gepubliceerd op 21 augustus 1998
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
12 JUNI 1998. - **** besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
**** ****, **** der ****, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze ****.
Gelet op de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, inzonderheid op titel ****, hoofdstuk ****, gewijzigd bij de wetten van 6 mei 1993 en 15 juli 1996, en bij de koninklijke besluiten van 13 juli 1992 en 22 februari 1995;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, inzonderheid op titel ****, hoofdstuk ****, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 februari 1986, 7 november 1988, 20 december 1991, 13 juli 1992, 22 december 1992, 19 mei 1993, 22 februari 1995, 22 november 1996, 10 december 1996 en 11 december 1996;
Gelet op de wetten op de **** van ****, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat onverwijld schikkingen dienen getroffen te worden om te verhinderen dat het Hof van Justitie van de **** Gemeenschappen conform artikel 171 van het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de **** Gemeenschap, vervangen door het Verdrag van 7 februari 1992 betreffende de **** ****, een dwangsom zou opleggen aan de **** Staat wegens het niet uitvoeren van het arrest ****-344/95, dat door het Hof van Justitie op 20 februari 1997 gewezen werd tegen de **** Staat;
Op de voordracht van Onze **** van Binnenlandse ****, Hebben **** besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 44 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, opgeheven door het koninklijk besluit van 22 december 1992, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing : « Art. 44, § 1. De vreemdelingen bedoeld in artikel 40, §§ 3 tot 6, van de wet, kunnen enkel genieten van de bepalingen voorzien in de artikelen 49, 50, 52, 54, 55 bis en 61 op voorwaarde dat ze **** het bewijs overleggen aangaande de bloed-of aanverwantschap met de ****.****.-vreemdeling of de **** onderdaan met wie ze zich komen vestigen. § 2. Indien de in § 1 bedoelde vreemdelingen het vereiste bewijs niet overleggen, geeft de burgemeester of zijn gemachtigde hen, al naargelang het geval, kennis van een beslissing tot **** van de aanvraag tot vestiging, tot verblijf, tot inschrijving in het **** of tot het bekomen van een document overeenkomstig het model van de bijlage 22, door afgifte van een document overeenkomstig het model van de bijlage 19****.
**** gemeentebestuur maakt hiervan onmiddellijk een kopie over aan de **** Vreemdelingenzaken.
Indien de vreemdeling noch gemachtigd noch toegelaten is tot verblijf in het Rijk op grond van een andere bepaling van de wet, wordt hij **** van het bevel om het grondgebied te verlaten door afgifte van een document model **** of ****, overeenkomstig de bijlage 12 of 13. » Art.2. Artikel 45 van hetzelfde besluit, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 7 november 1988, 13 juli 1992, 22 december 1992 en 22 november 1996, wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 45.§ 1. **** ****.****.-vreemdeling die naar België komt om er een werkzaamheid in loondienst of anders dan in loondienst uit te oefenen waarvan de te verwachten duur minstens een jaar bedraagt, wordt, na inzage van de documenten die vereist zijn voor de binnenkomst in het ****, ingeschreven in het **** en in het bezit gesteld van een attest van ****, model ****, overeenkomstig het model van bijlage 5, geldig vijf maanden vanaf de datum van afgifte.
Bij zijn inschrijving moet hij een aanvraag tot vestiging overeenkomstig het model van bijlage 19 indienen.
Voor het einde van de vijfde maand na de aanvraag tot vestiging, moet de ****.****.-vreemdeling hetzij een **** overeenkomstig het model van bijlage 19 bis overleggen, wanneer hij een werkzaamheid in loondienst uitoefent of wil uitoefenen, hetzij de documenten die vereist zijn voor de uitoefening van het beroep wanneer hij een werkzaamheid anders dan in loondienst uitoefent of wil uitoefenen.
Indien deze documenten overgemaakt worden in de loop van de vijfde maand wordt het attest van **** door het gemeentebestuur verlengd voor een termijn van een maand.
**** **** het gemeentebestuur na of de ****.****.-vreemdeling werkelijk een winstgevende werkzaamheid uitoefent. Het maakt daarover een verslag op en zendt onmiddellijk een exemplaar ervan aan de **** of zijn gemachtigde.
Indien de ****.****.-vreemdeling de in het derde lid bedoelde documenten overgelegd heeft, moet hij zich ten vroegste een maand na de overlegging van deze documenten en ten laatste voor de afloop van de geldigheidsduur van zijn attest van **** bij het gemeentebestuur aanbieden ten einde zich de beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging te laten betekenen. § 2. Indien de **** of zijn gemachtigde het recht op vestiging erkent, schrijft het gemeentebestuur de ****.****.-vreemdeling in het bevolkingsregister in en geeft het hem de **** van onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen af.
Indien de ****.****.-vreemdeling overeenkomstig de in § 1, derde lid, voorziene termijn, de vereiste documenten heeft overgemaakt en zich overeenkomstig § 1, laatste lid, bij het gemeentebestuur aanbiedt om zich de beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging te laten betekenen, en er geen enkele onderrichting gegeven werd door de **** of zijn gemachtigde, handelt het gemeentebestuur overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid. § 3. De **** of zijn gemachtigde weigert de vestiging indien de voorwaarden tot vestiging niet vervuld zijn. **** burgemeester of zijn gemachtigde weigert de vestiging indien de vereiste documenten niet werden overgemaakt in de § 1, derde lid, voorziene termijn.
**** beide gevallen wordt de vreemdeling van deze beslissing **** door de afgifte van een document overeenkomstig het model van de bijlage 20, dat **** een bevel om het grondgebied te verlaten bevat. § 4. Wanneer de vestiging overeenkomstig § 3 geweigerd wordt door de **** of zijn gemachtigde voor het einde van de vijfde maand na de aanvraag tot vestiging, maakt de ****.****.-vreemdeling geen voorwerp uit van een bevel om het grondgebied te verlaten en blijft hij in het bezit van zijn attest van ****.
**** ****.****.-vreemdeling wordt **** uitgenodigd om alsnog de in § 1, derde lid, bedoelde documenten over te maken voor de afloop van de geldigheidsduur van zijn attest van ****.
Indien hij deze overmaakt in de loop van de vijfde maand na de aanvraag wordt het attest van **** door het gemeentebestuur verlengd voor een termijn van een maand.
Voor het overige is het bepaalde in § 1, vijfde lid en volgende, en § 2, van toepassing. § 5. Wanneer de vestiging overeenkomstig § 3 geweigerd wordt, hetzij door de burgemeester of zijn gemachtigde, hetzij door de **** of zijn gemachtigde, op het einde van de vijfde maand na de aanvraag, of in de in § 1, vierde lid, en § 4, derde lid, bedoelde gevallen, door de **** of zijn gemachtigde in de loop van de zesde maand, maakt de ****.****. -vreemdeling, onverminderd het bepaalde in § 6, het voorwerp uit van een bevel om het grondgebied te verlaten. **** bevel om het grondgebied te verlaten wordt uitvoerbaar dertig dagen na de afloop van de geldigheidsduur van het attest van ****. § 6. Indien de ****.****.-vreemdeling, voordat het bevel om het grondgebied te verlaten dat hem werd betekend overeenkomstig het bepaalde in § 5, uitvoerbaar wordt, alsnog de in § 1, derde lid, bedoelde documenten overmaakt of het bewijs levert hetzij dat hij nog steeds werk zoekt en een reële kans heeft om het te vinden hetzij dat hij op het punt staat een werkzaamheid anders dan in loondienst aan te vatten, wordt hij opnieuw in het bezit gesteld van een attest van ****, model ****, overeenkomstig het model van bijlage 5, geldig vijf maanden na afloop van de geldigheidsduur van het eerste attest van ****.
Voor het overige wordt er gehandeld overeenkomstig het bepaalde in § 1, derde lid en volgende, en de §§ 2 tot 4.
Wanneer de vestiging geweigerd wordt op het einde van de vijfde maand na de aanvraag of in de in § 1, vierde lid, en § 4, derde lid, bedoelde gevallen, in de loop van de zesde maand, maakt de ****.****.-vreemdeling het voorwerp uit van een bevel om het grondgebied te verlaten. **** bevel om het grondgebied te verlaten wordt uitvoerbaar vijftien dagen na de afloop van de geldigheidsduur van het tweede attest van ****. § 7. Indien de **** of zijn gemachtigde de vestiging weigert omwille van redenen van openbare orde, openbare veiligheid of volksgezondheid, geeft hij de ****.****.- vreemdeling het bevel om het grondgebied te verlaten.
Aan de ****.****.- vreemdeling wordt van deze beslissingen **** door afgifte van een document overeenkomstig het model van bijlage 21.
Indien de **** of zijn gemachtigde evenwel van oordeel is dat er ernstige aanwijzingen zijn dat de ****.****.-vreemdeling een gevaar uitmaakt voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid, kan hij de beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging voorlopig opschorten.
Aan de ****.****.-vreemdeling wordt van deze beslissing tot opschorting **** door afgifte van een document overeenkomstig het model van bijlage 19 **** indien hij zich bij het gemeentebestuur aanbiedt overeenkomstig het bepaalde in § 1, laatste lid.
**** beslissing vermeldt de datum vanaf dewelke de ****.****.-vreemdeling zich opnieuw moet aanbieden om zich de beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging te laten betekenen. Deze datum mag zich niet situeren na het verstrijken van de geldigheidsduur van het attest van ****. § 8. De totale kostprijs die het gemeentebestuur kan vorderen voor de afgifte van een attest van **** en de **** van onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen mag niet meer bedragen dan de prijs die geheven wordt voor de afgifte van een identiteitskaart aan **** onderdanen.
De verlenging van het attest van **** overeenkomstig § 1, vierde lid, § 4, derde lid, en § 6, tweede lid, geschiedt kosteloos. »
Art. 3.Artikel 46 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «*****»
Art. 4.Artikel 47 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «*****»
Art. 5.Artikel 48, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 22 december 1992, wordt vervangen door de volgende leden : «*****»
Art. 6.Artikel 49 van hetzelfde besluit, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 22 december 1992 en 19 mei 1993, wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 49.§ 1. De vreemdeling bedoeld in artikel 40, § 3, van de wet, die zich komt vestigen met een ****.****.-vreemdeling bedoeld in artikel 45, wordt, voor zover hij voldoet aan de voorwaarde bedoeld in artikel 44, § 1, en na inzage van de documenten die vereist zijn voor de binnenkomst in het ****, ingeschreven in het ****.
Bij zijn inschrijving moet hij een aanvraag tot vestiging overeenkomstig het model van bijlage 19 indienen.
Al naargelang hij de nationaliteit van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen bezit of niet, wordt hij in het bezit gesteld van een attest van ****, model **** of model ****, overeenkomstig bijlage 5 of 4, met de in § 2 of § 3 bedoelde geldigheidsduur.
Indien het gemeentebestuur het attest van **** model **** afgeeft, schrapt zij de woorden "van het Ministerie van **** en Arbeid of", die voorkomen in het tweede lid van de tekst op zijde 1 van het **** document. § 2. Indien de ****.****.-vreemdeling met wie de vreemdeling zich komt vestigen, reeds in het bezit is van een **** van onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen, ontvangt de vreemdeling een attest van **** geldig vijf maanden vanaf de datum van afgifte en moet hij zich ten vroegste een maand na de aanvraag tot vestiging en ten laatste voor de afloop van de geldigheidsduur van zijn attest van **** bij het gemeentebestuur aanbieden ten einde zich de beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging te laten betekenen.
Indien de **** of zijn gemachtigde het recht op vestiging erkent, schrijft het gemeentebestuur de vreemdeling in het bevolkingsregister in en geeft het hem al naargelang de vreemdeling de nationaliteit van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen bezit of niet, de **** van onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen af, of een identiteitskaart voor vreemdelingen.
Indien de **** of zijn gemachtigde evenwel van oordeel is dat bijkomend onderzoek verricht moet worden met betrekking tot de geldigheid van de documenten aangaande de bloed- of aanverwantschap met de ****.****.-vreemdeling of aangaande de vestiging van de vreemdeling met de ****.****.-vreemdeling, brengt hij de vreemdeling daarvan op de hoogte, die dan in het bezit blijft van zijn attest van ****.
Indien de vreemdeling zich overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid aanbiedt bij het gemeentebestuur om zich de beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging te laten betekenen en er geen enkele onderrichting gegeven werd door de **** of zijn gemachtigde, handelt het gemeentebestuur overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid. § 3. Indien de ****.****.-vreemdeling met wie de vreemdeling zich komt vestigen, nog niet in het bezit is van een **** van onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen, zijn de bepalingen van artikel 45 van toepassing, met dien verstande dat de vreemdeling een attest van **** ontvangt met dezelfde geldigheidsduur als het attest van **** van de ****.****.-vreemdeling met wie hij zich komt vestigen.
Voor het overige zijn de bepalingen van § 2 van toepassing.
Al naargelang de vreemdeling de nationaliteit van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen bezit of niet, wordt hij in het bezit gesteld van een **** voor onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen of een identiteitskaart voor vreemdelingen op voorwaarde dat de ****.****.-vreemdeling met wie de vreemdeling zich komt vestigen, zelf in het bezit gesteld is van een **** voor een onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen. § 4. De **** of zijn gemachtigde weigert de vestiging indien de voorwaarden tot vestiging niet vervuld zijn. De vreemdeling wordt van deze beslissing **** door de afgifte van een document overeenkomstig het model van de bijlage 20.
Verder zijn ook de bepalingen van artikel 45, § 7, van toepassing. § 5. De totale kostprijs die de gemeente kan vorderen voor de afgifte van een attest van **** en de identiteitskaart voor vreemdelingen of de **** van onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen mag niet meer bedragen dan de prijs die geheven wordt voor de afgifte van een identiteitskaart aan **** onderdanen.
De verlenging van het attest van **** overeenkomstig artikel 45, § 1, vierde lid, § 4, derde lid, en § 6, tweede lid, geschiedt kosteloos. »
Art. 7.Artikel 50 van hetzelfde besluit, opgeheven door het koninklijk besluit van 10 december 1996, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing : «
Artikel 50.§ 1. De vreemdeling bedoeld in artikel 40, § 3, van de wet, die zich komt vestigen met een ****.****.-vreemdeling bedoeld in artikel 46, wordt, voor zover hij voldoet aan de voorwaarde bedoeld in artikel 44, § 1, en na inzage van de documenten die vereist zijn voor de binnenkomst in het ****, ingeschreven in het ****.
Al naargelang hij de nationaliteit van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen bezit of niet, wordt hij in het bezit gesteld van een attest van ****, model **** of model ****, overeenkomstig bijlage 5 of 4, met dezelfde geldigheidsduur als het attest van **** van de ****.****.-vreemdeling met wie hij zich komt vestigen.
Indien het gemeentebestuur het attest van **** model **** afgeeft, schrapt zij de woorden "van het Ministerie van **** en Arbeid of", die voorkomen in het tweede lid van de tekst op zijde 1 van het **** document. § 2. De vreemdeling bedoeld in artikel 40, § 3, van de wet, die zich komt vestigen met een ****.****.-vreemdeling bedoeld in artikel 47, wordt, voor zover hij voldoet aan de voorwaarde bedoeld in artikel 44, § 1, en na inzage van de documenten die vereist zijn voor de binnenkomst in het ****, in het bezit gesteld van een document overeenkomstig het model van bijlage 22.
Dit document is geen **** en wordt kosteloos verstrekt. § 3. De vreemdeling bedoeld in artikel 40, § 3, van de wet, die zich komt vestigen met een ****.****.-vreemdeling bedoeld in artikel 48, wordt behandeld overeenkomstig de bepalingen van § 1 of § 2, al naargelang de ****.****.-vreemdeling in het bezit is van een attest van **** of een document overeenkomstig het model van bijlage 22. »
Art. 8.**** artikel 51 van hetzelfde besluit, opgeheven door het koninklijk besluit van 20 december 1991 en opnieuw opgenomen door het koninklijk besluit van 22 december 1992, worden de §§ 2 en 3, vervangen door de volgende bepalingen : « § 2. **** ****.****.-vreemdeling wordt, na inzage van de documenten die vereist zijn voor de binnenkomst in het ****, ingeschreven in het **** en in het bezit gesteld van een attest van ****, model ****, overeenkomstig het model van bijlage 5, geldig vijf maanden vanaf de datum van afgifte.
Bij zijn inschrijving moet hij een aanvraag tot vestiging overeenkomstig het model van bijlage 19 indienen.
Voor het einde van de vijfde maand na de aanvraag tot vestiging, moet de ****.****.-vreemdeling met alle bewijsmiddelen aantonen dat hij voldoet aan de in § 1 gestelde voorwaarden.
Indien deze documenten overgemaakt worden in de loop van de vijfde maand wordt het attest van **** door het gemeentebestuur verlengd voor een termijn van een maand.
Indien de ****.****.-vreemdeling de in de § 1 bedoelde documenten overlegd heeft, moet hij zich ten vroegste een maand na de overlegging van deze documenten en ten laatste voor de afloop van de geldigheidsduur van zijn attest van **** bij het gemeentebestuur aanbieden ten einde zich de beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging te laten betekenen. § 3. Indien de **** of zijn gemachtigde het recht op vestiging erkent, schrijft het gemeentebestuur de ****.****.-vreemdeling in het bevolkingsregister in en geeft het hem de **** van onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen af.
Indien de ****.****.-vreemdeling overeenkomstig de in § 2, derde lid, voorziene termijn, de vereiste documenten heeft overgemaakt en zich overeenkomstig § 2, laatste lid, bij het gemeentebestuur aanbiedt om zich de beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging te laten betekenen, en er geen enkele onderrichting gegeven werd door de **** of zijn gemachtigde, handelt het gemeentebestuur overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid. § 4. De **** of zijn gemachtigde weigert de vestiging indien de voorwaarden tot vestiging niet vervuld zijn. **** burgemeester of zijn gemachtigde weigert de vestiging indien de nodige documenten niet werden overgemaakt in de § 2, derde lid, voorziene termijn.
**** beide gevallen wordt de vreemdeling van deze beslissing **** door de afgifte van een document overeenkomstig het model van de bijlage 20, dat **** een bevel om het grondgebied te verlaten bevat.
Verder zijn ook de bepalingen van artikel 45, § 7, van toepassing. § 5. Wanneer de vestiging overeenkomstig § 4 geweigerd wordt door de **** of zijn gemachtigde voor het einde van de vijfde maand na de aanvraag tot vestiging, maakt de ****.****.-vreemdeling geen voorwerp uit van een bevel om het grondgebied te verlaten en blijft hij in het bezit van zijn attest van ****.
**** ****.****.-vreemdeling wordt **** uitgenodigd om alsnog de in § 1 bedoelde documenten over te maken voor de afloop van de geldigheidsduur van zijn attest van ****.
Indien hij deze overmaakt in de loop van de vijfde maand na de aanvraag wordt het attest van **** door het gemeentebestuur verlengd voor een termijn van een maand.
Voor het overige is het bepaalde in § 2, laatste lid, en § 3, van toepassing. § 6. Wanneer de vestiging overeenkomstig § 4 geweigerd wordt, hetzij door de burgemeester of zijn gemachtigde, hetzij door de **** of zijn gemachtigde, op het einde van de vijfde maand na de aanvraag, of in de in § 2, vierde lid, en § 5, derde lid, bedoelde gevallen, door de **** of zijn gemachtigde in de loop van de zesde maand, maakt de ****.****. -vreemdeling het voorwerp uit van een bevel om het grondgebied te verlaten. **** bevel om het grondgebied te verlaten wordt uitvoerbaar vijftien dagen na de afloop van de geldigheidsduur van het attest van ****. § 7. De totale kostprijs die de gemeente kan vorderen voor de afgifte van een attest van **** en de **** van onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen mag niet meer bedragen dan de prijs die geheven wordt voor de afgifte van een identiteitskaart aan **** onderdanen.
De verlenging van het attest van **** overeenkomstig § 2, vierde lid, en § 5, derde lid, geschiedt kosteloos. »
Art. 9.Artikel 52 van hetzelfde besluit, opgeheven door het koninklijk besluit van 20 december 1991 en opnieuw opgenomen door het koninklijk besluit van 22 december 1992, wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 52.§ 1. De vreemdeling bedoeld in artikel 40, § 4, van de wet, die zich komt vestigen met een ****.****.-vreemdeling bedoeld in artikel 51, wordt, voor zover hij voldoet aan de voorwaarde bedoeld in artikel 44, § 1, en na inzage van de documenten die vereist zijn voor de binnenkomst in het ****, ingeschreven in het ****.
Bij zijn inschrijving moet hij een aanvraag tot vestiging overeenkomstig het model van bijlage 19 indienen.
Al naargelang hij de nationaliteit van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen bezit of niet, wordt hij in het bezit gesteld van een attest van ****, model **** of model ****, overeenkomstig bijlage 5 of 4, met de in § 2 of § 3 vermelde geldigheidsduur.
Indien het gemeentebestuur het attest van **** model **** afgeeft, schrapt zij de woorden "van het Ministerie van **** en Arbeid of", die voorkomen in het tweede lid van de tekst op zijde 1 van het **** document.
Voor het verstrijken van de geldigheidsduur van het attest van **** moet de vreemdeling het bewijs leveren dat hij een ziektekostenverzekering heeft die de risico's in België dekt en dat de ****.****.-vreemdeling met wie hij zich komt vestigen, over toereikende bestaansmiddelen beschikt om te voorkomen dat zij ten laste van de overheden komen. § 2. Indien de ****.****.-vreemdeling met wie de vreemdeling zich komt vestigen, reeds in het bezit is van een **** van onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen, ontvangt hij een attest van **** geldig vijf maanden vanaf de datum van afgifte en moet hij zich ten vroegste een maand na de overlegging van de in § 1, laatste lid, bedoelde documenten en ten laatste voor de afloop van de geldigheidsduur van zijn attest van **** bij het gemeentebestuur aanbieden ten einde zich de beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging te laten betekenen.
Voor het overige zijn de bepalingen van artikel 51, § 2, vierde lid, en § 3, van toepassing, met dien verstande dat de vreemdeling in het bezit gesteld wordt van een identiteitskaart voor vreemdelingen indien hij zelf niet de nationaliteit bezit van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen.
Indien de **** of zijn gemachtigde evenwel van oordeel is dat bijkomend onderzoek verricht moet worden met betrekking tot de geldigheid van de in § 1, laatste lid, bedoelde documenten, aangaande de bloed- of aanverwantschap met de ****.****.-vreemdeling of aangaande de vestiging van de vreemdeling met de ****.****.-vreemdeling, brengt hij de vreemdeling daarvan op de hoogte, die dan in het bezit blijft van zijn attest van ****.
Indien de vreemdeling zich overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid aanbiedt bij het gemeentebestuur om zich de beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging te laten betekenen en er geen enkele onderrichting gegeven werd door de **** of zijn gemachtigde, handelt het gemeentebestuur overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid. § 3. Indien de ****.****.-vreemdeling met wie de vreemdeling zich komt vestigen, nog niet in het bezit is van een **** van onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen, zijn de bepalingen van artikel 51 van toepassing, met dien verstande dat de vreemdeling een attest van **** ontvangt met dezelfde geldigheidsduur als het attest van **** van de ****.****.-vreemdeling met wie hij zich komt vestigen.
Voor het overige zijn de bepalingen van § 2 van toepassing.
Al naargelang de vreemdeling de nationaliteit van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen bezit of niet, wordt hij in het bezit gesteld van een **** voor onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen of een identiteitskaart voor vreemdelingen op voorwaarde dat de ****.****.-vreemdeling met wie de vreemdeling zich komt vestigen, zelf in het bezit gesteld is van een **** voor een onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen en de in § 1, laatste lid, bedoelde documenten werden overgemaakt. § 4. De **** of zijn gemachtigde weigert de vestiging indien de voorwaarden tot vestiging niet vervuld zijn. De vreemdeling wordt van deze beslissing **** door de afgifte van een document overeenkomstig het model van de bijlage 20.
Verder zijn ook de bepalingen van artikel 45, § 7 van toepassing. § 5. De totale kostprijs die de gemeente kan vorderen voor de afgifte van een attest van **** en de identiteitskaart voor vreemdelingen of de **** van onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen mag niet meer bedragen dan de prijs die geheven wordt voor de afgifte van een identiteitskaart aan **** onderdanen.
De verlenging van het attest van **** overeenkomstig artikel 51, § 2, vierde lid, en § 5, derde lid, geschiedt kosteloos. »
Art. 10.**** artikel 53 van hetzelfde besluit, opgeheven door het koninklijk besluit van 20 december 1991, opnieuw opgenomen door het koninklijk besluit van 22 december 1992 en gewijzigd door het koninklijk besluit van 22 november 1996, worden de §§ 2 en 3, vervangen door de volgende bepalingen : « § 2. **** ****.****.-vreemdeling wordt, na inzage van de documenten die vereist zijn voor de binnenkomst in het ****, ingeschreven in het **** en in het bezit gesteld van een attest van ****, model ****, overeenkomstig het model van bijlage 5, geldig vijf maanden vanaf de datum van afgifte.
Bij zijn inschrijving moet hij een aanvraag tot vestiging overeenkomstig het model van bijlage 19 indienen.
Voor het einde van de vijfde maand na de aanvraag tot vestiging, moet de ****.****.-vreemdeling met alle bewijsmiddelen aantonen dat hij voldoet aan de in § 1 gestelde voorwaarden.
Indien deze documenten overgemaakt worden in de loop van de vijfde maand wordt het attest van **** door het gemeentebestuur verlengd voor een termijn van een maand.
Indien de ****.****.-vreemdeling de in § 1, eerste lid, bedoelde documenten overgelegd heeft, moet hij zich ten vroegste een maand na de overlegging van deze documenten en ten laatste voor de afloop van de geldigheidsduur van zijn attest van **** bij het gemeentebestuur aanbieden ten einde zich de beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging te laten betekenen. § 3. Indien de **** of zijn gemachtigde het recht op vestiging erkent, schrijft het gemeentebestuur de ****.****.-vreemdeling in het bevolkingsregister in en geeft het hem de **** van onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen af.
Indien de ****.****.-vreemdeling overeenkomstig de in § 2, derde lid, voorziene termijn, de vereiste documenten heeft overgemaakt en zich overeenkomstig het bepaalde in § 2, laatste lid, bij het gemeentebestuur aanbiedt om zich de beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging te laten betekenen, en er geen enkele onderrichting gegeven werd door de **** of zijn gemachtigde, handelt het gemeentebestuur overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid. § 4. De **** of zijn gemachtigde weigert de vestiging indien de voorwaarden tot vestiging niet vervuld zijn. **** burgemeester of zijn gemachtigde weigert de vestiging indien de nodige documenten niet werden overgemaakt in de § 2, derde lid, voorziene termijn.
**** beide gevallen wordt de vreemdeling van deze beslissing **** door de afgifte van een document overeenkomstig het model van de bijlage 20, dat **** een bevel om het grondgebied te verlaten bevat.
Verder zijn ook de bepalingen van artikel 45, § 7, van toepassing. § 5. Wanneer de vestiging overeenkomstig § 4 geweigerd wordt door de **** of zijn gemachtigde voor het einde van de vijfde maand na de aanvraag tot vestiging, maakt de ****.****.-vreemdeling geen voorwerp uit van een bevel om het grondgebied te verlaten en blijft hij in het bezit van zijn attest van ****.
**** ****.****.-vreemdeling wordt **** uitgenodigd om alsnog de in § 1, eerste lid, bedoelde documenten over te maken voor de afloop van de geldigheidsduur van zijn attest van ****.
Indien hij deze overmaakt in de loop van de vijfde maand na de aanvraag wordt het attest van **** door het gemeentebestuur verlengd voor een termijn van een maand.
Voor het overige is het bepaalde in § 2, laatste lid, en § 3, van toepassing. § 6. Wanneer de vestiging overeenkomstig § 4 geweigerd wordt, hetzij door de burgemeester of zijn gemachtigde, hetzij door de **** of zijn gemachtigde, op het einde van de vijfde maand na de aanvraag, of in de in § 2, vierde lid, en § 5, derde lid, bedoelde gevallen, door de **** of zijn gemachtigde in de loop van de zesde maand, maakt de ****.****. -vreemdeling het voorwerp uit van een bevel om het grondgebied te verlaten. **** bevel om het grondgebied te verlaten wordt uitvoerbaar vijftien dagen na de afloop van de geldigheidsduur van het attest van ****. § 7. De totale kostprijs die de gemeente kan vorderen voor de afgifte van een attest van **** en de **** van onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen mag niet meer bedragen dan de prijs die geheven wordt voor de afgifte van een identiteitskaart aan **** onderdanen.
De verlenging van het attest van **** overeenkomstig § 2, vierde lid, en § 5, derde lid, geschiedt kosteloos. »
Art. 11.Artikel 54 van hetzelfde besluit, opgeheven door het koninklijk besluit van 20 december 1991 en opnieuw opgenomen door het koninklijk besluit van 22 december 1992, wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 54.§ 1. De vreemdeling bedoeld in artikel 40, § 4, van de wet, die zich komt vestigen met een ****.****.-vreemdeling bedoeld in artikel 53, wordt, voor zover hij voldoet aan de voorwaarde bedoeld in artikel 44, § 1, en na inzage van de documenten die vereist zijn voor de binnenkomst in het ****, ingeschreven in het ****.
Bij zijn inschrijving moet hij een aanvraag tot vestiging overeenkomstig het model van bijlage 19 indienen.
Al naargelang hij de nationaliteit van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen bezit of niet, wordt hij in het bezit gesteld van een attest van ****, model **** of model ****, overeenkomstig bijlage 5 of 4, met de in § 2 of § 3 bedoelde geldigheidsduur.
Indien het gemeentebestuur het attest van **** model **** afgeeft, schrapt zij de woorden "van het Ministerie van **** en Arbeid of", die voorkomen in het tweede lid van de tekst op zijde 1 van het **** document.
Voor het verstrijken van de geldigheidsduur van het attest van **** moet de vreemdeling het bewijs leveren dat hij een ziektekostenverzekering heeft die de risico's in België dekt en dat de ****.****.-vreemdeling met wie hij zich komt vestigen, over toereikende bestaansmiddelen beschikt om te voorkomen dat zij ten laste van de overheden komen. § 2. Indien de ****.****.-vreemdeling met wie de vreemdeling zich komt vestigen, reeds in het bezit is van een **** van onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen, ontvangt hij een attest van **** geldig vijf maanden vanaf de datum van afgifte en moet hij zich ten vroegste een maand na de overlegging van de in § 1, laatste lid, bedoelde documenten en ten laatste voor de afloop van de geldigheidsduur van zijn attest van **** bij het gemeentebestuur aanbieden ten einde zich de beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging te laten betekenen.
Voor het overige zijn de bepalingen van artikel 53, § 2, vierde lid, en § 3, van toepassing, met dien verstande dat de vreemdeling in het bezit gesteld wordt van een identiteitskaart voor vreemdelingen indien hij niet de nationaliteit bezit van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen.
Indien de **** of zijn gemachtigde evenwel van oordeel is dat bijkomend onderzoek verricht moet worden met betrekking tot de geldigheid van de in § 1, laatste lid, bedoelde documenten, aangaande de bloed- of aanverwantschap met de ****.****.-vreemdeling, of aangaande de vestiging van de vreemdeling met de ****.****.-vreemdeling, brengt hij de vreemdeling daarvan op de hoogte, die dan in het bezit blijft van zijn attest van ****.
Indien de vreemdeling zich overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid aanbiedt bij het gemeentebestuur om zich de beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging te laten betekenen en er geen enkele onderrichting gegeven werd door de **** of zijn gemachtigde, handelt het gemeentebestuur overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid. § 3. Indien de ****.****.-vreemdeling met wie de vreemdeling zich komt vestigen, nog niet in het bezit is van een **** van onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen, zijn de bepalingen van artikel 53 van toepassing, met dien verstande dat de vreemdeling een attest van **** ontvangt met dezelfde geldigheidsduur als het attest van **** van de ****.****.-vreemdeling met wie hij zich komt vestigen.
Voor het overige zijn de bepalingen van § 2 van toepassing.
Al naargelang de vreemdeling de nationaliteit van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen bezit of niet, wordt hij in het bezit gesteld van een **** voor onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen of een identiteitskaart voor vreemdelingen op voorwaarde dat de ****.****.-vreemdeling met wie de vreemdeling zich komt vestigen, zelf in het bezit gesteld is van een **** voor een onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen en de in § 1, laatste lid, bedoelde documenten werden overgemaakt. § 4. De **** of zijn gemachtigde weigert de vestiging indien de voorwaarden tot vestiging niet vervuld zijn. De vreemdeling wordt van deze beslissing **** door de afgifte van een document overeenkomstig het model van de bijlage 20.
Verder zijn ook de bepalingen van artikel 45, § 7, van toepassing. § 5. De totale kostprijs die de gemeente kan vorderen voor de afgifte van een attest van **** en de identiteitskaart voor vreemdelingen of de **** van onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen mag niet meer bedragen dan de prijs die geheven wordt voor de afgifte van een identiteitskaart aan **** onderdanen.
De verlenging van het attest van **** overeenkomstig artikel 53, § 2, vierde lid, en § 5, derde lid, geschiedt kosteloos. »
Art. 12.**** artikel 55 bis van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 14 februari 1986, opgeheven door het koninklijk besluit van 20 december 1991, opnieuw opgenomen door het koninklijk besluit van 22 februari 1995, en gewijzigd door het koninklijk besluit van 11 december 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1.Artikel 55 is van toepassing op de personen die gelijkgesteld worden met de in dit artikel bedoelde ****.****.-vreemdeling. Zij worden ingeschreven in het **** voor zover zij voldoen aan de voorwaarde bedoeld in artikel 44, § 1, en voor zover zij de documenten overmaken die vereist zijn voor hun binnenkomst in het Rijk.
Voor het einde van de derde maand die volgt op het indienen van de aanvraag tot verblijf, moeten zij die documenten overmaken waaruit blijkt dat zij over een ziektekostenverzekering beschikken die de risico's in België dekt en dat de ****.****.-vreemdeling met wie zij zich vestigen, over toereikende bestaansmiddelen beschikt om te voorkomen dat zij ten laste van de overheid komen. » ; 2° in § 2 wordt voor het tweede en het derde lid, het volgend lid ingevoegd : «*****» Art. 13.Artikel 61 van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijke besluit van 22 december 1992 en gewijzigd door de koninklijke besluiten van 19 mei 1993 en 22 februari 1995, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1. De vreemdeling bedoeld in artikel 40, § 6, van de wet, wordt, voor zover hij voldoet aan de voorwaarde bedoeld in artikel 44, § 1, en na inzage van de documenten die vereist zijn voor de binnenkomst in het ****, ingeschreven in het **** en, naargelang hij de nationaliteit van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen bezit of niet, in het bezit gesteld van een attest van ****, model **** of model ****, overeenkomstig bijlage 5 of 4, geldig vijf maanden vanaf de datum van afgifte. Indien het gemeentebestuur het attest van **** model **** afgeeft, schrapt zij de woorden «*****», die voorkomen in het tweede lid van de tekst op zijde 1 van het **** document. Bij zijn inschrijving moet hij een aanvraag tot vestiging indienen overeenkomstig het model van bijlage 19. § 2. De vreemdeling moet zich ten vroegste een maand na de aanvraag tot vestiging en ten laatste voor de afloop van de geldigheidsduur van zijn attest van **** bij het gemeentebestuur aanbieden ten einde zich de beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging te laten betekenen. § 3. Indien de **** of zijn gemachtigde het recht op vestiging erkent, schrijft het gemeentebestuur de vreemdeling in het bevolkingsregister in en geeft het hem al naargelang hij de nationaliteit bezit van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen of niet, de **** van onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen of een identiteitskaart voor vreemdelingen af. Indien de **** of zijn gemachtigde evenwel van oordeel is dat bijkomend onderzoek verricht moet worden met betrekking tot de geldigheid van de documenten aangaande de bloed- of aanverwantschap met de **** onderdaan of aangaande de vestiging van de vreemdeling met de **** onderdaan, brengt hij de vreemdeling daarvan op de hoogte, die dan in het bezit blijft van zijn attest van ****. Indien de vreemdeling zich overeenkomstig § 2 bij het gemeentebestuur aanbiedt om zich de beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging te laten betekenen en er geen enkele onderrichting gegeven werd door de **** of zijn gemachtigde, handelt het gemeentebestuur overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid. § 4. De **** of zijn gemachtigde weigert de vestiging indien de voorwaarden tot vestiging niet vervuld zijn. De vreemdeling wordt van deze beslissing **** door de afgifte van een document overeenkomstig het model van de bijlage 20. Verder zijn ook de bepalingen van artikel 45, § 7, van toepassing. § 5. De totale kostprijs die de gemeente kan vorderen voor de afgifte van een attest van **** en de identiteitskaart voor vreemdelingen of de **** van onderdaan van een Lidstaat van de **** Gemeenschappen mag niet meer bedragen dan de prijs die geheven wordt voor de afgifte van een identiteitskaart aan **** onderdanen. » Art. 14.**** artikel 69bis, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 22 februari 1995 en vervangen door het koninklijk besluit van 11 december 1996, worden de woorden « afdelingen 2", vervangen door de woorden « afdelingen 1, 2". Art. 15.**** bijlagen 19**** en 19****, gevoegd bij dit besluit, worden ingevoegd bij de bijlagen van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Art. 16.**** bijlagen 19, 20 en 22 van hetzelfde besluit worden vervangen door de bijlagen 19, 20 en 22 die bij dit besluit gaan. Art. 17.Onze **** die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te ****, 12 juni 1998. **** **** **** : De **** van Binnenlandse ****, ****. **** Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij **** besluit van 12 juni 1998, tot wijziging van **** besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. **** **** **** : De **** van **** ****, ****. ****