Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 juni 2018
gepubliceerd op 13 juli 2018

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2018200881
pub.
13/07/2018
prom.
13/06/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JUNI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeids overeenkomst van 12 oktober 2017Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 12/10/2017 pub. 26/10/2017 numac 2017013800 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Verordening betreffende de toekenning van subsidies aan spelotheken sluiten, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeids overeenkomst van 12 oktober 2017Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 12/10/2017 pub. 26/10/2017 numac 2017013800 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Verordening betreffende de toekenning van subsidies aan spelotheken sluiten, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juni 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen Collectieve arbeids overeenkomst van 12 oktober 2017Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 12/10/2017 pub. 26/10/2017 numac 2017013800 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Verordening betreffende de toekenning van subsidies aan spelotheken sluiten Wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds (Overeenkomst geregistreerd op 24 november 2017 onder het nummer 142805/CO/142.02) In uitvoering van de artikelen 5 en 13 van het nationaal akkoord 2017-2018 van 27 juni 2017.

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen.

Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst coördineert en bepaalt de statuten van het "Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven" vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 1976, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid voor de lompenbedrijven en ermee gelijkgestelde ondernemingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 september 1976 (Belgisch Staatsblad van 12 oktober 1976).

De statuten van het "Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven" worden gecoördineerd en hierna vastgelegd als volgt.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2017 en wordt gesloten voor een onbepaalde tijd.

Zij kan worden opgezegd mits een opzegging van zes maanden, bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, ingaande op de eerste dag van het burgerlijk kwartaal dat volgt op de opzegging.

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2015 inzake wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds, geregistreerd op 18 maart 2016 onder het nummer 132274/CO/142.02.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage aan de collectieve arbeids overeenkomst van 12 oktober 2017Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 12/10/2017 pub. 26/10/2017 numac 2017013800 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Verordening betreffende de toekenning van subsidies aan spelotheken sluiten, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds Statuten HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, doel, duur

Artikel 1.Met ingang van 1 januari 1976 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genoemd "Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven", verder het fonds genoemd.

Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd in Buro & Design Center, gelegen te 1020 Brussel, Esplanade 1 bus 87. Hij kan bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen naar elke andere plaats in België worden overgebracht.

Art. 3.Het fonds heeft tot doel : 1. de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren;2. de toekenning en de uitkering te regelen en te verzekeren van aanvullende sociale voordelen aan de arbeiders bedoeld bij artikel 5;3. de terugbetaling van de syndicale vorming van de arbeiders;4. de uitbetaling van de aanvullende vergoeding in de sectorale stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT);5. de bevordering van de tewerkstelling en de vorming van risicogroepen.

Art. 4.Het fonds wordt voor onbepaalde tijd opgericht. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 5.Deze statuten zijn van toepassing op de werkgevers, de arbeiders en de arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen.

Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK III. - Rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en uitkering A. Aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid

Art. 6.De bij artikel 5 bedoelde arbeiders hebben voor elke werkloosheidsdag bedoeld bij de artikelen 50 en 51 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten (schorsing wegens slecht weder en schorsing wegens economische redenen) recht, ten laste van het fonds, op de bij artikel 7 van de statuten vastgestelde uitkering vanaf de eerste werkloosheidsdag en ten belope van maximum 75 dagen per kalenderjaar, voor zover zich volgende voorwaarden vervullen : - de werkloosheidsuitkeringen in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering genieten; - op het ogenblik van de werkloosheid in dienst zijn van een werkgever bedoeld bij artikel 5.

Art. 7.Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsuitkering wordt vastgesteld op 4 EUR per arbeidsdag waarop niet wordt gewerkt.

Dit bedrag wordt verhoogd naar 4,50 EUR vanaf 1 januari 2017 en naar 5 EUR vanaf 1 januari 2018.

B. Aanvullende vergoeding bij volledige werkloosheid

Art. 8.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders die door een in artikel 5 bedoelde werkgever ontslagen worden wegens economische redenen hebben, ten laste van het "Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven", recht op een aanvullende werkloosheidsvergoeding van 49,58 EUR per maand gedurende maximum 6 maanden, op voorwaarde dat zij minimum 20 jaar anciënniteit in de sector kunnen bewijzen, waarvan 10 jaar bij de laatste werkgever. § 2. Elke betaling van de aanvullende vergoeding in geval van volledige werkloosheid aan de arbeiders, zoals beschreven in dit artikel, na en omwille van een éénzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever, zal vanaf 1 juli 2015 stopgezet worden.

Vanaf 1 juli 2015 worden enkel nog aanvullende vergoedingen in geval van volledige werkloosheid betaald in volgende gevallen : - arbeiders die zijn ontslagen na 1 januari 2014 in het kader van collectieve ontslagen die ten laatste werden betekend op 31 december 2013; - arbeiders die reeds aanvullende vergoedingen bij volledige werkloosheid ontvangen op 30 juni 2015 en hun saldo nog kunnen uitputten.

C. Aanvullende vergoeding voor oudere werklozen

Art. 9.§ 1. De bij artikel 5 bedoelde arbeiders die door een in artikel 5 bedoelde werkgever na de leeftijd van 54 jaar ontslagen worden, behoudens zwaarwichtige reden, en die minimum 40 jaar beroepsloopbaan kunnen voorleggen overeenkomstig de bepalingen van artikel 2, § 5 van het koninklijk besluit van 7 december 1992Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/12/1992 pub. 26/05/2000 numac 2000016127 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 1991 houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de commautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden. - Gedeeltelijke vernietiging sluiten betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen ingeval van conventioneel brugpensioen, hebben recht op een aanvullende werkloosheidsvergoeding van 74,37 EUR per maand en dit tot hun pensioengerechtigde leeftijd.

Deze vergoeding kan niet gecumuleerd worden met het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, noch met het wettelijk pensioenstelsel. § 2. Elke betaling van de aanvullende vergoeding in geval van volledige werkloosheid aan de arbeiders, zoals beschreven in dit artikel, na en omwille van een éénzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever, zal vanaf 1 juli 2015 stopgezet worden.

Na 1 juli 2015 worden enkel nog de aanvullende vergoedingen in geval van volledige werkloosheid betaald in volgende gevallen : - arbeiders die zijn ontslagen na 1 januari 2014 in het kader van collectieve ontslagen die ten laatste werden betekend op 31 december 2013; - arbeiders die reeds aanvullende vergoedingen bij volledige werkloosheid ontvangen op 30 juni 2015 en hun saldo nog kunnen uitputten.

D. Syndicale premie

Art. 10.De bij artikel 5 bedoelde arbeiders die sedert ten minste drie maanden lid zijn van een representatieve werknemersorganisatie, hebben recht, ten laste van het fonds, op een syndicale premie, voor zover zij op de door de raad van beheer van het fonds vast te stellen datum van het lopende jaar ingeschreven zijn in het personeelsregister van de bij artikel 5 bedoelde werkgevers.

Art. 11.Het bedrag van de bij artikel 10 bedoelde syndicale premie wordt vastgelegd, op voorstel van de raad van bestuur van het fonds, in een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst.

E. Syndicale vorming

Art. 12.Het fonds betaalt aan de werkgevers, die het voorschot hebben verleend, op hun verzoek de lonen (verhoogd met de patronale lasten) terug welke uitgekeerd zijn aan de arbeiders die afwezig waren in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 maart 1976, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, betreffende de syndicale vorming, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 september 1976 (Belgisch Staatsblad van 29 oktober 1976), gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 augustus 1998 (Belgisch Staatsblad van 13 oktober 1998).

Art. 13.Het bedrag tot inrichting van deze syndicale vorming wordt jaarlijks vastgesteld door de raad van beheer van het fonds.

F. Bevordering van de tewerkstelling en de vorming van risicogroepen

Art. 14.§ 1. Opleidingsinitiatieven gericht op risicogroepen en georganiseerd door ondernemingen al dan niet in een samenwerkingsverband met onderwijsinstellingen of opleidingsinstituten kunnen eveneens genieten van een financiële tussenkomst vanwege het fonds. § 2. Het fonds zal prioritair de opleidingsinitiatieven steunen die georganiseerd worden in samenwerking met de VDAB-FOREM-ORBEM. § 3. Het fonds zal instaan voor de uitvoering, coördinatie, opvolging en evaluatie van de in dit artikel bedoelde opleidingsprojecten.

Art. 15.De bij artikel 5 bedoelde werkgevers die overgaan tot de vervanging van een werkloze met bedrijfstoeslag door een werkzoekende, meer bepaald door één van de categorieën bedoeld bij artikel 4 van het koninklijk besluit van 16 november 1990 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, kunnen genieten van een financiële tussenkomst vanwege het fonds in de opleidingskosten van de vervanger.

Art. 16.De raad van bestuur van het fonds wordt belast met het vaststellen van de praktische toepassingsmodaliteiten van de onder artikelen 14 en 15 bedoelde maatregelen, met inbegrip van het bedrag van de financiële tussenkomst.

Art. 17.Bovendien mag de sector een bijkomende inspanning doen op het vlak van de vorming en opleiding door te voorzien dat een buitengewone bijdrage, waarvan het bedrag in een geratificeerde collectieve arbeidsovereenkomst wordt bepaald, wordt geïnd op de brutolonen (aan de coëfficiënt 1,08).

De bij artikel 5 bedoelde werkgevers hebben een trekkingsrecht volgens de door de beheerraad van het fonds bepaalde modaliteiten.

G. Aanvullende vergoeding bij stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag

Art. 18.§ 1. Volgens de bepalingen van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, en voor zover dat de arbeider een anciënniteit heeft van drie jaar voorafgaand aan het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, in de sector ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, verzekert het fonds de integrale betaling aan de arbeider van de aanvullende vergoeding. § 2. Het fonds neemt dit voordeel eveneens ten laste voor elke werknemer die in toepassing van een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen is toegetreden tot een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en die in de sector ressorterend onder voormeld paritair subcomité een an-ciënniteit heeft van drie jaar voorafgaand aan het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag. § 3. Volgens de bepalingen van artikelen 5 tot en met 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties, verzekert het fonds de integrale betaling van de aanvullende vergoeding aan de arbeiders vanaf de leeftijd van 55 jaar. § 4. De betaling van de bijzondere werkgeversbijdrage wordt integraal verzekerd door het fonds. § 5. Indien een arbeider in het kader van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag zijn rechten hieromtrent bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening heeft vastgeklikt overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 107 van de Nationale Arbeidsraad, betreffende het kliksysteem voor het behoud van de aanvullende vergoeding in het kader van bepaalde stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag, wordt ook de uitbetaling van de aanvullende vergoeding in dit kader bij het sociaal fonds vastgeklikt.

H. Getrouwheid aan de onderneming

Art. 19.§ 1. Vanaf 1 januari 2007 wordt er aan de arbeiders die minstens 15 jaar anciënniteit hebben in dezelfde onderneming een dag bezoldigde afwezigheid toegekend in de loop van elk kalenderjaar. § 2. Onder dezelfde voorwaarden wordt aan de arbeiders die minstens 20 jaar anciënniteit hebben in de onderneming een bijkomende dag (tweede dag) bezoldigde afwezigheid toegekend in de loop van elk kalenderjaar. § 3. Onder dezelfde voorwaarden wordt vanaf 1 januari 2018 een derde bezoldigde dag afwezigheid per kalenderjaar toegekend aan de arbeiders die minstens 25 jaar anciënniteit hebben in de onderneming. § 4. De werkgever kan de kost ervan terugvorderen bij het "Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven" mits voorlegging van de nodige stavingsstukken. Voormelde terug te vorderen kost is samengesteld uit het brutoloon voor deze afwezigheidsdag, forfaitair vermeerderd met 50 pct. patronale sociale lasten (op looncoëfficiënt 1,00). § 5. De stavingsstukken en de modaliteiten van terugvordering worden vastgesteld door een beslissing van de beheerraad van het fonds.

I. Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 20.De in de artikelen 6 tot en met 12 bedoelde uitkeringen worden betaald door het fonds.

Art. 21.De raad van beheer bepaalt de modaliteiten van betaling van de door het fonds toegekende uitkeringen. In geen geval mag de betaling van de uitkeringen afhankelijk zijn van de storting der bijdragen welke door de aan het fonds onderworpen werkgever verschuldigd zijn.

Art. 22.De toekenningvoorwaarden van de uitkeringen welke door het fonds worden verleend, evenals het bedrag daarvan, kunnen gewijzigd worden op voorstel van de raad van beheer, bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit. HOOFDSTUK IV. - Beheer

Art. 23.§ 1. Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer, paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties. § 2. Deze raad bestaat uit acht leden, hetzij vier vertegenwoordigers van de werkgevers en vier vertegenwoordigers van de werknemers. § 3. De leden van de raad van beheer worden door het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen benoemd, op voorstel van de vertegenwoordigde organisaties.

Art. 24.Elk jaar duidt de raad van beheer onder zijn leden één voorzitter en twee ondervoorzitters aan.

Het voorzitterschap wordt steeds door de werkgeversvertegenwoordigers waargenomen.

De twee ondervoorzitters behoren steeds tot de werknemersorganisatie.

Art. 25.De raad van beheer wordt door zijn voorzitter vijftien dagen vooraf bijeengeroepen. De voorzitter is ertoe gehouden de raad ten minste éénmaal per semester bijeen te roepen en telkens wanneer ten minste twee leden van de raad erom verzoeken.

De uitnodiging vermeldt de agenda.

De notulen worden door de raad van beheer aangeduide secretaris opgesteld en door de voorzitter van de vergadering ondertekend.

De uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter of twee beheerders ondertekend.

Wanneer tot de stemming moet worden overgegaan, dient een gelijk aantal leden van elke afvaardiging aan de stemming deel te nemen. Is het aantal ongelijk, dan onthoudt (onthouden) zich het (de) jongste lid (leden).

De raad van beheer kan slechts geldig beslissen over de op de agenda gestelde kwesties en in aanwezigheid van ten minste de helft van de leden die tot de werkgeversafvaardiging en ten minste de helft van de leden die tot de werknemersafvaardiging behoren.

De beslissingen worden met de meerderheid van stemgerechtigden genomen.

Art. 26.De raad van beheer heeft tot taak het fonds te beheren en alle maatregelen te treffen die voor zijn goede werking vereist zijn.

Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden inzake het beheer en de leiding van het fonds.

De raad van beheer treedt in rechte op, in naam van het fonds, op vervolging en ten verzoeke van de voorzitter of van een tot dat doel afgevaardigd beheerder.

De raad van beheer kan bijzondere bevoegdheden overdragen aan één of meer van zijn leden of zelfs aan derden.

Voor al de andere handelingen dan deze waarvoor de raad van beheer bijzondere bevoegdheden heeft verleend, zijn de gezamenlijke handtekeningen van vier beheerders (twee van werknemerszijde en twee van werkgeverszijde) vereist.

De verantwoordelijkheid van de beheerders beperkt zich tot de uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke verbintenis aan betreffende hun beheer ten opzichte van de verplichtingen van het fonds. HOOFDSTUK V. - Financiering

Art. 27.Het fonds beschikt over de bijdragen welke door de bij artikel 5 bedoelde werkgevers verschuldigd zijn.

Art. 28.De algemene bijdrage van de werkgevers is vastgesteld op 1,50 pct. van de brutolonen van de arbeiders vanaf 1 juli 2005.

De buitengewone bijdrage sociale informatie van 0,15 pct. zal vanaf 1 januari 2016 geïntegreerd worden in de algemene bijdrage aan het sociaal fonds. Hierdoor wordt vanaf 1 januari 2016 de algemene bijdrage van de werkgevers vastgesteld op 1,65 pct. van de brutolonen van de arbeiders.

Art. 29.Een buitengewone bijdrage kan door de raad van beheer worden bepaald, met bepaling van de innings- en verdelingsmodaliteiten. Deze buitengewone bijdrage moet het voorwerp uitmaken van een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.

Art. 30.De inning en de invordering van de bijdragen worden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd in toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.

Van de aldus door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan het fonds gestorte som worden vooraf de door de raad van beheer vastgestelde kosten afgetrokken. HOOFDSTUK VI. - Begroting, rekeningen

Art. 31.Het dienstjaar vangt aan op 1 januari en sluit op 31 december.

Art. 32.Elk jaar, uiterlijk gedurende de maand december, wordt een begroting voor het volgende jaar aan het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen ter goedkeuring voorgelegd.

Art. 33.De rekeningen over het afgelopen jaar worden op 31 december afgesloten.

De raad van beheer, evenals de door het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen aangeduide revisor of accountant, maken jaarlijks elk een schriftelijk verslag betreffende de uitvoering van hun opdracht gedurende het afgelopen jaar.

De balans, samen met de hierboven bedoelde schriftelijke jaarverslagen, moeten uiterlijk gedurende de maand juni aan het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen ter goedkeuring worden voorgelegd. HOOFDSTUK VII. - Ontbinding, vereffening

Art. 34.Het fonds kan ontbonden worden in de omstandigheden bedoeld bij artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst waarbij dit fonds wordt opgericht of op elk ogenblik bij éénparige beslissing van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen.

Art. 35.Bij vereffening krijgt het vermogen van het fonds volgende bestemming : De in artikel 5 bedoelde arbeiders ontvangen, vanaf de datum van het in vereffening stellen van het fonds en tot volledige uitputting van het vermogen van het fonds, de aanvullende werkloosheidsuitkeringen bepaald in de artikelen 6, 8, 9 en 18.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^