gepubliceerd op 02 februari 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, houdende invoering voor de jaren 1999-2000 van een stelsel van conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de sigarettenfabrieken en de gemengde ondernemingen
12 JANUARI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, houdende invoering voor de jaren 1999-2000 van een stelsel van conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de sigarettenfabrieken en de gemengde ondernemingen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr 17 gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, houdende invoering voor de jaren 1999-2000 van een stelsel van conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de sigarettenfabrieken en de gemengde ondernemingen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 januari 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.
Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.
Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.
Bijlage Paritair Comité voor het tabaksbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 1999 Invoering voor de jaren 1999-2000 van een stelsel van conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de sigarettenfabrieken en de gemengde ondernemingen (Overeenkomst geregistreerd op 3 april 2000 onder het nummer 54466/CO/133) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de sigarettenfabrieken en de gemengde ondernemingen, dit wil zeggen de sigarettenfabrieken die in dezelfde productie-eenheid ook kerftabak produceren en onder het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf ressorteren.
Onder "werknemers" wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters HOOFDSTUK II. - Beschikkingen
Art. 2.Overeenkomstig de mogelijkheden voorzien bij de artikelen 110 en 111 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen met het daarbij horende uitvoeringsbesluit van 30 april 1999, wordt een stelsel van conventioneel brugpensioen ingevoerd op 56-jarige leeftijd voor de werknemers onder de hierna vermelde voorwaarden, rekening houdende met de modaliteiten en voorwaarden zoals voorzien in voornoemd koninklijk besluit van 30 april 1999.
Art. 3.Om van dit stelsel van conventioneel brugpensioen te kunnen genieten, dienen de werknemers niet alleen de leeftijd van 56 jaar te hebben bereikt tijdens de duur van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, doch ook op het ogenblik van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst.
Daarenboven dienen de betrokken werknemers, op het ogenblik van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst, 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende te kunnen rechtvaardigen waarvan 20 jaar in nachtarbeid zoals omschreven in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr 46 gesloten op 23 maart 1990 in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990.
Art. 4.§ 1. Een bijzondere compenserende maandelijkse bijdragen ten laste van de werkgever is voorzien, gelijk aan 50 pct. van de aanvullende vergoeding zoals omschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst nr 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen. § 2. Het percentage van 50 pct. vermeld in § 1 wordt teruggebracht tot 33 pct. indien de bruggepensioneerde vervangen wordt door een werkloze die sinds 1 jaar tenminste volledig uitkeringsgerechtigd is. § 3. Deze bijzondere compenserende bijdrage is verschuldigd door de werkgever tot en met de maand waarin de betrokkene werknemer in brugpensioen, zoals omschreven in onderhavige overeenkomst, de leeftijd van 58 jaar bereikt en dient gestort aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Art. 5.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk aan de bestaande sectorale overeenkomsten inzake conventioneel brugpensioen conform de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr 17.
Art. 6.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in voege op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.
Art. 7.Ieder der contracterende partijen kan onderhavige overeenkomst opzeggen, mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf en aan elk der contracterende partijen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 januari 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX.