13 OKTOBER 2020. - Koninklijk besluit tot vaststelling voor het jaar 2020 van het bedrag van de repartitiebijdrage en tot vaststelling van het jaarlijks minimumbedrag van de repartitiebijdrage voor de jaren 2020, 2021 en 2022, zoals bedoeld in artikel 14, § 8, zestiende lid, van de wet van 11 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/04/2003 pub. 15/07/2003 numac 2003011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 11 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/04/2003 pub. 15/07/2003 numac 2003011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales, artikel 14, § 8, dertigste lid, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016;

Gelet op de beslissing (B)2078 van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas meegedeeld aan de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie betreffende de vastlegging van de vaste en variabele kosten voor de centrales onderworpen aan de repartitiebijdrage (Doel 3, Doel 4, Tihange 2 en Tihange 3) toe te passen voor de jaren 2020, 2021 en 2022, gegeven op 25 juni 2020;

Gelet op het advies (A)2083 van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas aan de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie betreffende de winstmarge van de industriële productie van elektriciteit door splijting van kernbrandstoffen door de centrales onderworpen aan de repartitiebijdrage (Doel 3, Doel 4, Tihange 2 en Tihange 3) voor het jaar 2019, gegeven op 25 juni 2020;

Gelet op het advies (A)2109 van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas aan de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie betreffende de bepaling van het jaarlijks minimumbedrag van de repartitiebijdrage, van toepassing voor een periode van drie jaar, zijnde de jaren 2020, 2021 en 2022, gegeven op 17 juli 2020;

Gelet op het voorstel E2-N-2020-000950 van de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie aan de minister bevoegd voor Energie teneinde de vaststelling van de repartitiebijdrage voor het jaar 2020 mogelijk te maken, van 31 augustus 2020;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 september 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 9 oktober 2020;

Overwegende dat voor het jaar 2020 het driejaarlijks kredietmechanisme van de repartitiebijdrage voorzien in artikel 14, § 8, twintigste lid, van de wet van 11 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/04/2003 pub. 15/07/2003 numac 2003011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales, niet van toepassing is;

Overwegende dat het jaarlijks minimumbedrag voor de jaren 2020, 2021 en 2022 van de repartiebijdrage bedoeld in artikel 14, § 8, zestiende lid, van de wet van 11 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/04/2003 pub. 15/07/2003 numac 2003011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales, moet vastgelegd worden;

Overwegende dat de winstmarge van de kerncentrales voor het jaar 2019, zoals bedoeld in artikel 14, § 8, zestiende lid, van de wet van 11 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/04/2003 pub. 15/07/2003 numac 2003011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales, zoals beoordeeld in het Advies (A)2083 van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas van 25 juni 2020, wordt op 111.597.029,37 euro bepaald;

Overwegende dat het bedrag dat overeenstemt met 38% van de winstmarge van de kerncentrales voor het jaar 2019, zoals bedoeld in artikel 14, § 8, zestiende lid, van de wet van 11 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/04/2003 pub. 15/07/2003 numac 2003011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales, wordt op 42.406.871,16 euro bepaald;

Overwegende dat de kerncentrales Doel 3, Doel 4, Tihange 2 en Tihange 3 in de loop van het jaar 2019 niet definitief of tijdelijk zijn stilgelegd op bevel van de overheid, zoals bedoeld in artikel 14, § 8, negentiende lid, van de wet van 11 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/04/2003 pub. 15/07/2003 numac 2003011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales;

Overwegende dat de industriële elektriciteitsproductie door splijting van kernbrandstoffen van de kerncentrales Doel 3, Doel 4, Tihange 2 en Tihange 3 voor het jaar 2019 in totaal 28.511.411,00 Megawattuur bedraagt, verdeeld over: 1° 25.605.242,88 Megawattuur voor de nv ELECTRABEL, met ondernemingsnummer 0403.170.701 en met maatschappelijke zetel gevestigd te Simon Bolivarlaan 34 te 1000 Brussel; 2° 2.906.168,12 Megawattuur voor de nv Luminus, met ondernemingsnummer 0471.811.661 en met maatschappelijke zetel gevestigd te Koning Albert II-laan 7 te 1210 Brussel;

Overwegende dat de bedragen van de repartitiebijdrage verminderd worden door toepassing van het degressiviteitsmechanisme, met toepassing van artikel 14, § 8, eenentwintigste lid, van de wet van 11 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/04/2003 pub. 15/07/2003 numac 2003011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales sluiten betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales;

Overwegende het advies 62.250/3 van de Raad van State, gegeven op 13 oktober 2017;

Overwegende dat dit besluit geacht wordt nooit uitwerking te hebben gehad indien het niet door een wet bevestigd wordt binnen de 12 maanden na de inwerkingtreding ervan;

Op de voordracht van de Minister van Energie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het minimumbedrag van toepassing in de periode 2020, 2021 en 2022 wordt vastgelegd op 84.787.986,00 euro.

Art. 2.Het bedrag van de repartitiebijdrage voor het jaar 2020 wordt bepaald op 84.787.986 euro.

Art. 3.Het bedrag van de individuele repartitiebijdrage voor het jaar 2020 ten laste van de nv ELECTRABEL, met ondernemingsnummer 0403.170.701 en met maatschappelijke zetel gevestigd te Simon Bolivarlaan 34 te 1000 Brussel, wordt bepaald op 76.145.546,59 euro.

De vermindering toegekend aan de nv ELECTRABEL, met ondernemingsnummer 0403.170.701 en met maatschappelijke zetel gevestigd te Simon Bolivarlaan 34 te 1000 Brussel, uit hoofde van het degressiviteitsmechanisme, wordt bepaald op 8.054.858,67 euro.

Het bedrag van de individuele repartitiebijdrage voor het jaar 2020 ten laste van de nv ELECTRABEL, met ondernemingsnummer 0403.170.701 en met maatschappelijke zetel gevestigd te Simon Bolivarlaan 34 te 1000 Brussel, na toepassing van het degressiviteitsmechanisme, wordt bepaald op 68.090.687,92 euro.

Art. 4.Het bedrag van de individuele repartitiebijdrage voor het jaar 2020 ten laste van de nv Luminus, met ondernemingsnummer 0471.811.661 en met maatschappelijke zetel gevestigd te Koning Albert II-laan 7, 1210 Brussel, wordt bepaald op 8.642.439,41 euro.

De vermindering toegekend aan de nv Luminus, met ondernemingsnummer 0471.811.661 en met maatschappelijke zetel gevestigd te Koning Albert II-laan 7, 1210 Brussel, uit hoofde van het degressiviteitsmechanisme, wordt bepaald op 4.704.249,42 euro.

Het bedrag van de individuele repartitiebijdrage voor het jaar 2020 ten laste van de nv Luminus, met ondernemingsnummer 0471.811.661 en met maatschappelijke zetel gevestigd te Koning Albert II-laan 7, 1210 Brussel, na toepassing van het degressiviteitsmechanisme, wordt bepaald op 3.938.189,99 euro.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 15 december 2020.

Art. 6.De minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 oktober 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Energie, T. VAN DER STRAETEN