gepubliceerd op 07 maart 2023
Koninklijk besluit betreffende de controles op de regelgeving met betrekking tot de beveiliging in de deelsector spoorvervoer
12 JANUARI 2023. - Koninklijk besluit betreffende de controles op de regelgeving met betrekking tot de beveiliging in de deelsector spoorvervoer
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Dit koninklijk besluit strekt tot uitvoering van: 1° de
wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
04/08/1996
pub.
21/10/1999
numac
1999015088
bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking
Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993
type
wet
prom.
04/08/1996
pub.
08/06/2005
numac
2005015073
bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993
sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, 2° de
wet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
01/07/2011
pub.
15/07/2011
numac
2011000399
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren
sluiten betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren, en 3° de
wet van 7 april 2019Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
07/04/2019
pub.
03/05/2019
numac
2019011507
bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
Wet tot vaststelling van een kader voor de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen van algemeen belang voor de openbare veiligheid
sluiten tot vaststelling van een kader voor de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen van algemeen belang voor de openbare veiligheid. De eerste wet laat de Koning toe nadere regels te bepalen voor samenwerking en coördinatie tussen verrschillende ondernemingen of instellingen die bedrijvig zijn op eenzelfde arbeidsplaats waar werknemers werken, wat overeenkomt met de situatie die geviseerd wordt door artikel 10 van dit besluit.
De twee andere wetten vertonen belangrijke gelijkenissen, zodat het nuttig is om de inspectiedienst die bij koninklijk besluit van 19 februari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2016 pub. 07/04/2016 numac 2016014084 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 13, 24 en 25 van de wet van 1 juli 2011 betreffende de beveiliging en bescherming van de kritieke infrastructuren, voor de sector Vervoer, deelsector spoorvervoer sluiten werd aangeduid als bevoegde inspectiedienst voor de controle op de naleving van de wet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2011 pub. 15/07/2011 numac 2011000399 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren sluiten ook aan te duiden als inspectiedienst bevoegd voor de controle op de naleving van de wet van 7 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/04/2019 pub. 03/05/2019 numac 2019011507 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot vaststelling van een kader voor de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen van algemeen belang voor de openbare veiligheid sluiten.
Daarnaast wordt in het koninklijk besluit van 2 november 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/11/2017 pub. 27/11/2017 numac 2017013157 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen sluiten betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen dezelfde inspectiedienst aangeduid als bevoegd voor de controle op de naleving van de bepalingen van het RID aangaande beveiliging. Het is van belang te verduidelijken dat het enkel gaat om het aspect `beveiliging', en niet over de andere bepalingen van het RID. Vermits het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 19 februari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2016 pub. 07/04/2016 numac 2016014084 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 13, 24 en 25 van de wet van 1 juli 2011 betreffende de beveiliging en bescherming van de kritieke infrastructuren, voor de sector Vervoer, deelsector spoorvervoer sluiten dus aanzienlijk wordt uitgebreid en de structuur hierdoor grondig wordt gewijzigd, werd ervoor geopteerd om dat koninklijk besluit te vervangen door voorliggend koninklijk besluit.
In dit besluit, in de Franse tekst, dient het woord "sécurité" begrepen te worden als "sûreté", met uitzondering van het gebruik ervan in artikel 10, § 4.
Commentaar per artikel Artikel 1 1° - 5° deze punten behoeven geen commentaar;6° het begrip "spoorwegexploitant" kan zowel een infrastructuurbeheerder als een spoorwegonderneming viseren, wanneer zij exploitant zijn van infrastructuren die zijn aangeduid als kritieke infrastructuur in de zin van artikel 3, 4° van de wet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2011 pub. 15/07/2011 numac 2011000399 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren sluiten betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren.Overeenkomstig artikel 3, 10° van deze wet is de exploitant de natuurlijke persoon of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de investeringen in of voor de dagelijkse werking van een kritieke infrastructuur; 7° wanneer de spoorwegexploitanten beveiligingsbeoordelingen uitvoeren om de beveiligingszones te bepalen, moeten zij overleg plegen met de beheerders van deze zones en van de aangrenzende zones indien deze laatste een invloed hebben op de beveiliging van het spoorwegnet. Bovendien is het nodig dat de interne beveiligingsmaatregelen die de spoorwegexploitant in het beveiligingsplan van de exploitant voorziet, rekening houden met het belang voor de beveiliging van aan kritieke infrastructuren aangrenzende zones, in het bijzonder maar niet uitsluitend de toegangszones tot kritieke infrastructuren.
Bijgevolg is het belangrijk dat deze aangrenzende zones, in het bijzonder maar niet uitsluitend de toegangszones, in rekening worden gebracht bij de beveiligingsbeoordelingen die de spoorwegexploitant uitvoert om de spoorbeveiligingszones in het spoorwegnet te bepalen; 8° - 10° deze punten behoeven geen commentaar. Artikel 2 Dit artikel somt de bevoegdheden van de inspectiedienst op.
Artikel 3 Dit artikel behoeft geen commentaar.
Artikel 4 Paragraaf 1 van dit artikel bepaalt in welke gevallen een lid van de inspectiedienst zijn of haar legitimatiekaart terug moet geven aan de inspectiedienst. In de bepalingen onder 1° en 2° gaat het om gevallen waarin de kaart mogelijk niet meer toelaat om het lid van de inspectiedienst correct te identificeren.
In de bepalingen onder 3° en 4° gaat het om gevallen waarin het lid van de inspectiedienst zijn of haar controlebevoegdheid tijdelijk of definitief niet meer uitoefent.
Paragraaf 2 voorziet wat de houder van de legitimatiekaart moet doen in geval van verlies of vernietiging.
Paragraaf 3 schrijft voor in welke gevallen de houder van de legitimatiekaart een nieuwe kaart krijgt of wanneer hij de kaart die hij heeft ingeleverd, terug krijgt.
Artikel 5 Dit artikel voorziet in de verplichting voor de spoorwegexploitant om specifieke beveiligingsbeoordelingen te maken om spoorbeveiligingszones in het spoorwegnet te bepalen. Het ligt immers voor de hand dat factoren uit de omgeving een invloed kunnen hebben op de beveiliging van de kritieke infrastructuur en dat deze, in voorkomend geval, in rekening moeten worden gebracht bij de opmaak van de plannen van de beveiliging van de kritieke infrastructuur zelf.
Het geeft aan de documenten van het B.P.E. ook een confidentiële waarde door verwijzing naar het koninklijk besluit van 24 maart 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/03/2000 pub. 31/03/2000 numac 1999021596 bron diensten van de eerste minister, ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking, van binnenlandse zaken, van landsverdediging en van justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen sluiten tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen.
Artikel 6 Dit artikel voorziet in de verplichting voor de spoorwegexploitant om zijn B.P.E. met gepaste tussenpozen te testen door middel van oefeningen. Het regelmatig testen van de beveiligingsplannen is een belangrijk principe, dat eventuele problemen vroegtijdig kan blootleggen en snelle corrigerende handeling mogelijk maakt.
Het principe daarbij is een realistische oefening, doch indien de werking van de infrastructuur (of een deel ervan) wordt verhinderd door de oefening, kan worden gevraagd aan de sectorale overheid om van dit principe te mogen afwijken en de realistische oefening te vervangen door een simulatie.
Wanneer verschillende infrastructuren die als kritiek zijn aangeduid van hetzelfde type zijn en een identieke functie hebben, kan eveneens aan de sectorale overheid worden gevraagd om het B.P.E. van één van deze infrastructuren te testen in plaats van de B.P.E.'s van al deze infrastructuren van hetzelfde type en met identieke functie.
Artikel 7 Dit artikel bepaalt in welke gevallen het B.P.E. moet worden geëvalueerd en indien nodig ook moet bijgewerkt door de spoorwegexploitant. Het is aan de exploitant om in de in dit artikel opgesomde gevallen na te gaan of er een invloed is op het B.P.E. en of aanpassing van het B.P.E. noodzakelijk is.
Artikel 8 Dit artikel behoeft geen commentaar.
Artikel 9 Dit artikel voorziet dat de inspectiedienst beroep kan doen op experten die de dienst en de inspecteurs ondersteunen bij hun controletaken.
Artikel 10 Dit artikel bepaalt de voorwaarden waaronder de leden van de inspectiedienst hun inspecties uitvoeren.
De verplichting om een protocol af te sluiten betreffende de veiligheid van de inspecteurs tijdens de uitvoering van inspecties in de installaties van de spoorwegexploitant, is gebaseerd op artikel 7 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
Dit artikel 7 viseert immers de gevallen waarbij verschillende ondernemingen of instellingen bedrijvig zijn op eenzelfde arbeidsplaats waar werknemers werken, zonder dat er een contractuele relatie is tussen hun werkgevers.
In het koninklijk besluit van 19 februari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2016 pub. 07/04/2016 numac 2016014084 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 13, 24 en 25 van de wet van 1 juli 2011 betreffende de beveiliging en bescherming van de kritieke infrastructuren, voor de sector Vervoer, deelsector spoorvervoer sluiten tot uitvoering van de artikelen 13, 24 en 25 van de wet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2011 pub. 15/07/2011 numac 2011000399 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren sluiten betreffende de beveiliging en bescherming van de kritieke infrastructuren, voor de sector Vervoer, deelsector spoorvervoer, dat wordt opgeheven, werd verwezen naar artikel 9 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten.
Dit artikel 9 is echter van toepassing op relaties tussen werkgevers, aannemers en onderaannemers, en zou dus veronderstellen dat er een contractuele basis is voor het uitvoeren van werkzaamheden in de inrichting van de spoorwegexploitant. De inspecties zijn echter gebaseerd op de wettelijke bevoegdheden van de inspectiedienst, en vloeien niet voort uit enige contractuele relatie tussen de inspectiedienst en de spoorwegexploitanten.
De verwijzing naar artikel 9 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten is dan ook geschrapt, en artikel 7, § 3, tweede lid van deze wet is toegevoegd als rechtsgrond voor deze bepaling.
Artikelen 11 tot 17 Deze artikelen behoeven geen commentaar Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Mobiliteit, G. GILKINET
12 JANUARI 2023. - Koninklijk besluit betreffende de controles op de regelgeving met betrekking tot de beveiliging in de deelsector spoorvervoer FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, artikelen 107, tweede lid, en 108;
Gelet op de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, artikel 7, § 3, tweede lid;
Gelet op de wet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2011 pub. 15/07/2011 numac 2011000399 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren sluiten betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren, artikel 13, §§ 2, tweede lid, en 6, tweede en derde lid, artikel 24, §§ 2, eerste en tweede lid, en 3, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 15 juli 2018, en artikel 25, § 2;
Gelet op de wet van 7 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/04/2019 pub. 03/05/2019 numac 2019011507 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot vaststelling van een kader voor de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen van algemeen belang voor de openbare veiligheid sluiten tot vaststelling van een kader voor de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen van algemeen belang voor de openbare veiligheid, artikel 7, § 5, tweede lid, artikel 42, § 2, tweede lid en artikel 44, § 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 februari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2016 pub. 07/04/2016 numac 2016014084 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 13, 24 en 25 van de wet van 1 juli 2011 betreffende de beveiliging en bescherming van de kritieke infrastructuren, voor de sector Vervoer, deelsector spoorvervoer sluiten tot uitvoering van de artikelen 13, 24 en 25 van de wet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2011 pub. 15/07/2011 numac 2011000399 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren sluiten betreffende de beveiliging en bescherming van de kritieke infrastructuren, voor de sector Vervoer, deelsector spoorvervoer;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 november 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/11/2017 pub. 27/11/2017 numac 2017013157 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen sluiten betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen;
Gelet op het advies van de federale Minister bevoegd voor Vervoer;
Gelet op het advies van het Centrum voor Cybersecurity België, opgericht bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/10/2014 pub. 21/11/2014 numac 2014207006 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot oprichting van het Centrum voor Cybersecurity België type koninklijk besluit prom. 10/10/2014 pub. 20/11/2014 numac 2014011593 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 17 van de wet van 15 januari 2014 houdende diverse bepalingen inzake K.M.O.'s sluiten;
Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;
Gelet op het advies 72.493/4 van de Raad van State, gegeven op 7 december 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende het koninklijk besluit van 2 november 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/11/2017 pub. 27/11/2017 numac 2017013157 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen sluiten betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen, artikel 24, 3°, zoals gewijzigd bij koninklijk besluit van 29 augustus 2021;
Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.Voor dit besluit, wordt verstaan onder: 1° "inspectiedienst": de Directie die bevoegd is voor het beleid inzake beveiliging van de spoorsector en de controle ervan binnen de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;2° "de wet kritieke infrastructuren": de wet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2011 pub. 15/07/2011 numac 2011000399 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren sluiten betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren;3° "de wet NIS": de wet van 7 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/04/2019 pub. 03/05/2019 numac 2019011507 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot vaststelling van een kader voor de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen van algemeen belang voor de openbare veiligheid sluiten tot vaststelling van een kader voor de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen van algemeen belang voor de openbare veiligheid;4° "RID": het Reglement betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, opgenomen als bijlage aan Aanhangsel C van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF), gesloten te Vilnius op 3 juni 1999, zoals omgezet bij het koninklijk besluit van 2 november 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/11/2017 pub. 27/11/2017 numac 2017013157 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen sluiten betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen; 5° "B.P.E.": het beveiligingsplan van de spoorwegexploitant zoals bedoeld in artikel 13 van de wet kritieke infrastructuren; 6° "spoorwegexploitant": de exploitant zoals gedefinieerd in artikel 3, 10°, van de wet kritieke infrastructuren, in de deelsector spoorvervoer;7° "spoorbeveiligingszone": elke zone van het spoorwegnet zoals bedoeld in punt 8° van dit artikel, dat essentieel is voor spoorbeveiliging en dat bepaald is door de spoorwegexploitant op basis van een specifieke beveiligingsbeoordeling;8° "spoorwegnet": het netwerk zoals gedefinieerd in artikel 3, 59°, a) van de Spoorcodex alsook de onbemande stopplaatsen;9° "aanbieder van essentiële diensten": de entiteit zoals gedefinieerd in artikel 6, 11°, van de wet NIS; 10° "I.B.B.": het beveiligingsbeleid voor de netwerk- en informatiesystemen van de aanbieder van essentiële diensten zoals gedefinieerd in artikel 6, 18° van de wet NIS. HOOFDSTUK 2. - Inspectiedienst
Art. 2.De inspectiedienst wordt belast met de controle op: 1° de naleving van de bepalingen van de wet kritieke infrastructuren en haar uitvoeringsbesluiten voor de deelsector spoorvervoer, zoals bedoeld in artikel 4, § 2, tweede lid, 2°, van de wet kritieke infrastructuren;2° de naleving van de bepalingen van de wet NIS en haar uitvoeringsbesluiten voor de deelsector spoorvervoer, zoals bedoeld in bijlage 1 bij de wet NIS; 3° de naleving van de bepalingen van hoofdstuk 1.10 van het RID, als opgenomen in bijlage 3 bij het voornoemde koninklijk besluit van 2 november 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/11/2017 pub. 27/11/2017 numac 2017013157 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen sluiten.
Art. 3.De leden van de inspectiedienst beschikken over een legitimatiekaart waarvan het model wordt bepaald in de bijlage.
Art. 4.§ 1. De houder geeft de legitimatiekaart terug aan de inspectiedienst als: 1° de kaart beschadigd is;2° één of meer gegevens op de kaart gewijzigd zijn;3° de houder geschorst is of tijdelijk de controlebevoegdheid niet meer uitoefent;4° de houder om gelijk welke reden zijn ambt definitief niet langer uitoefent. § 2. De houder van de legitimatiekaart meldt het verlies of de vernietiging van de legitimatiekaart onmiddellijk aan de inspectiedienst.
Als de kaart wordt teruggevonden na de hernieuwing, wordt ze onmiddellijk aan de inspectiedienst bezorgd met het oog op de vernietiging ervan. § 3. De houder krijgt een nieuwe kaart in de gevallen vermeld in § 1, 1° en 2° en in het geval vermeld in § 2. In het geval vermeld in § 1, 3° wordt de kaart teruggegeven aan de houder zodra hij de controlebevoegdheid opnieuw uitoefent. HOOFDSTUK 3. - Bepalingen tot uitvoering van de wet kritieke infrastructuren Afdeling 1. - Beveiligingsmaatregelen die opgenomen zijn in het B.P.E.
Art. 5.De spoorwegexploitant bepaalt de spoorbeveiligingszones in het spoorwegnet door een specifieke beveiligingsbeoordeling te maken. Deze zones kunnen een deel van het spoorwegnet omvatten dat groter is dan een infrastructuur die aangeduid is als kritiek en dit om rekening te houden met elementen van het spoorwegnet die een impact kunnen hebben op de bescherming van deze als kritiek aangeduide infrastructuren. De beveiligingsbeoordelingen die werden uitgevoerd om de beveiligingszones te bepalen, houden rekening met de bijzonderheden van de verschillende delen van het spoorwegnet en ook met de aangrenzende zones als deze laatste een invloed hebben op de beveiliging van het spoorwegnet.
Het B.P.E. houdt rekening met de verschillende door de spoorwegexploitant geïdentificeerde spoorbeveiligingszones van de infrastructuur.
De documenten van het B.P.E. worden gemerkt met de vermelding "beperkte verspreiding" zoals bedoeld in artikel 20 van het koninklijk besluit van 24 maart 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/03/2000 pub. 31/03/2000 numac 1999021596 bron diensten van de eerste minister, ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking, van binnenlandse zaken, van landsverdediging en van justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen sluiten tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen. Afdeling 2. - Frequentie van de oefeningen en van de bijwerkingen van
het B.P.E. en nadere regels van de deelneming van de politiediensten aan de oefeningen georganiseerd door de spoorwegexploitant
Art. 6.§ 1. De spoorwegexploitant voert minstens eenmaal per jaar een oefening uit op een deel van de kritieke infrastructuur, zodat het geheel van de samenstellende onderdelen van de kritieke infrastructuur ten minste eenmaal om de drie jaar wordt getest.
Indien de uitvoering van een oefening de werking van het spoorwegnet, een deel ervan, of de diensten ondersteund door de kritieke infrastructuur verhindert, dan kan de spoorwegexploitant aan de sectorale overheid vragen de oefening te vervangen door een simulatie.
De oefeningen worden gebaseerd op geloofwaardige scenario's en worden gradueel opgebouwd op basis van de resultaten die eruit voortvloeien. § 2. Wanneer meerdere infrastructuren van de spoorwegexploitant als kritiek werden aangeduid, die van hetzelfde type zijn en een identieke functie uitoefenen, dan kan de spoorwegexploitant aan de sectorale overheid toelating vragen om het B.P.E. van één van deze infrastructuren te testen binnen de in de eerste paragraaf bedoelde tussenpozen. § 3. De politiediensten worden systematisch uitgenodigd om deel te nemen aan de oefeningen. De termijn en de nadere regels van deze uitnodiging worden bepaald in gezamenlijk akkoord met deze diensten. § 4. De spoorwegexploitant informeert de inspectiedienst ten minste vier weken op voorhand over het tijdstip en de aard van de oefening. § 5. De inspectiedienst kan vrijblijvend deelnemen als waarnemer bij de oefeningen. § 6. Indien de diensten bedoeld in de paragrafen 3 en 5 deelnemen, organiseert de spoorwegexploitant met hen een voorafgaande overlegvergadering inzake de nadere regels van de oefening. De termijn en nadere regels van deze uitnodiging worden bepaald in gezamenlijk akkoord met deze diensten. § 7. De spoorwegexploitant maakt een evaluatieverslag van de oefening en stuurt een kopie ervan naar de inspectiedienst binnen een termijn van drie maanden na de oefening.
Art. 7.§ 1. Het B.P.E. wordt geëvalueerd en, indien nodig, geactualiseerd: 1° bij elke indienststelling of wederindienststelling van de kritieke infrastructuur;2° bij de vervanging of vernieuwing van een bestaand onderdeel van de kritieke infrastructuur;3° bij de integratie van een nieuw onderdeel in de kritieke infrastructuur;4° bij een oefening in de zin van artikel 6, paragrafen 1 en 2; 5° ingevolge een vraag van de inspectiedienst ingevolge een analyse van het B.P.E.; 6° wanneer zich een gebeurtenis heeft voorgedaan die van die aard is om de veiligheid van de kritieke infrastructuur te bedreigen. § 2. Bij de opmaak van het B.P.E., alsook bij elke wijziging ervan, maakt de spoorwegexploitant een kopie ervan over aan de inspectiedienst. Op verzoek krijgt de inspectiedienst ook een kopie van alle andere bescheiden, documenten en informatiebronnen die hij noodzakelijk acht voor de uitoefening van zijn opdracht. Afdeling 3. - Nadere regels van de controle
Art. 8.De inspectiedienst stuurt naar alle spoorwegexploitanten een lijst op met de namen en voornamen van de inspecteurs die bevoegd zijn om controles op de kritieke infrastructuur uit te voeren en die houder zijn van de legitimatiekaart, bedoeld in artikel 3. Deze lijst vermeldt tevens het nummer van de legitimatiekaart van deze inspecteurs.
Bij elke wijziging wordt een geactualiseerde lijst verstuurd.
Art. 9.De inspectiedienst kan beroep doen op experten.
Art. 10.§ 1. Om toegang te krijgen tot de te controleren site, identificeert de inspecteur van de inspectiedienst zich aan de hand van: 1° zijn identiteitskaart;2° zijn persoonlijke legitimatiekaart bedoeld in artikel 3. § 2. Na identificatie krijgt de inspecteur toegang tot alle informatie en plaatsen van de kritieke infrastructuur die aan zijn controle onderworpen zijn en die noodzakelijk zijn om zijn functie naar behoren uit te voeren overeenkomstig artikel 25, § 1, van de wet kritieke infrastructuren. § 3. De spoorwegexploitant verleent zijn volledige medewerking aan de inspecteur om deze zo goed mogelijk te informeren over alle bestaande beveiligingsmaatregelen. § 4. De spoorwegexploitant stelt in voorkomend geval het veiligheidsmateriaal ter beschikking opdat de inspecteur voldoet aan de veiligheidsvoorschriften die gelden voor de te controleren infrastructuur.
De spoorwegexploitant neemt de passende maatregelen om de veiligheid van de inspecteurs te garanderen gedurende de te realiseren inspecties. Indien deze inspecties vereisen dat in de sporen of in het vrije ruimteprofiel van de sporen wordt getreden, kunnen deze maatregelen het verbod in houden van spoorverkeer naar één of meerdere sporen.
De inspectiedienst en de spoorwegexploitant sluiten een protocol met betrekking tot de veiligheid van de inspecteurs tijdens de uitvoering van inspecties in de installaties van de spoorwegexploitant. Het protocol voorziet in het bijzonder de te nemen maatregelen wanneer eventueel in de sporen of in het vrije ruimteprofiel wordt getreden.
Bij gebrek aan akkoord over de inhoud van het protocol, zoals bedoeld in het vorige lid, tussen de inspectiedienst en de spoorwegexploitant binnen een termijn van zes maanden na de inwerkingtreding van dit lid of in het geval van onenigheid omtrent de noodzaak om het protocol te wijzigen of omtrent de wijzigingen zelf, bepaalt de Minister de te nemen maatregelen met betrekking tot de veiligheid van de inspecteurs tijdens de uitvoering van inspecties in de installaties van de spoorwegexploitant. § 5. De inspectiedienst is ermee belast na te gaan: 1° of het B.P.E. voldoet aan de minimale inhoud opgelegd door en krachtens de wet kritieke infrastructuren; 2° of de interne beveiligingsmaatregelen zoals beschreven in het B.P.E. effectief worden uitgevoerd; 3° of de oefeningen uitgevoerd worden binnen de voorziene termijnen zoals bepaald in artikel 6, § 1;4° of de spoorwegexploitant een beveiligingscontactpunt heeft aangesteld en of de aan de inspectiedienst meegedeelde contactgegevens actueel zijn;5° of de spoorwegexploitant elke andere verplichting naleeft die hem eventueel krachtens de wet kritieke infrastructuren wordt opgelegd.
Art. 11.De inspectiedienst maakt binnen een termijn van drie maanden na de inspectie een kopie van het inspectieverslag over aan de spoorwegexploitant van de geïnspecteerde kritieke infrastructuur.
De Directeur-generaal van het Directoraat-generaal van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer bevoegd voor spoorvervoer ontvangt eveneens een kopie van het inspectieverslag. De Directeur-generaal kan beslissen om een kopie ervan over te maken aan de Voorzitter van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en aan de sectorale overheid. HOOFDSTUK 4. - Controle op de naleving van de bepalingen van de wet NIS
Art. 12.De inspectiedienst stuurt naar alle aanbieders van essentiële diensten een lijst op met de namen en voornamen van de inspecteurs die bevoegd zijn om controles op de naleving door de aanbieder van essentiële diensten van de beveiligingsmaatregelen en de regels voor het melden van incidenten uit te voeren en die houder zijn van de legitimatiekaart, bedoeld in artikel 4. Deze lijst vermeldt tevens het nummer van de legitimatiekaart van deze inspecteurs.
Bij elke wijziging wordt een geactualiseerde lijst verstuurd.
Art. 13.Bij de opmaak van het I.B.B., alsook bij elke wijziging ervan, maakt de aanbieder van essentiële diensten een kopie ervan over aan de inspectiedienst. HOOFDSTUK 5. - Controle op de naleving van de bepalingen van het RID
Art. 14.De inspectiedienst publiceert op de website van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer een lijst met de namen en voornamen van de inspecteurs die bevoegd zijn om, in overeenstemming met artikel 24, 3° van het koninklijk besluit van 2 november 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/11/2017 pub. 27/11/2017 numac 2017013157 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen sluiten betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen, controles uit te voeren op de naleving van de bepalingen van hoofdstuk 1.10 van het RID, als opgenomen in bijlage 3 bij dat koninklijk besluit. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 15.In artikel 3, 22°, van het koninklijk besluit van 2 november 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/11/2017 pub. 27/11/2017 numac 2017013157 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen sluiten betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 augustus 2021, worden de woorden "het koninklijk besluit van 19 februari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2016 pub. 07/04/2016 numac 2016014084 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 13, 24 en 25 van de wet van 1 juli 2011 betreffende de beveiliging en bescherming van de kritieke infrastructuren, voor de sector Vervoer, deelsector spoorvervoer sluiten tot uitvoering van de artikelen 13, 24 en 25 van de wet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2011 pub. 15/07/2011 numac 2011000399 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren sluiten betreffende de beveiliging en bescherming van de kritieke infrastructuren, voor de sector Vervoer, deelsector spoorvervoer" vervangen door de woorden "het koninklijk besluit van 12 januari 2023 betreffende de controles op de regelgeving met betrekking tot de beveiliging in de deelsector spoorvervoer".
Art. 16.Het koninklijk besluit van 19 februari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2016 pub. 07/04/2016 numac 2016014084 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 13, 24 en 25 van de wet van 1 juli 2011 betreffende de beveiliging en bescherming van de kritieke infrastructuren, voor de sector Vervoer, deelsector spoorvervoer sluiten tot uitvoering van de artikelen 13, 24 en 25 van de wet van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2011 pub. 15/07/2011 numac 2011000399 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren sluiten betreffende de beveiliging en bescherming van de kritieke infrastructuren, voor de sector Vervoer, deelsector spoorvervoer, wordt opgeheven.
Art. 17.De minister bevoegd voor het spoorwegvervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 januari 2023.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit G. GILKINET
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld