gepubliceerd op 26 mei 2005
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot uitvoering van **** ****, **** 6 «*****» van de **** van 24 december 2002
13 MEI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot uitvoering van **** ****, **** 6 «*****» van de **** van 24 december 2002
VERSLAG AAN DE KONING ****, **** ontwerp van besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit voor te leggen, strekt tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot uitvoering van **** ****, **** 6 «*****» van de **** van 24 december 2002, zulks met het oog op de uitvoering van het nieuwe artikel 6, § 3, van **** ****, **** 6 «*****» van de **** van 24 december 2002, daarin ingevoegd bij artikel 266 van de **** van 27 december 2004 (Belgisch Staatsblad 31 december 2004).
**** ****, **** 6 «*****» van de **** van 24 december 2002 voorziet in de oprichting van de dienst Voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen bij de Federale **** Justitie.
De opdrachten van de dienst Voogdij zijn hoofdzakelijk omschreven in artikel 3, § 2, van **** ****, **** 6 «*****» van de **** van 24 december 2002.
Een van de opdrachten die essentieel blijkt te zijn, is de aanwijzing van een voogd belast met de vertegenwoordiging van de minderjarige die voldoet aan de **** van de wet.
Het nieuwe artikel 6, § 3, van **** ****, **** 6 «*****» van voornoemde **** voorziet in de mogelijkheid voor de dienst Voogdij om ten behoeve van een persoon die de in artikel 5 van dezelfde Titel bedoelde voorwaarden lijkt te vervullen en die nog niet definitief is geïdentificeerd, een voorlopige voogd aan te wijzen in geval van met redenen omklede uiterst dringende noodzakelijkheid.
De voorlopige voogdij ingesteld wordt voor de personen wiens identificatie nog steeds lopende is en voor wie bijkomend onderzoek zich kan opdringen.
In dit geval, deze identificatie zonder verwijl en in de mate van het mogelijke binnen de termijn van één maand moet worden gerealiseerd.
De wet voegt eraan toe dat dergelijke aanwijzing, voorzover mogelijk, bij voorrang en zonder verwijl moet plaatsvinden ingeval de betrokken persoon in aanmerking komt voor een beslissing genomen op grond van de artikelen 3 en 74/5 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
De dienst Voogdij onderzoekt geval per geval de voorwaarde betreffende de uiterst dringende aard van de voorlopige voogdij en acht deze voorwaarde vervuld zodra de betrokken persoon in aanmerking komt voor een beslissing genomen op grond van de artikelen 3 (beslissing tot ****) en 74/5 (**** in een **** plaats aan de grens in afwachting van de machtiging tot binnenkomst in het Rijk of van de ****) van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Krachtens het nieuwe artikel 6, § 3, moet het bedrag van de aan de voorlopige voogd toegekende vergoedingen bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit worden bepaald.
Artikel 1 van het ontwerp van koninklijk besluit voegt in artikel 6 van voornoemd koninklijk besluit van 22 december 2003 een § 2bis in met betrekking tot de betaling van de vergoeding wanneer de voogd voorlopig is aangewezen. Het bedrag van de aan de voorlopige voogd toegekende vergoedingen wordt bepaald op 200 **** indien de voorlopige voogdij niet langer dan drie maanden duurt. In de andere gevallen heeft de voorlopige voogd, zoals in het geval van een definitieve voogdij, recht op een forfaitaire vergoeding van 500 ****.
In het ontwerp van koninklijk besluit is bepaald dat de voorlopige voogd, ingeval hij wordt belast met de definitieve voogdij, alleen recht heeft op de forfaitaire vergoeding bedoeld in artikel 6, § 2, teneinde te voorkomen dat eenzelfde voogd zowel de vergoeding van 200 **** als die van 500 **** ontvangt.
Ingeval de voorlopige voogdij definitief wordt, hetgeen gebeurt als op grond van het onderzoek van het dossier kan worden besloten dat de persoon voor wie de voorlopige voogd werd aangewezen, voldoet aan de **** van de wet, kunnen zich immers twee gevallen voordoen ten aanzien van de voorlopige voogd.
Ofwel wordt hem de definitieve voogdij toegekend en kan hij niet zowel de krachtens de voorlopige voogdij toegekende vergoedingen als de vergoedingen bedoeld in artikel 6, § 2, van voornoemd koninklijk besluit van 22 december 2003 ontvangen.
Ofwel wordt hij niet belast met de definitieve voogdij en wordt daartoe een nieuwe voogd aangewezen.
In dit geval ontvangt de voorlopige voogd een vergoeding van 200 **** indien de voorlopige voogdij niet langer dan drie maanden duurt of van 500 **** in de andere gevallen, terwijl de in het kader van de definitieve voogdij aangewezen voogd de in artikel 6, § 2, van voornoemd koninklijk besluit van 22 december 2003 bedoelde forfaitaire vergoedingen ontvangt.
Wanneer de voorlopige voogd wordt aangewezen in het kader van een **** met verenigingen (voogd «*****») waarbij de vereniging in die hoedanigheid een toelage geniet, wordt de vergoeding bedoeld in het nieuwe artikel 6, § 2bis bovendien vervangen door deze toelage, zulks overeenkomstig artikel 7bis van het koninklijk besluit van 22 december 2003, daarin ingevoegd bij koninklijk besluit van 9 januari 2005.
In het advies verleend door de Raad van State op 20 april 2005 meent deze laatste dat de voorlopige voogd recht heeft op dezelfde afzonderlijke en forfaitaire vergoedingen voor administratieve kosten en op dezelfde vergoeding van reiskosten als die waarin artikel 7 van voornoemd koninklijk besluit van 22 december 2003 voorziet.
Teneinde rekening te houden met die opmerking is het ontwerp van koninklijk besluit herzien.
De inwerkingtreding van het koninklijk besluit wordt vastgesteld op 10 januari 2005, de datum van de inwerkingtreding van het nieuwe artikel 6, § 3, van **** ****, **** 6 «*****» van voornoemde ****.
Ik heb de eer te zijn, ****, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Justitie, Mevr. ****. ****
13 MEI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot uitvoering van **** ****, **** 6 «*****» van de **** van 24 december 2002 **** ****, **** der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op **** ****, **** 6 «*****», van de **** van 24 december 2002, inzonderheid op artikel 6, § 3, lid, ingevoegd bij de **** van 27 december 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot uitvoering van **** ****, **** 6 «*****» van de **** van 24 december 2002, inzonderheid op artikel 6, vervangen bij het koninklijk besluit van 9 januari 2005;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 maart 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 25 maart 2005;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de omstandigheid dat de dienst Voogdij de voorlopige voogden moet kunnen vergoeden die sedert de inwerkingtreding op 10 januari 2005 van het nieuwe artikel 6, § 3, van **** ****, **** 6 «*****» van voornoemde **** zijn aangewezen;
Gelet op het advies 38.317/2 van de Raad van State, gegeven op 20 april 2005, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 6 van het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot uitvoering van **** ****, **** 6 «*****» van de **** van 24 december 2002, vervangen bij het koninklijk besluit van 9 januari 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° een § 2bis wordt ingevoegd, **** : « § 2bis.De voorlopige voogd bedoeld in artikel 6, §§ 3 en 4, van **** ****, **** 6 «*****» van de **** van 24 december 2002 heeft recht op een forfaitaire vergoeding van 200 **** ingeval de voorlopige voogdij beëindigd of definitief wordt minder dan drie maanden na zijn aanwijzing als voogd, en van 500 **** in de andere gevallen. Deze bedragen worden aangepast overeenkomstig § 2.
De voorlopige voogd die belast wordt met de definitieve voogdij heeft voor alle prestaties alleen recht op de in § 2 bedoelde forfaitaire vergoeding. »; 2° in § 4 worden de woorden « §§ 2 en 3 » vervangen door de woorden « §§ 2, 2bis en 3 ».
Art. 2.In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt een § 4 ingevoegd, **** : « § 4 : De §§ 1, 2 en 3 zijn eveneens van toepassing op de voorlopige voogd. »
Art. 3.Dit koninklijk besluit heeft uitwerking met ingang van 10 januari 2005.
Art. 4.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te ****, 13 mei 2005.
**** **** **** **** : De Minister van Justitie, Mevr. ****. ****