gepubliceerd op 16 maart 2021
Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een toelage in het kader van de implementatie van een lokaal beleid voor veiligheid en preventie voor het jaar 2020
13 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een toelage in het kader van de implementatie van een lokaal beleid voor veiligheid en preventie voor het jaar 2020
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, artikelen 121 tot 124;
Gelet op de Financie wet van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2020 pub. 24/12/2020 numac 2020016459 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 type wet prom. 20/12/2020 pub. 30/12/2020 numac 2020044510 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten voor het begrotingsjaar 2020;
Overwegende de veiligheids- en samenlevingscontracten die werden afgesloten tussen 29 steden of gemeenten en de Staat, onder de voorwaarden vervat in het Koninklijk Besluit van 10 juni 1994 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten een veiligheidscontract kunnen sluiten of een financiële hulp genieten voor de aanwerving van bijkomend personeel in het kader van hun politiedienst;
Overwegende dat de vaststelling van nieuwe prioriteiten, nieuwe oriëntaties en een nieuw financieringsmechanisme niet kon worden beslist in 2020 gezien het ontbreken van een regering met volle bevoegdheid;
Overwegende dat de toekenning op het einde van het begrotingsjaar van een subsidie 2020 volgende nieuwe aanwendingsvoorwaarden en potentieel aan nieuwe gemeenten en/of volgens een nieuwe budgettaire verdeling, de uitgave ervan de facto onmogelijk wordt voor de gesubsidieerde gemeenten;
Overwegende dat geen phasing out van het huidige financieringsmechanisme kon worden beslist gelet op het ontbreken van een regering met volle bevoegdheid en dat de continuïteit van het overheidshandelen en het vertrouwensbeginsel een zekere financieringscontinuïteit impliceren;
Overwegende dat de strijd tegen gewelddadig radicalisme een prioriteit vormt die de regering wenst te ondersteunen op het lokale niveau;
Overwegende dat er moet worden voorzien in instrumenten om op lokaal niveau een coherent veiligheidsbeleid aan te moedigen in overeenstemming met de federale prioriteiten inzake preventie van de criminaliteit en de veiligheid;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 november 2020;
Op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : TITEL 1. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van onderhavig besluit moet worden verstaan onder: 1° minister : minister van Binnenlandse zaken;2° gemeente : de door de minister benoemde steden;3° overeenkomst: contract afgesloten tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en een gemeente, waarin de doelstellingen bepaald worden die de gemeente moet behalen op het einde van de overeenkomst.4° algemene doelstelling : doelstelling die de finaliteit van het project in zijn geheel beschouwt en die tot uiting komt in de globale impact die bereikt moet worden voor een welbepaalde situatie voor de gehele bevolking in kwestie.5° strategische doelstelling : doelstelling die zich vertaalt in de concretisering van een algemene doelstelling en, door een tussenfase te vormen, de realisatie hiervan in een nabije toekomstvisie vormt.6° operationele doelstelling : doelstelling, realisatie die definieert hoe een strategische doelstelling zal worden bereikt en die er op korte termijn zichtbare en meetbare resultaten van geeft.7° Gewelddadige radicalisering: een proces waardoor een individu of een groep dusdanig beïnvloed wordt dat het individu of de groep in kwestie mentaal bereid is om extremistische daden te plegen, gaande tot gewelddadige of zelfs terroristische handelingen.Het adjectief "gewelddadig" wordt hierbij gebruikt om een duidelijk onderscheid te maken tussen enerzijds niet strafbare denkbeelden en de uiting hiervan en anderzijds de misdrijven of handelingen die een gevaar zijn voor de openbare veiligheid die gepleegd worden om deze denkbeelden te realiseren of de intentie tot het plegen van deze misdrijven of handelingen. 8° toewijzingsbeginsel van de kredieten : het feit dat de toegekende kredieten verdeeld worden in categorieën van uitgaven, te weten in personeelskosten, werkingskosten, en investeringen;9° in aanmerking komende uitgaven : de vastgestelde uitgaven of voorziene uitgaven door middel van overeenkomst of afwijkend schriftelijk akkoord;10° opportuniteit van de uitgaven : het verband dat kan worden gelegd tussen uitgave en de realisatie van de in de overeenkomst vastgestelde doelstellingen;11° bewijsdocumenten: de loonfiches, de kopie van diploma, de aanwervingscontracten, de facturen die uitgaan van externe leveranciers, de bestelbons die van de steden of gemeenten uitgaan, gedetailleerde schuldvorderingen en interne facturen.De volledige en leesbare documenten kunnen: - de originele exemplaren zijn; - ofwel de voor eensluidend verklaarde afschriften; - ofwel de kopieën gepaard gaande van de verklaring op erewoord van de gemeenteontvanger waarin de gedetailleerde en volledige lijst van de ingezonden kopieën is opgenomen en waarin geattesteerd wordt dat zij met de originele documenten overeenstemmen; 12° betalingsbewijs: de kopieën van rekeninguittreksels of ieder door de begunstigde van een kwijting voorziene document of, bij gebreke daaraan, een verklaring op erewoord van de gemeenteontvanger waarin de gedetailleerde en volledige lijst van de gedane uitgaven is opgenomen en waarin verklaard wordt dat zij wel degelijk betaald werden.Kopieën van een betalingsopdracht of bevel hebben geen enkele bewijswaarde. 13° vastlegging: handeling waarbij de gemeente een verplichting jegens haar doet ontstaan of constateert die tot een begrotingslast, een schuld of uitgave ten laste van het gemeentebudget leidt. De uitgevoerde vastlegging vervult de goedkeuring en vermindert de beschikbare kredieten om vast te leggen. De betalingen die eventueel gebeuren in de loop van latere boekjaren zijn het gevolg van de vastlegging die een vervulling blijft van het boekjaar waarin deze is tussengekomen. 14° personeelskosten : geven kosten weer die de werkgever draagt voor de indienstneming van het in het kader van de overeenkomst aangeworven personeel.Deze kosten omvatten eveneens de kosten van de tewerkstelling van ambtenaren die in het kader van specifieke statuten of functies aangeworven worden. 15° werkingskosten : omvatten de administratiekosten, de reiskosten, de actiemiddelen die nodig zijn voor de uitvoering van de in het kader van de overeenkomst ontwikkelde initiatieven.16° investeringen : zijn de uitgaven die een eenheidswaarde hebben die tenminste 1000 euro bedraagt en waarvan het betrokken voorwerp een vermoedelijke gebruiksduur van meer dan één jaar heeft. TITEL 2. - Modaliteiten inzake de toekenning van de financiële toelagen - Prioriteiten Afdeling 1. - Financiering en prioriteiten
Art. 2.§ 1. Een jaarlijkse financiële hulp wordt toegekend van 15.257.000 euro aan de 29 gemeenten die een veiligheids- en samenlevingscontract hadden afgesloten met toepassing van het koninklijk besluit van 27 mei 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/05/2002 pub. 11/07/2002 numac 2002000491 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de gemeenten moeten voldoen om een financiële toelage van de Staat te genieten in het kader van een overeenkomst betreffende de criminaliteitspreventie sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de gemeenten moeten voldoen om een financiële toelage van de Staat te genieten in het kader van een overeenkomst betreffende de criminaliteitspreventie, teneinde de kosten te dekken die gepaard gaan met de oprichting van een lokaal veiligheids- en preventiebeleid.
De lijst met de toegekende bedragen per gemeente wordt toegevoegd in de bijlagen 1. § 2. De gefinanceerd projecten beantwoorden aan de regeringsprioriteiten die worden bepaald in de Kadernota integrale veiligheid en/of in het Nationaal Veiligheidsplan.
Zij kunnen bovendien bijdragen aan de uitvoering van de algemene doelstellingen die worden bepaald door de Minister en vertolken aldus de prioriteiten van de Minister, die met name in zijn algemene beleidsnota worden gedefinieerd. § 3. De aanwending van de financiële toelage beoogt eveneens een maximale synergie met het zonaal veiligheidsplan en het strategisch veiligheids- en preventieplan te waarborgen, en viseert de 3 volgende activiteitssectoren: 1° Activiteitssector 1: Bijdrage aan de werking van de politiezones;2° Activiteitssector 2: Bestrijding van de criminaliteit, de overlast en het onveiligheidsgevoel;3° Activiteitssector 3: Bestrijding van de Gewelddadige radicalisering. § 4. De acties met betrekking tot activiteitssector 1 zullen prioritair moeten plaatsvinden in het kader van de twee volgende activiteitsdomeinen: - Domein: Storting van een deel van of de hele toelage aan de politiezone in het kader van specifieke projecten; - Domein: Storting van een deel of van de hele toelage aan de politiezone die in mindering wordt gebracht van het verschuldigde bedrag door de gemeente voor de werking van de politiezone.
De acties met betrekking tot activiteitssector 2 verband houden met één of meerdere schakels van de veiligheidsketen, m.a.w. met preventie, reactie/repressie en nazorg van de daders en de slachtoffers, en dit in het kader van de bevoegdheden van de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken.
De acties met betrekking tot activiteitssector 3 zullen prioritair moeten plaatsvinden in het kader van de volgende activiteitsdomeinen: - Domein: Veiligheids- en/of socio-preventieve en gemeentelijke projecten: o Socio-preventief werk, met inbegrip van het tot stand brengen van netwerken; o Verhoging van het veiligheidsgevoel; o Analyse - Diagnose - Monitoring; o Coördinatie en opvolging van de lokale veiligheids- en/of socio-preventieve projecten. - Domein: Storten van een deel of van de volledige toelage aan de politiezone in het kader van specifieke projecten: o Dreigingsanalyse o Monitoring o Opsporing en inlichting o Follow-up van de « returnees » De uitgaven/acties in verband met de algemene opdrachten van lokale politie, de interventie en de ordehandhaving zijn dus uitgesloten. § 5. Kunnen in aanmerking genomen worden voor de financiële toelagen, enkel de uitgaven die betrekking hebben op het lokale veiligheids- en preventiebeleid.
De uitgaven hebben betrekking op de domeinen van criminaliteitsbestrijding, overlast en over het algemeen het onveiligheidsgevoel. Deze uitgaven kunnen specifiek worden geboekt op de 3 activiteitssectorenbedoeld op artikel 2 § 3 .
De lijst met de in aanmerking komende uitgaven per activiteitssector bevindt zich in bijlagen 2a, 2b en 2c bij dit besluit.
Art. 3.§ 1. Een bijkomende financiële hulp van 600.000 euro wordt toegekend aan de volgende gemeenten voor de financiering van projecten in het kader van de preventie van gewelddadige radicalisering .
De aangewezen gemeenten zijn Anderlecht, Antwerpen, Brussel, Luik, Maaseik, Mechelen, Schaarbeek, Sint-Jans-Molenbeek, Verviers en Vilvoorde.
In dat kader wordt een financiële steun van 60.000 euro toegekend aan elk van de gemeenten betrokken bij de financiering van projecten ter veiligheid en/of preventie van gewelddadige radicalisering. § 2. De gefinanceerd projecten beantwoorden aan de regeringsprioriteiten die worden bepaald in de Kadernota integrale veiligheid en/of in het Nationaal Veiligheidsplan.
Zij kunnen bovendien bijdragen aan de uitvoering van de algemene doelstellingen die worden bepaald door de Minister en vertolken aldus de prioriteiten van de Minister, die met name in zijn algemene beleidsnota worden gedefinieerd.
De gefinancierde projecten moeten betrekking hebben op de federale bevoegdheden van de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken en geen inbreuk maken op de bevoegdheden van de gemeenschappen. § 3 De aanwending van de financiële toelage beoogt eveneens een maximale synergie met het zonaal veiligheidsplan en het strategisch veiligheids- en preventieplan te waarborgen, en viseert de twee volgende activiteitssectoren: 1° Activiteitssector 1 : veiligheids- en/of socio-preventieve en gemeentelijke projecten;2° Activiteitssector 2 : storten van een deel of van de volledige toelage aan de politiezone in het kader van specifieke projecten. § 4. De acties met betrekking tot activiteitssector 2 zullen prioritair moeten plaatsvinden in het kader van de volgende activiteitsdomeinen: - Domein: Socio-preventief werk, met inbegrip van het tot stand brengen van netwerken; - Domein: Verhoging van het veiligheidsgevoel; - Domein: Analyse - Diagnose - Monitoring; - Domein: Coördinatie en opvolging van de lokale veiligheids- en/of socio-preventieve projecten.
De acties met betrekking tot activiteitssector 2 zullen prioritair moeten plaatsvinden in het kader van de volgende activiteitsdomeinen: - Domein: Dreigingsanalyse - Domein: Monitoring - Domein: Opsporing en inlichting - Domein: Follow-up van de « returnees » De uitgaven in verband met de algemene opdrachten van lokale politie, de interventie en de ordehandhaving zijn dus uitgesloten.
De lijst met de in aanmerking komende uitgaven bevindt zich in bijlage 2d bij dit besluit.
Art. 4.De financiële toelage bedoeld op artikel 2 wordt aangerekend op het begrotingsartikel 56 82 432202 van de sectie 13 van de algemene uitgavenbegroting. Afdeling 2. - Financiële modaliteiten inzake de toekenning van de
financiële toelagen
Art. 5.Vóór 31 januari 2021, bezorgt de in artikel 2 bedoelde gemeente aan de Algemene Directie Veiligheid en Preventie een projectplan waarin wordt gespecifieerd welke activiteitssector en welk(e) domein(en) worden toegepast overeenkomstig artikel 2, § 2 en volgende.
Art. 6.Vóór 31 december 2020, bezorgt de in artikel 3 bedoelde gemeente aan de Algemene Directie Veiligheid en Preventie een projectplan waarin wordt gespecifieerd welke activiteitssector en welk(e) domein(en) worden toegepast overeenkomstig artikel 3, § 2 en volgende TITEL 3. - Financiële modaliteiten inzake de aanwending, betaling en controlewerkwijze voor de financiële toelagen Afdeling 1 - Financiële modaliteiten inzake de aanwending van de
toelagen
Art. 7.Elke financiële toelage wordt toegekend als tussenkomst in de kosten die voortkomen uit de uitvoering van ontwikkelde project overeenkomstig de artikelen 2 en 3.
Art. 8.§ 1. Het jaarlijks bedrag van de toegekende toelage ligt vast, en kan niet verhoogd worden met de beschikbare saldi die vastgesteld worden naar aanleiding van de jaarlijkse afrekeningen die door de Administratie opgesteld worden.
Het bedrag van de jaarlijkse toelage die niet aangewend is op 31 december van het desbetreffende jaar, gaat definitief verloren § 2. De voorzien toelagen worden toegekend volgens het principe van globale jaarlijkse enveloppen. Er is geen enkele overdracht toegelaten tussen de verschillende toegekende enveloppen.
De modaliteiten voor de verdeling van de kredieten binnen de globale enveloppe worden vastgesteld door de Minister, die de maximale en minimale quota.
Art. 9.De aanwending van de toelage is onderworpen aan het annualiteitsbeginsel van de uitgaven. Alleen de tussen 1 januari en 31 december van het betreffende jaar vastgelegde uitgaven zullen in overweging genomen worden.
Art. 10.De aanwending van de toelage wordt onderworpen aan het beginsel van de bestemming van de uitgaven.
Art. 11.De aanwending van de toelage wordt onderworpen aan het beginsel van het in aanmerking komen der uitgaven.
Art. 12.§ 1. De aanwending van de toelage wordt onderworpen aan het opportuniteitsbeginsel van de uitgaven. § 2. Kunnen in aanmerking genomen worden voor de financiële toelage, enkel de uitgaven die betrekking hebben op het lokale veiligheids- en preventiebeleid en verband houden met de bevoegdheden van de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken. § 3. De verrichte uitgaven verband houden met één of meerdere doelstellingen van de overeenkomst bedoelde in artikel 6. Afdeling 2 - Betalingsmodaliteiten
Art. 13.§ 1. De vastlegging en de vereffening van deze toelagen gebeurt onder voorbehoud van de beschikbare kredieten. § 2. De vereffening van de verschuldigde toelagen gebeurt volgens een voorschot/saldosysteem.
Een voorschot van 90% van het totaal van de toegekende toelage zal worden gestort aan de gemeente.
Het saldo zal worden gestort na grondige controle van de door de gemeente ingediende uitgaven.
Art. 14.De onverschuldigde bedragen, die na grondige controle van de uitgaven worden vastgesteld, worden van rechtswege teruggevorderd door de Algemene Directie Veiligheid en Preventie. Afdeling 3 - Controlewerkwijze voor de financiële toelagen
Onderafdeling 1. - Voorstelling van het financieel dossier
Art. 15.§ 1. De gemeenten rechtvaardigen hun uitgaven door een financieel dossier voor te stellen voor elke toelage en voor elk van de twee begrotingsjaren waarvoor de toelage is gewaarborgd. § 2. Elke voorgelegde uitgave moet vergezeld worden door een bewijsdocument en een betalingsbewijs.
Art. 16.§ 1. Het financieel dossier van elke toelage is samengesteld uit twee delen: 1° De financiële vordering die ter beschikking gesteld wordt via het ICT-platform online van de Administratie; De financiële vordering zal pas gevalideerd worden op voorwaarde dat de datum van goedkeuring van de schuldvordering ingevoerd wordt in het systeem en dat de beslissing van de Gemeenteraad of het College van Burgemeester en Schepenen als bijlage doorgezonden wordt. De beslissing moet voor de invoering van de financiële vordering gedateerd worden.
De vordering zal online vervolledigd en gevalideerd worden en dat ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het betreffende begrotingsjaar.
De beveiligde toegangscodes die de vertrouwelijkheid van de gegevens waarborgen, en tevens een handleiding van de webtoepassing, worden verspreid aan elke door de gemeentelijke overheid aangestelde verantwoordelijke via besluit van het College van Burgemeester en Schepenen.
De gemeentelijke overheid blijft verantwoordelijk voor de geleverde toegangen en geeft informatie aan de Administratie over de bestemmingsveranderingen en toegangswijzigingen noodzakelijk voor de goede opvolging van de financiële controleprocedures. 2° De bewijsdocumenten van het referentiejaar betreffende de personeels-, werkings- en investeringsuitgaven, die uitsluitend via het ICT-platform online worden bezorgd.Deze documenten worden ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het betreffende begrotingsjaar ingezonden.
De lijst met vereiste bewijsdocumenten bevindt zich in bijlagen 3 en 4. § 2. De documenten zullen bewaard worden gedurende tien jaar. Die termijn gaat in vanaf de afsluiting van de procedure van de financiële controle. Afdeling 4. - Terugvorderingen en Financiële sancties
Art. 17.De Administratie onderbreekt de betalingen in geval het niet naleven van de algemene verplichtingen wordt vastgesteld;
Art. 18.Er moet een verband kunnen worden gelegd tussen het resultaat en de uitvoering van het project.
Art. 19.Budgetbegeleiding kan opgestart worden, op beslissing van de Minister of zijn afgevaardigde, voor de steden en gemeenten waarvoor uit de opvolging en/of evaluatie de aanwezigheid blijkt van tekortkomingen bij de uitvoering van het project.
Art. 20.§ 1. De onverschuldigde bedragen, die na grondige controle van de uitgaven worden vastgesteld, worden jaarlijks teruggevorderd via een invorderingsprocedure. § 2.Bovendien kunnen de onverschuldigde bedragen die in het kader van de resultaatsverbintenis vastgesteld worden, teruggevorderd worden.
TITEL 4. - Opvolging en evaluatie
Art. 21.§ 1. De resultaatsverbintenis brengt voor de gemeente de noodzaak met zich mee om regelmatig over te gaan tot de opvolging en de evaluatie van haar doelstellingen. § 2. Op basis van de vaststellingen op het terrein en een gedetailleerde analyse van elke doelstelling, realiseert de gemeente een zelfevaluatie teneinde de uitvoering van de verschillende doelstellingen en resultaten binnen het project te verifiëren. § 3. Op verzoek van de gemeente of op haar eigen initiatief kan de Algemene Directie Veiligheid en Preventie de activiteiten van het project bestuderen. De bezoeken die hiertoe werden uitgevoerd, hebben als doel de begunstigde gemeente zo goed mogelijk te ondersteunen bij de lancering, de uitvoering en de evaluatie van haar activiteiten.
Art. 22.De gemeenten overmaken tegen uiterlijk 30 juin 2021 hun evaluatierapport door aan de Algemene Directie Veiligheid en Preventie.
TITEL 5. - Eindbepalingen
Art. 23.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2020.
Art. 24.Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 december 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, A. VERLINDEN
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 december 2020 houdende de toekening van een toelage in het kader van de implementatie van een lokaal beleid voor veiligheid en preventie voor het jaar 2020.
Gegeven te Brussel, 13 december 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, A. VERLINDEN