gepubliceerd op 13 maart 2006
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen
14 FEBRUARI 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 23, § 3, toegevoegd bij artikel 3, 3°, van de wet van 18 juli 1990;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 17 maart 2005;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 december 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 23 december 2004;
Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;
Gelet op de hoogdringendheid gemotiveerd door het feit dat de modaliteiten van vergoeding voor de leden van de examenjury voor het behalen van de brevetten van het leidinggevend en onderwijzend personeel van de rijscholen zonder uitstel moeten aangepast worden teneinde de betaling mogelijk te maken van de leden die sinds 1 januari 2005 zetelen;
Gelet op de hoogdringendheid gemotiveerd door het feit dat alle modaliteiten van de nieuwe examenprocedure voor het bekomen van de brevetten, voorzien in het koninklijk besluit van 11 mei 2004, nog niet geregeld zijn en bijgevolg de datum van inwerkingtreding van het nieuwe systeem dringend moet uitgesteld worden tot 1 januari 2006;
Gelet op de hoogdringendheid gemotiveerd door het feit dat bepaalde wijzigingsaanvragen van bestaande erkenningen, ingediend voor 1 december 2004, niet konden behandeld worden voor de datum van inwerkingtreding van het nieuwe besluit en dat zonder uitstel een bepaling moet ingevoerd worden die toelaat deze af te handelen volgens de oude procedure en binnen redelijke termijnen;
Gelet op de hoogdringendheid gemotiveerd door het feit dat bepaalde onderdelen van de examenmaterie voor het behalen van de brevetten evenals de duur van deze examens moeten aangepast worden en dat deze wijzigingen zonder uitstel moeten meegedeeld worden aan de kandidaten;
Gelet op advies nr. 38.845/2/V van de Raad van State, gegeven op 25 juli 2005, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 35 van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1, eerste lid, 1°, 2° en 3°, worden de woorden « per examen » vervangen door de woorden « per gepresteerd half uur »;2° De § 2, eerste lid, wordt vervangen als volgt : « Zij worden bovendien vergoed voor de verblijfs- en verplaatsingskosten die de uitvoering van hun opdracht meebrengt, overeenkomstig de voor het rijkspersoneel geldende bepalingen.»
Art. 2.In artikel 48 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 2, eerste en derde lid, worden de woorden « op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit » vervangen door de woorden « vóór 1 januari 2006 »;2° De § 5 wordt vervangen als volgt : « § 5.De bepalingen van hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen zijn, met uitzondering van de artikelen 27, 29 en 32, van toepassing op de brevetten van beroepsbekwaamheid van het leidinggevend en onderwijzend personeel van de rijschool tot 31 december 2005.
Niettemin, moet de kandidaat, om deel te nemen aan het examen met het oog op het bekomen van een brevet I, houder zijn van de brevetten II en III die reeds minstens drie jaar gehomologeerd zijn. »; 3° Er wordt een § 8 ingevoegd luidende : « § 8.De aanvragen voor wijziging van de erkenning van een rijschool die ingediend zijn vóór 1 december 2004 worden behandeld volgens de procedure voorzien in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen. »
Art. 3.In bijlage 2 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° In punt I, 3, worden de woorden « punten 2,4 en 5 » vervangen door de woorden « punten 2.1, 4.2 en 5.2 »; 2° In punt II, 1.4, worden de woorden « 25 minuten » vervangen door de woorden « 45 minuten »; 3° In punt II, 2, worden de woorden « de leerstof onder punt I, met uitzondering van I, 1 en I, 2 » vervangen door de woorden « de leerstof onder punt I, 3 »; 4° In punt II, 3, wordt 4 vervangen als volgt : « 3.4. De oefening op de openbare weg moet geschieden met een leerling op de motorfiets gevolgd door de kandidaat-lesgever in een personenwagen in aanwezigheid van de jury. Via een radioverbinding geeft de lesgever passende rij-instructies aan de leerling op de motorfiets. De duur van de proef, evaluatie inbegrepen, bedraagt maximaal 45 minuten. »; 5° Het punt II, 4.3 wordt vervangen als volgt : « De proef vindt plaats op een privé-terrein.
De duur van het examen bedraagt 45 minuten, evaluatie inbegrepen. »
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2004.
Art. 5.Onze minister tot wiens bevoegdheid de verkeersveiligheid behoort is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 februari 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT