gepubliceerd op 17 april 2009
Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4, 10 en 31 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde
14 APRIL 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4, 10 en 31 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, artikel 53, § 1, eerste lid, 1°, vervangen bij de wet van 28 januari 2004, artikel 53octies, § 1, eerste lid, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992, artikel 76, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de programmawet van 27 december 2004 en artikel 80, vervangen bij de wet van 22 december 1989 en gewijzigd bij de wet van 28 december 1992;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 10 van 29 december 1992 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 5, derde lid, en 25ter, § 1, derde lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 31 van 2 april 2002 met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de handelingen verricht door niet in België gevestigde belastingplichtigen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 maart 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 24 maart 2009;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit dat : - in het kader van de door de Nationale Bank van België genomen initiatieven tot modernisering van de betalingscircuits op overheidsniveau, de FOD Financiën vanaf 1 april 2009 zelf zal instaan voor het volledige beheer van de teruggaven van de creditsaldi van de geopende rekeningen-courant inzake belasting over de toegevoegde waarde waardoor een einde wordt gesteld aan het systeem van de volmachten zoals bedoeld in artikel 12, § 1 van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde en het ministerieel besluit nr. 9 van 22 februari 1999 met betrekking tot de teruggaaf aan de belastingplichtigen van het creditsaldo van de ter voldoening van de BTW geopende rekening-courant; - het systeem van de hiervoor bedoelde volmachten definitief wordt stopgezet op 31 maart 2009; - dit besluit derhalve bij hoogdringendheid moet worden genomen;
Gelet op advies nr. 46.306/2 van de Raad van State, gegeven op 1 april 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Besluit :
Artikel 1.Artikel 12 van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 december 1992 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 april 1993 en 20 juli 2000, wordt vervangen als volgt : «
Art. 12.§ 1. De teruggaven voorzien in artikel 81 geschieden rekening houdend met de bankgegevens, inclusief IBAN en BIC, vermeld in de aangifte bedoeld in de artikelen 1 of 2 van het koninklijk besluit nr. 10 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 5, derde lid, en 25ter, § 1, derde lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde. § 1bis. De teruggaven voorzien in artikel 9, § 2, geschieden hetzij rekening houdend met de aan de administratie verstrekte bankgegevens, hetzij per internationale cheque.
De teruggaven welke niet kunnen worden uitgevoerd op de in het eerste lid beschreven wijze geschieden door middel van een postassignatie opgesteld op naam van de rechthebbende op teruggaaf, die al dan niet wordt omgezet in een internationale postwissel. § 2. De andere teruggaven dan die welke in de paragrafen 1 en 1bis zijn bedoeld geschieden rekening houdend met de aan de administratie verstrekte bankgegevens, inclusief IBAN en BIC. Teruggaaf van minder dan 7 euro wordt echter niet toegestaan. § 3. Voor de toepassing van onderhavig artikel worden de bankkosten voor het verrichten van de teruggaaf in voorkomend geval in mindering gebracht van het voor teruggaaf vatbare bedrag. »
Art. 2.In artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 10 van 29 december 1992 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 5, derde lid, en 25ter, § 1, derde lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 april 2002, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende : « Met het oog op de teruggaaf bedoeld in artikel 81 van het koninklijk besluit nr. 4 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, vermeldt deze aangifte eveneens de bankgegevens, inclusief IBAN en BIC, van de belastingplichtige of de vertegenwoordiger van de BTW-eenheid bedoeld in artikel 1, § 3, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 55. »
Art. 3.In artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 april 2002, 28 mei 2004 en 1 september 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "artikel 61, § 1, derde lid" vervangen door de woorden "artikel 61, § 1, zesde lid";2° tussen het eerste en het tweede lid worden drie leden ingevoegd, luidende : « Elke belastingplichtige die recht heeft op de teruggaaf bedoeld in artikel 81 van voornoemd koninklijk besluit nr.4 en die zijn bankgegevens, inclusief IBAN en BIC, nog niet aan de administratie heeft meegedeeld, dient deze gegevens op te nemen in de aangifte bedoeld in het eerste lid.
Iedere wijziging van de bankgegevens die overeenkomstig het tweede lid of artikel 1 aan de administratie werd meegedeeld, moet gebeuren volgens de modaliteiten voorzien in het eerste lid.
Voor de teruggaaf van het overschot bedoeld in artikel 81 van voornoemd koninklijk besluit nr. 4, heeft deze wijziging uitwerking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op het tijdvak waarop het overschot betrekking heeft, wanneer deze wijziging wordt ingediend voor het einde van de maand volgend op datzelfde tijdvak. ».
Art. 4.In artikel 6, § 3, van het koninklijk besluit nr. 31 van 2 april 2002 met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de handelingen verricht door niet in België gevestigde belastingplichtigen wordt het eerste lid vervangen als volgt : « § 3. De teruggaaf geschiedt rekening houdend met de bankgegevens vermeld in de in paragraaf 1 bedoelde aanvraag. De bankkosten voor het verrichten van de teruggaaf worden in voorkomend geval in mindering gebracht van het voor teruggaaf vatbare bedrag. »
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2009.
Art. 6.De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, op 14 april 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1969, Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969; Wet van 22 december 1989, Belgisch Staatsblad van 29 december 1989;
Wet van 28 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 1e editie;
Wet van 28 januari 2004, Belgisch Staatsblad van 10 februari 2004, 2e editie;
Programmawet van 27 december 2004, Belgisch Staatsblad van 31 december 2004, 2e editie;
Koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969, Belgisch Staatsblad van 31 december 1969;
Koninklijk besluit nr. 10 van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie;
Koninklijk besluit nr. 31 van 2 april 2002, Belgisch Staatsblad van 11 april 2002, 1e editie;
Koninklijk besluit van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie;
Koninklijk besluit van 14 april 1993, Belgisch Staatsblad van 30 april 1993;
Koninklijk besluit van 20 juli 2000, Belgisch Staatsblad van 30 augustus 2000, 1e editie;
Koninklijk besluit van 2 april 2002, Belgisch Staatsblad van 16 april 2002, 2e editie;
Koninklijk besluit van 28 mei 2004, Belgisch Staatsblad van 1 juni 2004, 2e editie;
Koninklijk besluit van 1 september 2004, Belgisch Staatsblad van 10 september 2004, 2e editie;
Gecoördineerde wetten op de Raad van State, koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.