Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 juli 2004
gepubliceerd op 13 augustus 2004

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 november 2003 betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van de managementfuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2004002080
pub.
13/08/2004
prom.
12/07/2004
ELI
eli/besluit/2004/07/12/2004002080/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 JULI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 november 2003 betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van de managementfuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 2, gewijzigd bij de wetten van 10 oktober 1967 en 8 april 2003;

Gelet op de wet van 26 juli 1960 tot herinrichting van de instellingen voor kinderbijslag, inzonderheid op artikel 9, vervangen bij de wet van 8 april 2003;

Gelet op de wet van 25 april 1963 op het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 9, vervangen bij de wet van 8 april 2003 en de artikelen 18 en 23, gewijzigd bij de wet van 8 april 2003;

Gelet op de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 2, § 2, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1994 en 8 april 2003;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 21, §§ 5 en 6, vervangen bij de wet van 8 april 2003;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op artikel 48, vervangen bij de wet van 8 april 2003;

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen/gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikelen 177, vervangen bij de wet van 29 april 1996 en gewijzigd bij de wetten van 14 januari 2002, 24 december 2002 en 8 april 2003, en 180, vervangen bij de wet van 8 april 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 november 2003 betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van de managementfuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid, inzonderheid op de artikelen 5, 6, 7, 8, 9, 10, 23, 24 en 29;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 februari 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 10 maart 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 10 maart 2004;

Gelet op het advies van het College van openbare instellingen van sociale zekerheid, gegeven op 5 februari 2004;

Gelet op het protocol van 29 maart 2004 van het Sectorcomité XX - Openbare Instellingen van sociale zekerheid;

Gelet op het advies 37.198/1 van de Raad van State, gegeven op 3 juni 2004 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Werk en Pensioenen, van Onze Minister van Sociale Zaken, van Onze Minister van Ambtenarenzaken en van Onze Minister van Middenstand en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 5 van het koninklijk besluit van 30 november 2003 betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van de managementfuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 5.§ 1. Om deel te nemen aan de vergelijkende selecties voor de functies van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal en voor een managementfunctie -1, moeten de kandidaten houder zijn van een functie van niveau 1 of kunnen deelnemen aan een vergelijkende selectie voor een functie van niveau 1.

De kandidaten voor een functie van administrateur-generaal, adjunct-administrateur-generaal of een managementfunctie -1 dienen over een managementervaring van minstens zes jaar te beschikken of minstens tien jaar nuttige beroepservaring te hebben. Onder managementervaring wordt verstaan ervaring inzake beheer in een overheidsdienst of in een organisatie uit de privé-sector. § 2. Om deel te nemen aan een vergelijkende selectie voor een managementfunctie -2 of -3, moeten de kandidaten gedurende minstens zes jaar titularis zijn van een functie van niveau 1 in een openbare instelling van sociale zekerheid, in een ministerie of in een federale overheidsdienst bedoeld in het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst. »

Art. 2.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 6.§ 1. De kandidaten voor een managementfunctie moeten over de competenties en de relationele vaardigheden alsook over de vaardigheden op het vlak van organisatie en beheer beschikken die worden bepaald in de functiebeschrijving en het competentieprofiel van de te begeven managementfunctie. § 2. De functiebeschrijving en het competentieprofiel van een binnen een openbare instelling van sociale zekerheid te begeven managementfunctie worden bepaald : 1° voor de functie van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal, door het beheerscomité van de openbare instelling van sociale zekerheid;2° voor de managementfuncties -1, door het beheerscomité van de openbare instelling van sociale zekerheid, op voorstel van de administrateur-generaal;3° voor de managementfunctie -2, door de administrateur-generaal, op voorstel van de houder van de managementfunctie -1;4° voor de managementfunctie -3, door de administrateur-generaal, op voorstel van de houder van de managementfunctie -2, in samenspraak met de houder van de managementfunctie -1.»

Art. 3.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 7.§ 1. De kandidaturen worden ingediend bij SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid - die de toelaatbaarheid ervan onderzoekt, rekening houdend met de algemene en specifieke toelatingsvoorwaarden.

De kandidaturen die toelaatbaar worden verklaard door SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid - worden aan de selectiecommissie overgemaakt. § 2. De kandidaten wier kandidatuur toelaatbaar werd verklaard, leggen voor de selectiecommissie een mondelinge proef af, uitgaande van een praktijkgeval dat verband houdt met de te begeven managementfunctie.

Deze proef heeft tot doel zowel de competenties die eigen zijn aan de te begeven functie als de vaardigheden die vereist zijn voor de uitoefening van een managementfunctie, te evalueren.

De mondelinge proef wordt voorafgegaan door geïnformatiseerde testen, die door SELOR en per taalrol worden georganiseerd en die ertoe strekken de management- en organisatorische vaardigheden van de kandidaten, alsook hun persoonlijkheid te testen. De inhoud van deze testen is dezelfde in het Frans en in het Nederlands. De resultaten van de testen worden meegedeeld aan de selectiecommissie die als enige de resultaten ervan beoordeelt en evalueert. § 3. Na de testen en de proef bedoeld in § 2 en na de vergelijking van de diploma's en verdiensten van de kandidaten, worden de kandidaten voor de managementfuncties van administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal ingedeeld in de groep « geschikt » of in de groep « niet geschikt ». Deze indeling wordt gemotiveerd. In de groep « geschikt » worden de kandidaten gerangschikt. § 4. Na de testen en de proef bedoeld in § 2 en na de vergelijking van de diploma's en verdiensten van de kandidaten, worden de kandidaten voor de overige managementfuncties ingedeeld hetzij in groep A « zeer geschikt », hetzij in groep B « geschikt », hetzij in groep C « minder geschikt », hetzij in groep D « niet geschikt ». Deze indeling wordt gemotiveerd. In de groep A en de groep B worden de kandidaten gerangschikt. »

Art. 4.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 8.§ 1. De selectiecommissie wordt samengesteld uit : 1° de afgevaardigd bestuurder van SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid of zijn afgevaardigde, voorzitter;2° twee externe experts inzake management;3° twee externe experts inzake human ressources management;4° twee externe experts met ervaring of een bijzondere kennis van de materie die eigen is aan de te begeven functie;5° vier ambtenaren uit een federale overheidsdienst of federale programmatorische overheidsdienst, uit een federaal ministerie, uit een andere openbare instelling van sociale zekerheid dan degene waarvoor een selectieprocedure voor een managementfunctie wordt georganiseerd, uit een federale wetenschappelijke instelling, uit een federale instelling van openbaar nut of uit de diensten van de Gewest- of Gemeenschapsregeringen of van de Colleges van de Gemeenschapscommissies, die functies uitoefenen die minstens gelijkwaardig zijn aan de te begeven managementfunctie;6° een plaatsvervanger voor elk van de leden vermeld onder 2° tot 5°. Deze worden terzelfdertijd aangesteld als de vast aangestelde leden.

De taalpariteit wordt gewaarborgd binnen elk van de categorieën van effectieve en plaatsvervangende leden van de selectiecommissie. Voor wat de leden betreft, bedoeld in de eerste lid, 2°, 3° en 4° en hun plaatsvervangers, bepaalt de taal van het getuigschrift of het diploma dat bewijst dat men geslaagd is voor de studies die in aanmerking worden genomen voor de beoordeling van de competenties die nodig is voor de expertiseopdracht, tot welke taal ze behoren. Wat de leden bedoeld in het eerste lid, 5° en hun plaatsvervangers betreft, bepaalt de taalrol van het personeelslid of de toepassing van de artikelen 35 tot 41 van de gewone wet van 9 augustus 1980 over de institutionele hervormingen, tot welke taal ze behoren.

De profielen van de effectieve leden van de selectiecommissie bedoeld in het eerste lid, 2°, 4° en 5° alsook deze van hun vervangers worden bepaald in samenspraak met : 1° het beheerscomité van de betrokken openbare instelling van sociale zekerheid, voor de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal;2° het beheerscomité van de betrokken openbare instelling van sociale zekerheid, op voorstel van de betrokken administrateur-generaal, voor de andere managementfuncties. Wanneer een managementfunctie wordt vacant verklaard voor kandidaten van twee taalrollen, dient de voorzitter van de selectiecommissie hetzij de kennis van de tweede taal bewezen te hebben conform artikel 43, § 3, derde lid, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966 hetzij te worden bijgestaan door een ambtenaar die deze kennis heeft bewezen.

Indien een managementfunctie uitsluitend is vacant verklaard voor kandidaten van één enkele taalrol, behoren de commissieleden bedoeld in het eerste lid tot deze taalrol. § 2. De afgevaardigd bestuurder van SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid - deelt de samenstelling van de selectiecommissie, met inbegrip van de plaatsvervangers, mee aan de minister die bevoegd is voor ambtenarenzaken. Deze brengt dadelijk de regeringsleden en het beheerscomité op de hoogte, die over een termijn van zeven werkdagen beschikken om hem hun bezwaren kenbaar te maken. In dit geval legt de minister die bevoegd is voor ambtenarenzaken een volledig dossier ter beslissing voor aan de Ministerraad, nadat hiervan een kopie werd overgemaakt aan het betrokken regeringslid.

Als de Ministerraad op basis van het dossier dat voorgelegd werd door de minister die bevoegd is voor ambtenarenzaken, een lid van de selectiecommissie wraakt, benoemt SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid - een ander lid; in dat geval is het eerste lid van toepassing. § 3. De selectiecommissie kan slechts op geldige wijze overgaan tot het horen van de kandidaten en tot de deliberatie voor zover de meerderheid van de leden aanwezig is, minstens twee van de leden tot de taalrol van de kandidaat behoren en elke categorie van leden bedoeld in § 1, eerste lid, 2° tot 5°, vertegenwoordigd is.

Alleen de commissieleden die hebben deelgenomen aan het horen van al de kandidaten, kunnen deelnemen aan de deliberatie met het oog op de indeling van de kandidaten in de groepen « geschikt » en « niet geschikt » en in groepen A, B, C of D al naar gelang het gaat om de invulling van de managementfuncties bedoeld in artikel 2, § 1, 1° en 2°, of de managementfuncties bedoeld in artikel 2, § 1, 3° tot 5°.

Geen enkel lid kan zich onthouden.

Bij staking van stemmen beslist de voorzitter. § 4. De kandidaten worden ingelicht over hun indeling in de groep « geschikt » of « niet geschikt » of hun indeling in de groep « geschikt » of in de groepen A, B, C of D en hun rangschikking in de groepen A en B binnen vijftien werkdagen na de deliberatie door de selectiecommissie al naar gelang het gaat om de invulling van de managementfuncties bedoeld in artikel 2, § 1, 1° en 2°, of de managementfuncties bedoeld in artikel 2, § 1, 3° tot 5°. »

Art. 5.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 9.SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid - deelt het resultaat van de procedure bedoeld in artikel 7 mee aan de voorzitter van het beheerscomité van de betrokken instelling, voor wat betreft de functies van administrateur-generaal en van adjunct-administrateur-generaal.

Met de kandidaten van de groep « geschikt » wordt een aanvullend onderhoud georganiseerd met de bedoeling hen te vergelijken wat betreft hun specifieke competenties, hun relationele en managementvaardigheden zoals bepaald in de functiebeschrijving en het competentieprofiel van de te begeven managementfunctie. Dit onderhoud wordt geleid : 1° voor de werving van de administrateur-generaal, door de toezichthoudende minister en de delegatie van het beheerscomité die de bestuursovereenkomst uit naam van de instelling heeft ondertekend;2° voor de werving van de adjunct-administrateur-generaal, door de toezichthoudende minister, de delegatie van het beheerscomité die de bestuursovereenkomst uit naam van de instelling heeft ondertekend en de administrateur-generaal. Een verslag van elk onderhoud wordt opgemaakt en bij het aanstellingsdossier gevoegd. »

Art. 6.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 10.§ 1. SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid - deelt het resultaat van de procedure bedoeld in artikel 7 mee aan de administrateur-generaal van de betrokken instelling voor wat betreft de andere managementfuncties dan administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal.

Met de kandidaten van groep A wordt een aanvullend onderhoud georganiseerd met de bedoeling hen te vergelijken wat betreft hun specifieke competenties, hun relationele en managementvaardigheden zoals bepaald in de functiebeschrijving en het competentieprofiel van de te begeven managementfunctie. Dit onderhoud wordt geleid : 1° voor de werving van houder van de managementfunctie -1, door de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal;2° voor de werving van de houder van de managementfunctie -2, door de houder van de managementfunctie -1 en de administrateur-generaal;3° voor de werving van de houder van de managementfunctie -3, de houder van de managementfunctie -2 en de administrateur-generaal. Een verslag van elk onderhoud wordt opgemaakt en bij het aanstellingsdossier gevoegd. § 2. Bij uitputting van groep A, wordt de procedure vermeld in § 1 herhaald voor de kandidaten van groep B. »

Art. 7.In artikel 23 van hetzelfde besluit, worden de woorden « bedoeld in artikel 9, § 1, tweede lid, 1° en 2°, of artikel 10, § 1, tweede lid, 1° tot 3° » vervangen door de woorden « bedoeld in artikel 9 of in artikel 10 ».

Art. 8.In artikel 24 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden « bedoeld in artikel 9, § 1, tweede lid, 1° en 2°, of artikel 10, § 1, tweede lid, 1° tot 3° » vervangen door de woorden « bedoeld in artikel 9 of in artikel 10;2° in het tweede lid, worden de woorden « te hebben voldaan aan de in artikel 5 vermelde vergelijkende selectie » vervangen door de woorden « te hebben voldaan aan de in artikel 7 vermelde vergelijkende selectie ».

Art. 9.In artikel 29, 1°, van hetzelfde besluit, worden de woorden « bedoeld in artikel 6, § 1, tweede lid » vervangen door de woorden « bedoeld in artikel 5, § 1, tweede lid ».

Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 11.Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Werk en Pensioenen, Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Ambtenarenzaken en Onze Minister van Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 juli 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Werk en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Ambtenarenzaken, Mevr. M. ARENA De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE

^