Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 november 2017
gepubliceerd op 28 november 2017

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 februari 2016, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de havensleepvaart voor de periode 2016-2017

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2017040688
pub.
28/11/2017
prom.
12/11/2017
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 NOVEMBER 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 februari 2016, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de havensleepvaart voor de periode 2016-2017 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 februari 2016, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de havensleepvaart voor de periode 2016-2017.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 november 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de binnenscheepvaart Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 februari 2016 Loon- en arbeidsvoorwaarden in de havensleepvaart voor de periode 2016-2017 (Overeenkomst geregistreerd op 4 mei 2017 onder het nummer 139001/CO/139)

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : 1° de varende werknemers (zowel mannelijke als vrouwelijke werknemers) van de ondernemingen die actief zijn in de sleepvaart op binnenwateren en ressorteren onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart;2° alle werkgevers die de onder 1° bedoelde werknemers tewerkstellen. Definitie "varende werknemers" : Het arbeiderspersoneel van de havensleepdiensten ressorterend onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart (PC 139).

Art. 2.Werkzekerheid Gedurende de periode van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt voor de werknemers nominatief werkzekerheid geboden, uitgezonderd de werknemers die in aanmerking komen voor stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) en dit voor een minimum van 204 (68 ploegen) + 10 pct. "no-boat" personeelsleden.

De bemanningssterkte van 3 personen per schip wordt gegarandeerd : kapitein, werktuigkundige en stuurman of matroos.

De werknemersafgevaardigden kunnen ten allen tijde het actuele personeelsbestand opvragen.

De bovengenoemde partijen verbinden er zich toe in geval van ernstige economische achteruitgang op een constructieve wijze deze situatie te evalueren en mee te werken aan op dat ogenblik noodzakelijke oplossingen om ontslagen te vermijden.

Art. 3.Arbeidsduur en werksysteem De arbeidstijd, uitgezonderd de betaalde vakantie, wordt bepaald op 1 535,33 uren op jaarbasis wat een gemiddelde van 31,8930 uren per week betekent.

Het saldo van het kalenderjaar (boven de 1 535,33 uur) wordt betaald aan 100 pct. (maatstaf RSZ = 1 700,33).

De arbeid wordt op basis van 4 weken over een periode van 13 weken georganiseerd met dien verstande dat gedurende 7 kalenderdagen aan boord wordt verbleven (prestatiedagen) en een aansluitende rustperiode van 14 of 21 kalenderdagen is voorzien.

De prestatiedagen worden betaald aan 14 uur per dag. Deze 14 uur omvatten : - 12 uur arbeidstijd; - 1 uur betaalde beschikbaarheidstijd (13de uur); - 1 uur betaalde schafttijd (14de uur).

Er wordt 11 uur per dag rust voorzien waarvan een aaneengesloten rustperiode (aan boord) van 8 uur wordt gewaarborgd op een veilige ligplaats. In de mate van de technische mogelijkheden zal de werkgever walspanning voorzien.

De loon- en arbeidsvoorwaarden voor de flexibele contracten met prestaties op jaarbasis worden toegelicht in artikel 17 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 4.Verloning werksysteem De verloning in het werksysteem, 1 week prestatie en/of in principe 2 of 3 weken rust, wordt forfaitair bepaald op een bruto voorschot. Het bruto voorschot wordt bepaald door het verwacht jaarinkomen bij voltijdse effectieve prestaties te delen door 12.

Het veranderlijk deel wordt gekoppeld aan de prestatiedagen en betreft de vergoeding voor de wettelijke en regionale feestdagen, de wettelijke gepresteerde feestdagen, overuren en sociaal abonnement.

De bestaande vergoedingen, zondagtoeslag, aflosvergoeding en systeemtoeslag zijn geïntegreerd in een lumpsum en niet per gebeuren eisbaar.

In de lumpsum is 1 uur voorzien als overdracht van de vertrekkende ploeg en zij zal deze tijd gebruiken om de overdracht en de checklist ordentelijk af te werken.

Overuren (plus systeemtoeslag) worden betaald indien door uitzonderlijke omstandigheden meer dan 14 uren op één dag betaald moeten worden.

Indien er een effectieve prestatie wordt geleverd tijdens het 14de uur, wordt een toeslag toegekend van 50 pct. en 100 pct. plus systeemtoeslag, op zon- en feestdagen. - de overuren worden betaald voor arbeid gepresteerd vanaf het 15de uur : weekdagen : 150 pct. plus systeemtoeslag; - zon- en feestdagen : 200 pct. plus systeemtoeslag. 4.1. Het gegarandeerde rustblok Het gegarandeerde rustblok mag alleen omwille van onvoorziene omstandigheden en/of overmacht onderbroken worden. Alleen dringende omstandigheden kunnen het gegarandeerd rustblok doorbreken of verlaten.

In geval van dispuut hieromtrent, zal de syndicale afvaardiging worden geconsulteerd.

Indien het rustblok door onvoorziene omstandigheden en/of overmacht onderbroken of verlaat wordt, zullen deze uren vergoed worden als overuren.

Deze gepresteerde uren worden eveneens terug als rust gegeven, bij voorkeur aansluitend aan het onderbroken rustblok en ten laatste aansluitend vóór het volgende rustblok. Indien de inhaalrust echter niet zou kunnen gegeven worden, zal deze extra vergoed worden aan 100 pct. van het uurloon. Deze regel is uitzonderlijk en zal na overleg met de werkleider en mits akkoord van de kapitein van de sleepboot toegepast worden. Bij onderbreking van het rustblok geeft elk aangevangen uur recht op één volledig uur te compenseren rust. 4.2. In promotie varen Bij werknemers die gevraagd worden om in promotie te varen, zal er rekening gehouden worden met de rustblokken. De prestatie in promotie zal vergoed worden aan het loon en de lumpsum, vermeerderd met 1/7 per prestatiedag van het normale loon in eigen functie. 4.3. Varen tijdens uur van overgave van de sleepboot Wanneer men nog vaart na het uur van de aflos (dat bepaald is in de sector), zal het uur dat voorzien is voor de overgave van de sleepboot, vergoed worden als overwerk. Het uur van overgave van de sleepboot wordt dan ook achteruitgeschoven. 4.4. Rusttijd Naast de 8 uur ononderbroken rust, wordt er voorzien in een rusttijd van 3 uur waarvan het eerste uur wordt betaald. De planning van deze 3 uren rusttijd (betaald en onbetaald) gebeurt door de werkleiders en in overleg met de kapitein. De rusttijd wordt genomen met een volledig uur. 4.5. Dagtaak - Sector Antwerpen : 12u00 tot 12u00; - Sector Gent/Terneuzen : 16u00 tot 16u00; - Sector Zeebrugge : 10u00 tot 10u00.

In het kader van de bevordering van de duurzame mobiliteit kunnen de aflosuren per sector worden aangepast. 4.6. Zomeruur en winteruur Aan de werknemers die bij de omschakeling van het winteruur naar het zomeruur in hun gepresteerde uren zijn, zal er het loon uitbetaald worden van een normale wacht. De werknemers die op dit ogenblik in hun ingeroosterd rustblok zijn, zullen, wanneer zij geen effectieve rust van 8 uren hebben gekregen, extra vergoed worden aan 100 pct. van hun uurloon.

Aan de werknemers die bij de omschakeling van het zomeruur naar het winteruur in hun gepresteerde uren zijn, zal één uur aan 100 pct. extra uitbetaald worden. De werknemers die op dit ogenblik in hun ingeroosterd rustblok zijn, zullen, wanneer zij geen effectieve rust van 8 uren hebben gekregen, extra vergoed worden aan 100 pct. van hun uurloon.

Art. 5.Basislonen 5.1. In geval van indexering (zowel positief als negatief) zullen de basislonen effectief gewijzigd worden met 0,79 pct.. Basisloon is uurloon maal 127,9442 uur.

De volgende bruto basislonen zijn met ingang van 1 januari 2016 van toepassing :

Kapitein/Capitaine

2 883,50 EUR

Stuurman/Timonier

2 482,04 EUR

Werktuigkundige/Mécanicien

2 745,56 EUR

Assistent-werktuigkundige/Assistant mécanicien

2 384,24 EUR

1ste matroos/1er matelot

2 315,61 EUR

2de matroos A/2ème matelot A

2 229,58 EUR

Trainee/Stagiaire

1 265,06 EUR


Het referte-indexcijfer wordt ingedeeld in schijven van 0,79 punten en geeft aanleiding tot verhoging of verlaging met 0,79 pct. van het basisloon berekend op 127,9442 uren, indien het referte-indexcijfer zich in een hogere of lagere schijf bevindt. 5.2. Referte-indexschijven :

Laagste grens/Limite inférieure

Hoogste grens/Limite supérieure

99,69

100,47

100,48

101,26

101,27

102,05


Art. 6.Reëel basismaandloon 6.1. Reëel loon De werkelijke lonen zijn berekend op 1 535,33 maal het uurloon en gedeeld door 12 maanden vanaf 1 januari 2016 op basis van de indexschijf 100,48 - 101,26.

Uurloon/Salaire horaire

Reëel loon/Salaire réel

Kapitein/Capitaine

22,7140 EUR

2 906,13 EUR

Stuurman/Timonier

19,5527 EUR

2 501,65 EUR

Werktuigkundige/Mécanicien

21,6286 EUR

2 767,25 EUR

Assistent-werktuigkundige/Assistant mécanicien

18,7823 EUR

2 403,08 EUR

1ste matroos/1er matelot

18,2415 EUR

2 333,90 EUR

2de matroos A/2ème matelot A

17,5638 EUR

2 247,19 EUR

Trainee/Stagiaire

9,9657 EUR

1 275,05 EUR


6.2. Lumpsum (aan de indexschijf 1 januari 2016 op basis van de indexschijf 100,48 - 101,26) De lumpsum omvat een forfait voor systeemtoeslag, aflosvergoeding en zondagtoeslag. De werkelijke lumpsum is berekend volgens de in artikel 8, 8.1., 8.4. en 8.5. weergegeven berekening. Op 1 januari 2016 zijn de volgende bedragen van toepassing :

Kapitein/Capitaine

735,43 EUR

Stuurman/Timonier

633,08 EUR

Werktuigkundige/Mécanicien

700,29 EUR

Assistent Werktuigkundige/Assistant mécanicien

608,13 EUR

1ste matroos/1er matelot

590,62 EUR

2de matroos A/2ème matelot A

568,68 EUR

Trainee/Stagiaire

322,67 EUR


Het veranderlijk deel wordt gekoppeld aan de prestatiedagen en betreft de gepresteerde wettelijke feestdagen, overuren en sociaal abonnement. 6.3. Extra-legaal pensioen De werkgever zal een bijdrage storten van minimum 4 pct. op het basisloon, met het oog op de financiering van een extra-legaal pensioen en overlijdensdekking in een groepsverzekering, bij een economische operator van zijn keuze en gevestigd binnen de Europese markt.

Art. 7.Bevordering en brevettenreglementering Bij elke bevordering zal voor de bevorderde werknemer de verplichting ontstaan om te varen in één lagere graad.

Kapitein/Capitaine

>

Stuurman/Timonier

Stuurman/Timonier

>

Matroos/Matelot

Werktuigkundige/Mécanicien

>

Assistent-werktuigkundige/ Assistant mécanicien


De werknemer behoudt het loon van de hogere graad. Deze bepalingen gelden enkel voor de eerste drie jaren na ingangsdatum van de bevordering.

Om de bevordering van de werknemers te waarborgen, wordt het aantal ploegen vastgelegd. - Totaal : 68 ploegen.

Voor "no boat" personeel kan de aflosdag, boot en sector verschillend zijn. Dit zal ten laatste op de vrijdag voorafgaand aan de prestatieweek worden meegedeeld.

De werknemers die door de werkgever aangeworven worden in de functie van werktuigkundige, zullen over en door de werkgever vereiste opleiding en brevetten dienen te beschikken. Deze werknemers zullen als boventallig bemanningslid aan boord opleiding krijgen, zoals bepaald door de werkgever gedurende een bepaald aantal wachten en minimum betaald als trainee. Na deze opleiding zullen betrokken werknemers onmiddellijk inzetbaar zijn als werktuigkundige. De werknemers-matroos kunnen na het behalen van de in de ondernemingsraad reeds vastgestelde brevetten en na evaluatie, de functie van stuurman bekomen.

Nieuwe bijkomende personeelsleden (boventallig aan boord) kunnen gedurende gans de periode aan boord als 4de man vergoed worden als trainee.

De overgang van 2de matroos naar 1ste matroos gebeurt na 1 jaar als 2de matroos (IBO -periodes uitgezonderd).

Art. 8.Vergoedingen 8.1. Systeemvergoeding Voor het arbeidssysteem in deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt een toeslag van 10 pct. van het reëel maandloon betaald (lumpsum). 8.2. Regionale (Vlaamse) feestdag Voor de Vlaamse feestdag van 11 juli wordt aan iedere werknemer bijkomend 8 uren uitbetaald bij het einde van de maand waarin deze feestdag valt. 8.3. Vergoeding voor wettelijke feestdagen Voor de volgende feestdagen zal er aan de werknemers acht uren uitbetaald worden in de maand waarin de feestdag valt : 1 januari, Pasen, 1 mei, O.L.H. Hemelvaart, Pinksteren, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november en 25 december. 8.4. Aflosvergoeding Op basis van het aantal aflosdagen dat op jaarbasis 15,6667 bedraagt, wordt het uurloon gedeeld door 12 maanden en is vanaf 1 januari 2002 gelijk aan 1,3056 uur per maand (lumpsum). 8.5. Zondagtoeslag De volgende berekening wordt gehandhaafd voor de zondagtoeslag : 3,9167 zondagen van 14 uren op 13 weken is gelijk aan 15,6667 zondagen op jaarbasis, aan 14 uren per zondag per jaar gedeeld door 12 maanden en is vanaf 1 januari 2009 18,2778 per maand (lumpsum). 8.6. Verblijfsvergoeding Vanaf 1 januari 2006 zal er een verblijfsvergoeding worden toegekend als compensatie voor de tijd en kosten aan boord waarvoor er geen prestaties worden verricht. Deze vergoeding van 8 EUR (kosten eigen aan de werkgever) zal voor elke periode van 24 uur aanwezigheid aan boord worden toegekend. 8.7. Arbeid op wettelijke feestdagen Op de wettelijke feestdagen worden de werkelijke aanwezig geplande uren uitbetaald met de maandafrekening. 1. Voor de wettelijke feestdagen, met uitzondering van 11 juli, zal er tijdens prestaties op deze dagen een supplement uitbetaald worden. Wanneer de wettelijke feestdag echter op een zondag valt, zal de maandag volgend op de feestdag beschouwd worden als een feestdag voor de berekening van de prestatie-uren. 2. Wanneer de werknemer niet aflost op een feestdag, zal hij 14 prestatie-uren als supplement vergoed krijgen.3. Wanneer de werknemer wel aflost op een feestdag, zal hij een supplement vergoed worden gelijk aan het aantal uren tussen 00u00 en aflos, min de geplande rust en/of het 15de en 16de uur "niet-ingeroosterde rust" die in de periode tussen 00u00 en de aflos worden genomen.4. Wanneer de werknemer opkomt op een feestdag, zal hij een supplement vergoed worden gelijk aan het aantal uren tussen opkomst en 24u00, min de geplande rust en/of het 15de en 16de uur "niet-ingeroosterde rust" die in de periode tussen 24u00 en de aflos worden genomen.5. Bij overstappen of promotievaren zal er altijd een supplement uitbetaald worden pro rata de functie en uren. 8.8. Verplaatsingsvergoeding Alle werknemers die in aanmerking komen voor de wetgeving op het sociaal abonnement bekomen deze vastgestelde vergoeding, ongeacht of zij het abonnement kopen of niet.

Per week effectieve prestatie zal de tussenkomst bij het sociaal abonnement a rato van 1 weekabonnement worden uitgekeerd en berekend tot de aflospunten.

Wanneer werknemers zich verplaatsen met hun eigen wagen en dit op verzoek van de werkgever, wordt een vergoeding van 0,3352 EUR/km betaald. Deze vergoeding zal jaarlijks aangepast worden telkens in de maand juli, beginnend op 1 juli 2005.

Wanneer een werknemer buiten zijn normale aflosdag moet opkomen of verplicht door de werkgever moet afgaan en met eigen vervoer is opgekomen, zal het vervoer naar zijn voertuig geregeld worden en ten laste vallen van de werkgever. 8.9. Logies - maaltijden De werkgever draagt zorg voor de volledige aanlevering van maaltijden, linnengoed en onderhoudsproducten. De organisatie loopt samen met de ploegwisseling.

Voor het beschikken over logies en maaltijden aan boord zal een bedrag van 2,48 EUR per effectief gepresteerde dag als voordeel in natura worden aangegeven per werknemer. 8.10. Vergoeding bij schipbreuk of scheepsongeval In geval van schipbreuk, brand aan boord of elk ander geval van overmacht, zal de werknemer schadeloos worden gesteld voor alle verlies van persoonlijk goed, behalve wanneer dat verlies voortvloeit uit een bedrog, zware fout of een nalatigheid van de werknemer. 8.11. Onkosten voor opleidingen Onkosten voortvloeiend uit de organisatie van de door URS ingerichte opleidingen tot het verkrijgen van de vereiste brevetten, vallen ten laste van de werkgever. Voor dezelfde opleiding kan de werkgever dit beperken tot twee keer deelname aan de cursus. 8.12. Wasvergoeding Per gepresteerde dag waarvoor de werkgever niet voorziet in het onderhoud van de werkkledij, zal er een wasvergoeding van 0,6197 EUR worden toegekend. 8.13. Vergoeding medisch onderzoek Wanneer de werknemer zich buiten de werkuren naar de externe dienst voor preventie en bescherming begeeft voor een persoonlijk medisch onderzoek, zal er een vergoeding van 3 uren worden toegekend en de verplaatsingskosten.

Art. 9.Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen De toekenning wordt geregeld door een specifieke ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 10.Eindejaarspremie Er zal op het einde van elk jaar een eindejaarspremie worden toegekend, behalve in geval van ontslag om dringende redenen door de werkgever.

Om in aanmerking te komen moet men minstens 407 gewerkte uren (niet opeenvolgend) van het desbetreffende dienstjaar in dienst zijn geweest. Bij volledige prestaties gedurende het refertejaar bedraagt de eindejaarspremie 138,6250 uur.

De op rustgestelde arbeiders (pensioen) van het afgelopen jaar hebben recht op een pro rata premie.

In geval van overlijden van de werknemer wordt de volledige premie uitgekeerd aan de weduwe of de wettelijke erfgenamen.

Periodes van ziekte of arbeidsongeval worden voor een maximum van 12 maanden gelijkgesteld met tewerkstelling.

Wijze van berekening van de eindejaarspremie Mode de calcul de la prime de fin d'année

Van 407 gewerkte uren en tot 1 jaar dienst/ De 407 heures travaillées à 1 an de service

60 pct./p.c.

Van 1 jaar tot 2 jaar dienst/ De 1 à 2 ans de service

70 pct./p.c.

Van 2 jaar tot 3 jaar dienst/ De 2 à 3 ans de service

80 pct./p.c.

Van 3 jaar tot 4 jaar dienst/ De 3 à 4 ans de service

90 pct./p.c.

Meer dan 4 jaar dienst/ Plus de 4 ans de service

100 pct./p.c.

De procenten worden berekend op basis van 138,6250 maal het uurloon van de maand december van het betreffende jaar, dat wil zeggen zonder toeslag van systeemtoeslag of andere premies die bij het loon kunnen gevoegd worden. Overwerk is eveneens uitgezonderd.

De werknemers die op het ogenblik van de uitbetaling nog geen volledig jaar dienst hebben, bekomen deze premie pro rata temporis per volledige maand.

Wanneer een werkman in vast dienstverband treedt, telt de diensttijd gepresteerd met contracten van bepaalde duur voor de berekening van de anciënniteit.

Art. 11.Afscheidspremie Bij de aanvang van het pensioen of van een regime stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, wordt aan de werknemer een afscheidspremie betaald : Deze premie bedraagt : - 105 EUR indien minimum 1 en maximum 15 jaar anciënniteit; - 105 EUR plus 35 EUR per jaar anciënniteit boven de 15 jaar, met een maximum van 875 EUR. Onder "dienstjaar" wordt iedere periode van 12 maanden verstaan tussen de datum van indiensttreding en datum van op pensioen gaan (koninklijk besluit van 28 november 1969 - artikel 19, § 2, 14).

Art. 12.Anciënniteitsverlof De werknemer kan jaarlijks vóór 15 januari een keuze maken tussen opname van anciënniteitsverlof of de uitbetaling ervan of een combinatie van beide. Indien de werknemer kiest voor uitbetaling, dan zal deze premie betaald worden in de maand december. Indien de werknemer kiest voor opname, dan dient hij dit 7 dagen vooraf aan te vragen aan de coördinator haven.

De 10 pct. shiftvergoeding vervalt voor deze prestatiedag, ongeacht of deze anciënniteitwacht genomen wordt op een weekdag of zon- of feestdag. De zondagtoeslag wordt enkel toegekend indien deze anciënniteitwacht op een zondag of feestdag valt. De aflosvergoeding is inbegrepen bij de opname van anciënniteitsverlof.

Wanneer de werknemer opteert voor de gehele of gedeeltelijke uitbetaling van het anciënniteitsverlof, dan wordt dit berekend op basis van het in de maand december geldend uurloon, zonder enige toeslag, vermits deze reeds zijn toegekend op het ogenblik van prestatie.

De administratieve afhandeling zal dus als volgt gebeuren : - opname van een anciënniteitwacht op een weekdag : basisloon (13 uren) + lumpsum minus shiftvergoeding van 10 pct.; - opname van een anciënniteitwacht op een zon- of feestdag : basisloon (13 uren) + lumpsum minus shiftvergoeding van 10 pct. en op zon- en feestdagen 13 uren zondagtoeslag; - uitbetaling van een anciënniteitwacht in december : basisloon (13 uren).

Wanneer de werknemer in vast dienstverband treedt, telt de ononderbroken diensttijd gepresteerd met contracten van bepaalde duur mee voor de berekening van de anciënniteit.

Het anciënniteitsverlof bedraagt één dag per vijf jaar. De werknemers van de havensleepdiensten krijgen 13 uur per dag. Vanaf 30 jaar dienst wordt één bijkomende dag toegekend.

Art. 13.Gewaarborgd week- en maandloon en verhoging plafond arbeidsongevallen De werknemers hebben recht op gewaarborgd week- en maandloon zoals bepaald in de algemene wet op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978.

Het gewaarborgd week- en maandloon wordt berekend op basis van het loon waarop de werknemer aanspraak had kunnen maken indien hij normaal had gewerkt tijdens die periode.

De afwezigheid die aanleiding geeft tot gewaarborgd loon, wordt verondersteld te liggen tussen 00u00 en 24u00.

De periode van ziekte en arbeidsongeval gaat steeds in op de aanvangsdatum vermeld op het dokterscertificaat.

In geval van arbeidsongeval genieten de werknemers de volwaardige toepassing van de wetgeving ter zake.

De werkgever garandeert boven de wettelijke verplichting, nog een supplementaire som van 1 239,47 EUR boven het plafond.

Art. 14.Jaarlijkse vakantie Het wettelijk jaarlijks verlof voor de havensleepdiensten is in het werksysteem 4 weken werken over een periode van 13 weken ingeroosterd.

Art. 15.Klein verlet De werknemers mogen voor de volgende gelegenheden afwezig zijn met behoud van loon.

Onder "dagen" wordt in dit kader verstaan : de prestatiedag betaald aan 14 uur per dag.

In al de sectoren zal één dag klein verlet ingaan van 08u00 tot 08u00.

Gelegenheid en duurtijd 1. Huwelijk van de werknemer : twee dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week.2. Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgenote, van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, stiefvader, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer : de dag zelf (keuze tussen burgerlijk of kerkelijk).3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer of van zijn echtgenote, van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer : de dag van de plechtigheid zelf.4. Bevalling van de echtgenote van de werknemer.De geboorte van een kind van de werknemer zo de afstamming langs vaderszijde vaststaat (buiten huwelijk) : drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de twaalf dagen te rekenen van de dag der bevalling. Voor bevallingen die plaatsvinden na 30 juni 2002 heeft de werknemer recht op tien dagen te rekenen binnen de dertig dagen vanaf de dag van de bevalling. Enkel voor de eerste drie dagen heeft de werkgever de verplichting tot betaling van loon. De volgende zeven dagen zijn ten laste van het ziekenfonds. 5. Overlijden van de echtgenoot of echtgenote, van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van de vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, stiefvader, stiefmoeder van de werknemer : drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.6. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon of schoondochter die bij de werknemer inwoont : drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis.7. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon of schoondochter die niet bij de werknemer inwoont : de dag van de begrafenis.8. Plechtige communie van een kind van de werknemer of van zijn echtgenote.Deelneming van een kind van de werknemer of van zijn echtgenote aan het feest van de vrijzinnige jeugd daar waar dit georganiseerd wordt : de dag van de gebeurtenis of activiteitsdag voorafgaand of onmiddellijk op de gebeurtenis volgend als deze met een zondag, een feestdag of een gewone niet-werkdag samenvalt. 9. Bijwonen van een bijeenkomst van de familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter : de nodige tijd met een maximum van één dag.10. Deelneming aan een jury, opgeroepen als getuige voor de rechtbank, of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank : de nodige tijd met een maximum van vijf dagen.11. Uitoefening van een ambt van bijzitter in een hoofdbureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen : de nodige tijd.12. Uitoefening van een ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopname bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen : de nodige tijd met een maximum van vijf dagen.13. Uitoefening van een ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus bij verkiezingen van het Europees Parlement : de nodige tijd met een maximum van vijf dagen.14. Het afleggen van een examen tot het verkrijgen van een door de firma erkend brevet : één dag. Voor de toepassing van de nummers 2, 3, 6 en 9 wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettelijk of gewettigd kind.

Voor de nummers 7 en 8 worden de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de echtgenote van de werknemer gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de werknemer.

Art. 16.Familiaal verlof De werknemers genieten van de wettelijke bepalingen inzake het familiaal verlof. Er zal geen loon uitbetaald worden, maar deze dagen zijn gelijkgesteld voor RSZ.

Art. 17.Contracten van bepaalde duur De loon- en arbeidsvoorwaarden van de werknemers met een contract bepaalde duur zullen gelijk zijn aan deze met een contract van onbepaalde duur.

Wanneer een werkman in vast dienstverband treedt, komt de ononderbroken werktijd gepresteerd met een contract van bepaalde duur in aanmerking als diensttijd voor de berekening van de anciënniteit in de onderneming.

Alle losse medewerkers (aangeworven met contracten van bepaalde duur voor een korte periode) werden vanaf 1 januari 2006 aangeworven met een contract van onbepaalde duur.

Vanaf 1 januari 2009 bedraagt de arbeidsduur van 1 535,33 uur die op jaarbasis moet worden gerespecteerd (annualisering van de arbeidstijd - wet van 17 maart 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/1987 pub. 18/03/2010 numac 2010000131 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42). De eerste bijkomende 165 gepresteerde uren op jaarbasis worden niet als overuren beschouwd vermits deze onder de maatstaf van 1 700,33 blijft.

Het saldo ingevolge prestaties boven de grens van 1 700,33 uur zal in december betaald worden en telt niet mee voor de berekening van de eindejaarspremie.

Art. 18.Rangverlaging In geval van rangverlaging behoudt men zijn loon van de hogere functie gedurende het aantal maanden overeenkomend met het aantal jaren dienst in die functie, uitgezonderd indien men ingevolge de STCW 95-regeling verplicht wordt om in lagere rang te varen.

De eindejaarspremie zal pro rata uitbetaald worden volgens de uitgeoefende functie in het lopende jaar.

Art. 19.Syndicale afvaardiging Bescherming wordt gegeven voor taken uitgevoerd door leden van de ondernemingsraad en comité voor preventie en bescherming op het werk.

Art. 20.Aangepaste functie Iedere werknemer die minstens 25 jaar dienst in de firma heeft en om medische redenen niet langer geschikt is om zijn functie uit te oefenen, zal een aangepaste functie aangeboden krijgen overeenkomstig de regels van de Codex voor het welzijn op het werk. De werknemer behoudt de eindejaarspremie in de hoogste functie.

Werknemers die, ingevolge een ongeval opgelopen in dienst van de onderneming, hun functie niet meer kunnen uitoefenen, krijgen eveneens een andere werkgelegenheid aangeboden overeenkomstig de regels van de Codex voor het welzijn op het werk, zonder dat ze daarom 25 jaar in dienst moeten zijn. Ze behouden eveneens de hoogste eindejaarspremie.

Art. 21.Hospitalisatievergoeding De werkgever betaalt de premie van de werknemer voor de standaard-hospitalisatieverzekering.

Art. 22.Aanvullende vergoeding bij ziekte 22.1. Definities 22.1.1. "Varende" : het arbeiderspersoneel van de havensleepdiensten ressorterend onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart (PC 139). 22.1.2. "Ziekte" : elke ziekte waarvan de duur 1 maand overschrijdt.

De zwangerschapsrust en profylactisch verlof worden in dit kader niet als ziekte beschouwd voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst. 22.1.3. "Dag" : elke dag waarvoor een ziekte-uitkering wordt betaald door de mutualiteit. 22.2. Praktische uitvoering van de aanvullende vergoeding bij ziekte 22.2.1. Vanaf de eerste dag na het gewaarborgd maandloon wordt een aanvullende vergoeding betaald van 27 EUR bruto per dag (dagen vergoed door de mutualiteit) bovenop de ziekte-uitkering. Voor de periode vanaf de eerste dag na gewaarborgd maandloon tot en met de laatste dag van de 12de maand ziekte. 22.2.2. Voor medewerkers met een deeltijds overeenkomst dan wel een schorsing geldt dat zij naar rato recht hebben op de in artikel 22.2.1. genoemde aanvullende vergoeding.

Art. 23.Duurtijd en opzegging Deze arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de duurtijd van twee jaar met ingang van 1 januari 2016 tot 31 december 2017. Gedurende de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan één van de partijen, bij een met reden omkleed aangetekend schrijven aan de andere partij, de opzegging betekenen met een opzeggingstermijn van 3 maanden.

Tenzij één van de ondertekenende partijen anders verzoekt, wordt deze collectieve arbeidsovereenkomst stilzwijgend verlengd na 31 december 2017.

De werknemersorganisaties verbinden er zich toe geen andere eisen te stellen en de sociale vrede te bewaren.

Art. 24.Vervanging vorige collectieve arbeidsovereenkomsten Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt met ingang van 1 januari 2016 : - de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2015 (registratienr. 126612/CO/139); - de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009 (registratienr. 92244/CO/139).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 november 2017.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^