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 16 juni 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 19 juni 2022;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd als volgt : Overwegende dat Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren, bepaalt dat het verboden is om overheidsopdrachten te gunnen aan ondernemers die een band met Rusland hebben of de uitvoering ervan voort te zetten en dat lopende overeenkomsten vóór 10 oktober moeten worden beëindigd;

Overwegende dat de lidstaten in sommige door de Verordening bepaalde gevallen afwijkingen kunnen toestaan;

Overwegende dat deze afwijkingen in voorkomend geval vóór 10 oktober moeten worden toegestaan en dat moet worden overgegaan tot het aanwijzen van een bevoegde autoriteit en het vaststellen van een formele procedure voor deze afwijkingen;

Overwegende dat het noodzakelijk is de aanbesteders hiervan zo spoedig mogelijk in kennis te stellen;

Gelet op het advies 71.771/1 van de Raad van State, gegeven op 4 juli 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Eerste Minister, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit koninklijk besluit, wordt onder "aanbestedende overheid" verstaan, de aanbesteder in de zin van artikel 2, 5°, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten inzake overheidsopdrachten, de aanbesteder in de zin van artikel 2, 5°, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021052 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de concessieovereenkomsten sluiten betreffende de concessieovereenkomsten en de aanbestedende overheid, het overheidsbedrijf en de aanbestedende entiteit in de zin van, respectievelijk, artikel 2, 1°, 2° en 3° van de wet van 13 augustus 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/08/2011 pub. 01/02/2012 numac 2011021082 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied sluiten inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied.

Art. 2.De bevoegde autoriteit bedoeld in lid 2 van artikel 5duodecies van Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren, is de Eerste Minister.

Art. 3.Behalve voor de in artikel 9 bedoelde opdrachten en onverminderd artikel 8, wordt elk verzoek om toestemming voor het gunnen of voortzetten van de uitvoering van een overheidsopdracht of een concessieovereenkomst bedoeld in artikel 5duodecies van Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren, gericht aan de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister.

Het in het eerste lid bedoelde verzoek is afkomstig van de aanbesteder.

Art. 4.§ 1. De aanvraag wordt verstuurd door middel van een aangetekende zending. § 2. Het verzoek vermeldt het voorwerp van de betrokken opdracht en de redenen waarom het gunnen of voortzetten van de uitvoering van de overheidsopdracht of de concessieovereenkomst moet worden toegestaan.

De opdracht- of concessiedocumenten moeten worden bijgevoegd.

Het verzoek bevat ook alle informatie om de inschrijver of de opdrachtnemer van de overheidsopdracht of de concessieovereenkomst te identificeren, alsook alle informatie die nodig is om te kunnen nagaan of de kandidaat of inschrijver onder de in artikel 5 duodecies, lid 1, van Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren bedoelde sancties valt.

Art. 5.De Eerste Minister neemt een beslissing binnen dertig werkdagen na ontvangst van het verzoek.

Voor overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten die vóór 9 april 2022 zijn gesloten, neemt de Eerste Minister een beslissing vóór 10 oktober 2022, op voorwaarde dat het verzoek om afwijking vóór 6 september 2022 is ingediend.

Art. 6.De Eerste Minister kan het advies vragen van een of meerdere gewest- en/of gemeenschapsregeringen.

Art. 7.De Eerste Minister wijst het verzoek om afwijking af wanneer het niet valt onder een van de gevallen bedoeld in lid 2 van artikel 5 duodecies van Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren.

De Eerste Minister wijst het verzoek af, ook al valt het onder een van de gevallen bedoeld in lid 2 van artikel 5 duodecies van Verordening (EU) nr. 833/2014, indien hij van oordeel is dat het belang van de aanvrager om de afwijking te verkrijgen, met name met betrekking tot de continuïteit van de openbare dienst, niet opweegt tegen de noodzaak om de doeltreffendheid te waarborgen van de beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren.

Art. 8.De Eerste Minister kan de draagwijdte van de toestemming om een of meerdere overheidsopdrachten of concessieovereenkomsten te gunnen of de uitvoering te blijven voortzetten uitbreiden naar alle aanbesteders, voor zover het overheidsopdrachten of concessieovereenkomsten betreft met een gelijkaardig voorwerp en met gelijkaardige voorwaarden. Een dergelijke toestemming wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art. 9.Voor de in artikel 5duodecies.2, e) van Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren bedoelde overheidsopdrachten met betrekking tot de aankoop, de invoer of het vervoer van aardgas, wordt de gunning en de voortzetting van de uitvoering van de overeenkomsten toegestaan, voor zover aan de voorwaarden van het voormelde artikel 5duodecies, lid 2, e) voldaan is. Zodoende moet voor deze opdrachten geen enkel verzoek ingediend worden.

Art. 10.Het onderhavige koninklijk besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Gegeven te Brussel, 14 juli 2022.

FILIP Van Koningswege : De Eerste Minister, A. DE CROO

^