gepubliceerd op 24 augustus 2000
Koninklijk besluit tot vaststelling van het model van de oproepingsbrieven voor de verkiezingen van de provincieraden en de gemeenteraden, voor de verkiezing van de districtsraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn
12 AUGUSTUS 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het model van de oproepingsbrieven voor de verkiezingen van de provincieraden en de gemeenteraden, voor de verkiezing van de districtsraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, inzonderheid op artikel 5, opnieuw opgenomen in de gewone van 16 juli 1993 en gewijzigd bij de wet van 7 juli 1994, en op artikel 29, vervangen bij de gewone wet van 16 juli 1993;
Gelet op de gemeentekieswet, gecoördineerd op 4 augustus 1932, inzonderheid op artikel 21, vervangen bij de gewone wet van 16 juli 1993 en gewijzigd bij de wet van 7 juli 1994, op artikel 86, gewijzigd bij de wet van 9 juni 2000 en op artikel 94;
Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 17bis, ingevoegd bij de wet van 9 augustus 1988 en op artikel 27bis, ingevoegd bij de wet van 9 augustus 1988 en gewijzigd bij de wet van 16 juni 1989;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 augustus 1988 tot vaststelling van de nadere regels voor de verkiezing van de raad voor maatschappelijk welzijn in de gemeenten bedoeld bij artikel 7 van de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, en in de gemeenten Komen-Waasten en Voeren, gewijzigd bij de wet van 7 juli 1994;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de volgende verkiezingen voor de gelijktijdige vernieuwing van de provincieraden, de gemeenteraden, de districts-raden en de raden voor maatschappelijk welzijn gepland zijn op 8 oktober 2000 en dat de gemeentebesturen tijdig en ten laatste vijftien dagen vóór de verkiezingen een oproepingsbrief naar iedere kiezer moeten zenden; dat het bijgevolg noodzakelijk is dat de modellen van de oproepingsbrieven zonder verwijl in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. De oproepingsbrieven voor de Belgische kiezers bij de onderscheidene verkiezingen worden op wit papier gedrukt. § 2. De oproepingsbrieven voor de kiezers, onderdanen uit een andere lidstaat van de Europese Unie, voor de verkiezing van de gemeenteraden, worden op blauw papier gedrukt.
Art. 2.Bij gelijktijdige verkiezingen voor de provincieraden en de gemeenteraden worden de oproepingsbrieven voor de Belgische kiezers opgesteld overeenkomstig het bijgaand model 1.
Art. 3.Voor de kiezers, onderdanen uit een andere lidstaat van de Europese Unie, worden de oproepingsbrieven voor de verkiezing van de gemeenteraden opgesteld overeenkomstig het bijgaand model 2.
Art. 4.Voor de vernieuwing van de gemeenteraden in de negentien gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad worden de oproepingsbrieven opgesteld overeenkomstig het bijgaand model 3.
Art. 5.Bij gelijktijdige verkiezingen voor de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden worden de oproepingsbrieven, in de gemeenten bedoeld bij artikel 331, § 1, van de nieuwe gemeentewet, opgesteld overeenkomstig het bijgaand model 4.
Art. 6.Bij gelijktijdige verkiezingen voor de provincieraden, de gemeenteraden en de raden voor maatschappelijk welzijn worden de oproepingsbrieven, in de gemeenten bedoeld bij artikel 7 van de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, en in de gemeenten Komen-Waasten en Voeren, opgesteld overeenkomstig het bijgaand model 5.
Art. 7.§ 1. In de gevallen van buitengewone verkiezing van een gemeenteraad worden de oproepingsbrieven opgesteld overeenkomstig het bijgaand model 6.
Dit model is van toepassing voor de Belgische kiezers en voor de kiezers, onderdanen uit een andere lidstaat van de Europese Unie. § 2. In de gevallen van buitengewone verkiezing van een districtsraad worden de oproepingsbrieven opgesteld overeenkomstig het voornoemd model 6, met dien verstande dat de woorden « gemeenteraad » en « gemeenteraadsleden » worden vervangen door de woorden « districtsraad » en « districtsraadsleden ».
Art. 8.In de gevallen van buitengewone verkiezing van een provincieraad worden de oproepingsbrieven opgesteld overeenkomstig het bijgaand model 7.
Art. 9.Op de keerzijde van de oproepingsbrieven wordt de tekst van de onderrichtingen voor de kiezers (model I), alsook de tekst, zoals bepaald in artikel 147bis, §§ 1 tot 4 van het Kieswetboek en in artikel 9ter, §§ 1 tot 4 van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen afgedrukt.
De tekst van de onderrichtingen voor de kiezers, model I, in de kiesbureaus met traditionele stemming is gevoegd als bijlagen bij de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur.
De tekst van de onderrichtingen voor de kiezers in de kiesbureaus met geautomatiseerde stemming is bepaald bij het ministerieel besluit van 21 augustus 2000 tot vaststelling van de modellen van de onderrichtingen voor de kiezers in de kieskantons en gemeenten die voor het gebruik van een geautomatiseerd systeem zijn aangewezen bij de gelijktijdige verkiezingen voor de provincieraden, de gemeenteraden, de districtsraden en bij de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn.
De bovenvermelde onderrichtingen voor de kiezers en de tekst, zoals bepaald in artikel 147bis, §§ 1 tot 4, op de keerzijde van de oproepingsbrief dienen volledig en duidelijk leesbaar voor de kiezers te worden vermeld.
Art. 10.Het koninklijk besluit van 5 september 1994 tot vaststelling van het model van de oproepingsbrieven voor de verkiezingen van de provincieraden en de gemeenteraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn, wordt opgeheven.
Art. 11.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 12.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Nice, 12 augustus 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld