gepubliceerd op 22 juni 2012
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen
12 JUNI 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2002 pub. 30/05/2002 numac 2002022335 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen sluiten betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008, artikel 105, § 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2002 pub. 30/05/2002 numac 2002022335 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen sluiten betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen;
Gelet op het voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling uit te voeren, waarin besloten wordt dat een effectbeoordeling niet vereist is;
Gelet op de adviezen van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Financiering, gegeven op 12 mei 2011, 9 juni 2011, 1 december 2011 en 12 januari 2012;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 februari 2012;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 2 april 2012;
Gelet op het advies 51.251/3 van de Raad van State, gegeven op 8 mei 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 15 van het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2002 pub. 30/05/2002 numac 2002022335 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen sluiten, betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 november 2010, wordt punt 23° opgeheven.
Art. 2.Artikel 30, § 2, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid luidend als volgt : « In afwijking van de bepalingen van het eerste lid wordt de intrestvoet voor het dienstjaar 2012 vastgesteld op 4,5 %. »
Art. 3.In artikel 63 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 oktober 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/10/2011 pub. 29/11/2011 numac 2011024328 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, wordt het eerste lid vervangen als volgt : « Binnen de perken van het beschikbare budget dat is vastgesteld op 1 januari 2012 op 87.243.026 euro wordt het onderdeel B4 verhoogd met een forfaitair bedrag voor de algemene ziekenhuizen die deelnemen aan de realisatie van proefstudies. »; 2° in § 2, wordt het eerste lid vervangen als volgt : « § 2.Binnen de perken van het beschikbare budget dat is vastgesteld op 1 januari 2012 van 62.752.610 euro wordt het onderdeel B4 verhoogd met een forfaitair bedrag voor de psychiatrische ziekenhuizen die deelnemen aan de realisatie van proefstudies. »
Art. 4.Artikel 72 van hetzelfde besluit, wordt opgeheven.
Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 79decies ingevoegd, luidende : «
Art. 79decies.Op 1 januari 2011 wordt een budget toegekend aan de ziekenhuizen om de aanwerving van bijkomend personeel te dekken. a) voor de ziekenhuizen uit de privésector wordt een budget van 5.080.000 euro verdeeld onder de ziekenhuizen, volgens de volgende verdelingsmodaliteiten : - de instellingen met minimum 100 bedden krijgen een budget toegekend van 21.000 euro. Het saldo van dat budget wordt vervolgens verdeeld, onder dezelfde instellingen, evenredig met het aantal erkende bedden boven de 100 eerste bedden. Voor de vaststelling van het aantal bedden wordt rekening gehouden met het aantal erkende bedden, zoals dat bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu op het ogenblik van de berekening gekend is; - de aangeworven VTE's zijn ofwel administratieve en logistieke hulp, toegewezen aan de zorgeenheden, ofwel zorgkundigen voor de nacht, ofwel onderhoudspersoneel in de ziekenhuizen die deze activiteit niet uitbesteden. b) voor de ziekenhuizen uit de openbare sector wordt een budget van 4.030.000 euro verdeeld tussen de ziekenhuizen volgens de informatie van het Fonds Sociale Maribel van de openbare sector, dat de bijkomende jobs definieert, toewijst en controleert.
Het behoud van de financieringen bedoeld in punten a) en b) is onderworpen aan het versturen, binnen de 30 dagen na publicatie van huidig besluit in het Belgisch Staatsblad, naar de FOD Volksgezondheid, DG1, Dienst Boekhouding en Beheer van de Ziekenhuizen, van een document bevestigend dat het overleg in de ondernemingsraad, voor de private sector en in het Basisoverlegcomité, voor de openbare sector over het gebruik van het bijkomende budget met het oog op nettojobcreatie wel degelijk heeft plaatsgevonden.
De budgetten bedoeld in punten a) en b) zijn niet onderhevig aan indexering voor het jaar 2011 en zijn niet herzienbaar. »
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012, met uitzondering van artikel 5 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2011 en van artikelen 1 en 4, die uitwerking hebben met ingang van 1 juli 2011.
Art. 7.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 juni 2012.
ALBERT Par le Roi : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX