Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 mei 2004
gepubliceerd op 29 juni 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de invoering van een eindejaarspremie in de beschutte werkplaatsen erkend door het "Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004201398
pub.
29/06/2004
prom.
12/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/12/2004201398/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 MEI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de invoering van een eindejaarspremie in de beschutte werkplaatsen erkend door het "Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap" (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de invoering van een eindejaarspremie in de beschutte werkplaatsen erkend door het "Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap"

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 mei 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2003 Invoering van een eindejaarspremie in de beschutte werkplaatsen erkend door het "Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap" (Overeenkomst geregistreerd op 21 november 2003 onder het nummer 68555/CO/327) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Art. 3.Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de beschutte werkplaatsen erkend door het "Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap", die ressorteren onder het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

Onder "werknemers" wordt verstaan : alle mannelijke en vrouwelijke werknemers, met een arbeidsovereenkomst voor arbeiders, die niet worden gevat door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1997 betreffende de functieclassificatie voor sommige personeelsleden in de ondernemingen voor beschutte tewerkstelling. HOOFDSTUK II. - Voorwerp

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst legt de regels vast,van toepassing op de in artikel 1 bedoelde werknemers, inzake betaling van een eindejaarspremie. HOOFDSTUK III. - Bedrag van de eindejaarspremie

Art. 5.§ 1. Het sectoraal bedrag door de werkgever te voorzien, voor de eindejaarspremie, komt in de periode 2002-2006 overeen met : - 2002 : 150 EUR; - 2003 : 260 EUR; - 2004 : 375 EUR; - 2005 : 65 x individueel brutouurloon; - 2006 : 82,33 x individueel brutouurloon.

Deze bedragen worden geproratiseerd volgens volgende formule (38 uren/week) : Sectoraal bedrag x (effectief gepresteerde en gelijkgestelde uren) /1976 De forfaitaire bedragen, voorzien voor 2002 tot en met 2004, zijn gekoppeld aan het indexcijfer dat van kracht is op 1 oktober 2002, namelijk 110,47 (afgevlakt 4 maanden). HOOFDSTUK IV. - Modaliteiten

Art. 6.De eindejaarspremie wordt berekend a rato van de effectief gepresteerde en gelijkgestelde uren tijdens de referteperiode.

Onder "gelijkgestelde uren" wordt verstaan : A. Uren geproratiseerd in functie van de werkelijke wekelijkse arbeidsduur (38 u.) : - economische werkloosheid ( met een maximum van 114 uren); - ziekte (met een maximum van 76 uren);

B. Volgens wettelijke en sectorale beschikkingen : - betaalde vakantie- en feestdagen; - syndicaal verlof; - familiaal verlof; - kort verzuim; - educatief verlof.

Art. 7.De referteperiode zoals bedoeld in artikel 4 is de periode gaande van 1 december van het voorafgaande jaar, tot en met 30 november van het lopende jaar.

Art. 8.§ 1. De eindejaarspremie wordt toegekend aan de werknemers die in de referteperiode werkelijke of daarmee gelijkgestelde prestaties leverden en die op 30 november van het desbetreffende jaar effectief in dienst zijn en die een anciënniteit hebben van minimum 6 maanden in de referteperiode. § 2. Aan werknemers die vóór 30 november door de werkgever ontslagen werden, behalve om dringende redenen, wordt pro rata temporis een eindejaarspremie uitbetaald. Werknemers die tijdens de referteperiode zelf ontslag namen verliezen het recht op de eindejaarspremie. § 3. De eindejaarspremie wordt eveneens pro rata toegekend in volgende gevallen : - wanneer de werknemer op brugpensioen of wettelijk pensioen gaat; - bij overlijden.

Art. 9.De eindejaarspremie wordt uitbetaald in de maand december en uiterlijk vóór 20 december, behalve voor de ondernemingen die voldoen aan de voorwaarden voorzien in artikel 8, § 2 van deze overeenkomst.

Voor het jaar 2002 gebeurt de betaling uiterlijk op 15 januari 2003.

Art. 10.§ 1. Meer gunstige ondernemingscollectieve arbeidsovereenkomsten blijven behouden.

Beschutte werkplaatsen die op dit ogenblik reeds een systeem van eindejaarspremie op het ondernemingsniveau hebben kunnen dit systeem mee gebruiken om te voldoen aan de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. Ondernemingssystemen die bijdragen aan de verhoging van de koopkracht, mogen aangewend worden om te voldoen aan de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Hieromtrent worden met de vakbondssecretarissen afspraken op het vlak van de onderneming gemaakt.

Art. 11.De sociale partners vragen aan de overheid om tegenover het deel dat door de werkgever ter beschikking gesteld wordt aan de werknemers, een gelijkwaardige geldelijke inbreng te doen.

Deze overheidsinbreng zal aangewend worden om de eindejaarspremie te verhogen.

Indien de werkgever zelf reeds meer uitbetaalt dan de som van wat deze collectieve arbeidsovereenkomst voorschrijft en het deel dat door de overheid uitbetaald wordt, hoeft hij de eindejaarspremie niet te verhogen. HOOFDSTUK V. - Geldigheid en slotbepalingen

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang vanaf 1 december 2002 en is voor onbepaalde duur gesloten.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzegperiode van 6 maanden.

De opzegging dient betekend te worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^