14 DECEMBER 2023. - Koninklijk besluit betreffende de technische dossiers voor de biobrandstoffen van categorieën B en C, de hernieuwbare motorbrandstoffen van niet-biologische oorsprong van categorie D en de motorbrandstoffen op basis van hergebruikte koolstof van categorie E

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2023 pub. 15/09/2023 numac 2023044749 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende de productnormen voor het integreren van energie uit hernieuwbare bronnen in fossiele motorbrandstoffen bestemd voor de vervoerssector en tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen sluiten houdende de productnormen voor het integreren van energie uit hernieuwbare bronnen in fossiele motorbrandstoffen bestemd voor de vervoerssector en tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen, artikel 6, vijfde lid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 november 2023;

Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 7 november 2023 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 74.829/3;

Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 10 november 2023 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Energie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.De definities in artikel 2 van de wet van 31 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2023 pub. 15/09/2023 numac 2023044749 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende de productnormen voor het integreren van energie uit hernieuwbare bronnen in fossiele motorbrandstoffen bestemd voor de vervoerssector en tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen sluiten houdende de productnormen voor het integreren van energie uit hernieuwbare bronnen in fossiele motorbrandstoffen bestemd voor de vervoerssector en tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, zijn van toepassing op dit besluit.

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° wet van 31 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2023 pub. 15/09/2023 numac 2023044749 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende de productnormen voor het integreren van energie uit hernieuwbare bronnen in fossiele motorbrandstoffen bestemd voor de vervoerssector en tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen sluiten: de wet van 31 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2023 pub. 15/09/2023 numac 2023044749 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende de productnormen voor het integreren van energie uit hernieuwbare bronnen in fossiele motorbrandstoffen bestemd voor de vervoerssector en tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen sluiten houdende de productnormen voor het integreren van energie uit hernieuwbare bronnen in fossiele motorbrandstoffen bestemd voor de vervoerssector en tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen;2° technische dossiers: de technische dossiers voor de biobrandstoffen van categorie B en C en voor de hernieuwbare motorbrandstoffen van niet-biologische oorsprong van categorie D en motorbrandstoffen op basis van hergebruikte koolstof van categorie E zoals bedoeld in artikel 6 van de wet van 31 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2023 pub. 15/09/2023 numac 2023044749 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende de productnormen voor het integreren van energie uit hernieuwbare bronnen in fossiele motorbrandstoffen bestemd voor de vervoerssector en tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen sluiten;3° producent: de natuurlijke of rechtspersoon die de biobrandstoffen van categorie B of C of motorbrandstoffen van categorie D of E produceert;4° aangever: de natuurlijke of rechtspersoon die de producent in België vertegenwoordigt en die de aanvraag tot goedkeuring en het technisch dossier indient bij de AD Energie;5° non-food cellulosemateriaal: grondstoffen hoofdzakelijk bestaande uit cellulose en hemicellulose, en met een lager ligninegehalte dan lignocellulosisch materiaal;het omvat residuen van voedsel- en voedergewassen (zoals stro, stelen en bladeren, vliezen en doppen), grasachtige energiegewassen met een laag zetmeelgehalte (zoals raaigras, switchgrass, miscanthus, pijlriet) en bodembedekkende gewassen die worden verbouwd voor en na de hoofdgewassen, gewassen van kunstweiden, industriële residuen (ook uit voedsel- en voedergewassen nadat plantaardige oliën, suikers, zetmeel en eiwitten zijn geëxtraheerd) en materiaal uit bioafval; gewassen van kunstweiden en bodembedekkende gewassen moeten worden gezien als tijdelijke, kortstondige weilanden met een mengeling van gras en klaver met een laag zetmeelgehalte bedoeld voor de productie van veevoeder en de verhoging van de vruchtbaarheid van de grond zodat er hogere opbrengsten van akkerbouwgewassen worden verkregen; 6° bijlage 1: de bijlage genoemd "Bijlage 1 - Fysicochemische kenmerken van de biobrandstoffen van categorie B_benzine";7° bijlage 2 : de bijlage genoemd "Bijlage 2 - Fysicochemische kenmerken van de biobrandstoffen van categorie B_diesel";8° bijlage 3 : de bijlage genoemd "Bijlage 3 - Lijst duurzame grondstoffen die in aanmerking komen voor dubbel telling (categorie C)" ter vervanging van bijlage IV van het koninklijk besluit van 16 juli 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/07/2014 pub. 01/08/2014 numac 2014011406 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de informatie- en administratieve verplichtingen met betrekking tot de biobrandstoffen van categorie B en C in overeenstemming met de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten bedoeld in artikel 2, 24° van de wet van 31 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2023 pub. 15/09/2023 numac 2023044749 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende de productnormen voor het integreren van energie uit hernieuwbare bronnen in fossiele motorbrandstoffen bestemd voor de vervoerssector en tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen sluiten;9° register: het IT-instrument dat wordt gebruikt voor alle handelingen met betrekking tot de registratie van de hoeveelheden hernieuwbare energie zoals bepaald in de wet van 31 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2023 pub. 15/09/2023 numac 2023044749 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende de productnormen voor het integreren van energie uit hernieuwbare bronnen in fossiele motorbrandstoffen bestemd voor de vervoerssector en tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen sluiten;10° Unie Database: database ontwikkeld en beheerd door de Europese Commissie, die voornamelijk de traceerbaarheid van hernieuwbare energie bestemd voor de transportsector mogelijk maakt. HOOFDSTUK 2. - Invoering van het technische dossier Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 2.§ 1. De aangever is verantwoordelijk voor het naleven van de bepalingen van dit besluit en hij is in staat om alle verantwoordelijkheid op te nemen voor de betrokken biobrandstof of motorbrandstof tot de overdracht van eigendom.

Indien de producent een Belgische onderneming is, kan de aangever dezelfde zijn als de producent.

Indien de producent een buitenlandse onderneming is, dient deze een natuurlijke of rechtspersoon gevestigd in België als aangever aan te duiden.

Er kan slechts één aangever per technisch dossier zijn. § 2. Een biobrandstof wordt ingedeeld in categorie B of C en een motorbrandstof wordt ingedeeld in categorie D of E na indiening van een technisch dossier en goedkeuring door de minister.

De classificatie is geldig voor een periode van maximaal drie jaar.

Indien een verlenging van de classificatie gewenst is, dient een nieuw technisch dossier ingediend te worden minstens zes maanden voor het verstrijken van de geldigheidsperiode. § 3. Van zodra er een Europese of Belgische norm gepubliceerd wordt zal een biobrandstof categorie B, al dan niet vermengd met fossiele motorbrandstof, waarvan de specificaties voldoen aan die norm, ingedeeld worden in categorie A. § 4. Het technisch dossier wordt via het register door de aangever ingediend bij AD Energie en wordt verwerkt door FAPETRO. Alle elementen van het technisch dossier worden ingevoerd in één van de officiële talen van België of in het Engels. Afdeling 2. - Biobrandstof van categorie B

Art. 3.§ 1. In het technisch dossier, dient de aangever: 1° aan te geven tot welke klasse de biobrandstof behoort voor dewelke de aanvraag wordt ingediend;2° te verzekeren dat hij geen enkele andere aanvraag heeft ingediend voor dezelfde biobrandstof;3° aan te geven of hij de bedoelde biobrandstof produceert of niet;4° aan te tonen dat de biobrandstof gecertificeerd is volgens de bepalingen van het koninklijk besluit van 17 december 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/12/2021 pub. 24/01/2022 numac 2022020021 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende bepaling van productnormen voor transportbrandstoffen uit hernieuwbare bronnen en voor transportbrandstoffen op basis van hergebruikte koolstof sluiten en het referentienummer van de Unie Database te vermelden dat eraan is toegekend of het referentienummer van de databank die wordt beheerd door het DG Leefmilieu, zoals bepaald in artikel 10 van het koninklijk besluit van 17 december 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/12/2021 pub. 24/01/2022 numac 2022020021 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende bepaling van productnormen voor transportbrandstoffen uit hernieuwbare bronnen en voor transportbrandstoffen op basis van hergebruikte koolstof sluiten indien de Unie database niet of niet volledig toegankelijk is;5° aan te geven in welke lidstaten van de Europese Unie het gebruik van de bedoelde biobrandstof reeds is toegelaten;6° mede te delen onder welke commerciële benamingen de betrokken biobrandstof in België zal gecommercialiseerd worden, evenals elke commerciële benamingen waaronder de bedoelde biobrandstof in de andere lidstaten van de EU wordt gecommercialiseerd.

Art. 4.§ 1. Een biobrandstof kan slechts in categorie B gerangschikt worden indien : 1° ze werkelijk geproduceerd wordt ;en 2° haar commercialisering op de Belgische markt voor de duur van de aanvraag voorzien wordt. § 2. Het technisch dossier wordt aangevuld met volgende technische kenmerken: 1° voor de productie-eenheden: a.de plaats van de productie-eenheid; b. de aanduiding of de productie-eenheid in werking is of de datum van de in werkingstelling;c. een volledige beschrijving van de productiefaciliteiten evenals de gebruikte procedures;d. de capaciteit van de productie-eenheid in ton biobrandstof per jaar;e. de gemiddelde effectieve productie per dag voor het jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag, of sinds de inbedrijfstelling van de productie-eenheid indien deze minder dan een jaar oud is;f. het aantal productiedagen per jaar;g. desgevallend, de andere geproduceerde types biobrandstoffen of motorbrandstoffen dan de bedoelde biobrandstof;h. de gebruikte grondstoffen;i. een bevoorradingsplan van de grondstoffen gedurende de geviseerde periode;j. de ontvangst- en opslaginstallaties voor de grondstoffen binnen de eenheid met aanduiding van de los- en laadcapaciteiten van deze grondstoffen;k. de opslaginstallaties voor het afgewerkt product en de laadcapaciteiten;2° voor de bedoelde biobrandstof: a.de karakteristieken van de biobrandstof moeten correct gerapporteerd worden overeenkomstig de bijlagen 1 en 2; b. de aangever kan verduidelijken of de bedoelde biobrandstof erkend kan worden als mogelijk behorend tot categorie C evenals zijn voornemen om het als zodanig te laten erkennen;c. de maximale hoeveelheid die mag bijgemengd worden bij de fossiele motorbrandstof en die toelaat om de specificaties van de geldende normen te respecteren. § 3. De aangever kan aan FAPETRO elke bijkomende informatie communiceren die hij van belang acht. Afdeling 3. - Biobrandstof van categorie C

Art. 5.§ 1. Om in categorie C te worden gerangschikt, moet de biobrandstof: 1° geproduceerd zijn uit een grondstof vermeld in de tabel in bijlage 3 bij dit besluit;2° voorheen behoren tot categorie A of B. § 2. Indien de biobrandstof voordien tot categorie A behoorde, bevat het technisch dossier de informatie vereist door de artikelen 3 en 4, § 2, 1°. § 3 Indien de biobrandstof voordien tot categorie B behoorde, bevat het technisch dossier : 1° een aanduiding van de grondstof waaruit de biobrandstof waarvoor de aanvraag wordt ingediend, is samengesteld ;2° de kenmerken van de biobrandstof zoals vermeld in de bijlagen 1 en 2;3° het referentienummer van de Unie Database dat aan de biobrandstof is toegewezen of het referentienummer van de databank die wordt beheerd door DG Leefmilieu, zoals bepaald in artikel 10 van het koninklijk besluit van 17 december 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/12/2021 pub. 24/01/2022 numac 2022020021 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende bepaling van productnormen voor transportbrandstoffen uit hernieuwbare bronnen en voor transportbrandstoffen op basis van hergebruikte koolstof sluiten, indien de Unie database niet of niet volledig toegankelijk is. In dit geval kan de aangever tegelijk met de aanvraag voor goedkeuring voor categorie B goedkeuring voor categorie C aanvragen. § 4. De aangever kan aan FAPETRO elke bijkomende informatie communiceren die hij van belang acht. § 5. De goedkeuring van het technisch dossier geldt voor drie jaar en voor een bepaalde hoeveelheid van het product die per jaar tot verbruik uitgeslagen mag worden. Afdeling 4. - Hernieuwbare motorbrandstof van niet-biologische

oorsprong van categorie D en motorbrandstof op basis van hergebruikte koolstof van categorie E

Art. 6.In het technisch dossier, dient de aangever: 1° aan te geven tot welke klasse de motorbrandstof behoort voor dewelke de aanvraag wordt ingediend;2° te verzekeren dat hij geen enkele andere aanvraag heeft ingediend voor dezelfde motorbrandstof;3° te verzekeren dat de grondstoffen en de daarbij horende Garantie van Oorsprong gebruikt voor de productie van deze motorbrandstof niet in een andere sector werden gebruikt;4° aan te geven of hij de bedoelde motorbrandstof produceert of niet;5° aan te tonen dat de motorbrandstof gecertificeerd is overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 17 december 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/12/2021 pub. 24/01/2022 numac 2022020021 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende bepaling van productnormen voor transportbrandstoffen uit hernieuwbare bronnen en voor transportbrandstoffen op basis van hergebruikte koolstof sluiten en het referentienummer van de Unie Database te vermelden dat eraan is toegekend of het referentienummer van de databank die wordt beheerd door het DG Leefmilieu, zoals bepaald in artikel 10 van het koninklijk besluit van 17 december 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/12/2021 pub. 24/01/2022 numac 2022020021 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende bepaling van productnormen voor transportbrandstoffen uit hernieuwbare bronnen en voor transportbrandstoffen op basis van hergebruikte koolstof sluiten ingeval de Unie database niet of niet volledig toegankelijk is;6° aan te geven in welke lidstaten van de Europese Unie het gebruik van de bedoelde motorbrandstof reeds is toegelaten;7° mede te delen onder welke commerciële benamingen de betrokken motorbrandstof in België zal gecommercialiseerd worden, evenals elk commerciële benamingen waaronder de bedoelde motorbrandstoffen in de andere lidstaten van de EU wordt gecommercialiseerd.

Art. 7.§ 1. Een motorbrandstof wordt pas gerangschikt in categorie D of E als deze daadwerkelijk wordt geproduceerd en de commercialisering ervan op de Belgische markt is gepland voor de duur van het technisch dossier. § 2. Het technisch dossier wordt aangevuld met volgende technische kenmerken: 1° voor de productie-eenheden: a.de plaats van de productie-eenheid; b. de aanduiding of de productie-eenheid in werking is of de datum van de inwerkingstelling;c. een volledige beschrijving van de productiefaciliteiten evenals de gebruikte procedures;d. de capaciteit van de productie-eenheid in ton motorbrandstof per jaar;e. de gemiddelde effectieve productie per dag voor het jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag, of sinds de inbedrijfstelling van de productie-eenheid indien deze minder dan een jaar oud is;f. het aantal productiedagen per jaar;g. desgevallend, de andere geproduceerd types biobrandstoffen of motorbrandstoffen dan de bedoelde motorbrandstof in dezelfde productie-eenheid;h. de gebruikte grondstoffen;i. een bevoorradingsplan van de grondstoffen gedurende de geviseerde periode;j. een beschrijving van de ontvangst- en opslaginstallaties voor de grondstoffen binnen de eenheid met aanduiding van de los- en laadcapaciteiten van deze grondstoffen;k. een beschrijving van de opslaginstallaties voor het afgewerkt product en de laadcapaciteiten.2° voor de bedoelde motorbrandstof: de maximale hoeveelheid die ervan mag bijgemengd worden bij de fossiele motorbrandstof en die toelaat om de specificaties van de geldende normen te respecteren, en dit per type van fossiele motorbrandstof waarvoor bijmenging voorzien wordt. § 3. De aangever kan aan FAPETRO elke bijkomende informatie communiceren die hij van belang acht. § 4. De goedkeuring van het technisch dossier geldt voor maximaal drie jaar en voor een bepaalde hoeveelheid van het product die per jaar tot verbruik uitgeslagen mag zijn. Afdeling 5. - Behandeling van het technisch dossier

Art. 8.§ 1. Binnen twee maanden na ontvangst van de aanvraag deelt FAPETRO via het register of, op verzoek van de aangever, per post of e-mail, mee of het dossier al dan niet ontvankelijk is. § 2. De aanvraag is niet ontvankelijk indien: 1° de elementen gevraagd in artikel 4, § 2, 1°, of 7, § 2, 1°, ontbreken of onvolledig zijn;2° de bedoelde biobrandstof fysisch of scheikundig behoort tot een klasse waarvoor een norm bestaat. § 3. Tijdens het onderzoek van het dossier, dat zes maanden duurt vanaf de datum waarop de ontvankelijkheid van het dossier aan de aangever is meegedeeld, kan FAPETRO zich zo nodig laten bijstaan door onafhankelijke en neutrale experten op het gebied van oliemaatschappijen en producenten van biobrandstoffen en motorbrandstoffen. § 4. Indien het onderzoek van het dossier het noodzakelijk maakt, kan FAPETRO bijkomende informatie vragen met betrekking tot de biobrandstof of motorbrandstof of tot de productie-eenheid.

Er kunnen één of meer monsters voor verdere analyse worden aangevraagd. De kosten van deze analyses worden gedragen door de producent.

Op kosten van de producent kan een bezoek aan de productie-eenheid worden georganiseerd.

In dit geval wordt de evaluatieperiode van het dossier met maximum twee maanden verlengd vanaf de ontvangst van het geheel van de gevraagde bijkomende inlichtingen. § 5. De AD Energie stuurt het dossier naar het DG Leefmilieu voor verder advies. De DG Leefmilieu brengt binnen vier weken na ontvangst van het technisch dossier een advies uit. Als er binnen deze tijdslimiet geen advies werd uitgebracht, wordt het als positief beschouwd. § 6. Na onderzoek van het dossier zal de AD Energie een voorstel aan de minister doen.

De minister verleent binnen vier weken na ontvangst goedkeuring. Als er binnen deze tijdslimiet geen goedkeuring werd verleend, wordt het technisch dossier als goedgekeurd beschouwd.

FAPETRO brengt de aangever op de hoogte via het register of, op verzoek van de aanvrager, per aangetekend schrijven van de beslissing van de minister om de goedkeuring of de weigering van de goedkeuring van de betreffende biobrandstof of motorbrandstof.

De notificatie van de aanvaardingsbeslissing bevat tenminste de volgende elementen : 1° een uniek registratienummer;2° de datum van de aanvaarding;3° de geldigheidsduur van de aanvaarding;4° de bevestiging van de categorie waartoe de bedoelde biobrandstof behoort;5° de vermenigvuldigingsfactor.Indien de vermenigvuldigingsfactor door de Koning wordt gewijzigd tijdens de geldigheidsperiode van het technisch dossier, zal FAPETRO de aangever informeren over de nieuwe factor; 6° indien het gaat om een biobrandstof van categorie C, de grondstoffen waarvoor een erkenning als biobrandstof categorie C wordt toegekend;7° indien het gaat om een biobrandstof van categorie C of een motorbrandstof van categorie D of E, de hoeveelheid biobrandstof of motorbrandstof waarvoor de erkenning geldt.

Art. 9.De technische kenmerken gevraagd in bijlagen 1 en 2 zijn in geen geval een norm. De aangever blijft verantwoordelijk voor de kwaliteit van de biobrandstof tot de commercialisering. Eens het product gemengd is met de fossiele motorbrandstof en tot verbruik is uitgeslagen is de onderneming, die de motorbrandstof tot verbruik heeft uitgeslagen, verantwoordelijk voor de kwaliteit van het product. HOOFDSTUK 3. - Verlies van goedkeuring

Art. 10.§ 1. Een biobrandstof of een motorbrandstof kan zijn goedkeuring voor classificatie in categorie B, C, D of E verliezen voor de vervaldatum indien aan de voorwaarden die hebben geleid tot het toekennen niet meer voldaan wordt of wanneer fraude geconstateerd is. De intrekking van de goedkeuring wordt aan de aangever die de aanvraag indient genotificeerd via het register of, op verzoek van de aanvrager, per aangetekend schrijven door de AD Energie. § 2. Indien een biobrandstof of motorbrandstof zijn classificatie heeft verloren en de producent over voorraden van dit product beschikt, kunnen ze niet meer verbruikt of verkocht worden in deze categorie. Een biobrandstof die zijn classificatie als biobrandstof van categorie C verliest, mag nog als biobrandstof van categorie A worden gebruikt of verkocht als hij voldoet aan de geldende norm. § 3. Als een biobrandstof of motorbrandstof zijn classificatie verliest, informeert FAPETRO de oliemaatschappijen en leveranciers van gasvormige brandstoffen die voorraden hebben van het product dat zijn classificatie heeft verloren over het verlies van classificatie of de herclassificatie van het product. § 4. Als een biobrandstof of motorbrandstof zijn erkenning verliest, worden de energie-eenheden die gekoppeld zijn aan het overeenstemmend technisch dossier gedeactiveerd tot de oliemaatschappij of de leverancier van gasvormige motorbrandstoffen bewijst dat de aankoop plaatsvond voor het verlies van de indeling en kunnen deze energie-eenheden niet opnieuw in het register worden opgenomen om aan de verplichting te voldoen.

Als de aankoop plaatsvond na het verlies van de classificatie, worden de eenheden permanent gedeactiveerd. HOOFDSTUK 4 - Toezicht

Art. 11.FAPETRO controleert de kwaliteit van de producten van de verschillende categorieën in het kader van zijn missie van kwaliteitscontrole van aardolieproducten op de Belgische markt. HOOFDSTUK 5 - Slotbepalingen

Art. 12.Het koninklijk besluit van 16 juli 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/07/2014 pub. 01/08/2014 numac 2014011406 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de informatie- en administratieve verplichtingen met betrekking tot de biobrandstoffen van categorie B en C in overeenstemming met de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten betreffende de informatie- en administratieve verplichtingen met betrekking tot de biobrandstoffen van categorie B en C in overeenstemming met de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten wordt opgeheven.

Technische dossiers die vóór 1 januari 2024 door de minister zijn goedgekeurd overeenkomstig het koninklijk besluit van 16 juli 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/07/2014 pub. 01/08/2014 numac 2014011406 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de informatie- en administratieve verplichtingen met betrekking tot de biobrandstoffen van categorie B en C in overeenstemming met de wet van 17 juli 2013 houdende de minimale nominale volumes duurzame biobrandstoffen die de volumes fossiele motorbrandstoffen, die jaarlijks tot verbruik worden uitgeslagen, moeten bevatten sluiten blijven geldig na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

Art. 14.De minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 december 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Energie, T. VAN DER STRAETEN

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld