Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 juni 1999
gepubliceerd op 29 oktober 1999

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 41, eerste lid, van de wet van 6 mei 1998 tot wijziging van de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012504
pub.
29/10/1999
prom.
13/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/13/1999012504/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 41, eerste lid, van de wet van 6 mei 1998 tot wijziging van de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 6 mei 1998 tot wijziging van de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst, inzonderheid artikel 41, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat een vlotte overgang van de oude modaliteiten inzake het leerlingstelsel voor werknemersberoepen naar de nieuwe, voorzien bij de wet van 6 mei 1998 tot wijziging van de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst, impliceert dat het voordeel, voorzien in artikel 5, § 3, van het koninklijk besluit nr. 495 van 31 december 1986 tot invoering van een stelsel van alternerende tewerkstelling en opleiding voor de jongeren tussen 18 en 25 jaar en tot tijdelijke vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen van de werkgever verschuldigd in hoofde van deze jongeren, pas wordt afgeschaft na de effectieve inwerkingtreding van voormelde wet van 6 mei 1998, dat het derhalve dringend noodzakelijk is de datum van 1 juli 1999, bedoeld in artikel 41, eerste lid, van voormelde wet van 6 mei 1998, te wijzigen, vermits hij zich situeert voor de uiterste datum waarop hogerbedoelde nieuwe modaliteiten in voege treden, namelijk 1 september 1999, dat dit onverwijld bekendgemaakt moet worden aan de betrokken administraties en werkgevers teneinde hen de mogelijkheid te bieden daartoe de nodige schikkingen te treffen;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De in artikel 41, eerste lid, van de wet van 6 mei 1998 tot wijziging van de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst bedoelde datum van 1 juli 1999 wordt vervangen door de datum van 1 juli 2001.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 6 mei 1998, Belgisch Staatsblad van 29 mei 1998; Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.

^