gepubliceerd op 23 juni 2005
Koninklijk besluit betreffende de loopbaan van niveau A van de ambtenaren in de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer
13 MEI 2005. - Koninklijk besluit betreffende de loopbaan van niveau A van de ambtenaren in de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 februari 1997 houdende diverse maatregelen ten gunste van de statutaire personeelsleden van de Regie voor Maritiem Transport, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 april 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van een afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 april 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van de modaliteiten van overdracht van de personeelsleden van de Regie voor Maritiem Transport naar de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 februari 1999 houdende oprichting van de graden van de ambtenaren opgenomen in de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 april 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden van de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 maart 2001, 4 december 2001, 4 september 2002, 18 december 2003 en 5 april 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 april 2004 houdende hervorming van de loopbaan van de ambtenaren in de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel;
Gelet op het ministerieel besluit van 12 februari 1999 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van een afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 16 mei 2000 en het koninklijk besluit van 5 april 2004;
Overwegende dat er, in het kader van het moderniseringsproces van de federale administratie, naar het voorbeeld van de hervormingen die reeds werden doorgevoerd inzake de loopbaan van de personeelsleden van de niveaus B, C en D, een nieuwe loopbaan voor de personeelsleden van niveau 1 moet worden ingevoerd;
Overwegende dat het personeelsbeleid één van de sleutelelementen is van een doeltreffende en dynamische organisatie en dat het in dit verband belangrijk is de personeelsleden een loopbaan te waarborgen die is opgebouwd rond prestaties en de kwaliteit van de prestaties en dat de personeelsleden de kans krijgen om tijdens hun loopbaan een functie te vinden, waarin ze optimaal renderen voor de openbare dienstverlening;
Overwegende dat de hervorming van de loopbaan van niveau 1 in deze optiek de personeelsleden duidelijke en aantrekkelijke perspectieven moet bieden;
Overwegende dat in dit verband de centrale gedachte van de hervorming van de loopbaan van niveau 1 erin bestaat deze loopbaan toe te spitsen op beroepsrichtingen om het verwerven van competenties te valoriseren en dat het bijgevolg belangrijk is deze te ontwikkelen via permanente vorming;
Overwegende dat de statutaire bepalingen die van toepassing zijn op het Rijkspersoneel van niveau 1 moeten worden aangepast aan de omzetting van niveau 1 naar niveau A zoals beschreven;
Overwegende dat de hervorming van de bijzondere loopbanen van het personeel bij de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer moet gerealiseerd worden op de bepalingen van het voornoemd besluit van 4 augustus 2004;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 oktober 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 7 februari 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 3 januari 2005;
Gelet op het protocol nr. 2005/4 van 24 maart 2005 van het Sectorcomité VI;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de hervorming van de bijzondere loopbanen van het personeel bij de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer moet gerealiseerd worden vóór 1 december 2004;
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 houdende oprichting van de graden van de ambtenaren opgenomen in de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 houdende oprichting van de graden van de ambtenaren opgenomen in de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, vervangen bij het koninklijk besluit van 5 april 2004, wordt de rubriek « Niveau 1 » geschrapt.
Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 2.§ 1. In dezelfde Federale Overheidsdienst (afzonderlijke personeelsformatie) komen de volgende vakklassen voor : A1;
A2. § 2. De ambtenaren die op 1 december 2004 titularis zijn van een van de geschrapte graden die hierna in kolom 1 zijn opgenomen worden ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 2 is opgenomen en dragen de toegevoegde titel vermeld in de kolom 3.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. De volgende graden worden geschrapt : Commandant;
Officier-hoofdwerktuigkundige;
Eerste luitenant. » HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden van de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer
Art. 3.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden van de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer wordt vervangen als volgt : «
Artikel 1.De ambtenaren voorheen bekleed met de graad van commandant behouden de hierna vermelde weddenschaal : 25.953,00 - 38.371,62 3/1 x 624,27 11/2 x 958,71 (Kl. 24 j. - G.B.) »
Art. 4.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 2.De ambtenaar voorheen bekleed met de graad van officier-hoofdwerktuigkundige behoudt de hierna vermelde weddenschaal : 25.953,00 - 38.371,62 3/1 x 624,27 11/2 x 958,71 (Kl. 24 j. - G.B.) »
Art. 5.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 3.De ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerste luitenant behouden de hierna vermelde weddenschaal : 20.705,34 - 32.165,25 3/1 x 624,27 10/2 x 958,71 (Kl. 24 j. - G.B.) »
Art. 6.Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 7.Artikel 27 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 27.De ambtenaar benoemd tot de graad van ingenieur, op 28 februari 1997 bij de voormalige Regie voor Maritiem Transport bekleed met de geschrapte graad van eerstaanwezend ingenieur (rang 11) of ingenieur (rang 10) die op dezelfde datum ten minste vier jaar graadanciënniteit of ten minste tien jaar dienstanciënniteit had en in de bijzondere weddenschaal van die graad op 30 november 2004 ten minste een geldelijke anciënniteit heeft van elf jaar, wordt geïntegreerd in de weddenschaal A32. »
Art. 8.Aan het artikel 50 van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 5 april 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het 1° wordt vervangen als volgt : « 1° Officier-werktuigkundige A, ter beschikking gesteld in de functie van officier-hoofdwerktuigkundige (klasse A2) : 25.953,00 - 38.371,62 3/1 x 624,27 11/2 x 958,71 (Kl. 24 j. - G.B.) » 2° het 2° wordt vervangen als volgt : « 2° Luitenant en kaaiofficier, ter beschikking gesteld in de functie van eerste luitenant (klasse A1) : 20.705,34 - 32.165,25 3/1 x 624,27 10/2 x 958,71 (Kl. 24 j. - G.B.) » 3° het 3° wordt vervangen als volgt : « 3° Administratief assistent, ter beschikking gesteld in de functie van adjunct-adviseur op 30 november 2004 bekomt vanaf 1 december 2004 de weddenschaal A11.»
Art. 9.Artikel 51 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 51.In afwijking van artikel 23 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel bekomt de ambtenaar bekleed met de oude graad van industrieel ingenieur die op 30 november 2004 in deze graad ter beschikking gesteld is van een vennootschap die belast is met het beheer van een Belgische haven de weddenschaal A21 tijdens de periode van zijn verdere terbeschikkingstelling. » HOOFDSTUK III. -Wijziging van het ministerieel besluit van 12 februari 1999 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van een afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer
Art. 10.In artikel 1 van het ministerieel besluit van 12 februari 1999 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van een afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, vervangen bij het koninklijk besluit van 5 april 2004, vervallen de woorden : « de betrekking van adviseur kan worden bezoldigd in de weddenschaal 13B; 1 van de twee betrekkingen van ingenieur wordt bezoldigd in de weddenschaal 10E; 1 van de twee betrekkingen van ingenieur wordt bezoldigd in de weddenschaal 10F; 1 van de 2 betrekkingen van adjunct-adviseur wordt bezoldigd in de weddenschaal 10C; » HOOFDSTUK IV. - Overgangsmaatregel
Art. 11.Voor de eerste officier-werktuigkundige A ter beschikking gesteld van een vennootschap die bedrijvig is in het maritiem transport van een naar een lid-Staat van de Europese Unie zoals in het artikel 3 van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van een afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer is opgenomen, geschiedt de bevordering tot officier-hoofdwerktuigkundige zoals in de tabel hieronder wordt weergegeven, onverminderd de reglementaire bepalingen van algemene aard betreffende de loopbaan van het Rijkspersoneel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 12.De ambtenaren bekleed met de geschrapte graden van eerste luitenant, van commandant en van officier-hoofdwerktuigkundige behouden de toelagen, premies en vergoedingen verbonden aan hun geschrapte graad.
Art. 13.In afwijking van artikel 12 van het koninklijk besluit van 18 februari 1997 houdende diverse maatregelen ten gunste van de statutaire personeelsleden van de Regie voor Maritiem Transport wordt, voor de overgeplaatste ambtenaren bekleed met een titel van commandant of eerste luitenant vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 houdende oprichting van de graden van de ambtenaren opgenomen in de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer zoals gewijzigd bij dit besluit en die geslaagd zijn in een gecertificeerde opleiding, bij de toekenning van de competentietoelage, de hoogste wedde bedoeld in artikel 12 vergeleken met het bedrag van de schaal verbonden aan de klasse na overplaatsing, verhoogd met de competentietoelage. Het hoogste bedrag wordt betaald.
Art. 14.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2004.
Art. 15.Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Mobiliteit zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Napels, 13 mei 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT