gepubliceerd op 04 september 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid
5 AUGUSTUS 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 augustus 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005 Loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid (Overeenkomst geregistreerd op 14 juni 2005 onder het nummer 75093/CO/118.09) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van groentenconserven, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepbevroren groenten, het schoonmaken of bereiden van verse groenten.
Tot de sector van de groentenconserven behoren de ondernemingen die hoofdzakelijk een assortiment groenten en/of plantaardige producten in eerste of tweede verwerking voor langdurige bewaring bewerken door appertisatie in blik of glas, door pasteurisatie en/of diepvries. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Uurlonen
Art. 2.Op 1 juni 2005, gelden de volgende minimumuurlonen voor de arbeiders, ongeacht hun leeftijd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 3.§ 1. Op 1 juni 2005 gelden volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die 6 maanden anciënniteit in de onderneming tellen, en dit ongeacht hun leeftijd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De minimumuurlonen vermeld in dit artikel worden op 1 juli 2006 verhoogd met een percentage bepaald overeenkomstig artikel 9, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005 betreffende de sociale programmatie 2005-2006 voor de arbeiders uit de voedingsnijverheid.
Het resultaat van deze loonsverhoging wordt afgerond op twee decimalen.
Art. 4.De voorwaarde van zes maanden anciënniteit is ingevuld op de dag dat de som van alle tewerkstellingsperiodes, al dan niet onderbroken, bij een zelfde werkgever in de loop van de laatste twee jaar minstens zes maanden bedraagt.
Onder "tewerkstellingsperiodes" dient men te verstaan de periodes gedekt door : - alle arbeidsovereenkomsten, van welke aard ook, zelfs al wordt de uitvoering ervan geschorst; en/of - door een interimovereenkomst.
Art. 5.In afwijking op artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978) de volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 2 vermelde minimumlonen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK III. - Seizoenpremie
Art. 6.De volgende seizoenpremies worden betaald : - voor categorie I : * na 3 opeenvolgende seizoenen : 0,0124 EUR per uur; * na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,0248 EUR per uur; - voor categorie II : * na 2 opeenvolgende seizoenen : 0,0124 EUR per uur; * na 3 opeenvolgende seizoenen : 0,0248 EUR per uur; * na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,0370 EUR per uur.
Deze seizoenpremies worden op 1 januari 2006 gebracht op : - voor categorie I : * na 3 opeenvolgende seizoenen : 0,0130 EUR per uur; * na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,0259 EUR per uur; - voor categorie II : * na 2 opeenvolgende seizoenen : 0,0130 EUR per uur; * na 3 opeenvolgende seizoenen : 0,0259 EUR per uur; * na 4 opeenvolgende seizoenen : 0,0387 EUR per uur.
Deze premies worden beperkt tot het seizoen van vier maanden, in principe vastgesteld van 1 juli tot 31 oktober.
Deze periode van vier maanden kan lichtelijk verplaatst worden voor redenen van klimaat. In dit geval zal de werkgeversfederatie op voorhand de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en de erin vertegenwoordigde organisaties verwittigen.
De seizoenpremie mag onderworpen worden aan getrouwheidsvoorwaarden.
Deze dienen op de onderneming in gemeenschappelijk akkoord vastgesteld te worden.
Art. 7.Deze premies zijn niet van toepassing op de ondernemingen waar reeds een gelijkaardig of gelijkwaardig voordeel wordt toegekend onder een andere vorm, of wanneer de werkelijke uitbetaalde lonen de minimumuurlonen overschrijden met een bedrag dat gelijk is aan of hoger is dan deze premies.
Wanneer de werkelijke uitbetaalde lonen de minimumlonen overschrijden zonder dat het verschil het bedrag van de premies bereikt, moeten de nodige aanvullingen toegepast worden. HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de uurlonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 8.De bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minimumuurlonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2001 betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid (koninklijk besluit van 11 september 2003, Belgisch Staatsblad van 17 oktober 2003). HOOFDSTUK V. - Premie voor nachtarbeid
Art. 9.§ 1. Een premie gelijk aan een uurtoeslag van 10 pct. met een minimum van 1,48 EUR wordt toegekend aan de arbeiders die 's nachts tewerkgesteld worden. § 2. Deze premie wordt op 1 januari 2006 gebracht op 10 pct. met een minimum van 1,55 EUR per uur.
Art. 10.De nacht omvat een periode van 8 uren, die beschouwd worden als zijnde vastgesteld van 22 tot 6 uur.
Deze periode kan nochtans van 21 tot 5 uur, of van 23 tot 7 uur, vastgesteld worden, mits dit vermeld wordt in het arbeidsreglement.
Art. 11.Deze premie wordt slechts geheel of gedeeltelijk betaald als in de onderneming nog geen voordelen van gelijke waarde, gebaseerd op dezelfde criteria, bestaan.
Art. 12.De nachtpremie is niet van toepassing voor de uren waarvoor een loontoeslag van 50 pct. of 100 pct. voor overwerk van toepassing is. HOOFDSTUK VI. - Premie voor ploegenarbeid
Art. 13.Een premie gelijk aan een minimum uurtoeslag van : - 0,37 EUR voor de arbeid geleverd in de morgenploeg; - 0,42 EUR voor de arbeid geleverd in de namiddagploeg.
Deze premies mogen vervangen worden door een premie van 0,79 EUR voor het geheel van deze 2 ploegen.
Deze minimum uurtoeslagen worden op 1 januari 2006 gebracht op : - 0,39 EUR voor de arbeid geleverd in de morgenploeg; - 0,44 EUR voor de arbeid geleverd in de namiddagploeg.
Deze premies mogen vervangen worden door een premie van 0,83 EUR voor het geheel van deze 2 ploegen.
Behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, zijn de arbeidsuren van de ploegen als volgt vastgesteld : - voor de morgenploeg : van 6 tot 14 uur; - voor de namiddagploeg : van 14 tot 22 uur.
Art. 14.De in het artikel 13 voorziene premies mogen verminderd worden ten belope van bestaande premies toegekend volgens gelijkwaardige criteria.
Art. 15.De niet betaalde rust voor ploegenwerk is tot 1/2 uur veralgemeend voor alle categorieën, behoudens andere regelingen voorzien in het arbeidsreglement of bedrijfs- collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VII. - Geldigheid
Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 8 oktober 2003 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de groentenijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 september 2004 (Belgisch Staatsblad van 13 oktober 2004).
Zij heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2005 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2006. Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.
Gunstigere regelingen die vóór de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.
Commentaar bij artikel 4 : De partijen komen overeen dat deze periode van zes maanden opgebouwd kan worden door al dan niet onderbroken tewerkstellingsperiodes bij dezelfde werkgever in een referentieperiode van twee jaar. Eens deze voorwaarde van zes maanden is gerealiseerd, is die verworven voor alle latere periodes van tewerkstelling bij deze werkgever.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 augustus 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN