gepubliceerd op 01 oktober 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot bepaling van de bijdragen voor het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de voedingsnijverheid" vanaf 1 januari 2004
13 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot bepaling van de bijdragen voor het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de voedingsnijverheid" vanaf 1 januari 2004 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot bepaling van de bijdragen voor het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de voedingsnijverheid" vanaf 1 januari 2004.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Kos, 13 september 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003 Bepaling van de bijdragen voor het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de voedingsnijverheid" vanaf 1 januari 2004 (Overeenkomst geregistreerd op 12 december 2003 onder het nummer 69039/CO/118)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders en arbeidsters die ressorteren onder het Paritair Comité van de voedingsnijverheid en die tezelfdertijd onder het toepassingsgebied vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003 tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid" (geregistreerd onder her nummer 69043/CO/118).
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst sluit aan bij artikel 12, § 1, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003 tot instelling van een "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid".
Art. 3.§ 1. De bijdragen voor de werking van het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de voedingsnijverheid" zijn de volgende. § 2. Voor het eerste kwartaal van 2004 bedragen de bijdragen : A. voor de ondernemingen met uitzondering van de ondernemingen van de groenteconservennijverheid, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken en het bereiden van verse groenten, die als R.S.Z.-kengetal het nummer 51/.... dragen : 1,45 pct.;
B. voor de ondernemingen van de groentenconservennijverheid, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken en het bereiden van verse groenten, die als R.S.Z.-kengetal het nummer 51/.... dragen : 0,15 pct. § 3. Vanaf 1 april 2004 tot 30 juni 2005 bedragen de bijdragen : A. voor de ondernemingen met uitzondering van de ondernemingen van de groenteconservennijverheid, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken en het bereiden van verse groenten, die als R.S.Z.-kengetal het nummer 51/.... dragen : 1,30 pct.;
B. voor de ondernemingen van de groenteconservennijverheid, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken en het bereiden van verse groenten, die als R.S.Z.-kengetal het nummer 51/.... dragen : 0 pct. § 4. Vanaf 1 juli 2005 en voor onbepaalde duur bedragen de bijdragen : A. voor de ondernemingen met uitzondering van de ondernemingen van de groenteconservennijverheid, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken en het bereiden van verse groenten, die als R.S.Z.-kengetal het nummer 51/.... dragen : 1,30 pct.;
B. voor de ondernemingen van de groenteconservennijverheid, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken en het bereiden van verse groenten, die als R.S.Z.-kengetal het nummer 51/.... dragen : 0 pct.
Art. 4.§ 1. De volgende bijkomende bijdragen worden geïnd voor alle ondernemingen voor de werking van het Instituut voor Professionele Vorming van de Voedingsnijverheid, hierna genoemd "IPV". § 2. Vanaf 1 januari 2004 tot en met 30 juni 2004 bedraagt de werkgeversbijdrage 0,15 pct. van de lonen aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor de financiering van de initiatieven met betrekking tot vorming en tewerkstelling van risicogroepen. § 3. Vanaf 1 juli 2004 en voor onbepaalde duur bedraagt de werkgeversbijdrage 0,20 pct. van de lonen aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, zijnde 0,05 pct. voor de financiering van vorming in het algemeen en 0,15 pct. voor de financiering van de initiatieven met betrekking tot vorming en tewerkstelling van risicogroepen.
Art. 5.De partijen vragen de algemeenverbindendverklaring aan.
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2004 en wordt gesloten voor een onbepaalde tijd.
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door één der partijen middels een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan alle organisaties die erin vertegenwoordigd zijn.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 september 2004.
De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE