Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 januari 2011
gepubliceerd op 04 maart 2011

Koninklijk besluit betreffende de toekenning van materiële hulp aan asielzoekers die beroepsinkomsten hebben uit een activititeit als werknemer. - Addendum

bron
programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie
numac
2011022094
pub.
04/03/2011
prom.
12/01/2011
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE, ARMOEDEBESTRIJDING EN SOCIALE ECONOMIE


12 JANUARI 2011. - Koninklijk besluit betreffende de toekenning van materiële hulp aan asielzoekers die beroepsinkomsten hebben uit een activititeit als werknemer. - Addendum


In het Belgisch Staatsblad van 2 februari 2011, blz. 8992, akte nr. 2011/11039, moet volgende Advies van de Raad van State bijgevoogd worden : ADVIES 48.228/4 VAN 31 MEI 2010 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De RAAD VAN STATE, afdeling Wetgeving, vierde kamer, op 5 mei 2010 door de Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie, toegevoegd aan de Minister van Sociale Zaken verzocht hun, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « betreffende de toekenning van materiële hulp aan asielzoekers die professionele inkomsten ontvangen uit een activiteit als werknemer », heeft het volgende advies gegeven : Rekening houdend met het tij dstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, l°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 14/05/2003 numac 2003000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de inrichting en de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State type wet prom. 02/04/2003 pub. 16/04/2003 numac 2003000298 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, en van het Kieswetboek type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie sluiten, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoôrdineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Bijzondere opmerkingen Aanhef 1. De rechtsgrond van de meeste bepalingen van het ontworpen besluit is te vinden in artikel 35/1 van de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen sluiten betreffende de opvang van asielzoekers en bepaalde andere categorieën van.vreemdelingen (hierna te noemen de « wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen sluiten »), ingevoegd bij de wet van 28 april 2010.

Het eerste lid van de aanhef dient dan ook te woreden aangepast. 2. Aangezien het advies van de afdeling Wetgeving aangevraagd is met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid,1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, behoort het vierde lid van de aanhef te worden aangepast (1). Dispositief 1. Het ontwerpbesluit strekt tot omzetting van artikel 13, leden 3 en 4, van Richtlijn 2003/9/EG van 27 januari 2003 van de Raad tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asieIzoekers in de lidstaten (hierna te noemen « Richtlijn 2003/9/EG »). Overeenkomstig artikel 26, lid 1, van Richtlijn 2003/9/EG dient het ontwerp te worden aangevuld met een nieuw artikel 1, waarin vermeld wordt dat het ontwerp voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2003/9/EG (2). 2. Artikel 35/1 van de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen sluiten levert geen rechtsgrond op voor artikel 2, derde lid, van het ontwerpbesluit. In verband met de terugvordering van opeisbare bedragen bij de asielzoeker zij er weer op gewezen dat de steller van het ontwerp bij ontstentenis van enige uitdrukkelijke wettelijke machtiging in die zin niet kan voorzien in een mechanisme van ambtshalve uitvoering, aangezien het hier gaat om een nieuwe afwijking van de verplichting om zich eerst tot de rechter te wenden (3) (4).

Bovendien volgt uit artikel 1153, eerste en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek dat bij ontstentenis van. een andersluidende wettelijke bepaling de interest alleen kan bestaan in de wettelijke interest te rekenen vanaf de voorafgaande aanmaning tot betaling.

Artikel 2, derde lid, van het ontwerp dient dan ook te vervallen.

In artikel 2, vierde lid, dienen de woorden « overeenkomstig het derde lid van huidig artikel » te worden geschrapt. 3. Artikel 6, derde en vierde lid, van het ontwerpbesluit voorziet in de aanpassing van de bedragen van de loonschijven aan « het indexcijfer van de conventionele lonen voor bedienden en arbeiders » volgens een formule die steunt op die welke voorkomt in artikel 131 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten. In het vierde lid wordt evenwel alleen aangegeven wat verstaan wordt onder « het indexcijfer van de conventionele lonen voor bedienden ».

Bijgevolg dient een van beide leden aangepast te worden.

Het vijfde lid van hetzelfde artikel, waarbij aan het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers een uitvoerbare titel wordt gegeven om de verschuldigde bijdragen aan de materiële hulp bij de asielzoeker in te vorderen, dient te vervallen om de redenen die in opmerking 2 zijn vermeld. 4. Artikel 7 van het ontwerp is niet op zijn plants in hoofdstuk III betreffende de opheffing van de verplichte plaats van inschrijving, maar wel in hoofdstuk II betreffende de bijdrage tot de materiële hulp.5. In artikel 8, tweede lid, dienen de woorden « artikel 3 » te worden vervangen door de woorden « artikel 4 ».6. Gelet op de discretionaire bevoegdheid die bij artikel 10, § 1 (lees : eerste lid (5)), aan het Agentschap wordt opgedragen, vraagt de afdeling Wetgeving zich af of er geen grond bestaat om de bepalingen die artikel 9 van het ontwerp zouden vormen aldus te herformuleren dat het agentschap de verplichte plaats van inschrijving opheft wanneer voldaan is aan aile voorwaarden die in dat artikel worden gesteld. Overigens vraagt de afdeling Wetgeving zich af waarom een beslissing in die zin genomen moet worden uiterlijk « binnen een termijn van een maand » vanaf de inning van het tweede loon door de asielzoeker, terwijl ze eveneens vragen heeft aangaande de gevolgen van het verstrijken van die termijn. 8. Gelet op de tekst van artikel 13, eerste lid, van de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen sluiten heeft de afdeling Wetgeving vragen bij de reikwijdte van artikel 10, § 2 (lees tweede lid), van het ontwerp.9. Ten sIotte vraagt de afdeling Wetgeving zich af waarom het ontwerp niet voorziet in de uitvoering van de bevoegdheid die aan de Koning is opgedragen om de voorwaarden en de nadere regels te bepaIen voor de wijziging van de verplichte plaats van inschrijving wanneer de asielzoeker over beroepsinkomsten beschikt. Slotopmerkingen van wetgevingstechnische aard 1. In artikel 6, eerste lid, zouden de woorden « het vorige artikel » het best vervangen worden door de woorden « artikel 5 » (6).2. Wanneer het om dezelfde tekst of indeling gaat, behoort de uitdrukking « van dit besluit/van huidig besluit » of « van dit artikel/van huidig artikel « niet te worden herhaald (7). Het gehele ontwerp behoort in het licht van deze opmerkingen te worden herzien.

Vormopmerkingen Uit een oogpunt van correct taalgebruik laat de Nederlandse tekst van het ontwerp te wensen over. Bij wijze van voorbeeld worden de volgende tekstvoorstellen gedaan : Opschrift De woorden « professionele inkomsten ontvangen » zouden vervangen moeten worden door de woorden « beroepsinkomsten hebben ».

Dispositief Artikel 1 In plaats van « in toepassing van » zou « met toepassing van » geschreven moeten worden, Deze opmerking geldt voor heel het ontwerp.

Artikel 2 In het eerste lid zou de term « professionele situatie » vervangen moeten worden door de terni « beroepssituatie ». In het vierde lid, dat het derde lid wordt, zouden de woorden « huidig... besluit » en « huidig artikel » respectievelijk vervangen moeten worden door de woorden « dit besluit » en « dit artikel ». Onder voorbehoud van de hierboven, in dezen gemaakte wetgevingstechnische opmerking, geldt deze laatste opmerking mutatis mutandis voor heel het ontwerp.

Artikel 3 In het tweede lid zouden de woorden « deze die » vervangen moeten worden door de woorden « die welke », en het woord « artikels » door het woord « artikelen ».

Artikel 6 In de inIeidende zin van het eerste lid schrijve men « progressief », in plaats van « op progressieve wijze ». In het eerste lid zou de terni « onafgezien van », die eigenlijk een contaminatie is van de termen « ongeacht » en « afgezien van », vervangen moeten worden door de term « onverminderd ».

De kamer was samengesteld uit : de heren : P. LIENARDY, kamervoorzitter, J. JAUMOTTE, L. DETROUX, staatsraden, Mevr. C. GIGOT, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer R. Wimmer, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de H. P. LIENARDY. DE GRIFFIER, C. GIGOT. DE VOORZITTER, P. LIENARDY _______ Nota's (1) Zie Beginselen van de Wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-« consetat.be, tab « Wetgevingstechniek », aanbeveling nr. 36.1 en formule F 3-5-2. (2) Ibidem, aanbeveling nr.94.1. (3) Zie inzonderheid M.Nihoul, Les privilèges du préalable et de l'exécution d'office, Brugge, Die Keure, 2001, nummers 430 tot 449. (4) Zie immers de procedure ingesteld bij artikel 94 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991. (5) Zie Beginselen van de Wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab « Wetgevingstechniek », aanbeveling nr. 57.3. (6) Ibidem, aanbeveling N.72, b). (7) Zie Beginselen van de Wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab « Wetgevingstechniek », aanbeveling N. 72, a).

^