13 NOVEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het Algemeen Reglement op de gerechtskosten in strafzaken, vastgesteld bij koninklijk besluit van 28 december 1950 wat betreft de administratieve kosten in strafzaken

VERSLAG AAN DE KONING Sire, Dit besluit heeft tot doel de administratieve kosten in strafzaken zoals bepaald in artikel 91 van het Algemeen Reglement op de gerechtskosten, vastgesteld bij koninklijk besluit van 28 december 1950, aan te passen aan de beslissingen van het begrotingsconclaaf 2012.

Het bedrag van 1 000 BEF, ingevoerd bij koninklijk besluit van 23 december 1993, is in 2001, naar aanleiding van de invoering van de euro, enkel omgezet naar 25 EUR. In feite heeft dit bedrag sinds de wijziging van 1993 geen grondige aanpassing meer gekend.

Nochtans zijn onder meer de correspondentiekosten, de papierkost wegens het grotere dossiervolume, de personeelskost en andere beheerskosten sinds deze periode van bijna twintig jaar reeds in grote mate gestegen. Het is dan ook absoluut noodzakelijk om het budgettaire evenwicht met betrekking tot deze kosten te herstellen en het bedrag naar 50 EUR te brengen.

Op verzoek van de Raad van State werd ook nagegaan of, in toepassing van art. 19/1 van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten betreffende de coördinatie van het federaal beleid inzake duurzame ontwikkeling, de « DOEB-test » diende te worden uitgevoerd. Ook werd rekening gehouden met haar verzoek dit te melden in de aanhef.

Artikelsgewijze bespreking.

Artikel 1.Dit artikel verdubbelt het bedrag van 25 EUR naar 50 EUR en dit naar analogie met het koninklijk besluit van 23 december 1993 die indertijd het bedrag van 500 BEF. verdubbelde naar 1 000 BEF.

Artikel 2.Dit artikel legt de datum vast van de inwerkingtreding van het besluit.

Artikel 3.Dit artikel bepaalt welke minister met de uitvoering van het besluit wordt belast.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer trouwe dienaar.

De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM

ADVIES 51.771/1/V VAN 9 AUGUSTUS 2012 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling Wetgeving, eerste vakantiekamer, op 20 juli 2012 door de Minister van Justitie verzocht haar, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit 'tot wijziging van het Algemeen Reglement op de gerechtskosten in strafzaken, vastgesteld bij koninklijk besluit van 28 december 1950 'wat betreft de administratieve kosten in strafzaken', heeft het volgende advies gegeven : 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich beperkt tot het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Rechtsgrond Het om advies voorgelegde ontwerpbesluit strekt tot het verhogen van de vergoeding bedoeld in artikel 91, tweede lid, van het koninklijk besluit van 28 december 1950 'houdende Algemeen Reglement op de gerechtskosten in strafzaken' van vijfentwintig naar vijftig euro.

Rechtsgrond hiertoe wordt geboden door artikel 6, eerste lid, van de Programmawet (II) van 27 december 2006. Luidens die bepaling neemt de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, een Algemeen Reglement aan inzake de gerechtskosten in strafzaken, houdende de bepaling van een lijst van gerechtskosten, de tarifering en de betalings- en inningsprocedure ervan.

Er wordt aan herinnerd dat het te nemen besluit krachtens artikel 6, tweede lid, van de genoemde wet zal dienen te worden bekrachtigd bij wet binnen vierentwintig maanden volgend op de datum van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Vormvereisten Uit het dossier blijkt niet dat het ontwerp het voorwerp heeft uitgemaakt van het voorafgaande onderzoek voorgeschreven bij artikel 19/1, § 1, van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten 'betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling'. Zo dat effectief niet het geval is, dient dat onderzoek nog plaats te vinden. Indien het voorafgaande onderzoek het vereist, dient overeenkomstig artikel 19/2 van de genoemde wet ook een duurzame-ontwikkelingseffectbeoordeling plaats te vinden.

Aan de aanhef dient een lid te worden toegevoegd waarin gewag wordt gemaakt van het vervullen van het bij artikel 19/1 (en eventueel /2) van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten opgelegde vormvereiste.

De kamer was samengesteld uit : De heren : M. Van Damme, Kamervoorzitter;

J. Smets en B. Thys, staatsraden;

J. Velaers, assessor van de afdeling Wetgeving;

Mevr. M. Verschraeghen, toegevoegd griffier;

Het verslag werd uitgebracht door de heer W. Pas, eerste auditeur.

De griffier, M. Verschraeghen.

De voorzitter, M. Van Damme.

13 NOVEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het Algemeen Reglement op de gerechtskosten in strafzaken, vastgesteld bij koninklijk besluit van 28 december 1950, wat betreft de administratieve kosten in strafzaken ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet (II) van 27 december 2006, artikel 6;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende Algemeen Reglement op de gerechtskosten in strafzaken, artikel 91, zoals gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 december 1993 en 11 december 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 april 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 31 mei 2012;

Gelet op het feit dat overeenkomstig artikel 19/1 van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten betreffende de coördinatie van het federaal beleid inzake duurzame ontwikkeling, een voorafgaandelijk onderzoek met betrekking tot de noodzakelijkheid van de uitvoering van een effectbeoordeling (een « DOEB-test ») werd uitgevoerd;

Gelet op het feit dat uit dit onderzoek blijkt dat huidig besluit valt onder de toepassing van een vrijstelling van voorafgaand onderzoek zoals bepaald in artikel 2, 2° van het koninklijk besluit van 20 september 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/09/2012 pub. 09/10/2012 numac 2012011374 bron programmatorische federale overheidsdienst duurzame ontwikkeling Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 19/1, § 1, tweede lid van hoofdstuk V/1 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten houdende de uitvoering van artikel 19/1, § 1, tweede lid van hoofdstuk V/1 van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten betreffende de coördinatie van het federaal beleid inzake duurzame ontwikkeling;

Gelet op advies 51.771/1/V van de Raad van State, gegeven op 9 augustus 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Justitie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In art. 91, tweede lid van het Algemeen Reglement op de gerechtskosten in strafzaken vastgesteld bij koninklijk besluit van 28 december 1950, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 2001, wordt het bedrag van « 25 euro » vervangen door het bedrag van « 50 euro ».

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 december 2012.

Art. 3.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 november 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, A. TURTELBOOM