gepubliceerd op 19 mei 2004
Koninklijk besluit houdende hervorming van de loopbaan van de ambtenaren in de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer
5 APRIL 2004. - Koninklijk besluit houdende hervorming van de loopbaan van de ambtenaren in de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 januari 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, inzonderheid op artikel 4, eerste lid, 2°, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van een afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van de modaliteiten van overdracht van de personeelsleden van de Regie voor Maritiem Transport naar de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 februari 1999 houdende oprichting van de graden van de ambtenaren opgenomen in de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 februari 1999 betreffende de bevordering van sommige ambtenaren van de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden van de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 december 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1999 houdende regeling van het zeegeld van het statutair varend personeel van de Regie voor Maritiem Transport in vereffening en van de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, ter beschikking gesteld voor tewerkstelling aan boord van een snelle ferry of een vrachtschip, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 december 2001;
Gelet op het ministerieel besluit van 12 februari 1999 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van een afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 16 mei 2000;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 februari 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 1 april 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 24 februari 2004;
Gelet op het protocol nr. 2004/1 van 25 maart 2004 van het Sectorcomité VI;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de hervorming tot doel heeft de federale overheidsdienst om te vormen tot een dynamische organisatie die niet alleen een betere dienstverlening aan de gebruiker beoogt, maar ook een betere werkgever wil zijn;
Overwegende dat een radicale verandering van de oriëntatie in het personeelsbeleid één van de peilers is van genoemde hervorming en dat de modernisering van de loopbanen van de Rijksambtenaren hiervan een essentieel element uitmaakt;
Overwegende dat de hervorming van de bijzondere loopbanen van het personeel bij de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer zo vlug mogelijk moet worden gerealiseerd, gebaseerd op de bepalingen van het voornoemd koninklijk besluit van 5 september 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur
Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van een afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 8 april 2003, wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van een afzonderlijke personeelsformatie bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. »
Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Artikel 2.De personeelsformatie voor de permanente cel wordt als volgt vastgesteld : Niveau 1 Adviseur 1 Niveau B Financieel deskundige 1 Technisch deskundige 1 Niveau C Administratief assistent 6 Niveau D Administratief medewerker 2. »
Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Artikel 3.§ 1. Voor de ambtenaren ter beschikking gesteld van een vennootschap die bedrijvig is in het maritiem transport van en naar een haven van de Europese Unie, wordt de volgende personeelsformatie vastgesteld : Niveau 1 Adjunct-adviseur 2 Officier-hoofdwerktuigkundige 1 Niveau B Eerste officier-werktuigkundige A 8 Officier-werktuigkundige A 2 Niveau C Administratief assistent 2 Kaaiofficier 1 Scheepstechnicus 8 Niveau D Bootsman 5 Kwartiermeester 4 Matroos 1 § 2. De hierna vermelde betrekkingen worden afgeschaft bij het vertrek van de titularis ervan : Eerste officier-werktuigkundige A 1 Administratief assistent 1 Controleur 1 Controleur 1 Scheepstechnicus 1 Technisch medewerker 1 Technisch medewerker 2 Technisch medewerker 1 In de hierna vermelde betrekkingen van § 1 kan slechts worden voorzien wanneer de betrekking uit het eerste lid is afgeschaft : Officier-hoofdwerktuigkundige 1 Adjunct-adviseur 1 Administratief assistent 1 Kaaiofficier 1 Officier-werktuigkundige A 1 Administratief assistent 1 Scheepstechnicus 2 Administratief assistent 1. »
Art. 4.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Artikel 4.De titularissen van de hierna vermelde betrekkingen worden ter beschikking gesteld van een vennootschap die belast is met het beheer van een Belgische haven : Niveau 1 Ingenieur 1 Industrieel ingenieur 2 Niveau C Technisch assistent 1 Niveau D Technisch medewerker 3. »
Art. 5.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Artikel 5.De titularissen van de hierna vermelde betrekkingen worden ter beschikking gesteld van de Dienst Bos en Groen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap : Niveau D Technisch medewerker 3. »
Art. 6.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Artikel 6.De titularissen van de hierna vermelde betrekkingen worden ter beschikking gesteld van Selor : Niveau B Administratief deskundige 1 Niveau C Administratief assistent 1 Scheepstechnicus 2 Niveau D Matroos 3 Technisch medewerker 1. »
Art. 7.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Artikel 7.De onderstaande betrekkingen behoren toe aan de titularissen die een verlof voorafgaand aan de pensionering bekomen hebben : Niveau 1 Informaticus 1 Ingenieur 1 Commandant 3 Eerste luitenant 8 Adjunct-adviseur 1 Industrieel ingenieur 1 Niveau B Eerste officier-werktuigkundige A 6 Officier-werktuigkundige A 3 Luitenant 2 Marconist 2 ICT-deskundige 1 Niveau C Bestuurschef (afgeschafte graad) 1 Hoofdtechnicus (afgeschafte graad) 1 Purser 2 Kaaiofficier 2 Controleur 7 Administratief assistent 3 Technisch assistent 1 Scheepstechnicus 9 Niveau D Hoofdoperateur-mecanograaf 1 Administratief medewerker 6 Atelierchef 1 Officier-werktuigkundige B 1 Scheepswerktuigkundige 1e klasse 7 Scheepswerktuigkundige 14 Bootsman 4 Bootsman (loodsboten en tenders) 2 Technisch medewerker 55 Kwartiermeester 8 Matroos-specialist loodsboten 2 Matroos 32 Kok (ingescheept) 2 Stoker 5. » HOOFDSTUK II. - Wijziging van het ministerieel besluit van 12 februari 1999 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van een afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur
Art. 8.Het opschrift van het ministerieel besluit van 12 februari 1999 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van een afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 16 mei 2000, wordt vervangen als volgt : « Ministerieel besluit van 12 februari 1999 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van een afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. »
Art. 9.Artikel 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 16 mei 2000, wordt vervangen als volgt : «
Artikel 1.De betrekkingen opgenomen in de artikelen 2 tot 6 en in artikel 7, voor wat de betrekkingen betreft waarvan de titularissen een verlof voorafgaand aan de pensionering hebben aangevraagd maar voor wie dit verlof nog niet aangevangen is, van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, worden onderverdeeld als volgt : de betrekking van adviseur kan worden bezoldigd in de weddenschaal 13 B; 1 van de 2 betrekkingen van ingenieur wordt bezoldigd in de weddenschaal 10 E; 1 van de 2 betrekkingen van ingenieur wordt bezoldigd in de weddenschaal 10 F; 1 van de 2 betrekkingen van adjunct-adviseur wordt bezoldigd in de weddenschaal 10 C; 3 van de 13 betrekkingen van administratief assistent of bestuurschef (afgeschafte graad) worden bezoldigd in de weddenschaal 22 B; 1 van de 3 betrekkingen van technisch assistent of hoofdtechnicus (afgeschafte graad) wordt bezoldigd in de weddenschaal 22 B; 2 van de 7 administratieve medewerkers worden bezoldigd in de weddenschaal DA2; 2 van de 7 administratieve medewerkers worden bezoldigd in de weddenschaal DA3; 1 van de 7 administratieve medewerkers wordt bezoldigd in de weddenschaal DA4; 6 van de 23 technische medewerkers worden bezoldigd in de weddenschaal DT3; 8 van de 23 technische medewerkers worden bezoldigd in de weddenschaal DT4; 2 van de 23 technische medewerkers worden bezoldigd in de weddenschaal DT5. » HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 houdende oprichting van de graden van de ambtenaren opgenomen in de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur
Art. 10.Het opschrift van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 houdende oprichting van de graden van de ambtenaren opgenomen in de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit van 12 februari 1999 houdende oprichting van de graden van de ambtenaren opgenomen in de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. »
Art. 11.Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Artikel 1.Bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer (Afzonderlijke personeelsformatie) komen de volgende graden voor : Niveau 1 in rang 10 : Officier-hoofdwerktuigkundige in rang 10 : Commandant in rang 10 : Eerste luitenant Niveau B Eerste officier-werktuigkundige A Officier-werktuigkundige A Luitenant Marconist Niveau C Purser Kaaiofficier Scheepstechnicus Controleur Niveau D Atelierchef Officier-werktuigkundige B Scheepswerktuigkundige 1e klasse Scheepswerktuigkundige Bootsman Bootsman (loodsboten en tenders) Kwartiermeester Matroos-specialist loodsboten Matroos Kok (ingescheept) Stoker. »
Art. 12.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Artikel 2.In de tabel gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de Rijksbesturen kunnen titularis zijn, komen onder het opschrift "I. Alfabetische rangschikking van de Nederlandse benamingen" en onder het opschrift "II. Alfabetische rangschikking van de Franse benamingen", de volgende graden voor : - in rang 10 : commandant (Mobiliteit en Vervoer); - in rang 10 : eerste luitenant (Mobiliteit en Vervoer); - in rang 10 : officier-hoofdwerktuigkundige (Mobiliteit en Vervoer). » HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden van de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur
Art. 13.Het opschrift van het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden van de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden van de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. »
Art. 14.In hoofdstuk I van hetzelfde besluit wordt de vermelding "A. Administratief personeel onderworpen aan het statuut van het Rijkspersoneel" geschrapt.
Art. 15.In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001, 4 september 2002 en 18 december 2003, wordt de vermelding betreffende de rang van de graad geschrapt.
Art. 16.Artikel 5, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002, wordt opgeheven.
Art. 17.In de artikelen 6, 7, § 1, 8, 9 en 10, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002, wordt de vermelding betreffende de rang van de graad geschrapt.
Art. 18.In hoofdstuk I van hetzelfde besluit wordt de vermelding "B. Technisch personeel onderworpen aan het statuut van het Rijkspersoneel" geschrapt.
Art. 19.In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt de vermelding betreffende de rang van de graad geschrapt;2° de §§ 2 tot 6 worden opgeheven;3° de §§ 7 tot 9 worden respectievelijk de §§ 2 tot 4.
Art. 20.In hoofdstuk I van hetzelfde besluit wordt de vermelding "C. Meesters-, vak- en dienstpersoneel onderworpen aan het statuut van het Rijkspersoneel" geschrapt.
Art. 21.In de artikelen 12 en 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002, wordt de vermelding betreffende de rang van de graad geschrapt.
Art. 22.In artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt de vermelding betreffende de rang van de graad geschrapt;2° de §§ 2 en 3 worden opgeheven.
Art. 23.In artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt de vermelding betreffende de rang van de graad geschrapt;2° § 2 wordt opgeheven.
Art. 24.In de artikelen 16, 17, § 1, 18, 19, 20, 21, § 1 en 23, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002, wordt de vermelding betreffende de rang van de graad geschrapt.
Art. 25.Artikel 22, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002, wordt opgeheven.
Art. 26.In hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt de vermelding "A. Administratief personeel onderworpen aan het statuut van het Rijkspersoneel" geschrapt.
Art. 27.Worden opgeheven in hetzelfde besluit : 1° de artikelen 24 en 25, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001, 4 september 2002 en 18 december 2003;2° artikel 28, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002.
Art. 28.Artikel 29 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002, wordt vervangen als volgt : «
Artikel 29.§ 1. De ambtenaren die titularis waren van een geschrapte gemene graad en die begunstigde zijn van een bijzondere weddenschaal, worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bijlage bij dit besluit. § 2. De door deze ambtenaren verworven geldelijke anciënniteit wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal. »
Art. 29.Artikel 30 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002, wordt vervangen als volgt : «
Artikel 30.§ 1. In afwijking van artikel 29, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in een graad opgenomen in kolom 1 van de hierna vermelde tabel, voorheen bekleed met de geschrapte graad opgenomen in kolom 2 en die, bij wijze van overgangsmaatregel, genoten van de weddenschaal vermeld in kolom 3, het voordeel van deze weddenschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De in § 1 bedoelde ambtenaren die overeenkomstig de bijlage bij dit besluit ingeschaald zijn in CA3 of CT3, verkrijgen na 6 jaar bij voorrang de weddenschaal 22B opgenomen in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Rijksbesturen, binnen de grenzen van de vacante betrekkingen van deze weddenschaal en in volgende orde van voorkeur : 1° de ambtenaar met de grootste graadanciënniteit;2° bij gelijkheid van graadanciënniteit, de ambtenaar met de grootste dienstanciënniteit;3° bij gelijkheid van dienstanciënniteit, de oudste ambtenaar. Hun graadanciënniteit wordt in aanmerking genomen voor de berekening van deze periode van 6 jaar. »
Art. 30.De artikelen 31 en 32 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002, worden opgeheven.
Art. 31.Artikel 33 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002, wordt vervangen als volgt : «
Artikel 33.In afwijking van artikel 29, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in een graad opgenomen in kolom 1 van de hierna vermelde tabel, voorheen bekleed met de geschrapte graad opgenomen in kolom 2 en die, bij wijze van overgangsmaatregel, genoten van de weddenschaal vermeld in kolom 3, het voordeel van deze weddenschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 32.De artikelen 34 tot 37 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002, worden opgeheven.
Art. 33.In hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt de vermelding "B. Technisch personeel onderworpen aan het statuut van het Rijkspersoneel" geschrapt.
Art. 34.De artikelen 38 tot 41 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002, worden opgeheven.
Art. 35.In hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt de vermelding "C. Meesters-, vak- en dienstpersoneel onderworpen aan het statuut van het Rijkspersoneel" geschrapt.
Art. 36.In artikel 42 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002, wordt de vermelding betreffende de rang van de graad geschrapt.
Art. 37.De artikelen 43 tot 46 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002, worden opgeheven.
Art. 38.Artikel 47 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002, wordt vervangen als volgt : «
Artikel 47.In afwijking van de artikelen 215 tot 219 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Rijksbesturen, houdende integratie van de gemene graden van niveau 4 in niveau D, behouden de ambtenaren die op 1 januari 2002 in verlof voorafgaand aan de pensionering zijn en die ambtshalve benoemd zijn in een graad opgenomen in kolom 1 van de hierna vermelde tabel, voorheen bekleed met de geschrapte graad opgenomen in kolom 2 en die, bij wijze van overgangsmaatregel, genoten van de weddenschaal vermeld in kolom 3, het voordeel van deze weddenschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 39.De artikelen 48 tot 49 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 september 2002, worden opgeheven.
Art. 40.Artikel 50 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 maart 2001, 4 december 2001, 4 september 2002 en 18 december 2003, wordt vervangen als volgt : «
Artikel 50.De ambtenaren bekleed met de hierna vermelde graden en de bevorderingsgraden in die loopbanen, die in de hierna vermelde functies ter beschikking zijn gesteld van een vennootschap die bedrijvig is in het maritiem transport van en naar een haven van de Europese Unie, bekomen de hierna vermelde weddenschaal tijdens de periode van hun terbeschikkingstelling, voor zover ze hierbij een geldelijk voordeel hebben : 1° Officier-werkuigkundige A, ter beschikking gesteld in de functie van officier-hoofdwerktuigkundige (rang 10) : 25.953,00 - 38.371,62 3 / 1 x 624,27 11 / 2 x 958,71 (Kl./Cl. 24j./a. - N. 1 - G. B) 2° Luitenant en kaaiofficier, ter beschikking gesteld in de functie van eerste luitenant (rang 10) : 20.705,34 - 32.165,25 3 / 1 x 624,27 10 / 2 x 958,71 (Kl./Cl. 24j./a. - N. 1 - G. B) 3° Administratief assistent, ter beschikking gesteld in de functie van adjunct-adviseur (rang 10) : 20.705,34 - 32.165,25 3 / 1 x 624,27 10 / 2 x 958,71 (Kl./Cl. 24j./a. - N. 1 - G. B) 4° Officier-werktuigkundige A, ter beschikking gesteld in de functie van eerste officier-werktuigkundige A : 21.235,60 - 30.857,54 2 / 1 x 535,13 12 / 2 x 712,64 (Kl./Cl. 23j./a. - N. B - G. A) 5° Scheepstechnicus, ter beschikking gesteld in de functie van officier-werktuigkundige A : 20.156,44 - 27.514,27 3 / 1 x 312,09 12 / 2 x 535,13 (Kl./Cl. 23j./a. - N. B - G. A) 6° Controleur en technisch medewerker, ter beschikking gesteld in de functie van administratief assistent : 17.990,45- 27.166,44 3 / 1 x 267,31 2 / 2 x 356,34 2 / 2 x 712,64 10/ 2 x 623,61 (Kl./Cl. 20j./a. - N. C - G. A) 7° Technisch medewerker, ter beschikking gesteld in de functie van kaaiofficier : 20.788,11 - 28.984,77 2 / 2 x 535,13 10 / 2 x 712,64 (Kl./Cl. 24j./a. - N. C - G. A) 8° Technisch medewerker, ter beschikking gesteld in de functie van scheepstechnicus : 13.693,43 - 22.156,77 3 / 1 x 267,31 2 / 2 x 311,82 2 / 2 x 712,64 9 / 2 x 623,61 (Kl./Cl. 20j./a. - N. C - G. A)"
Art. 41.Artikel 53 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. HOOFDSTUK V. - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 december 1999 houdende regeling van het zeegeld van het statutair varend personeel van de Regie voor Maritiem Transport in vereffening en van de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, ter beschikking gesteld voor tewerkstelling aan boord van een snelle ferry of een vrachtschip
Art. 42.Het opschrift van het koninklijk besluit van 2 december 1999 houdende regeling van het zeegeld van het statutair varend personeel van de Regie voor Maritiem Transport in vereffening en van de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, ter beschikking gesteld voor tewerkstelling aan boord van een snelle ferry of een vrachtschip, wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit van 2 december 1999 houdende regeling van het zeegeld van het statutair varend personeel van de Regie voor Maritiem Transport in vereffening en van de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, ter beschikking gesteld voor tewerkstelling aan boord van een snelle ferry of een vrachtschip. »
Art. 43.In artikel 1, kolom 1, van hetzelfde besluit, wordt onder de vermelding "Groep C" de vermelding "Luitenant" ingevoegd. HOOFDSTUK VI. - Opheffings- en slotbepalingen
Art. 44.Het koninklijk besluit van 12 februari 1999 betreffende de bevordering van sommige ambtenaren van de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur wordt opgeheven na afloop van de bevorderingsprocedures die lopende zijn op de datum van de bekendmaking van dit besluit.
Art. 45.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van : 1° de bepalingen betreffende het niveau D, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2002;2° de bepalingen betreffende het niveau C, die uitwerking hebben met ingang van 1 juni 2002;3° de bepalingen betreffende het niveau B, die uitwerking hebben met ingang van 1 oktober 2002;4° artikel 7, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2004;5° artikel 4343, dat uitwerking heeft met ingang van 1 maart 1997 tot 28 februari 1999, voor wat betreft de statutaire personeelsleden van de Regie voor Maritiem Transport in vereffening, en met ingang van 1 maart 1999 voor wat betreft de statutaire personeelsleden van de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
Art. 46.Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Mobiliteit zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 5 april 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Mobiliteit, B. ANCIAUX
Bijlage - Annexe Conversietabel - Tableau de conversion Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 april 2004 houdende hervorming van de loopbaan van de ambtenaren in de afzonderlijke personeelsformatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Mobiliteit, B. ANCIAUX.