gepubliceerd op 05 juni 1999
Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 23 oktober 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door uitbatingen die logies aanbieden en/of maaltijden en/of dranken bereiden en/of opdienen, evenals door discotheken/dancings, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten
12 APRIL 1999. - Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 23 oktober 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door uitbatingen die logies aanbieden en/of maaltijden en/of dranken bereiden en/of opdienen, evenals door discotheken/dancings, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzonderheid artikel 42;
Gelet op het besluit van de Ministerraad van 29 januari 1999 over het verzoek om advies door de Raad van State binnen een termijn van een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 15 maart 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen bindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen beslissing van 23 oktober 1998, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzake de billijke vergoeding verschuldigd door uitbatingen die logies aanbieden en of maaltijden die logies aanbieden en/of maaltijden en/of dranken bereiden en/of opdienen, evenals door discotheken/dancings.
Art. 2.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 april 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS
Bijlage Overeenkomst inzake de billijke vergoeding verschuldigd door uitbatingen die logies aanbieden en/of maaltijden en/of dranken bereiden en/of opdienen, evenals door discotheken/dancings Afdeling 1. - Toepassingsgebied
Artikel 1.In uitvoering van de artikels 41 en 42 van de wet van 30 juni 1994, die aan de producenten van fonogrammen en aan de uitvoerende kunstenaars recht geeft op een billijke vergoeding voor de openbare mededeling van fonogrammen, wordt het bedrag van deze billijke vergoeding voor de directe of indirecte mededeling van fonogrammen in de onderhavige overeenkomst bepaald voor in de in artikel 3 opgesomde uitbatingen.
Art. 2.De billijke vergoeding is in haar geheel en ondeelbaar verschuldigd door de uitbater, zoals bepaald in artikel 5, 1°, en zij moet vooruit worden betaald. Afdeling 2. - Bepalingen
Art. 3.In de onderhavige overeenkomst wordt verstaan onder uitbating : 1° Horeca-inrichting : elke voor het publiek toegankelijke plaats of lokaliteit, ongeacht de toegangsvoorwaarden, waar logies worden aangeboden en/of waar maaltijden en/of dranken voor consumptie al dan niet ter plaatse worden bereid en/of opgediend, en dit zelfs gratis. Worden gelijkgesteld met een Horeca-inrichting : alle voor het publiek toegankelijke plaatsen of lokaliteiten waar leden van een vereniging of van een groepering en hun genodigden en/of bezoekers bijeenkomen, en dit ongeacht de toegangsvoorwaarden, om er logies en/of maaltijden enlof dranken te gebruiken. 2°.Discotheek - dancing : elke uitbating zoals bepaald in 1°, met een voor dans geschikte inrichting en/of uitrusting, waaronder op een niet-limitatieve en niet-cumulatieve wijze een permanente dansvloer, een aangepaste muziekinstallatie, lichtinstallatie of decoratie wordt verstaan. 3° Gemengde inrichting : elke uitbating waar in afzonderlijke en door een vaste constructie duidelijk van elkaar gescheiden ruimten een Horeca-inrichting en een discotheek - dancing, zoals bepaald in respectievelijk 1° en 2°, worden uitgebaat.4° Tijdelijke inrichting : elke uitbating waar naar aanleiding van om het even welke gebeurtenis van voorbijgaande aard een Horeca-inrichting en/of een discotheek - dancing, zoals bepaald in respectievelijk 1° en 2°, wordt/worden uitgebaat.5° Terras : elke niet door een vaste dakconstructie beschermde plaats of lokaliteit behorende tot een Horeca-inrichting of gemengde inrichting, waar gedurende een beperkte periode van het jaar maaltijden en/of dranken worden bereid en/of opgediend in open lucht, en dit zelfs gratis.6° Tijdelijk terras : elke niet door een vaste dakconstruciie beschermde plaats of lokaliteit, die geplaatst is ter gelegenheid van om het even welke gebeurtenis van voorbijgaande aard en waar maaltijden en/of dranken worden bereid en/of opgediend in open lucht, en dit zelfs gratis.7° Seizoeninrichting : elk uitbating zoals bepaald in 1°, 2°, 3° of 5°, die in de loop van een kalenderjaar meer dan drie achtereenvolgende maanden gesloten is.
Art. 4.In de onderhavige overeenkomst wordt verstaan onder : 1° Permanente oppervlakte : de oppervlakte van de vloeren van de in artikel 3 vermelde plaatsen of lokaliteiten waar een openbare mededeling van fonogrammen is en waar gewoonlijk logies worden aangeboden en/of waar gewoonlijk maaltijden en/of dranken worden bereid en/of opgediend.De oppervlakte van de kamers in logiesverstrekkende bedrijven wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van de permanente oppervlakte. 2° Occasionele oppervlakte : de oppervlakte van de vloeren van de in artikel 3 vermelde plaatsen of lokaliteiten waar een openbare mededeling van fonogrammen is en waar niet-permanent logies worden aangeboden en/of waar niet-permanent maaltijden en/of dranken worden bereid en/of opgediend.
Art. 5.In de onderhavige overeenkomst wordt verstaan onder : 1° Uitbater : elke natuurlijke of rechtspersoon die, al dan niet voor eigen rekening en in welke hoedanigheid ook, een uitbating zoals bepaald in artikel 3 uitbaat.2° Beheersvennootschappen : de collectieve beheersvennootschappen die de uitvoerende kunstenaars vertegenwoordigen alsook de collectieve beheersvennootschappen die de producenten van fonogrammen vertegenwoordigen, of hun mandataris die belast wordt met het innen van de billijke vergoeding.3° Billijke vergoeding : de jaarlijkse vergoeding verschuldigd voor elke directe of indirecte mededeling van fonogrammen. Onder "jaarlijks" moet worden verstaan : de periode die loopt van 1 januari tot 31 december van ieder kalenderjaar. Afdeling 3. - Billijke vergoeding
Onderafdeling 1 Tarief Horeca-inrichting - permanente oppervlakte
Art. 6.Het bedrag van de billijke vergoeding wordt bepaald in functie van de permanente oppervlakte van de Horeca-inrichting, ongeacht het aantal openingsdagen, volgens het hiernavolgend tarief, excl. BTW : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Onderafdeling 2. - Tarief Horeca-inrichting occasionele oppervlakte
Art. 7.Het bedrag van de billijke vergoeding zoals bepaald in artikel 6 wordt verhoogd in functie van de occasionele oppervlakte van de Horeca-inrichting volgens het hiernavolgend tarief : 1° indien de occasionele oppervlakte door een vaste constructie afgescheiden is van de permanente oppervlakte van de Horecainrichting, bedraagt de verhoging 50 % van de vergoeding die bij toepassing van het in artikel 6 vermelde tarief verschuldigd zou zijn;2° indien de occasionele oppervlakte niet door een vaste constructie afgescheiden is van de pemmanente oppervlakte van de Horeca-inrichting, dan wordt de occasionele oppervlakte bij de permanente oppervlakte gevoegd en wordt het totale bedrag van de billijke vergoeding berekend bij toepassing van het in artikel 6 vermelde tarief. Onderafdeling 3. - Tarief discotheken dancings
Art. 8.Het bedrag van de billijke vergoeding wordt bepaald in functie van de permanente en occasionele oppervlakte van de discotheek - dancing en in functie van het aantal openingsdagen per week of per maand volgens het volgende tarief in BEF, excl. BTW : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 9.Er is een aanvullende billijke vergoeding verschuldigd voor de occasionele openingsdagen, dit wil zeggen de dagen waarop de discotheek - dancing voor het publiek toegankelijk is buiten de normale openingsdagen die voor het bepalen van de in artikel 8 vermelde bedragen in aanmerking worden genomen.
Deze aanvullende billijke vergoeding is gelijk aan het bedrag vermeld in kolom 1 van het tarief discotheek - dancing van artikel 8, gedeeld door 52 en vermenigvuldigd met het aantal occasionele openingsdagen.
Onderafdeling 4. - Tarief gemengde inrichtingen
Art. 10.Het bedrag van de billijke vergoeding van toepassing op gemengde inrichtingen wordt bepaald op basis van het tarief voor de permanente en de occasionele oppervlakte van Horeca-inrichtingen en het tarief discotheken - dancings en dit in verhouding tot de oppervlakte die door de Horeca-inrichting enerzijds en de discotheek - dancing anderzijds wordt ingenomen.
Onderafdeling 5. - Tarief tijdelijke inrichtingen
Art. 11.Het bedrag van de billijke vergoeding van toepassing op de tijdelijke inrichtingen is vastgesteld op 2 500 BEF, excl. BTW, per dag dat er een openbare mededeling is van fonogrammen en per begonnen schijf van 100 m2 oppervlakte, zoals bepaald in artikel 4, 1°.
Onder "dag" moet worden verstaan : elke periode van 24 uur volgend op de aanvang van de activiteit die in de tijdelijke inrichting plaatsvindt. De billijke vergoeding met betrekking tot elke begonnen schijf van 24 uur is in haar geheel en ondeelbaar verschuldigd.
Onderafdeling 6. - Tarief terrassen en tijdelijke terrassen
Art. 12.Het bedrag van de billijke vergoeding van toepassing op terrassen is vastgesteld op 50 % van de vergoeding die bij toepassing van het in artikel 6 vermelde tarief verschuldigd zou zijn.
Art. 13.Het bedrag van de billijke vergoeding van toepassing op de tijdelijke terrassen is vastgesteld op 50 % van de vergoeding die bij toepassing van het in artikel 11 vermelde tarief verschuldigd zou zijn.
Onderafdeling 7. - Tarief seizoeninrichtingen
Art. 14.Het bedrag van de billijke vergoeding van toepassing op de seizoeninrichtingen wordt bepaald op basis van de in artikels 6, 7, 8, 10 en 12 vermelde tarieven gedeeld door 10 en vervolgens vermenigvuldigd met het aantal volledige kalendermaanden dat de seizoeninrichting open is.
De billijke vergoeding is in haar geheel en ondeelbaar verschuldigd.
Onderafdeling 8. - Indexering
Art. 15.De in de onderhavige overeenkomst vermelde bedragen worden jaarlijks geïndexeerd op 1 januari van elk jaar op basis van de evolutie van de gezondheidsindex van het voorbije jaar volgens de volgende formule : basisbedrag x nieuwe index basisindex De basisindex is deze die van kracht is in december 1998.
De nieuwe index is deze die telkens per 1 januari van de volgende jaren van kracht zal zijn. Indien het geïndexeerde bedrag een decimaal vertoont, dan wordt het bedrag naar beneden afgerond. Afdeling 4. - Bijzondere tariefmaatregelen
Art. 16.Indien in de verschillende plaatsen of lokaliteiten met een permanente oppervlakte binnen éénzelfde uitbating verschillende muziek afkomstig van verschillende geluidsbronnen wordt uitgezonden, dan wordt de billijke vergoeding voor elk van deze plaatsen of lokaliteiten afzonderlijk berekend.
Art. 17.Indien in de verschillende plaatsen of lokaliteiten met een permanente oppervlakte binnen éénzelfde uitbating tegelijkertijd of afwisselend dezelfde muziek afkomstig van dezelfde geluidsbron wordt uitgezonden, dan worden de betrokken permanente oppervlakten voor de berekening van de vergoeding samengeteld.
Art. 18.In geval van een uitbater die een in artikel 3 vermelde uitbating overneemt en waarvoor de billijke vergoeding regelmatig is betaald door de overlater, bevrijdt deze betaling de overnemer voor het lopende jaar.
Art. 19.Voor de uitbatingen waarin in de loop van een kalenderjaar voor de eerste maal een openbare mededeling van fonogrammen wordt gegeven, zal voor dat kalenderjaar een billijke vergoeding verschuldigd zijn in verhouding tot het aantal volledige kalendermaanden dat er een openbare mededeling van fonogrammen is gegeven.
Art. 20.Voor de tijdelijke inrichtingen, tijdelijke terrassen en seizoeninrichtingen zal de billijke vergoeding voor de volledige duur verschuldigd zijn in de loop van het kalenderjaar telkens voorafgaandelijk aan wijziging van het bedrag van de billijke vergoeding met zich mee kan brengen. Afdeling 5. - Procedure
Onderafdeling 1. - Inlichtingen
Art. 21.Binnen de dertig dagen volgend op de aanvraag van de beheersvennootschappen of hun mandataris, moet de uitbater door middel van een daartoe bestemd formulier per uitbating minstens de hiernavolgende inlichtingen verschaffen : A. Voor de in artikel 3 vermelde uitbatingen 1° firmanaam en adres, inschrijvingsnummer in het handelsregister, BTW-nummer en naam en hoedanigheid van de natuurlijke persoon die met het dagelijks beheer en het verstrekken van inlichtingen belast is;2° of er muziek wordt uitgezonden;3° de permanente oppervlakte in m2 en voor discotheken - dancings ook het aantal dagen per week of per maand dat ze gewoonlijk open zijn;4° de occasionele oppervlakte van de Horeca-inrichting in m2;5° de oppervlakte van de terrassen in m2;6° de aard van de muziekbron;7° de soort muziek;8° de datum van aanvang van de uitbating indien die na 1 januari 1999 ligt. B. Voor de in artikel 3 vermelde tijdelijke inrichtingen, tijdelijke terrassen en seizoen in richtingen 1° de onder punt A, nrs.1, 2, 3, 5, 6 en 7 vermelde inlichtingen; 2° naam en adres van de uitbater en/of inrichter;3° de plaats waar de tijdelijke inrichting, het tijdelijk terras of de seizoeninrichting wordt uitgebaat;4° het aantal dagen waarop de tijdelijke inrichting, het tijdelijk terras of de seizoeninrichting wordt uitgebaat;5° de aard van de tijdelijke inrichting of de seizoeninrichting : Horeca-inrichting, discotheek - dancing, gemengde inrichting en/of terras.
Art. 22.In geval van verbouwingswerken dient de uitbater binnen de dertig dagen na het beëindigen van de werken elke verbouwing van de uitbating te melden die een wijziging in de permanente en/of occasionele oppervlakte inhoudt en die een wijziging van het bedrag van de billijke vergoeding met zich mee kan brengen.
Onderafdeling 2. - Betaling
Art. 23.Het bedrag van de billijke vergoeding wordt geind door middel van een door de beheersvennootschappen of hun mandataris opgestelde uitnodiging tot betaling.
Art. 24.Wanneer een natuurlijke of rechtspersoon verschillende in artikel 3 vermelde uitbatingen heeft, zal voor elke uitbating een afzonderlijke uitnodiging tot betaling aan de betrokken uitbater verstuurd worden.
Art. 25.De uitbater die nalaat om de billijke vergoeding binnen de gestelde termijn te betalen, dient zonder voorafgaande ingebrekestelling vanaf de datum van de uitnodiging tot betaling een tegen het wettelijk tarief berekende verwijlinterest te betalen, met een minimum van 300 BEF.
Art. 26.De uitbater die onjuiste gegevens verstrekt, waardoor een lager bedrag wordt betaald dan hetgeen werkelijk verschuldigd is, dient het verschuldigde resterende saldo te betalen vermeerderd met een tegen het wettelijk tarief berekende verwijlinterest vanaf de datum waarop de uitnodiging tot betaling aan de hand van de onjuiste aangifte werd opgemaakt Afdeling 6. - Controle
Art. 27.De uitbater moet de beheersvennootschappen of hun mandataris in staat stellen de in artikel 21 bedoelde inlichtingen te controleren, evenals alle inlichtingen te verzamelen die de verdeling van de rechten mogelijk maken.
Daartoe moet de uitbater de beheersvennootschappen of hun mandataris, andere dan de personen omschreven in artikel 74 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de nevenrechten, toestaan om kosteloos de uitbatingen te betreden tijdens de openingsuren, teneinde de juistheid van de verstrekte inlichtingen te controleren. Afdeling 7. - Forfaitair tarief
Art. 28.De uitbater die na een herinnering nalaat om binnen de in artikel 21 gestelde terniijn de nodige gegevens voor het bepalen van de billijke vergoeding mede te delen, wordt verondersteld een inrichting uit te baten die de betaling ten titel van billijke vergoeding rechtvaardigt van 49 520 BEF voor een Horeca-inrichting of van 539 478 BEF voor een discotheek - dancing. Afdeling 8. - Slotbepaling
Art. 29.De onderhavige overeenkomst wordt afgesloten voor een onbepaalde duur. De tarieven van de billijke vergoeding gelden van 1 januari 1999 tot 31 december 2004.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 april 1999.
De Minister van Justitie, T. VAN PARYS