gepubliceerd op 18 december 2017
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende het tijdskrediet en de landingsbaan
12 NOVEMBER 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende het tijdskrediet en de landingsbaan (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende het tijdskrediet en de landingsbaan.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 november 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 2017 Tijdskrediet en landingsbaan (Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 2017 onder het nummer 140013/CO/318.02) HOOFDSTUK I. - Voorafgaandelijke bepaling
Artikel 1.Deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van : - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen; - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103bis van 27 april 2015 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103; - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103ter van 20 december 2016, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de aanpassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen; - het koninklijk besluit van 12 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 18/12/2001 numac 2001013224 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking sluiten tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers en alle werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK III. - Recht op een tijdskrediet
Art. 3.De werknemer kan een tijdskrediet genieten op basis van volgende motieven : 1) de zorg op zich nemen van een kind jonger dan 8 jaar;2) het verlenen van zorg aan een gehandicapt kind jonger dan 21 jaar;3) het verlenen van palliatieve verzorging;4) het verlenen van bijstand of verzorging aan een zwaar ziek gezins- of familielid;5) het verlenen van bijstand of verzorging aan zijn minderjarig zwaar ziek kind of aan een minderjarig zwaar ziek kind dat gezinslid is;6) het volgen van een opleiding. De motieven 1) tot en met 5) worden "zorgmotieven" genoemd.
Het tijdskrediet zonder motief is afgeschaft.
Art. 4.§ 1. Vormen van tijdskrediet met motief Alle vormen van tijdskrediet met motief kunnen opgenomen worden op de volgende manier : 1) een volledige schorsing van de arbeidsprestaties;2) een 1/2e vermindering van de arbeidsprestaties;3) een 1/5e vermindering van de arbeidsprestaties. Indien de werknemer een 1/5e tijdskrediet met motief geniet, wordt dit tijdskrediet opgenomen gedurende één dag per week of 2 halve dagen per week. § 2. Totale maximumduur van het tijdskrediet met motief De werknemers hebben recht op een tijdskrediet met zorgmotief voor een maximumperiode van 51 maanden over de gehele loopbaan ongeacht de vorm van tijdskrediet met motief.
De werknemers hebben recht op een tijdskrediet met motief "volgen van een opleiding" voor een maximumperiode van 36 maanden over de gehele loopbaan ongeacht de vorm van tijdskrediet met motief.
De reeds opgenomen periodes van tijdskrediet met motief en tijdskrediet zonder motief worden in mindering gebracht. De periodes van tijdskrediet zonder motief worden proportioneel in rekening gebracht, terwijl de periodes van tijdskrediet met motief in kalendermaanden in rekening worden gebracht, en dit in chronologische volgorde. De eerste 12 maanden van het tijdskrediet zonder motief dat al werd genomen, worden echter geneutraliseerd en niet aangerekend in voltijds equivalent.
De maximumduur van de tijdskredieten met motief (zorgmotief en motief "volgen van een opleiding") geldt voor alle motieven te samen en wordt niet toegekend per motief afzonderlijk. De totale maximumduur kan de 51 maanden nooit overschrijden. § 3. Modaliteiten van opname van het tijdskrediet met motief Voor tijdskrediet met de motieven "zorg voor een kind jonger dan 8 jaar", "zorg voor een gehandicapt kind jonger dan 21 jaar" en "volgen van een opleiding" geldt er per aanvraag : - een minimumperiode van opname van 3 maanden als het een voltijds tijdskrediet of een 1/2e tijdskrediet betreft en een minimumperiode van opname van 6 maanden als het een 1/5e tijdskrediet betreft; - een maximumperiode van 1 jaar.
Voor tijdskrediet met het motief "verlenen van palliatieve verzorging" geldt er per aanvraag : - een minimumperiode van opname van 1 maand; - te verlengen met 1 maand per patiënt.
Voor tijdskrediet met de motieven "verlenen van bijstand of verzorging aan een zwaar ziek gezins- en familielid" en "verlenen van bijstand of verzorging aan zijn minderjarig zwaar ziek kind of aan een minderjarig zwaar ziek kind dat gezinslid is" geldt er per aanvraag : - een minimumperiode van opname van 1 maand; - een maximumperiode van 3 maanden.
Art. 5.§ 1. Anciënniteitsvoorwaarde Om recht te hebben op het tijdskrediet met motief moet de werknemer door een arbeidsovereenkomst met de werkgever verbonden zijn geweest gedurende 2 jaren op datum van de schriftelijke aanvraag. § 2. Tewerkstellingsvoorwaarde Gedurende de 12 maanden vóór de schriftelijke kennisgeving van een aanvraag 1/2e tijdskrediet met motief aan de werkgever dient de werknemer minstens 3/4den van een voltijds arbeidsregime gewerkt te hebben.
Gedurende de 12 maanden vóór de schriftelijke kennisgeving van een aanvraag 1/5e tijdskrediet met motief aan de werkgever dient de werknemer minstens voltijds gewerkt te hebben.
De werknemer kan een voltijds tijdskrediet met motief aanvragen ongeacht zijn/haar arbeidsritme vóór de aanvraag voltijds tijdskrediet met motief. HOOFDSTUK IV. - Recht op een landingsbaan
Art. 6.§ 1. Vormen van landingsbaan De in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst genoemde werknemers die de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt, hebben recht op : 1) een 1/2e vermindering van de arbeidsprestaties;2) een 1/5e vermindering van de arbeidsprestaties. § 2. Opnamemodaliteiten Het recht op landingsbaan kan worden uitgeoefend tot de datum waarop de werknemer met pensioen gaat.
Er geldt een minimumperiode van opname van : - 3 maanden in geval van een aanvraag 1/2e landingsbaan; - 6 maanden in geval van een aanvraag 1/5e landingsbaan.
Art. 7.§ 1. Anciënniteitsvoorwaarde Om recht te hebben op een landingsbaan moet de werknemer door een arbeidsovereenkomst met de werkgever verbonden zijn geweest gedurende 2 jaren op datum van de schriftelijke aanvraag. Deze termijn kan ingekort worden in onderling akkoord. § 2. Tewerkstellingsvoorwaarde Gedurende de 24 maanden vóór de schriftelijke kennisgeving van een aanvraag 1/2e landingsbaan aan de werkgever dient de werknemer minstens 3/4e van een voltijds arbeidsregime gewerkt te hebben.
Gedurende de 24 maanden vóór de schriftelijke kennisgeving van een aanvraag 1/5e landingsbaan aan de werkgever dient de werknemer minstens voltijds (of 4/5e van een voltijds arbeidsregime in het kader van een tijdskrediet) gewerkt te hebben. § 3. Leeftijdsvoorwaarde Om recht te hebben op een landingsbaan moet de werknemer minstens 55 jaar oud zijn op datum van de gewenste begindatum. § 4. Beroepsloopbaan Om recht te hebben op een landingsbaan moet de werknemer op datum van de schriftelijke aanvraag aan de werkgever minstens 25 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende kunnen voorleggen. HOOFDSTUK V. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 8.§ 1. Aanvraag De werknemer die het recht op tijdskrediet met motief of landingsbaan wil uitoefenen, dient dit minimum 3 maanden op voorhand aan te vragen bij de werkgever.
Voor een werknemer die het thematisch verlof palliatieve bijstand heeft uitgeput en een tijdskrediet met motief "verlenen van palliatieve verzorging" aanvraagt, geldt een minimumperiode van 2 weken op voorhand.
De aanvraag moet schriftelijk gebeuren overeenkomstig de bepalingen van artikel 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 en artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103ter van 20 december 2016. § 2. De arbeidsovereenkomst De werknemer die gebruik wenst te maken van een tijdskrediet met motief of een landingsbaan behoudt zijn/haar oorspronkelijke arbeidsovereenkomst. In een bijlage wordt de toepasselijke uurregeling en de ingangsdatum ervan door partijen overeengekomen.
De werknemer behoudt zijn/haar oorspronkelijke functie en tewerkstellingsplaats, tenzij door partijen schriftelijk anders wordt overeengekomen.
Voor de werknemer die rechtstreeks leiding geeft aan een groep medewerkers wordt het behouden van zijn/haar oorspronkelijke functie en tewerkstellingsplaats positief onderzocht maar kan niet automatisch gegarandeerd worden. De afspraken worden schriftelijk vastgelegd.
Art. 9.In uitvoering van artikel 16 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 bedraagt de drempel waarbinnen werknemers gelijktijdig het recht op tijdskrediet met motief of landingsbaan kunnen uitoefenen 8 pct.. Deze drempel kan op niveau van de onderneming worden verhoogd.
Per functiecategorie of per werkeenheid kan op hetzelfde ogenblik 1 persoon per begonnen schijf van 4 werknemers tijdskrediet met motief uitoefenen. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 10.Deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst vervangt volledig en definitief de volgende sectorale collectieve arbeidsovereenkomst, die dus een einde neemt : - Sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2002 tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2001 ter uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, met registratienummer 66177/CO/318.02; - Sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 2001 inzake het recht op een vrijwillige halftijdse uitstapregeling (landingsbaan) vanaf de leeftijd van 50 jaar ingevolge het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2000, met registratienummer 57780/CO/318.02.
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2017 en is gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn van 3 maanden, per aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het paritair subcomité.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 november 2017.
De Minister van Werk, K. PEETERS