10 OKTOBER 2014. - Koninklijk besluit betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 17 van de wet van 15 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014011041 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake K.M.O.'s sluiten houdende diverse bepalingen inzake K.M.O.'s

VERSLAG AAN DE KONING Algemene commentaar Sire, Het koninklijk besluit waarvan wij de eer hebben het aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen beoogt de opheffing en de vervanging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten, laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 25 april 2014.

Dit koninklijk besluit regelt eveneens de datum van inwerkingtreding van artikel 17 van de wet van 15 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014011041 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake K.M.O.'s sluiten houdende diverse bepalingen inzake K.M.O.'s en biedt een antwoord op het advies van de Hoge Raad voor de Economische Beroepen van 9 april 2014.

Het is noodzakelijk om objectieve criteria vast te leggen die toegang geven tot het toelatingsexamen tot de stage van accountant of belastingconsulent.

Eén van de huidige criteria voor de toelating tot de stage van accountant of belastingconsulent, baseert zich op een lijst van erkende onderwijsinstellingen overeenkomstig artikel 2, 3°, van het koninklijk besluit van 22 november 1990.

Deze lijst van erkende onderwijsinstellingen is van welbepaalde duur en werd al verschillende jaren verlengd.

De laatste verlenging werd vastgelegd tot 30 juni 2015.

Bovendien is het noodzakelijk om over te gaan tot een periodieke evaluatie van de lijst van erkende onderwijsinstellingen.

Een lijst van erkende onderwijsinstellingen is namelijk vatbaar voor talrijke aanpassingen doorheen de tijd die dezelfde aanpassingen vereisen aan het koninklijk besluit.

Het criterium verbonden aan de diploma's erkend door de Franse, Vlaamse of Duitstalige Gemeenschap blijkt objectiever en minder onderworpen aan verandering dan het criterium van erkende onderwijsinstellingen;

Het criterium van diploma erkend door de Franse, Vlaamse of Duitstalige Gemeenschap beantwoordt aan de vereisten inzake objectiviteit, rechtszekerheid en de bescherming van het algemeen belang.

Omwille van het feit dat vanaf 1 juli 2015 de lijst van erkende onderwijsinstellingen niet meer geldig zal zijn en de noodzaak om een structurele en duurzame hervorming van het toelatingssysteem voor de stage van accountant of van belastingconsulent door te voeren, bevat om die reden dit koninklijk besluit het criterium dat de diploma's moeten erkend zijn door de Franse, Vlaamse en Duitstalige Gemeenschap.

De inwerkingtreding van dit besluit werd dus vastgelegd op de datum van 1 juli 2015 met het oog op het vrijwaren van de rechtszekerheid door de onmiddellijke instelling van een nieuw toelatingssysteem tot de stage en op het vermijden van ieder risico op een rechtsvacuüm dat nadelig zou zijn doordat de verlenging van de erkenning van de scholen op 1 juli 2015 ten einde loopt.

Er werd rekening gehouden met alle specifieke voorwaarden en eisen voor erkenning van diploma's van de drie gemeenschappen ten einde een niet discriminerende behandeling tussen de verschillende beoogde diploma's te verzekeren.

Als antwoord op de opmerking van de Raad van State die zich de vraag stelt inzake het gebruik van de termen `economisch' en `juridisch', dient er te worden verduidelijkt dat er geen uniforme terminologie bestaat voor de verschillende Gemeenschappen. Er werd dus geopteerd voor een terminologie die alles omvat en die niet al te restrictief dient te zijn. De bijkomende voorwaarden bedoeld in artikel 2, 4° laten daarenboven enkel toe om de diploma's te viseren die een band hebben met het beroep van accountant of belastingconsulent.

Eveneens werd er rekening gehouden met de evoluties op Europees niveau in het kader van de Bologna-akkoorden en met de omzetting van deze in de Belgische juridische omgeving.

Het begrip ECTS wordt met name gebruikt en gedefinieerd in artikel 1, 2° van dit besluit door te verwijzen naar de wetgeving van de Franstalige, Vlaamse en Duitstalige Gemeenschap. Het decreet van de Franse Gemeenschap van 20 juni 2013 houdende diverse maatregelen betreffende het onderwijs voor sociale promotie waarbij de sturingsorganen ervan worden bepaald en waarbij e-learning in haar onderwijsaanbod geïntegreerd wordt, heeft het begrip ECVT (european credit transfert and accumulation system) naast het begrip ECTS in het onderwijs voor sociale promotie geïntegreerd door wijziging van het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie.

Dit decreet van 20 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/06/2013 pub. 23/07/2013 numac 2013029445 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het onderwijs voor sociale promotie waarbij de sturingsorganen ervan worden bepaald en waarbij e-learning in haar onderwijsaanbod geïntegreerd wordt sluiten voert alleen dit nieuwe begrip ECVT in titel II, hoofdstuk IV, afdeling 2 van hetzelfde decreet van 16 april 1991 in. De titel II, hoofdstuk IV, afdeling 2 van het decreet van 16 april 1991 heeft betrekking op de organisatie van het secundair onderwijs voor sociale promotie. Het decreet van 20 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/06/2013 pub. 23/07/2013 numac 2013029445 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse maatregelen betreffende het onderwijs voor sociale promotie waarbij de sturingsorganen ervan worden bepaald en waarbij e-learning in haar onderwijsaanbod geïntegreerd wordt sluiten dat het begrip ECVT invoert, heeft geen invloed op dit koninklijk besluit dat alleen betrekking heeft op de diploma's behaald in het hoger onderwijs.

De bepalingen van dit besluit en de aanpassingen voortvloeiend uit de Bologna-akkoorden zullen geen invloed hebben op de erkenning van de diploma's die uitgereikt werden vóór de inwerkingtreding van dit besluit en deze diploma's zullen verder toegang tot het toelatingsexamen tot de stage geven.

De diploma's uitgereikt vóór de inwerkingtreding van dit koninklijk besluit en die toegang gaven tot het toelatingsexamen tot de stage, blijven nog steeds deze toegang verschaffen. Het is niet nodig om een equivalentie uur/ECTS te voorzien.

Om de rechtszekerheid te handhaven, voorziet dit besluit een specifiek stelsel voor de studenten die zich vóór de inwerkingtreding van dit besluit ingeschreven hebben in een onderwijsinstelling waarvan het diploma toegang gaf tot het toelatingsexamen tot de stage maar dat niet meer beantwoordt aan de objectieve criteria van dit besluit, zoals de erkenning door één van de drie gemeenschappen;

Ter bescherming van de rechtszekerheid voorziet dit koninklijk besluit in een overgangsperiode vanaf de publicatie ervan tot en met het academisch jaar 2016-2017 voor de instellingen erkend door het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten die diploma's uitreiken die nog niet erkend zijn door de Franse, Vlaamse of Duitstalige Gemeenschap teneinde deze instellingen de mogelijkheid te bieden om de nodige procedures in te stellen voor de erkenning van hun diploma's bij de drie voornoemde gemeenschappen.

Een eerste ontwerp van koninklijk besluit betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten werd in 2012 voor advies aan de Raad van State voorgelegd.

In het advies 51.462/1 van de Raad van State van 28 juni 2012 werden vragen gesteld bij de juridische grondslag van dit ontwerp van koninklijk besluit.

De wet van 22 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999016119 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sluiten betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen houdt rekening met dit advies van de Raad van State en werd sindsdien aangepast. Zij biedt aan dit koninklijk besluit de nodige juridische grondslag door de inwerkingtreding van artikel 17 van de wet van 15 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014011041 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake K.M.O.'s sluiten houdende diverse bepalingen inzake K.M.O.'s.

De artikelen behoeven geen bijzondere commentaar.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, De zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 56.211/1 van 26 mei 2014 over een ontwerp van koninklijk besluit `betreffende de diploma's van de kandidaat accountants en de kandidaat belastingconsulenten en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 17 van de wet van 15 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014011041 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake K.M.O.'s sluiten houdende diverse bepalingen inzake K.M.O.'s' Op 25 april 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Middenstand verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 17 van de wet van 15 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014011041 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake K.M.O.'s sluiten houdende diverse bepalingen inzake K.M.O.'s'.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 15 mei 2014. De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Wilfried VAN VAERENBERGH en Wouter PAS, staatsraden, Marc RIGAUX en Michel TISON, assessoren, en Wim GEURTS, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Alexander VAN STEENBERGE, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Wouter PAS, staatsraad.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 26 mei 2014. 1. Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken.Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de regering in aanmerking kan nemen als ze te oordelen heeft of het vaststellen of het wijzigen van een verordening noodzakelijk is. 2. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan.3. In de eerste twee leden van de aanhef moeten de wetten die rechtsgrond bieden voor de ontworpen regeling in chronologische volgorde worden vermeld, beginnend met de oudste wet.4. In de achttien leden die volgen op het lid van de aanhef waarin wordt verwezen naar het advies van de Raad van State, wordt een antwoord geformuleerd op diverse opmerkingen die de Hoge Raad voor de economische beroepen heeft geformuleerd in zijn advies van 9 april 2014.Het verdient aanbeveling om, in plaats van de aanhef van het ontwerp met dergelijke antwoorden te verzwaren en bijgevolg minder leesbaar te maken, deze antwoorden in een verslag aan de Koning te integreren. 5. In de inleidende zin van artikel 2, 4°, van het ontwerp wordt melding gemaakt van "een ander Belgisch bachelordiploma van economisch of juridisch type".Vraag is of dergelijke omschrijving voldoende afgebakend en rechtszeker is. 6. Aan het einde van de Nederlandse tekst van artikel 4 van het ontwerp moet worden geschreven "ter uitvoering van artikel 19, eerste lid, 3°, van de wet". DE GRIFFIER Wim GEURTS DE VOORZITTER Marnix VAN DAMME

10 OKTOBER 2014. - Koninklijk besluit betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 17 van de wet van 15 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014011041 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake K.M.O.'s sluiten houdende diverse bepalingen inzake K.M.O.'s FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999016119 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sluiten betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, artikel 19, eerste lid, 3°, gewijzigd bij de wet van 15 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014011041 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake K.M.O.'s sluiten;

Gelet op de wet van 15 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014011041 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake K.M.O.'s sluiten houdende diverse bepalingen inzake K.M.O.'s, artikel 18;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Economische Beroepen van 9 april 2014;

Gelet op advies 56.211/1 van de Raad van State, gegeven op 26 mei 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Economie en de Minister van Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "de wet": de wet van 22 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999016119 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sluiten betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen;2° "European Credits Transfer System (ECTS)": a) de studiepunten zoals bepaald in het decreet van de Franse Gemeenschap van 7 november 2013 tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies en het decreet van de Franse Gemeenschap van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie;of b) de studiepunten zoals bepaald in het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 30 april 2004 betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende hogeronderwijsmaatregelen en het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs;of c) het studiepunt zoals bepaald in het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 27 juni 2005 houdende oprichting van een autonome hogeschool.

Art. 2.De diploma's bedoeld in artikel 19, eerste lid, 3°, van de wet zijn: 1° De volgende Belgische diploma's erkend door de Franse Gemeenschap: a) een masterdiploma;b) een diploma van "Bachelor in de boekhouding".2° De volgende Belgische diploma's erkend door de Vlaamse Gemeenschap: a) een masterdiploma;b) een bachelordiploma in bedrijfsmanagement afstudeerrichting "accountancy-fiscaliteit";c) een diploma van gegradueerde van het hoger beroepsonderwijs, studiegebied "handelswetenschappen en bedrijfskunde", opleidingen "Boekhouden" of "Fiscale Wetenschappen".3° De volgende Belgische diploma's erkend door de Duitstalige Gemeenschap: a) een diploma bachelor in de financiële en bestuurswetenschappen afdeling "boekhouding".4° Een ander Belgisch bachelordiploma van economisch of juridisch type aangevuld met, in voorkomend geval, een aanvullende opleiding voorzien van een diploma en waarbij de volgende voorwaarden vervuld zijn: a) voor het toelatingsexamen tot de stage van accountant, bevat het programma van de opleiding(en) in totaal minstens 45 ECTS voor wat betreft boekhoudkundige, fiscale of andere materies opgenomen in het toegangsexamen tot de stage van accountant;de andere materies dan de boekhoudkundige en fiscale echter, worden opgenomen voor de berekening van de vereiste 45 ECTS, met een maximum van 3 ECTS per materie; b) voor het toelatingsexamen tot de stage van belastingconsulent, bevat het programma van de opleiding(en) in totaal minstens 35 ECTS voor wat betreft boekhoudkundige, fiscale of andere materies opgenomen in het toegangsexamen tot de stage van belastingconsulent;de andere materies dan de boekhoudkundige en fiscale echter, worden opgenomen voor de berekening van de vereiste 35 ECTS, met een maximum van 3 ECTS per materie; c) de opleiding of de opleidingen die in rekening worden gebracht voor de berekening van de ECTS bedoeld in a) en b) zijn erkend door de Franse, Vlaamse of Duitstalige Gemeenschap;5° De Belgische diploma's die toegang tot het toelatingsexamen tot de stage van accountant of belastingconsulent gaven en die uitgereikt werden vóór de inwerkingtreding van dit besluit;6° In het buitenland uitgereikte diploma's mits de erkenning vooraf van hun gelijkwaardigheid door de Franse, Vlaamse of Duitstalige Gemeenschap aan de diploma's bedoeld onder 1° tot 5° en die in voorkomend geval, de voorwaarden bedoeld in 4° naleven.

Art. 3.Het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 april 2014, wordt opgeheven.

Art. 4.De diploma's die aan het einde van een onderwijscyclus uitgereikt worden, waarvoor een student zich vóór de inwerkingtreding van dit besluit ingeschreven heeft en die op de dag van inschrijving toegang gaven tot het toelatingsexamen tot de stage van accountant of belastingconsulent, worden gelijkgesteld met de diploma's die zijn vastgesteld ter uitvoering van artikel 19, eerste lid, 3°, van de wet.

Art. 5.Worden gelijkgesteld met de diploma's die zijn vastgesteld ter uitvoering van artikel 19, eerste lid, 3°, van de wet, de diploma's: 1° uitgereikt aan het einde van een onderwijscyclus waarvoor een student zich vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot en met het academisch jaar 2016-2017 ingeschreven heeft en, 2° die nog niet erkend zijn door de Franse, Vlaamse of Duitstalige Gemeenschap op de dag van inwerkingtreding van dit besluit en, 3° die uitgereikt werden door een erkende instelling en opgenomen in de bijlagen bedoeld in artikel 2, 3°, van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten. De erkenningen van instellingen die diploma's uitreiken die nog niet erkend zijn door de Franse, Vlaamse of Duitstalige Gemeenschap op de dag van inwerkingtreding van dit besluit en opgenomen in de bijlagen bedoeld in artikel 2, 3°, van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten blijven behouden tot en met het academisch jaar 2016-2017 om te kunnen voldoen aan de overgangsbepaling van dit besluit.

Art. 6.Artikel 17 van de wet van 15 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014011041 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake K.M.O.'s sluiten houdende diverse bepalingen inzake K.M.O.'s en dit besluit treden in werking op 1 juli 2015.

Art. 7.De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Middenstand, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 oktober 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE