gepubliceerd op 13 februari 2002
Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 1 juli 1997 tot vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Nationaal Geografisch Instituut
13 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 1 juli 1997 tot vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Nationaal Geografisch Instituut
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli 1993;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Nationaal Geografisch Instituut;
Gelet op het advies van de regeringscommissaris, gegeven op 9 februari 2001;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, gegeven op 18 mei 2001;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 23 juli 2001;
Gelet op het protocol van 16 november 2001 waarin de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in het Sectorcomité XIV zijn vermeld;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de huidige reglementaire beschikkingen voor de cartografen een achteruitgang op het gebied van de loopbaanperspectieven met zich meebrengen en dat het dan ook noodzakelijk is deze onregelmatigheid te verbeteren;
Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Aan artikel 4 van het koninklijk besluit van 1 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Nationaal Geografisch Instituut worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt door de volgende bepaling vervangen : « § 2.De ambtenaren die in toepassing van § 1 in de graad van eerste cartograaf werden benoemd, behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit verworven in de graad waarvan zij titularis waren.
De ambtenaren die in toepassing van § 1 in de graad van cartograaf 1e klasse werden benoemd, behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit verworven in de geschrapte graden van cartograaf (rang 20) en cartograaf 1e klasse (rang 22).
De ambtenaren aldus benoemd in niveau 2+ behouden in dit niveau de anciënniteit verworven in niveau 2. » 2° In § 4 worden een 2e en 3e alinea ingevoegd, die als volgt luiden : « Voor de berekening van hun graad- en niveauanciënniteit nemen deze ambtenaren rang in op de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop het proces-verbaal werd opgesteld van het examen voor verhoging in graad in de geschrapte graad van cartograaf 1e klasse. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal. »
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1995.
Art. 3.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 december 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT