gepubliceerd op 20 december 2012
Koninklijk besluit houdende erkenning van FBFC International als exploitant van een kerninstallatie
12 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit houdende erkenning van FBFC International als exploitant van een kerninstallatie
VERSLAG AAN KONING Sire, Door de
wet van 13 november 2011Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
13/11/2011
pub.
01/12/2011
numac
2011011417
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Wet tot wijziging van de wet van 22 juli 1985 betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie
type
wet
prom.
13/11/2011
pub.
24/02/2012
numac
2012011010
bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
Wet betreffende de vergoeding van de lichamelijke en morele schade ingevolge een technologisch ongeval
type
wet
prom.
13/11/2011
pub.
28/12/2011
numac
2011014313
bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 8 oktober 2010 tussen de Federale Staat en de Gewesten met betrekking tot de uitvoering van de Verordeningen van de Europese Gemeenschappen betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren
sluiten tot wijziging van de
wet van 22 juli 1985Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
22/07/1985
pub.
14/08/2012
numac
2012000484
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie wordt het aansprakelijkheidsbedrag van de exploitanten van kerninstallaties verviervoudigd vanaf 1 januari 2012.
Dit ontwerp van besluit heeft als doel het statuut van de naamloze vennootschap FBFC International, met sociale zetel te 2480 Dessel, Europalaan 12, in haar hoedanigheid van exploitant van de kerninstallatie voor productie van nucleaire brandstoffen, gelegen te 2480 Dessel, Europalaan 12, te actualiseren, in het licht van het gewijzigde artikel 7 van de wet van 22 juli 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/07/1985 pub. 14/08/2012 numac 2012000484 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en vanaf 1 januari 2013 het burgerlijke aansprakelijkheidsbedrag geldend voor FBFC International beter te doen aansluiten bij het risico dat zij kan veroorzaken. Tot op heden is het verzekerde bedrag voor FBFC International inderdaad identiek aan dat van een vermogenkerncentrale, terwijl de risico's op een kernongeval beduidend lager liggen.
Het gewijzigde artikel 7, tweede lid, 2°, van de wet van 22 juli 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/07/1985 pub. 14/08/2012 numac 2012000484 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de burgerlijke aansprakelijkheid op het gebied van kernenergie laat aan Zijne Majesteit toe om, bij een in Ministerraad overlegd besluit, het maximumbedrag van de schade ten belope waarvan de aansprakelijkheid van de exploitant betrokken is, te verlagen om rekening te houden met het vermogen en de aard van de kerninstallatie.
Dit is de oefening die in de hierna volgende uiteenzetting uitgevoerd wordt.
Het risico verbonden aan een activiteit (bijv. de werking van een industriële installatie) is het resultaat van het product van twee factoren : enerzijds de probabiliteit van het optreden van potentiële ongevallen die verbonden zijn met de activiteit, en anderzijds de schadelijke gevolgen in geval van ongeval. De probabiliteit van het optreden wordt gewoonlijk per jaar uitgedrukt wanneer de betrokken activiteit een continuïteit in de tijd vertoont. De gevolgen worden uitgedrukt als lichamelijke letsels (aantal gewonden of doden) of als schade aan goederen (gewoonlijk uitgedrukt als kost). Zo kan het risico verbonden aan mogelijk catastrofale ongevallen klein zijn indien hun probabiliteit van optreden uiterst klein is (bijv. het neerstorten van een lijnvliegtuig op een voetbalstadion tijdens een sportevenement) en kan het risico verbonden aan ongevallen met een beperkte individuele draagwijdte belangrijk zijn indien de probabiliteit (of de frequentie) hoog is (bijv. de verkeersongevallen in hun geheel beschouwd). Deze inleidende opmerking heeft als bedoeling om aan te tonen dat, aangaande het begrip risico, twee afzonderlijke aspecten beschouwd moeten worden: de raming van de probabiliteiten (probabilistische benadering) en de schatting van de schadelijke gevolgen (in het jargon van de experten inzake veiligheid, de deterministische benadering genoemd).
Het nucleair risico verbonden aan de installaties van FBFC International is samengesteld uit twee bestanddelen : ? het risico verbonden aan de ongevallen met een interne oorsprong; dit zijn de ongevallen die voortvloeien uit het slecht functioneren van een van de kerninstallaties. Deze slechte werking kan veroorzaakt zijn door een technisch mankement of door een menselijke fout (of ook nog door een combinatie van beide); ? het risico verbonden aan de ongevallen met externe oorsprong, namelijk : brand, het neerstorten van een vliegtuig, aardbevingen, overstromingen. 1. De kerninstallaties met een risico uitgebaat door FBFC International De kerninstallaties van FBFC International die een mogelijk risico vertonen zijn de volgende : ? de werkplaats voor de productie van tabletten-stiften-elementen UO2 ? de werkplaats voor de productie van tabletten en stiften Gd2O3-UO2 ? de werkplaats voor de fabricatie van MOX-elementen ? de werkplaats R&O - oxides ? de werkplaats voor de behandeling van het besmet water.2. Ongevallen met een interne oorsprong In het rapport van het Erkend Controleorganisme "Controlatom", basis voor het verlenen van de uitbatingsvergunning, is een kritikaliteitsincident in het MOX-gebouw weerhouden als ergst denkbaar ongeval en als referentie-incident.De milieu-impact tengevolge van dit referentie-incident zal daarom beschouwd worden als de "overkoepelende" impact in vergelijking met elk ander incident dat zich zou kunnen voordoen in de installaties van FBFC International.
Het scenario van dit incident baseert zich op het te dicht bij elkaar komen van 2 MOX-elementen, een heel onwaarschijnlijk voorval waarbij, voor de noodzaak van de berekening, rekening werd gehouden met de aanwezigheid van water als moderator om tot kritikaliteit te leiden.
Een dergelijk ongeval is in werkelijkheid erg onwaarschijnlijk gemaakt door het feit van volgende veiligheidsmaatregelen en criteria : ? automaten met minimaal menselijke inbreng beletten de nadering onderling van de elementen; ? in het betreffende gebouw bevinden zich geen toevoer- of afvoerleidingen voor water.
Indien een dergelijk accident zich toch zou voordoen, ondanks de toegepaste veiligheidsmaatregelen, zou de impact op de omgeving onbeduidend of zeer beperkt zijn, gezien de sterkte van het gebouw (constructie in gewapend beton) en de dichtheid naar buiten toe en in geen geval vergelijkbaar met een accident in een kernreactor rekening houdende met de vrijgekomen hoeveelheid energie en straling. 3. Ongevallen met externe oorsprong Hetzelfde rapport van het Erkend Controleorganisme van punt 2 analyseert de meest ernstige accidenten van externe oorsprong. 3.1. Brand De nucleaire werkplaatsen zijn opgetrokken in wanden met een weerstand aangepast aan de risico's die overeenstemmen met een brand van 1 à 4 uur. Bovendien zijn de werkplaatsen gecompartimenteerd met branddeuren die automatisch sluiten in geval van het activeren van de branddetectie. Het geheel van de industriële lokalen, de lokalen voor de ventilatie inbegrepen, zijn uitgerust met branddetectie. De brandlast aanwezig in de werkplaatsen is beperkt, hetgeen toelaat in geval van ontstaan van een brand de situatie vlug onder controle te hebben en de verspreiding van de brand te beperken. Bovendien blijven de buizen van de brandstofelementen intact tot een smelttemperatuur van 1850 ° C; zij vormen dus een excellente eerste beschermingsbarrière van de nucleaire materialen in geval van brand.
Een impact op de omgeving kan niet uitgesloten worden, maar de bronterm zal in elk geval verwaarloosbaar zijn en de verspreiding beperkt tot de onmiddellijke omgeving van de fabriek. 3.2. Neerstorten van een vliegtuig Volgens de gebruikelijke standaard blijft het risico voor het publiek zeer beperkt indien de probabiliteit van het neerstorten van een vliegtuig lager blijft dan ongeveer 10-7/jaar, hetgeen het geval is voor de vestigingsplaats van de installaties van FBFC International. 3.3. Aardbevingen Met uitzondering van het MOX-gebouw werd er geen probabilistische aanpak gebruikt voor de risico's verbonden met aardbevingen, die in elk geval zeer beperkt zijn in België en in het bijzonder in de streek van Dessel. Het belangrijkste risico komt voor in het MOX-gebouw.
Ten behoeve van de berekening van de dimensionering van de installaties is het ergst denkbare in rekening te brengen scenario een aardbeving met een intensiteit van V op de MSK-schaal. Het MOX-gebouw overtreft dit criterium en voldoet aan een intensiteit van VI vergelijkbaar met de kerncentrales van Doel en Tihange. 3.4. Overstromingsrisico Het risico voor overstromingen in de streek van de vestigingsplaats van FBFC International is verwaarloosbaar. De geografische ligging van de site van FBFC International stelt de installaties niet bloot aan het risico van een tsunami. De fabriek bevindt zich immers ongeveer 24,5 m boven de zeespiegel. Het niveau van het grondwaterpeil situeert zich tussen 2 à 3 m onder de grond. 4. Besluiten Uit de hierboven vermelde analyse blijkt duidelijk dat de belangrijkste bijdrage aan het globaal nucleair risico van de installaties van FBFC International voortkomt van het MOX-gebouw en dit zowel van de zogenaamde interne accidenten als de accidenten van externe oorsprong.Daarenboven is het, om deze studie te ondersteunen, uiterst belangrijk de grootste verschillen te onderlijnen tussen een installatie van de brandstofcyclus zoals deze van FBFC International te Dessel en een nucleaire centrale voor de productie van elektriciteit en dit op vlak van de volgende drie veiligheidscriteria : 4.1. Controle van de reactiviteit In een kernreactor is de splijtstof opgesteld in een kern (kritische massa) met als doel een kettingreactie te behouden en te controleren tijdens de uitbating door middel van het sturen van de reactiviteit.
In een installatie van de brandstofcyclus wordt de hoeveelheid splijtstof permanent in een veilige geometrie behouden, teneinde de noodzakelijke antireactiviteitsmarges te behouden om elke start van een kettingreactie te vermijden. 4.2. Afvoer van het resterend warmtevermogen Bij het stopzetten van een nucleaire reactor moet de uitbater permanent de afkoeling van de brandstof behouden om het resterend vermogen af te voeren en het intact houden van de eerste insluitingsbarrière bestaande uit de brandstofbuizen (bescherming in de diepte) te verzekeren. Het grootste deel van de koeluitrustingen is gebaseerd op actieve veiligheidssystemen.Tijdens het fabricageproces van UO2-brandstof-elementen is er geen enkele restwarmte af te voeren.
Wat de MOX-brandstof betreft kan het lage niveau aan opgewekt warmtevermogen comfortabel afgevoerd worden door passieve veiligheidssystemen. De installaties van FBFC International beschikken echter over beveiligde actieve middelen om deze functie te behouden in verslechterde omstandigheden. 4.3. Insluiting De kettingreacties in de reactorkern produceren hoeveelheden radioactieve gassen en aerosols die kunnen vrijkomen in het geval van een ernstig nucleair incident.
De intense neutronenstroom nodig voor het continu functioneren van de reactor genereert belangrijke hoeveelheden activatieproducten in de structuren en vloeistoffen van de reactor, alsook radioactieve splijt- of activatieproducten binnen de bestraalde brandstofstiften.
Om de verspreiding van deze lichte en zeer schadelijke radionucleïden in het milieu te vermijden, dient de uitbater de integriteit te behouden van de 3 insluitingslagen die de bescherming in de diepte verzekeren, dit met behulp van meestal complexe actieve systemen.
Bij de fabricage van verse UO2-brandstof zijn er geen kunstmatige radio-isotopen aanwezig in de verwerkte materialen. Er is ook geen eenheid voor de conversie van UF6 naar UO2 aanwezig, hetgeen de verwerking van grote hoeveelheden bijtende chemische stoffen vermijdt.
In geval van de MOX-elementen komt de splijtstof toe op de site van FBFC International onder afgesloten vorm, met name ingekapseld in de buis van een stift. De splijtstoffen op de site zijn aanwezig onder vaste vorm en in het meest nadelige geval onder poedervorm in de eerste productieschakel van UO2-brandstoffen. Het intrinsieke hoge gewicht van de deeltjes beperkt de verspreiding van de radio-isotopen naar de omgeving in geval van een zwaar incident boven de limieten.
De activiteiten van FBFC International met betrekking tot de UO2-brandstof worden eind 2012 stopgezet, deze met betrekking tot de MOX-brandstof in de loop van 2015.
Er kan besloten worden dat het risico verbonden aan de werking van de installaties van FBFC International ver beneden deze van de nucleaire sites van Doel en Tihange met hun vermogenkernreactoren ligt, dit in het opzicht zowel van de waarschijnlijkheid van een incidentele gebeurtenis als van de bronterm.
In het licht van de wet van 13 november 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/11/2011 pub. 01/12/2011 numac 2011011417 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 22 juli 1985 betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie type wet prom. 13/11/2011 pub. 24/02/2012 numac 2012011010 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de vergoeding van de lichamelijke en morele schade ingevolge een technologisch ongeval type wet prom. 13/11/2011 pub. 28/12/2011 numac 2011014313 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 8 oktober 2010 tussen de Federale Staat en de Gewesten met betrekking tot de uitvoering van de Verordeningen van de Europese Gemeenschappen betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren sluiten, waarbij de wettelijkeaansprakelijkheid van de exploitant van kerninstallaties per 1 januari 2012 van 297.472.229,73 euro naar 1,2 miljard euro gebracht wordt, lijkt het dus redelijk om de installatie van FBFC International voortaan als een installatie met beperkt risico te beschouwen, onder het behoud van het verzekerde bedrag op het niveau van 31 december 2011, zijnde 297.472.229,73 euro.
Dit bedrag ligt trouwens reeds ver boven het nieuwe minimumbedrag vermeld in het Protocol van Herziening van het Verdrag van Parijs over de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van kernenergie. Dit protocol, dat nog niet in voege is, voorziet een minimumbedrag van 70 miljoen euro voor de installaties met een laag risico. Dit bedrag is echter reeds van toepassing in België conform het artikel 2 van de genoemde wet van 13 november 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/11/2011 pub. 01/12/2011 numac 2011011417 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 22 juli 1985 betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie type wet prom. 13/11/2011 pub. 24/02/2012 numac 2012011010 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de vergoeding van de lichamelijke en morele schade ingevolge een technologisch ongeval type wet prom. 13/11/2011 pub. 28/12/2011 numac 2011014313 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 8 oktober 2010 tussen de Federale Staat en de Gewesten met betrekking tot de uitvoering van de Verordeningen van de Europese Gemeenschappen betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren sluiten.
We hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit de zeer eerwaardige en zeer getrouwe dienaren, De Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE De Staatssecretaris voor Energie, M. WATHELET
12 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit houdende erkenning van FBFC International als exploitant van een kerninstallatie ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 juli 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/07/1985 pub. 14/08/2012 numac 2012000484 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, artikel 7, tweede lid, 2°, gewijzigd bij de wet van 11 juli 2000, en artikel 10;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2000 pub. 24/01/2001 numac 2000011531 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit houdende erkenning van de N.V. F.B.F.C. INTERNATIONAL als exploitant van een kerninstallatie sluiten houdende erkenning van NV FBFC International als exploitant van een kerninstallatie;
Gelet op het verzoek, ingediend op 13 april 2012 door de naamloze vennootschap FBFC International, krachtens artikel 7, tweede lid, 2°, van de voormelde wet van 22 juli 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/07/1985 pub. 14/08/2012 numac 2012000484 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten om de vermindering van zijn wettelijke aansprakelijkheid als exploitant van een kerninstallatie, gevestigd te 2480 Dessel, Europalaan 12, te bekomen;
Overwegende dat op 1 januari 2012 het bedrag van de wettelijke aansprakelijkheid van de exploitanten van kerninstallaties van 297.472.229,73 euro op 1,2 miljard euro wordt gebracht;
Overwegende dat de risico's op een kernongeval bij FBFC International beduidend lager zijn dan die van een vermogenkerncentrale;
Overwegende dat de schade die uit een eventueel kernongeval bij FBFC International zou kunnen voortvloeien veel lager is dan degene die door een ongeval in een vermogenkerncentrale zou kunnen veroorzaakt worden;
Overwegende de risicoanalyse in het verslag in bijlage;
Overwegende dat de belangrijkste bijdrage tot het globale nucleaire risico van de kerninstallaties van FBFC International voortkomt van de werkplaats van de fabricage van MOX-elementen, zowel voor wat betreft de ongevallen met interne oorsprong als deze met externe oorsprong.
Rekening houdend met de volgende elementen : ? de splijtstoffen worden op het bedrijf enkel aanvaard onder verzegelde vorm en ingekapseld in stiften; en ? de maximale hoeveelheden MOX aanwezig op het bedrijf kunnen, in het geval van de incidenten vermeld in het rapport, slechts een zeer beperkte invloed hebben op het milieu, kan dus besloten worden dat het risico verbonden aan de werking van de werkplaats voor de fabricage van MOX-elementen en bijgevolg aan dat van alle installaties van FBFC International, ver onder dat van de vermogenkerncentrales ligt;
Overwegende dat het dus niet langer nodig is om voor FBFC International hetzelfde regime toe te passen als voor de vermogenkerncentrales;
Overwegende dat de erkenning van FBFC International als installatie met een beperkt risico, niet het effect mag hebben de bestaande dekking van 297.472.229,73 euro te verminderen;
Op de voordracht van de Vice-Minister en Minister van Economie en de Staatssecretaris voor Energie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De naamloze vennootschap FBFC INTERNATIONAL, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is Europalaan 12, 2480 Dessel, wordt erkend als exploitant van de kerninstallatie voor de productie van nucleaire brandstof, gelegen te Dessel, Europalaan 12.
Art. 2.De nucleaire installaties beoogd in artikel 1 worden beschouwd als een installatie met beperkt risico, in de zin van artikel 7, tweede lid, 2°, van de wet van 22 juli 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/07/1985 pub. 14/08/2012 numac 2012000484 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van kernenergie, gewijzigd bij de wet van 11 juli 2000.
Het maximum bedrag waarvoor de voornoemde vennootschap aansprakelijk is, voor de door een kernongeval veroorzaakte schade, is bepaald op 297.472.229,73 euro.
Art. 3.Het koninklijk besluit van 20 december 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2000 pub. 24/01/2001 numac 2000011531 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit houdende erkenning van de N.V. F.B.F.C. INTERNATIONAL als exploitant van een kerninstallatie sluiten houdende erkenning van NV FBFC International als exploitant van een kerninstallatie, wordt opgeheven.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013.
Art. 5.De minister bevoegd voor Verzekeringen en de minister bevoegd voor Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 december 2012.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE De Staatssecretarisvoor Energie, M. WATHELET