gepubliceerd op 20 september 2019
Koninklijk besluit betreffende het uniform van bepaalde ambtenaren van het Directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid
12 JULI 2019. - Koninklijk besluit betreffende het uniform van bepaalde ambtenaren van het Directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 juni 1977 betreffende het uniform van bepaalde ambtenaren bij het Bestuur van het Vervoer;
Gelet op het advies van het Basisoverlegcomité van het Directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid gegeven op 5 oktober 2017;
Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 juli 2018;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting gegeven op 3 oktober 2018;
Gelet op advies nr. 65.182 van de Raad van State, gegeven op 11 februari 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Het dragen van het uniform en van de veiligheidskledij bij de Dienst Controle van het Wegvervoer van het Directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid
Artikel 1.§ 1. Het dragen van de basiskledij zoals bepaald in bijlage 1 van dit koninklijk besluit is verplicht tijdens de uitoefening van zijn ambt op of langs de openbare weg voor iedere ambtenaar, belast met een mandaat van officier van gerechtelijke politie, die voortdurend opdrachten op verplaatsing vervult in verband met de controle van het wegvervoer op of langs de openbare weg.
Bij controles langs de weg dient in combinatie met de basiskledij, veiligheidskledij te worden gedragen conform dit koninklijk besluit en de normen gehanteerd door de dienst Preventie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. § 2. Het dragen van het uniform en de veiligheidskledij is eveneens verplicht tijdens de uitoefening van hun ambt op of langs de openbare weg voor de ambtenaren, titularis van een mandaat van officier van gerechtelijke politie, die toezicht houden op de ambtenaren vermeld in paragraaf 1. § 3. Het uniform moet gedragen worden door de ambtenaren vermeld in de §§ 1 en 2 tijdens de verplaatsingen tussen hun administratieve standplaats en de controleplaatsen of hun directoraat-generaal. § 4. Het uniform en de veiligheidskledij moeten door de ambtenaren vermeld in de §§ 1 en 2 op een waardige manier gedragen worden. Ze moeten steeds proper en onberispelijk zijn. § 5. Het is verboden in uniform of veiligheidskledij vergaderingen of openbare manifestaties bij te wonen die niet rechtstreeks in verband staan met de opdrachten van de controleambtenaren of met de taken die hen worden toevertrouwd.
Art. 2.De leidende ambtenaar van het Directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid of zijn afgevaardigde kan, binnen de perken van de bepalingen van dit besluit, aan andere ambtenaren die eveneens titularis zijn van een mandaat van officier van gerechtelijke politie inzake de controle op het wegvervoer, de toestemming verlenen om de veiligheidskledij te dragen tijdens opdrachten op verplaatsing.
Art. 3.De leidende ambtenaar van het Directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid of zijn afgevaardigde kan ambtenaren en experts die aan voornoemde controles deelnemen verplichten veiligheidskledij te dragen. Hij bepaalt de specifieke kenmerken ervan en de manier waarop de kentekens erop aangebracht worden.
Art. 4.Behalve de ambtenaren bedoeld in de artikelen 1 en 2, mag niemand anders het uniform of de uniformonderdelen dragen bedoeld in dit besluit. HOOFDSTUK II. - De dienstkledij
Art. 5.§ 1. De lijst en de algemene kenmerken van de uniformonderdelen en van de veiligheidskledij bestemd voor het controlepersoneel van het Directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid, worden respectievelijk in de §§ 1, 2 en 3 van bijlage I opgesomd. § 2. De leidende ambtenaar van het Directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid of zijn afgevaardigde kan de specifieke kenmerken van de in de §§ 1, 2 en 3 van bijlage I opgesomde uniformonderdelen en veiligheidskledij bepalen. HOOFDSTUK III. - Graden - Kentekens
Art. 6.§ 1. De kenmerken, het model en de kleur van de kentekens die overeenstemmen met de functie van de ambtenaar en die op het uniform moeten worden gedragen, worden bepaald in bijlage 2 van dit besluit. § 2. De leidende ambtenaar van het Directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid of zijn afgevaardigde kan de specifieke kenmerken van deze kentekens bepalen alsook de manier waarop ze op de kledij moeten worden gedragen. HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepalingen
Art. 7.§ 1. Bij zijn eerste aanwijzing voor een functie waarvoor het dragen van het uniform en/of van de veiligheidskledij is vereist, ontvangt de ambtenaar een eerste uitrusting die ten minste de uniformonderdelen omvat, opgesomd in bijlage 1, § 1, A en de veiligheidskledij bedoeld in bijlage 1, § 1, B. § 2. De leidende ambtenaar van het Directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid of zijn afgevaardigde bepaalt jaarlijks het bedrag voor de eerste aankoop van uniformonderdelen en veiligheidskledij en hij bepaalt hun aantal.
Hij bepaalt eveneens de bedragen die nadien per ambtenaar jaarlijks aan uniformonderdelen en veiligheidskledij mogen worden besteed.
Art. 8.Het koninklijk besluit van 1 juni 1977 betreffende het uniform van bepaalde ambtenaren bij het Bestuur van het Vervoer wordt opgeheven.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 10.De minister bevoegd voor het wegvervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 juli 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, Fr. BELLOT
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld