gepubliceerd op 29 augustus 2001
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
13 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 36bis, § 1, ingevoegd bij de wet van 10 december 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
Gelet op de voorstellen van de Nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen, gedaan op 22 mei 2000 en op 6 november 2000;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 15 januari 2001;
Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, uitgebracht op 23 januari 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 1 februari 2001;
Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;
Gelet op het advies 31.297/1 van de Raad van State, gegeven op 29 maart 2001 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In Hoofdstuk I van Titel II van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt een Afdeling XIV "Accrediteringsorganen" ingevoegd, luidend als volgt : « A. Accrediteringsorganen voor geneesheren.
Artikel 122bis.Bij de dienst voor geneeskundige verzorging worden ingesteld : - een Nationale raad voor kwaliteitspromotie; - een Accrediteringsstuurgroep; - een Technische accrediteringsraad; - een Paritair comité voor elk specialisme van de geneeskunde; - een Commissie van beroep. 1. De Nationale raad voor kwaliteitspromotie.
Artikel 122ter.§ 1. De Nationale raad voor kwaliteitspromotie is samengesteld uit de volgende vier groepen : 1° 6 werkende en 6 plaatsvervangende leden erkende huisartsen en 6 werkende en 6 plaatsvervangende geneesheren-specialisten;2° 7 werkende en 7 plaatsvervangende leden die de universiteiten vertegenwoordigen en 7 werkende en 7 plaatsvervangende leden die de wetenschappelijke geneeskundige verenigingen vertegenwoordigen;3° 12 werkende en 12 plaatsvervangende leden die de verzekeringsinstellingen vertegenwoordigen;4° 3 werkende en 3 plaatsvervangende leden die de Minister bevoegd voor sociale zaken vertegenwoordigen en 3 werkende en 3 plaatsvervangende leden die de Minister bevoegd voor volksgezondheid vertegenwoordigen. De groepen bedoeld onder 2° en 3° bevatten enkel geneesheren als leden. § 2. De leden van de Nationale raad voor kwaliteitspromotie worden benoemd door de Koning : 1° Wat betreft de leden bedoeld in § 1, 1°, op de voordracht van de representatieve beroepsorganisaties van geneesheren;2° Wat betreft de leden bedoeld in § 1, 2°, op de voordracht van respectievelijk de universiteiten en de wetenschappelijke geneeskundige verenigingen : waar het gaat om de universiteiten heeft elke universiteit die een volledige opleidingscyclus heeft voor het bekomen van het diploma van doctor in de geneeskunde, recht op één werkend lid en één plaatsvervangend lid.3° Wat betreft de leden bedoeld in § 1, 3°, op de voordracht van de verzekeringsinstellingen : iedere verzekeringsinstelling heeft minstens één werkend en één plaatsvervangend lid;4° Wat betreft de leden bedoeld in § 1, 4°, op de voordracht van respectievelijk de Minister bevoegd voor sociale zaken en de Minister bevoegd voor volksgezondheid. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. § 3. De leden van de Nationale raad voor kwaliteitspromotie kiezen onder de leden van de groep bedoeld in § 1, 1° een voorzitter, en drie ondervoorzitters onder de leden van de drie groepen bedoeld in § 1, 2°, 3° en 4°. Ingeval de voorzitter verhinderd is wordt de zitting afwisselend voorgezeten door één van de drie ondervoorzitters. § 4. De Nationale raad voor kwaliteitspromotie : 1° beheert het evaluatiesysteem "peer review", zijnde een systeem van kritisch onderzoek door artsen van de kwaliteit van hun zorgverstrekking en inzonderheid, wanneer objectieve of op wetenschappelijke consensus gebaseerde criteria van een aanvaardbare en adequate praktijkvoering bestaan, een evaluatie van de performantie ervan met betrekking tot deze criteria, en bepaalt daartoe de onderwerpen en neemt de initiatieven voor de permanente ontwikkeling van de kwaliteit, op basis van informatie, voorstellen aanbevelingen en stimulansen;2° ontwikkelt aanbevelingen voor het correct gebruik van het globaal medisch dossier;3° ontwikkelt aanbevelingen ter bevordering van het teamwerk en van diverse samenwerkingsverbanden;4° neemt kennis van de werkzaamheden van de Accrediteringsstuurgroep bedoeld in artikel 122quater;5° geeft kennis van zijn werkzaamheden aan de Accrediteringsstuurgroep. De Nationale raad voor kwaliteitspromotie vervult de opdrachten bedoeld in 4° en 5° met het oog op de inhoudelijke coördinatie van werkzaamheden. § 5. De Nationale raad voor kwaliteitspromotie stelt zijn huishoudelijk reglement vast op grond van de volgende werkingsregels : 1° de Nationale raad voor kwaliteitspromotie houdt op geldige wijze zitting indien de helft van de stemgerechtigde leden van elke in § 1 vermelde groep aanwezig zijn;2° de beslissingen van de Nationale raad voor kwaliteitspromotie zijn aangenomen indien ze door de meerderheid van de aanwezige leden van elke groep worden goedgekeurd;alleen de werkende leden en de plaatsvervangende leden die de afwezige werkende leden vervangen zijn stemgerechtigd; 3° de Nationale raad voor kwaliteitspromotie bevat een werkgroep huisartsgeneeskunde.De Nationale raad voor kwaliteitspromotie kan andere werkgroepen instellen; 4° bij het uitoefenen van zijn opdracht bedoeld in § 4, 1°, kan de Nationale raad voor kwaliteitspromotie op conceptueel en implementeringsvlak een beroep doen op de instanties die hij daartoe aanwijst, met inbegrip van de paritaire comités bedoeld in de artikelen 122sexies en 122septies;5° de voorzitter roept de Nationale raad voor kwaliteitspromotie zonder uitstel bijeen indien tenminste drie leden schriftelijk vragen een bepaald onderwerp op de agenda te plaatsen. § 6. De instantie die het secretariaat waarneemt informeert tegelijkertijd de Minister bevoegd voor sociale zaken en de Minister bevoegd voor volksgezondheid, omtrent de stand van zaken en de vordering van de werkzaamheden van de Nationale raad voor kwaliteitspromotie. Werkdocumenten, adviezen op eigen initiatief of op vraag van één of beide ministers worden telkens aan beide bovengenoemde ministers overgemaakt. 2. De Accrediteringsstuurgroep.
Artikel 122quater.§ 1. De Accrediteringsstuurgroep is samengesteld uit de volgende drie groepen : 1° 6 werkende en 6 plaatsvervangende leden erkende huisartsen en 6 werkende en 6 plaatsvervangende geneesheren-specialisten;2° 7 werkende en 7 plaatsvervangende leden die de universiteiten vertegenwoordigen en 7 werkende en 7 plaatsvervangende leden die de wetenschappelijke geneeskundige verenigingen vertegenwoordigen;3° 12 werkende en 12 plaatsvervangende leden die de verzekeringsinstellingen vertegenwoordigen. Een geneesheer, die het Ministerie van Volksgezondheid vertegenwoordigt, maakt met raadgevende stem deel uit van de Accrediteringsstuurgroep. § 2. De leden van de Accrediteringsstuurgroep worden benoemd door de Koning : 1° Wat betreft de leden bedoeld in § 1, 1°, op voordracht van de representatieve beroepsorganisaties van geneesheren;2° Wat betreft de leden bedoeld in § 1, 2°, op voordracht van respectievelijk de universiteiten en de wetenschappelijke geneeskundige verenigingen : waar het gaat om de universiteiten heeft elke universiteit die een volledige opleidingscyclus heeft voor het bekomen van het diploma van doctor in de geneeskunde, recht op één werkend lid en één plaatsvervangend lid;3° Wat betreft de leden bedoeld in § 1, 3°, op voordracht van de verzekeringsinstellingen: om de vertegenwoordiging van de verzekeringsinstellingen vast te stellen wordt rekening gehouden met hun respectieve ledentallen. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. § 3. De Accrediteringsstuurgroep omvat een afdeling voor huisartsgeneeskunde en een voor gespecialiseerde geneeskunde, waarbij een minimumaantal zelfde leden van de Stuurgroep zowel in de ene als in de andere afdeling zitting hebben.
De afdelingen kunnen samen vergaderen als de Accrediteringsstuurgroep van oordeel is dat zijn opdrachten zo beter kunnen worden uitgevoerd. § 4. De Accrediteringsstuurgroep kiest onder zijn leden een voorzitter en een medevoorzitter voor elk van de twee afdelingen waarin is voorzien in § 3. De oudste voorzitter in jaren van de twee afdelingen zit de Accrediteringsstuurgroep voor. § 5. De Accrediteringsstuurgroep : 1° beheert de uitvoering van de accrediteringsvoorwaarden en procedures;2° beheert het systeem van continue opleiding;3° erkent de programma's van continue opleiding die hem door de paritaire comités worden voorgelegd of beslist, in voorkomend geval over de waardering en de erkenning van de programma's indien een paritair comité geen voorstellen doet of geen beslissing kan nemen zoals bedoeld in artikel 122septies, § 6, 2°;4° superviseert en coördineert de werking van de paritaire comités met betrekking tot de continue opleiding;5° geeft kennis van zijn werkzaamheden aan de Nationale raad voor kwaliteitspromotie;6° neemt kennis van de werkzaamheden van de Nationale raad voor kwaliteitspromotie zoals bedoeld in artikel 122ter, § 4;7° beslist over de accreditering van individuele geneesheren. De opdrachten bedoeld in 5° en 6° worden vervuld met het oog op de inhoudelijke coördinatie van de werkzaamheden, inzonderheid wat betreft het beheer van het systeem van continue opleiding bedoeld in 2°. § 6. De Accrediteringsstuurgroep stelt zijn huishoudelijk reglement vast op grond van de volgende werkingsregels : 1° de Accrediteringsstuurgroep houdt op geldige wijze zitting indien de helft van de stemgerechtigde leden van elke in § 1 vermelde groep aanwezig zijn;2° de beslissingen van de Accrediteringsstuurgroep zijn aangenomen indien ze door de meerderheid van de aanwezige leden van elke groep worden goedgekeurd;alleen de werkende leden en de plaatsvervangende leden die de afwezige werkende leden vervangen zijn stemgerechtigd; 3° de Accrediteringsstuurgroep kan werkgroepen instellen.3. De Technische accrediteringsraad.
Artikel 122quinquies.§ 1. De Technische accrediteringsraad is samengesteld uit leden van de Accrediteringsstuurgroep en telt telkens vier werkende en vier plaatsvervangende leden aangesteld door elke groep bedoeld in artikel 122quater, § 1. § 2. De leden van de Technische accrediteringsraad kiezen onderling bij meerderheid van stemmen een voorzitter, een ondervoorzitter en een secretaris, met inachtname van de voorwaarde dat elk van de drie samenstellende groepen is vertegenwoordigd. § 3. De Technische accrediteringsraad geeft adviezen en werkt voorstellen uit over elke vraag die de Accrediteringsstuurgroep hem voorlegt in verband met zijn opdrachten bedoeld in artikel 122quater, § 5. § 4. De Technische accrediteringsraad maakt zijn huishoudelijk reglement op op grond van de volgende werkingsregels : 1° de Technische accrediteringsraad houdt op geldige wijze zitting indien ten minste de helft van de effectieve of plaatsvervangende leden aanwezig is en tenminste elke groep vertegenwoordigd is.De werkzaamheden worden geleid door de voorzitter of, als de voorzitter verhinderd is, door de ondervoorzitter. Als de voorzitter en de ondervoorzitter afwezig zijn wordt de vergadering voorgezeten door het oudste lid in leeftijd; 2° uitsluitend een werkend lid is stemgerechtigd en een plaatsvervangend lid is stemgerechtigd indien het werkend lid dat hij vervangt niet aanwezig is.De beslissingen worden in principe genomen via consensus. Indien er geen consensus wordt bereikt, worden de meningen per groep genotuleerd; 3° de Technische accrediteringsraad kan op unaniem voorstel van de voorzitter, de ondervoorzitter en de secretaris of op voorstel van de meerderheid van de leden met instemming van de voorzitter, de ondervoorzitter en de secretaris, en met het oog op de behandeling van bijzondere technische problemen ieder persoon van wie hij oordeelt dat hij hem kan voorlichten, voor de vergadering oproepen;4° de Technische accrediteringsraad kan in zijn schoot werkgroepen instellen die hij belast met een voorafgaand onderzoek van een probleem.In de werkgroep zijn de drie groepen vertegenwoordigd. Elke werkgroep wordt voorgezeten door een lid van de Technische accrediteringsraad dat is aangeduid door de voorzitter, de ondervoorzitter en de secretaris. Elke werkgroep mag de deskundigen horen die het nodig acht mits instemming van de Technische accrediteringsraad. 4. De paritaire comités.
Artikel 122sexies.Bij de Dienst voor geneeskundige verzorging worden paritaire comités ingesteld voor : - huisartsgeneeskunde; - anesthesiologie-reanimatie; - heelkunde; - neurochirurgie; - plastische heelkunde; - gynecologie en verloskunde; - oftalmologie; - otorhinolaryngologie; - urologie; - orthopedie; - stomatologie; - dermato-venerologie; - inwendige geneeskunde; - pneumologie; - gastro-enterologie; - kindergeneeskunde; - cardiologie; - neurologie; - psychiatrie; - reumatologie; - fysische geneeskunde; - klinische biologie; - röntgendiagnose; - radiotherapie; - nucleaire geneeskunde; - pathologische anatomie.
Artikel 122septies.§ 1. Het paritair comité voor de huisartsgeneeskunde is samengesteld uit de volgende twee groepen : 1° vierentwintig leden die de representatieve beroepsorganisaties van geneesheren vertegenwoordigen;2° vierentwintig leden die de universiteiten, de wetenschappelijke verenigingen en de kringen voor continue opleiding vertegenwoordigen. Alle andere paritaire comités zijn samengesteld uit de volgende twee groepen : 1° twaalf werkende en twaalf plaatsvervangende leden die de representatieve beroepsorganisaties van geneesheren vertegenwoordigen;2° twaalf werkende en twaalf plaatsvervangende leden die de universiteiten, de wetenschappelijke geneeskundige verenigingen en de kringen voor continue opleiding vertegenwoordigen. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. § 2. Het Paritair comité voor de huisartsgeneeskunde bevat enkel erkende huisartsen als leden; de andere paritaire comités bevatten enkel geneesheren-specialisten als leden. § 3. De leden van de paritaire comités worden benoemd door de Koning : 1° wat betreft de leden bedoeld in § 1, eerste lid, 1°, en § 1, tweede lid, 1°, op de voordracht van de representatieve beroepsorganisaties van geneesheren;2° wat betreft de leden bedoeld in § 1, eerste lid, 2°, en § 1, tweede lid, 2°, op de voordracht van de universiteiten, de wetenschappelijke geneeskundige verenigingen en de kringen voor continue opleiding. § 4. De leden van elk paritair comité kiezen onder de leden van de groepen bedoeld in § 1 een voorzitter, een ondervoorzitter en een secretaris. § 5. De paritaire comités, elk wat betreft hun specialisme : 1° leggen de opgemaakte of aanvaarde programma's van continue opleiding, samen met de waardebepaling ervan, ter erkenning voor aan de Accrediteringsstuurgroep bedoeld in artikel 122quater;2° houden toezicht op de uitvoering van de continue opleiding, onder supervisie van de Accrediteringsstuurgroep;3° voeren desgevallend de opdracht uit inzake het evaluatiesysteem "peer review", zoals omschreven in artikel 122ter, § 4, 1°, onder de supervisie van de Nationale raad voor kwaliteitspromotie. § 6. De paritaire comités stellen wat betreft hun opdracht bedoeld in § 5, 1° en 2°, hun huishoudelijk reglement vast op grond van de volgende werkingsregels : 1° de paritaire comités houden op geldige wijze zitting indien de helft van de stemgerechtigde leden van elke in § 1 vermelde groep aanwezig zijn;2° de beslissingen van de paritaire comités zijn aangenomen indien ze door de meerderheid van de aanwezige leden van elke groep worden goedgekeurd;in de paritaire comités bedoeld in § 1, tweede lid, zijn alleen de werkende leden en de plaatsvervangende leden die de afwezige werkende leden vervangen stemgerechtigd; 3° elk paritair comité kan werkgroepen oprichten, eventueel opgesplitst per regio, en de leden ervan aanstellen : de samenstelling van elke werkgroep is een emanatie van het paritair comité dat hem opricht.5. De Commissie van beroep.
Artikel 122octies.§ 1. De Commissie van beroep is samengesteld uit de volgende groepen : 1° 4 werkende en 4 plaatsvervangende leden die de representatieve beroepsorganisaties van geneesheren vertegenwoordigen;2° 4 werkende en 4 plaatsvervangende leden die de universiteiten en de wetenschappelijke geneeskundige verenigingen vertegenwoordigen;3° 4 werkende en 4 plaatsvervangende leden die de verzekeringsinstellingen vertegenwoordigen; De groep bedoeld in 1° telt twee werkende en twee plaatsvervangende leden erkende huisartsen en twee werkende en twee plaatsvervangende leden geneesheren-specialisten.
De leden van de Commissie van beroep mogen geen lid zijn van de Nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen of van de Accrediteringsstuurgroep.
De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. § 2. De leden van de Commissie van beroep worden benoemd door de Koning: 1° wat betreft de leden bedoeld in § 1, 1°, op voordracht van de representatieve beroepsorganisaties van geneesheren;2° wat betreft de leden bedoeld in § 1, 2°, op voordracht van de universiteiten en de wetenschappelijke geneeskundige verenigingen;3° wat betreft de leden bedoeld in § 1, 3°, op voordracht van de verzekeringsinstellingen. § 3. De Commissie van beroep kiest een voorzitter onder de leden van een van de groepen bedoeld in § 1 en twee ondervoorzitters onder de leden van de twee andere groepen bedoeld in dezelfde bepaling. Ingeval de voorzitter verhinderd is wordt de zitting afwisselend voorgezeten door één van de twee ondervoorzitters. § 4. De Commissie van beroep onderzoekt en beslist over het beroep dat bij haar kan worden ingesteld door individuele geneesheren tegen de hen betreffende beslissingen getroffen door de Accrediteringsstuurgroep in uitvoering van zijn opdracht bedoeld in artikel 122quater, § 5, 7°. § 5. De Commissie van beroep stelt haar huishoudelijk reglement vast op grond van de volgende werkingsregels : 1° het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid bij de Commissie van beroep ingediend met een per post aangetekende brief binnen zestig dagen te rekenen vanaf de datum van de kennisgeving van de beslissing van de Accrediteringsstuurgroep.Indien de termijn verstrijkt op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, wordt hij verlengd tot de volgende werkdag; 2° het beroepschrift bevat : - alle motieven en alle stukken die worden aangevoerd tegen de beslissing; - een kopie van de kennisgeving van de beslissing; 3° de Commissie van beroep vergadert geldig indien vier werkende of plaatsvervangende leden van elke in § 1 vermelde groep aanwezig zijn; indien de aanwezigheidsvereiste bedoeld in de eerste alinea niet is vervuld, worden de geagendeerde punten verdaagd tot de volgende vergadering; alleen de werkende leden en de plaatsvervangende leden die de afwezige werkende leden vervangen zijn stemgerechtigd; 4° de hele procedure voor de Commissie van beroep verloopt schriftelijk.Ter zitting onderzoekt de Commissie van Beroep alle stukken. Ze beraadslaagt met gesloten deuren en haar beraadslagingen zijn geheim; 5° over elke ontvankelijk beroepschrift wordt gestemd.Een beroepschrift kan enkel gegrond worden verklaard door een meerderheid van de leden van de Commissie van beroep. In alle andere gevallen is het beroepschrift ongegrond. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
De organen opgericht op basis van het op 17 februari 1997 gesloten nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen blijven hun opdrachten vervullen tot de laatste dag van de maand waarin de overeenkomstige organen bedoeld in dit besluit rechtsgeldig zijn samengesteld.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en Onze Minister belast met Volksgezondheid zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 juli 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister belast met Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET