gepubliceerd op 13 oktober 2022
Koninklijk besluit tot vaststelling voor het jaar 2022 van het bedrag dat aan het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen wordt toegewezen voor de verwezenlijking van projecten in verband met de digitalisering van de openbare socialezekerheidsinstellingen, zoals omschreven in het Nationaal Plan voor Herstel en Veerkracht
12 JULI 2022. - Koninklijk besluit tot vaststelling voor het jaar 2022 van het bedrag dat aan het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen wordt toegewezen voor de verwezenlijking van projecten in verband met de digitalisering van de openbare socialezekerheidsinstellingen, zoals omschreven in het Nationaal Plan voor Herstel en Veerkracht
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, artikelen 121 tot 124;
Gelet op de programmawet van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 20/12/2020 pub. 30/12/2020 numac 2020044541 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, artikel 91;
Gelet op de wet van 23 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2021 pub. 29/12/2021 numac 2021034312 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2022 sluiten houdende de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2022, artikel 2.06.4, Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 juni 2022;
Gelet op het belang van een snelle uitvoering van de projecten die zijn opgenomen in het door de Ministerraad van 30 april 2021 goedgekeurde Nationaal Plan voor Herstel en Veerkracht betreffende de digitalisering van de openbare socialezekerheidsinstellingen, teneinde een betere toegang te bieden tot socialezekerheidsdiensten voor burgers, zelfstandigen en bedrijven;
Op de voordracht van de Minister van Zelfstandigen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Er wordt aan het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ), Willebroekkaai 35, 1000 Brussel, ondernemingsnummer 0208.044.709, een toelage toegekend van maximaal 2.088.000 EUR (twee miljoen achtentachtig duizend euro) ter dekking van de kosten, exclusief BTW, die gepaard gaan met de verwezenlijking van het project BE-C [C22]-I [I-204] "Digitalisation IPSS of the Federal State, sub-measure 3 Verbetering van de gegevenskwaliteit voor geautomatiseerde besluitvorming en ontwikkeling van een onafhankelijk platform voor sociale zekerheid -RSVZ".
Art. 2.Het in artikel 1 bedoelde bedrag zal worden aangerekend ten laste van de vastleggingskredieten op de basisallocatie 06.41.12.42.80.42 van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2022.
Art. 3.De jaarlijks voorziene subsidies in vereffeningskredieten worden naar de begunstigde overgemaakt op voorlegging van een schuldvordering en bewijsstukken die de materialiteit en het bedrag van de opgegeven lasten staven. Deze schuldvordering en bewijsstukken dienen voorafgaand gevalideerd te worden door de bevoegde regeringscommissaris.
Art. 4.Uiterlijk binnen drie maanden na de ondertekening van het koninklijk besluit zal een protocol worden gesloten tussen de begunstigde van de toelage en de Minister van Zelfstandigen. Dit protocol specificeert de modaliteiten inzake de uitvoering en verslaggeving van de door het ontwerp beoogde activiteiten en de verantwoording van de aangegeven kosten.
Art. 5.De Minister van Zelfstandigen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 juli 2022.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Zelfstandigen, D. CLARINVAL
Protocol Tussen: de Belgische Staat, vertegenwoordigd door David Clarinval, Minister van Middenstand en Zelfstandigen, hierna "de Staat" genoemd, enerzijds, en: het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ-INASTI), ondernemingsnummer 0208.044.709, waarvan de maatschappelijke zetel is gevestigd aan de Willebroekkaai 35 te 1000 Brussel, op geldige wijze vertegenwoordigd door mevrouw Anne Vanderstappen, hierna "de aanvrager" genoemd, anderzijds, hierna gezamenlijk "de Partijen" genoemd.
De partijen hebben overeengekomen wat volgt.
Inleiding In toepassing van artikel 2.06.4 van de wet van 23 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2021 pub. 29/12/2021 numac 2021034312 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2022 sluiten kent het KB tot vaststelling voor het jaar 2022 van de bedragen die aan de RSVZ toegewezen zijn voor de verwezenlijking van projecten in verband met de digitalisering van de openbare socialezekerheidsinstellingen, zoals omschreven in het Nationaal Plan voor Herstel en Veerkracht - hierna "het besluit" genoemd - genomen.
Het besluit kent voor dienstjaar 2022 een toelage toe van 2.088.000 voor het project BE-C [C22]-I [I-204] Digitalisering OISZ, submaatregel 3: "Verbetering van de gegevenskwaliteit voor geautomatiseerde besluitvorming en ontwikkeling van een onafhankelijk platform voor sociale zekerheid -RSVZ" Het besluit voorziet in het opstellen van een protocol tot vaststelling van de uitvoerings- en samenwerkingsmodaliteiten.
De Staat wordt voor zijn contacten met de aanvrager en de uitvoering van onderhavig protocol vertegenwoordigd door FOD Sociale Zekerheid, hierna "de administratieve overheid" genoemd.
Artikel 1 - Voorwerp van het protocol § 1. Onderhavig protocol regelt, onverminderd de juridische en reglementaire bepalingen met betrekking tot deze kwesties, de modaliteiten met betrekking tot de toekenning en het gebruik van bovenvermelde subsidie, alsook de samenwerkingsvoorwaarden tussen de partijen in deze context.
Dit is het protocol bedoeld in artikel 4 van koninklijk besluit tot vaststelling voor het jaar 2022 van de bedragen die aan het RSVZ worden toegewezen voor de verwezenlijking van projecten in verband met de digitalisering van de openbare socialezekerheidsinstellingen, zoals omschreven in het Nationaal Plan voor Herstel en Veerkracht. § 2. Het gesubsidieerde project heeft betrekking op het project BE-C [C22]-I [I-204] Digitalisering OISZ, submaatregel 3: "Verbetering van de gegevenskwaliteit voor geautomatiseerde besluitvorming en ontwikkeling van een onafhankelijk platform voor sociale zekerheid -RSVZ" en wordt aanvaard door de Staat op basis van het uitvoeringsbesluit van de Raad van de Europese unie betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het Herstel- en Veerkrachtplan voor België.
Artikel 2 - Meerjarenplanning van de subsidie Het bedrag van de subsidie exclusief BTW voor het project BE-C [C22]-I [I-204]- Digitalisering OISZ, submaatregel 3: "Verbetering van de gegevenskwaliteit voor geautomatiseerde besluitvorming en ontwikkeling van een onafhankelijk platform voor sociale zekerheid -RSVZ" wordt verdeeld over de jaren 2022-2025 in vastleggings- en in vereffeningskredieten volgens volgens het hieronder vermeld schema (zie bijlage 1).
De planning inzake vastleggings- en vereffeningskredieten zullen bij iedere begrotingsopmaak en begrotingscontrole geactualiseerd worden.
Artikel 3 - Uitvoering § 1. De subsidie is uitsluitend bestemd voor de verwezenlijking van het project. Ze mag geenszins worden aangewend voor de financiering van andere activiteiten of evenementen. § 2. De doelen/mijlpalen die gesubsidieerd worden en voorzien zijn in het kader van het project moeten worden gerealiseerd en zullen worden beperkt tot de periode die eindigt op de 31e december van elk jaar tot 31/12/2026. § 3. Voor de opvolging van de mijlpalen/doelen zetten de partijen een projectgovernance op met een regelmatige opvolging, die als volgt wordt bepaald: Op basis van de fiche wordt een overkoepelend high level projectplan opgesteld.
Het project is ingedeeld in 3 milestones die elk een andere einddatum hebben maar die parallel naast elkaar lopen en volgens de Agile methodologie worden ontwikkeld. Voor elke milestone wordt er een "Epic" gedefinieerd, die dan wordt opgesplitst in verschillende "Features". Elk van de "Features" wordt op zijn beurt opgedeeld in "User Stories".
Deze "User Stories" worden ingepland in een trimesterplanning (PI planning) waar de afhankelijkheden (tussen teams) worden duidelijk gemaakt en ingepland. Er worden per trimester strategische portfolio sync meetings, een portfolio management board en epic reportings gehouden.
De uitgaven per milestone worden maandelijks opgenomen in een synoptische overzichtstabel.
Voor elke Epic wordt de bijzonderste projectdocumentatie bijgehouden.
Bij elke trimesteriële betalingsaanvraag wordt er beknopt gerapporteerd (highlightrapport) over de vooruitgang van de verschillende milestones (Epics, Features en User Stories) en de synoptische tabel met de uitgaven per milestone wordt voorgelegd aan de Regeringscommissaris en aan de PMO. De andere stavingstukken en projectdocumenten worden op verzoek ter beschikking gesteld.
Artikel 4 - Vereffening van de subsidie § 1. De subsidie zal worden vereffend volgens de modaliteiten vastgesteld in artikel 3 van het besluit. § 2. Een eerste schijf ten belope van maximaal 30 % van het jaarlijkse bedrag kan overgemaakt worden op voorlegging van een schuldvordering. § 3. Voor elk van de volgende schijven zal de aanvrager een schuldvordering indienen die vergezeld gaat van bewijsstukken die de materialiteit van de kost en de verwezenlijking van de mijlpalen/doelen zoals vastgesteld in het projectplan staven. Elke vereffeningsaanvraag moet een samenvattende tabel met de ontvangen en uitgegeven bedragen bevatten. § 4. De vereffeningsaanvraag moet worden ingediend bij de PMO van de FOD Sociale Zekerheid met daarin toegevoegd: - Een overzicht van de gerealiseerd uitgaven van het project - De voortgangsrapportering van het project - Een (getekende) goedkeuring door de regeringscommissaris van Begroting § 5. De laatste vereffeningsaanvraag met betrekking tot de uitgaven van het kalenderjaar moet ten laatste worden ingediend op 15 januari van het volgende jaar, zodat de uitgave vóór 31 januari kan worden ingeschreven in de begrotingskredieten die overeenkomen met elk boekjaar, overeenkomstig de wettelijke bepalingen vermeld in de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat. § 6. Bij de laatste betalingsaanvraag van het jaar wordt gevoegd: - een samenvattende tabel van de aanvaarde facturen en betalingsbewijzen met (synoptische overzichtstabel) o de referentie van het project o de kenmerken van de verrichte betaling o desgevallend de toegepaste verdeelsleutel die bepaalt wel deel van de factuur of van het betalingsbewijs het voorwerp uitmaakt van een Europese subsidiëring - worden op verzoek ter beschikking gesteld: alle boekhoudkundige documenten ter verantwoording van de bovenstaande tabel. Al deze documenten, die eveneens kunnen worden overgemaakt in de vorm van duidelijk leesbare kopieën, moeten genummerd zijn, zodat ze gemakkelijk in verband kunnen worden gebracht met de details in de hoger vermelde tabel. De nummering moet de referentie van het project en van de mijlpaal/het doel bevatten. De aanvrager verbindt zich ertoe de originelen te bewaren gedurende de in de wet voorziene periodes en ze ter beschikking te stellen op verzoek van de administratie. § 7. Persoonsgegevens (bijvoorbeeld aanwezigheidslijsten, adviseurs of contactpersonen enz.) worden door de aanvrager zelf bewaard en worden ter beschikking gehouden van de administratieve overheden en/of controle-instanties. De bewaring van persoonsgegevens gebeurt conform de Algemene Verordening Gegevensbescherming. § 8. Overeenkomstig het jaarlijks voorziene koninklijk besluit mogen de vereffeningen enkel gebeuren op de kredieten van het betrokken jaar en mag de schuldvordering enkel betrekking hebben op het beschouwde jaar. Na de 31e januari van elk jaar zullen de bedragen die niet op geldige wijze teruggevorderd en/of aanvaard werden ambtshalve beschouwd worden als onverschuldigd en niet-terugvorderbaar ten laste van de kredieten van het jaar, op voorwaarde dat de Staat van geen enkele fout of vertraging kan worden beschuldigd in dit opzicht. § 9. De conformiteit en, behoudens voldoende en aanvaardbare verantwoording, de volledige verwezenlijking van de mijlpalen en doelen, de resultaatsverbintenis, is een verplichting en een voorwaarde voor de toekenning van de subsidie; in geval van een onaanvaardbare, onvolledig of niet-conforme uitvoering zullen de eruit voortvloeiende kosten noch gesubsidieerd, of desgevallend teruggevorderd worden. § 10. De aanvrager verklaart op erewoord dat alle facturen die zijn ingediend met het oog op verantwoording daadwerkelijk betaald werden.
Indien dit niet het geval is, moet de administratieve overheid hiervan onverwijld op de hoogte worden gebracht. Ze zal dit deel van de subsidie vervolgens terugvorderen.
Artikel 5 - Verplichtingen van de aanvrager § 1. Als tegenprestatie voor de subsidie verbindt de aanvrager zich ertoe de mijlpalen en doelen zoals beschreven in het project en de resultaatsverbintenis te verwezenlijken, tenzij er gemotiveerde veranderingen zijn. § 2. De aanvrager moet de PMO op de hoogte houden van de vordering van het project door de highlightreport en de synoptische overzichtstabellen in te dienen. § 3. Indien hij niet in staat is een verplichting uit te voeren, brengt hij eerst de administratieve overheden daarvan onverwijld op de hoogte middels een gemotiveerd schrijven; hetzelfde geldt wanneer delen van het project moeten worden gewijzigd. De verantwoording verwijst duidelijk naar de redenen en de gevolgen, waaronder de resultaten en de kosten, van deze nieuwe elementen. § 4. Bij niet-naleving van de verbintenissen en verplichtingen alsook bij wijzigingen van het project behoudt de Staat zich uitdrukkelijk het recht voor de subsidie dienovereenkomstig te verminderen na de aanvrager te hebben gehoord. § 5. Los van wat voorzien is voor de contacten en de opvolging tussen de partijen verbindt de aanvrager zich ertoe de administratieve overheden op de hoogte te brengen van situaties die betrekking hebben op de verwezenlijking van het project en die dit project kunnen beïnvloeden, zoals onder meer: wijziging van de structuur en van de rechts- en financiële toestand van de aanvrager of onvermogen (zelfs tijdelijk) om de verwezenlijkingen verder te zetten. § 6. Met betrekking tot de uitvoering van dit protocol verbindt de aanvrager zich ertoe gevolg te geven aan de vragen en opmerkingen die hem door de administratieve overheid of de werkgroep betekend worden, voor zover ze gemotiveerd zijn. § 7. De administratieve overheden zijn onderworpen aan de op hen van toepassing zijnde regels voor de administratieve en begrotingscontrole van verschillende instellingen in België (controle van de vastleggingen, inspectie van Financiën, federale interne controle, Rekenhof, Federale Auditcel voor het Herstel- en Veerkrachtplan), maar ook aan de Europese regels (OLAF, Europees Rekenhof).
Dus door de subsidie te aanvaarden: 1° kent de aanvrager de administratieve overheden en de verschillende controle-instanties het recht toe om het gebruik van de toegekende fondsen te controleren overeenkomstig de vorm en de modaliteiten voorzien in de reglementering, met inbegrip van controles "ter plaatse";2° verbindt de aanvrager zich ertoe alles in het werk te stellen om eventuele controles te vergemakkelijken. § 8. Bij niet-naleving van de verplichtingen kan de Staat, om redenen die hij motiveert, aan de aanvrager zijn subsidie ontnemen en eventueel terugvorderen; in dat geval kan de aanvrager geen gebruik meer maken van of zich beroepen op de bekomen subsidie.
Artikel 6 - Europese rapporteringen in het kader van de uitvoering van het project § 1. De aanvrager maakt alle gevraagde informatie met betrekking tot de verschillende Europese rapporteringen over binnen de door de Staat vastgelegde termijnen, namelijk twee keer per jaar: - de tweejaarlijkse rapportering over de mijlpalen/doelen - de rapportering in verband met de betalingsaanvragen - de verzameling van de voor het project geïdentificeerde prestatie-indicator(en) - voor de 15e februari van elk jaar de voorlopige uitvoering van de begroting van het voorgaande jaar per economische code [Alleen voor de S1311 entiteiten] - voor de 15e mei van elk jaar de uiteindelijke uitvoering van de begroting van het voorgaande jaar [Alleen voor de S1311 entiteiten].
Artikel 7 - Afwezigheid van dubbele financiering, belangenconflicten, fraude en corruptie § 1. Overeenkomstig artikel 22 van de EU-Verordening 2021/241 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Unie moet de aanvrager: - voorzien in een efficiënt en doelmatig intern controlesysteem, - maatregelen treffen om elke vorm van fraude, corruptie en belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.
Daartoe verklaart de aanvrager op erewoord dat de projectuitgaven niet het voorwerp zijn van dubbele financiering en dat hij een preventieve risicoanalyse heeft verricht, een actieplan heeft opgesteld om ze te beheersen en de nuttige controles heeft verricht. Bij rapportering van de betaalaanvragen maakt de aanvrager de risicoanalyse, het actieplan en de bewijsstukken over aan de administratieve overheid § 2. In toepassing van artikel 22, onder d), i) tot en met iii), zendt de verzoeker : ? als eindbegunstigde van de middelen, de lijst van uiteindelijke begunstigden via een uittreksel uit het UBO-register (Ultimate Beneficial Owners) voor rechtspersonen, ? als aanbestedende dienst, om de 3 maanden, een lijst van alle (onder)aannemers met wie de aanvrager een contract heeft gesloten. De lijst bevat de firmanaam en het ECB-nummer voor rechtspersonen, de achternaam en voornaam voor natuurlijke personen, ? een uittreksel uit het UBO-register (Ultimate Beneficial Owners) voor elk van de (onder)aannemers telkens wanneer er een wijziging is van de uiteindelijke begunstigden.
Artikel 8 - Naleving van het "Do No Significant Harm"-principe § 1. De regeling die de herstel- en veerkrachtfaciliteit (HVF) bepaalt, voorziet erin dat geen enkele in een herstel- en veerkrachtplan (HVP) opgenomen maatregel significante schade mag toebrengen aan de milieudoelstellingen, genoemd in artikel 17 en hieronder opgesomd: - Mitigatie van de klimaatverandering; - Aanpassing aan klimaatverandering; - Duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen; - Transitie naar een circulaire economie, met inbegrip van afvalpreventie en -recyclage; - Preventie en controle van verontreiniging; - Bescherming en herstel van de biodiversiteit en ecosystemen. § 2. De naleving van het DNSH-principe is een horizontaal principe van de HVF. Bijgevolg moet het project daarmee in overeenstemming zijn.
Elke tekortkoming aan deze verplichting kan leiden tot een tijdelijke opschorting of zelfs een definitieve verlaging van de aan België toegekende financiële middelen. Daarom moet de aanvrager bijzondere aandacht besteden aan de naleving van dit principe en zal dit zowel aan interne controle als aan een controle van de Europese Commissie worden onderworpen.
Artikel 9 - Communicatie § 1. Artikel 34, paragraaf 2 van Verordening (EU) 241/2021 bepaalt het volgende: "De ontvangers van financiering van de Unie vermelden de oorsprong van de middelen en zorgen voor de zichtbaarheid van de financiering van de Unie, in voorkomend geval door het embleem van de Unie aan te brengen en de financiering met de woorden "gefinancierd door de EU - NextGenerationEU" adequaat te vermelden, met name bij het bevorderen van acties en de resultaten daarvan; het verstrekken van gerichte, consistente, doeltreffende en evenredige informatie aan diverse doelgroepen, waaronder de media en het grote publiek." § 2. In toepassing van § 1. is de aanvrager verplicht om: - de steun van het RRF te vermelden voor alle communicatie- en informatieacties, met het EU-embleem en verwijzend naar de EU en het RRF: https://ec.europa.eu/regional_policy/en/information/ logos_downloadcenter/ - projectdeelnemers te informeren over de oorsprong van RRF-financiering; - een billboard of een permanente plaquette te tonen voor infrastructuur- en/of bouwfinancieringsoperaties die door het RRF worden gefinancierd.
Artikel 10 - Geschillenbeslechting De partijen zullen zich inspannen om eventuele verschillen in interpretatie en/of invulling van dit protocol in der minne te regelen. Een geschil tussen de partijen dat voortspruit uit dit protocol, en dat niet in der minne kan worden opgelost, behoort tot de exclusieve bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.
Opgemaakt te Brussel op 12/05/2022 in twee exemplaren.
De aanvrager De Staat
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld .