gepubliceerd op 18 november 2011
Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 16, eerste lid, 2), en 22, § 3, van de wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen voor de jaren 2012, 2013 en 2014
13 NOVEMBER 2011. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 16, eerste lid, 2), en 22, § 3, van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen voor de jaren 2012, 2013 en 2014
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen, inzonderheid de artikelen 16, eerste lid, 2), en 22, § 3;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, gegeven op 10 oktober 2011;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 oktober 2011;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting van 28 oktober 2011;
Overwegende dat voornoemde wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten, waarvan de hoogdringendheid werd ingeroepen in het parlement, in werking treedt op 1 januari 2012;
Overwegende dat de provinciale en plaatselijke besturen die momenteel over een eigen pensioenregeling beschikken (pools 3 en 4) vóór 15 december 2011 moeten beslissen indien zij vragen dat hun ambtshalve aansluiting bij het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO niet effectief wordt op 1 januari 2012;
Overwegende dat, om met volle kennis van zaken te kunnen beslissen of zij er al dan niet mee instemmen om toe te treden tot de solidariteit binnen de nieuwe gefusioneerde pool, deze besturen voorafgaand ingelicht moeten worden over de basispensioenbijdragevoet die zij werkelijk zullen moeten betalen in 2012;
Overwegende dat de bij het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO aangesloten provinciale en plaatselijke besturen hun begroting voor 2012 moeten opstellen, hetgeen impliceert dat zij de basispensioenbijdragevoet moeten kennen die zij werkelijk moeten betalen na de aanwending van de reserves;
Overwegende dat bij artikel 18 van voornoemde wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten de basispensioenbijdragevoet van het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO voor de jaren 2012, 2013 en 2014 respectievelijk vastgesteld is op 34 %, 36 % en 38 % voor de besturen die op 31 december 2011 aangesloten waren bij het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de plaatselijke besturen (ex-pool 1), op telkens 41 % voor de besturen die op 31 december 2011 aangesloten waren bij het stelsel van de nieuwe bij de Rijksdienst aangeslotenen (ex-pool 2), op respectievelijk 34 %, 36 % en 38 % of telkens 41 % voor de besturen die op 31 december 2011 over een eigen pensioenstelsel beschikten (ex-pool 3 en ex-pool 4) en op respectievelijk 31 %, 34 % en 37 % voor de lokale politiezones die vóór 1 januari 2012 aangesloten waren bij het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie (ex-pool 5);
Overwegende dat krachtens artikel 20 van voornoemde wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten de bij het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO aangesloten besturen, waarvan de eigen pensioenbijdragevoet groter is dan de basispensioenbijdragevoet, aanvullende werkgeversbijdragen voor de individuele responsabilisering verschuldigd zijn;
Overwegende dat krachtens artikel 16, eerste lid, 2) van voornoemde wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten een deel van de basispensioenbijdragevoet, die verschuldigd is door de plaatselijke besturen die bij het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de plaatselijke besturen waren aangesloten op 31 december 2011, kan worden gedekt door een tussenkomst van het reservefonds van dit pensioenstelsel;
Overwegende dat krachtens artikel 22, § 3, van voornoemde wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten de andere bij de RSZPPO beschikbare reserves kunnen worden aangewend om enerzijds de basispensioenbijdragevoet te verminderen die door de besturen werkelijk moet worden betaald ten opzichte van de wettelijk voorziene bijdragevoet, en anderzijds om een deel van de aanvullende werkgeversbijdragen voor de individuele responsabilisering te dekken;
Overwegende dat het geraamde saldo van het reservefonds van het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de plaatselijke besturen op 31 december 2011 436.700.000 euro bedraagt en dus toelaat om voor de plaatselijke besturen die bij dit pensioenstelsel waren aangesloten op 31 december 2011 een deel van de basispensioenbijdragevoet voor de jaren 2012, 2013 en 2014 te dekken;
Overwegende dat het geraamde saldo van de andere bij de RSZPPO beschikbare reserves op 31 december 2011 305.400.000 euro bedraagt en het aangewezen is deze reserves aan te wenden om de basispensioenbijdragevoet voor de jaren 2012, 2013 en 2014 te verminderen en om de individuele responsabiliseringbijdragen die bepaalde besturen voor diezelfde jaren verschuldigd zijn gedeeltelijk te dekken;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, van Onze Minister van Werk, van Onze Minister van Pensioenen en van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De basispensioenbijdragevoet van het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO, die voor de jaren 2012, 2013 en 2014 verschuldigd is door de besturen die op 31 december 2011 bij het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de plaatselijke besturen waren aangesloten, wordt ten belope van 0,50 % voor het jaar 2012 en ten belope van 1,00 % voor de jaren 2013 en 2014 gedekt door een tussenkomst van het reservefonds van dit pensioenstelsel, zoals bedoeld in artikel 4, § 2 van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke besturen en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen.
Art. 2.Onverminderd artikel 1, worden de andere beschikbare reserves zoals bedoeld in artikel 23 van voormelde wet, aangewend om de basispensioenbijdragevoet voor de jaren 2012, 2013 en 2014 te verminderen die werkelijk door de werkgevers moeten worden betaald ten opzichte van de door artikel 18 van voormelde wet voorziene bijdragevoet ten belope van : a) 1,00 % voor elk van deze jaren voor de in artikel 18, 1), en in artikel 18, 3), a), van voormelde wet bedoelde besturen;b) respectievelijk 0,50 %, 0 % en 0 % voor de in artikel 18, 2), en in artikel 18, 3), b), van voormelde wet bedoelde besturen;c) respectievelijk 2,00 %, 3,00 % en 3,00 % voor de in artikel 18, 4), van voormelde wet bedoelde lokale politiezones.
Art. 3.Voor elk van de jaren 2012, 2013 en 2014 is het deel van de andere beschikbare reserves zoals bedoeld in artikel 23 van voormelde wet, aangewend om een deel van de aanvullende werkgeversbijdragen te dekken die bepaalde werkgevers verschuldigd zijn voor de individuele responsabilisering, gelijk aan het bedrag voor dat jaar aangewend in toepassing van artikel 2.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2012.
Art. 5.Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Werk, Onze Minister van Pensioenen en Onze Minister van Binnenlandse Zaken, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 november 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Werk, Mevr. J. MILQUET De Minister van Pensioenen, M. DAERDEN La Ministre de l'Intérieur, Mevr. A. TURTELBOOM