Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 september 2016
gepubliceerd op 27 september 2016

Koninklijk besluit tot wijziging, met het oog op de omzetting van richtlijn 2013/50/EU, van het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en van het koninklijk besluit van 14 februari 2008 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen alsmede tot wijziging van de koninklijke besluiten van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen en op de openbare uitkoopbiedingen en van het koninklijk besluit van 21 augustus 2008 houdende nadere regels voor bepaalde multilaterale handelsfaciliteiten

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2016003339
pub.
27/09/2016
prom.
11/09/2016
ELI
eli/besluit/2016/09/11/2016003339/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 SEPTEMBER 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging, met het oog op de omzetting van richtlijn 2013/50/EU, van het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en van het koninklijk besluit van 14 februari 2008 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen alsmede tot wijziging van de koninklijke besluiten van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen en op de openbare uitkoopbiedingen en van het koninklijk besluit van 21 augustus 2008 houdende nadere regels voor bepaalde multilaterale handelsfaciliteiten


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, strekt ertoe gebruik te maken van de machtigingen die U zijn verleend door artikel 10, § 4, vijfde lid, § 5 en § 5bis van de wet van 2 augustus 2002 en door de artikelen 6, § 7, 9, § 1, 3°, en 13 van de wet van 2 mei 2007.

Artikel 10 van de wet van 2 augustus 2002 heeft betrekking op de verplichtingen inzake de informatieverstrekking aan het publiek en de verplichtingen ten aanzien van de houders van effecten. De paragrafen 4, vijfde lid en 5 werden gewijzigd en paragraaf 5bis werd ingevoegd bij artikel 6 van de wet van 27 juni 2016 tot wijziging, met het oog op de omzetting van richtlijn 2013/50/EU, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen.

De wet van 2 mei 2007 heeft betrekking op de verplichtingen inzake openbaarmaking van belangrijke deelnemingen. De artikelen 6 en 9 werden gewijzigd bij de artikelen 25 en 27 van de voornoemde wet van 27 juni 2016.

Aldus heeft dit besluit tot doel richtlijn 2013/50/EU verder om te zetten.

Het besluit strekt er tevens toe gebruik te maken van de machtiging die U is verleend door artikel 8, tweede lid, 4°, van de wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen en, in dat kader, artikel 119 van richtlijn 2014/59/EU om te zetten.

Het besluit strekt er tevens toe gebruik te maken van de machtiging die U is verleend door artikel 8, tweede lid, 8°, van dezelfde wet.

Het besluit strekt er tenslotte toe gebruik te maken van de machtigingen die U zijn verleend door artikel 15, tweede lid, van de wet van 2 augustus 2002 en door artikel 37, eerste lid, van de voornoemde wet van 27 juni 2016.

COMMENTAAR BIJ DE ARTIKELEN Hoofdstuk I. Inleidende bepaling

Artikel 1.Artikel 1 verwijst naar de richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad die door dit besluit gedeeltelijk in Belgisch recht worden omgezet.

Hoofdstuk II. Wijzigingen van het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt Art. 2 (wijziging van artikel 2) : De bestaande definitie van emittent wordt, conform het gewijzigde artikel 2 (1) d) van de transparantierichtlijn, uitgebreid tot natuurlijke personen, voor het geval dat er ooit effecten uitgegeven door een natuurlijke persoon tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zouden worden toegelaten en België voor zo'n emittent lidstaat van herkomst zou zijn.

In de definitie van emittent wordt tevens "rechtspersoon" vervangen door "juridische entiteit", een begrip dat vervolgens ook gedefinieerd wordt. Bij de omzetting van richtlijn 2004/109/EG werd de term "juridische entiteit" omgezet als "rechtspersoon". Nu richtlijn 2013/50/EU uitdrukkelijk vermeldt dat verwijzingen naar juridische entiteiten ook geregistreerde ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid en trusts omvatten, kan de term "rechtspersoon" echter niet langer behouden blijven.

De definitie van gereglementeerde informatie wordt uitgebreid tot vrijwillig opgestelde kwartaalinformatie. Dit gebeurt om emittenten die, na de afschaffing van de verplichte kwartaalrapportering in de vorm van tussentijdse verklaringen of van driemaandelijkse financiële verslagen, kwartaalinformatie zullen blijven openbaar maken toe te laten, maar ook te verplichten, die informatie te verspreiden op dezelfde wijze als andere periodieke informatie. De definitie van gereglementeerde informatie wordt ook uitgebreid tot de informatie bedoeld in artikel 16, 2° (bijzondere verslagen opgesteld in het kader van het gebruik van het toegestane kapitaal) en 3° (notulen). Hierdoor zal deze informatie moeten worden openbaar gemaakt en opgeslagen op de wijze die het koninklijk besluit voorschrijft voor openbaarmaking en opslag van gereglementeerde informatie. Op die wijze beoogt de Regering de openbaarmaking en de opslag van deze informatie op dezelfde manier als de oproepingen tot algemene vergaderingen.

Paragraaf 2 wordt aangepast om rekening te houden met de wijziging van de definitie van emittent in § 1, alsmede om de behandeling te verduidelijken van niet-genoteerde financiële instrumenten die zijn belichaamd in certificaten die wel tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zijn toegelaten.

Art. 3 (wijziging van artikel 4) : Artikel 4 van het koninklijk besluit van 14 november 2007, dat uitvoering verleent aan artikel 10, § 4, vijfde lid, van de wet van 2 augustus 2002, dient gewijzigd te worden om de Belgische regelgeving inzake de vaststelling en de keuze van lidstaat van herkomst en de openbaarmaking daarvan in overeenstemming te brengen met de regels voorgeschreven door richtlijn 2013/50/EU. Tot nu toe legde artikel 4, conform richtlijn 2004/109/EG, enkel aan emittenten bedoeld in artikel 10, § 3, 2°, van de wet van 2 augustus 2002 een verplichting op tot openbaarmaking en melding aan de FSMA van het feit dat zij België als lidstaat van herkomst hadden gekozen.

De verplichting tot openbaarmaking wordt, conform richtlijn 2013/50/EU, uitgebreid tot alle emittenten waarvoor België de lidstaat van herkomst is, ook al gebeurt de vaststelling van de lidstaat van herkomst voor het merendeel van deze emittenten automatisch.

Richtlijn 2013/50/EU breidt de verplichting tot openbaarmaking uit als reactie op de vaststelling dat bepaalde emittenten waarvan effecten zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt in de EU sinds de inwerkingtreding de nationale wetgevingen tot omzetting van richtlijn 2004/109/EG nog steeds geen lidstaat van herkomst hebben gekozen. Een sluitend systeem om na te gaan of alle emittenten hun verplichting op dat vlak naleven, vereist dat de toezichthouders (zowel die van de lidstaat van herkomst als die van de lidstaat van ontvangst en in bepaalde gevallen die waar de emittent zijn statutaire zetel heeft) er voor elke emittent van op de hoogte zijn welke lidstaat zijn lidstaat van herkomst is Dat doel kan maar bereikt worden door alle emittenten te laten openbaar maken welke lidstaat hun lidstaat van herkomst is en in het verlengde daarvan deze informatie over te maken aan de toezichthouders van zowel de lidstaat van herkomst als van de lidstaat (of lidstaten) van ontvangst en - als deze noch lidstaat van herkomst, noch lidstaat van ontvangst is - van de lidstaat waar de emittent zijn statutaire zetel heeft.

Het eerste lid van artikel 4 legt de verplichting tot openbaarmaking van de lidstaat van herkomst op aan alle emittenten waarvan de effecten voor het eerst tot de verhandeling op een gereglementeerde markt worden toegelaten en waarvoor België de lidstaat van herkomst is.

In een overgangsbepaling wordt bepaald dat emittenten waarvan de effecten reeds tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zijn toegelaten op 27 november 2015 en waarvoor België de lidstaat van herkomst is, vrijgesteld zijn van deze openbaarmakingsverplichting.

Voor hen is het immers duidelijk dat België hun lidstaat van herkomst is. Het gaat met name om de emittenten die op heden reeds: - onder artikel 10, § 3, eerste lid, 1°, a) van de wet van 2 augustus 2002 vallen; - onder artikel 10, § 3, eerste lid, 1°, b) of 2°, van de wet van 2 augustus 2002 vallen en hun keuze voor België als lidstaat van herkomst al aan de FSMA hebben meegedeeld.

De Regering herinnert eraan dat de lijst van emittenten waarvoor België de lidstaat van herkomst is, openbaar wordt gemaakt via de website van de FSMA. De verplichting om de lidstaat van herkomst openbaar te maken gaat, op grond van artikel 42 van het koninklijk besluit van 14 november 2007, gepaard met de verplichting tot overmaking van die informatie aan de FSMA: de openbaarmaking gebeurt immers overeenkomstig titel V van het besluit. De overmaking aan de FSMA zal dus, conform het derde lid van het voornoemde artikel 42, langs elektronische weg gebeuren en niet langer per aangetekende brief of brief met ontvangstbewijs zoals bepaald is in het huidige artikel 4.

Voor de andere emittenten dan die bedoeld in artikel 10, § 3, van de wet van 2 augustus 2002 die nog geen lidstaat van herkomst hebben gekozen is ofwel artikel 28/1 ofwel artikel 30/2 van toepassing.

De richtlijn verplicht niet enkel tot openbaarmaking aan de toezichthouder van de lidstaat van herkomst, zijnde de FSMA voor emittenten waarvoor België de lidstaat van herkomst is, maar ook tot een melding aan de toezichthouder(s) van de lidstaat of lidstaten van ontvangst en aan de toezichthouder van de lidstaat van de statutaire zetel, indien die lidstaat noch lidstaat van herkomst, noch lidstaat van ontvangst is. Dit laatste wordt voor zover nodig gepreciseerd in het tweede lid.

Art. 4 (wijziging van artikel 9) : De wijziging van artikel 9 is technisch van aard en vloeit voort uit de wijziging van artikel 7 van de wet van 2 mei 2007.

Art. 5 (wijziging van artikel 12) : Ook de wijziging van artikel 12, § 4 is technisch van aard en heeft betrekking op de intrekking van de vierde en zevende richtlijn.

Art. 6 (herstel van artikel 14) : Artikel 6 heeft tot doel in het koninklijk besluit van 14 november 2007 een nieuwe verplichting in te voeren, voor emittenten van effecten die actief zijn in de winningsindustrie of de houtkap van oerbossen.

Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad voert voor deze ondernemingen de verplichting in om jaarlijks in een afzonderlijk verslag de betalingen bekend te maken die zijn gedaan aan de overheden van de landen waarin zij actief zijn.

Richtlijn 2013/34/EU is van toepassing op alle ondernemingen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de statutaire zetel gelegen is in een staat die lid is van de Europese Economische Ruimte.

Om een gelijk speelveld te verzekeren tussen ondernemingen, werd dezelfde verplichting ingelast in de transparantierichtlijn. Op die wijze worden alle emittenten waarvan effecten zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt in de Europese Unie aan die verplichting onderworpen, zelfs als hun statutaire zetel gelegen is in een staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte.

Dit verslag dient te worden opgesteld in overeenstemming met hoofdstuk 10 van richtlijn 2013/34/EU. Dat bepaalt o.a. de inhoud van het verslag en van het geconsolideerd verslag van betalingen aan overheden, zoals Boek III/2 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen dat doet voor de Belgische vennootschappen die verplicht zijn dergelijk verslag op te stellen.

Dit verslag wordt beschouwd als gereglementeerde informatie en moet dus worden openbaar gemaakt, opgeslagen en overgemaakt aan de FSMA overeenkomstig Titel V van het koninklijk besluit van 14 november 2007.

Art. 7.(wijziging van artikel 16) : Artikel 1 (12) van richtlijn 2013/50/EU heft de verplichting op om elke wijziging van de oprichtingsakte of statuten van een emittent te melden aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst omdat deze een doublure vormt met de gelijkaardige eis van richtlijn 2007/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen.

De Regering heeft er bovendien voor geopteerd het toepassingsgebied van het huidige artikel 16 aan te passen. Hiermee streeft de Regering er in de eerste plaats naar om, voor emittenten van aandelen naar Belgisch recht, overeenstemming te bereiken tussen de voorschriften van het Wetboek van vennootschappen en die van het besluit, door het vereiste van artikel 533bis, § 2, eerste lid, c) van het Wetboek van vennootschappen ook op te nemen in het koninklijk besluit van 14 november 2007 (zie 1° ).

Daarnaast wordt voor deze emittenten ook bepaald dat zij, onverminderd de toepassing van de vennootschapsrechtelijke regels, ook de bijzondere verslagen opgesteld in het kader van het gebruik van het toegestane kapitaal en de notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders dienen openbaar te maken. Vermits deze verslagen en notulen voortaan als "gereglementeerde informatie" zullen worden beschouwd, moeten zij overeenkomstig de artikelen 35 tot 37 worden openbaar gemaakt en overeenkomstig artikel 41, § 1 voor het publiek verkrijgbaar worden gesteld.

Voor de notulen is de termijn voor de openbaarmaking conform het koninklijk besluit dezelfde als de termijn voor openbaarmaking conform het Wetboek van vennootschappen. De bijzondere verslagen opgesteld in het kader van het gebruik van het toegestane kapitaal dienen zo snel mogelijk en uiterlijk op de dag van de verhoging van het kapitaal openbaar te worden gemaakt.

Art. 8 (inlassing van een nieuw artikel 28/1) : Artikel 28/1 regelt de situatie van emittenten waarvoor België de lidstaat van ontvangst is.

Zij dienen de FSMA, als toezichthouder van de lidstaat van ontvangst, op de hoogte te brengen van welke lidstaat hun lidstaat van herkomst is. Dit dient te gebeuren op dezelfde wijze als dat gebeurt door emittenten waarvoor België lidstaat van herkomst is, d.w.z. langs elektronische weg.

Art. 9 (inlassing van een nieuw hoofdstuk III) : Ook Belgische emittenten waarvan geen effecten tot de verhandeling op een Belgische gereglementeerde markt zijn toegelaten en waarvoor België niet de lidstaat van herkomst is, zullen aan de FSMA als toezichthouder van de lidstaat waar hun statutaire zetel gevestigd is, moeten meedelen welke lidstaat hun lidstaat van herkomst is. Deze emittenten vielen tot nu toe niet onder het koninklijk besluit. Voor hen is België immers noch lidstaat van herkomst (cf. hoofdstuk I van titel II) noch lidstaat van ontvangst (cf. hoofdstuk II van titel II). Daarom dient er een nieuw hoofdstuk te worden ingelast in titel II. Artikel 30/1 bepaalt het toepassingsgebied van hoofdstuk III. Artikel 30/2 bepaalt dat Belgische emittenten die niet op een Belgische gereglementeerde markt zijn toegelaten de FSMA, als toezichthouder van de lidstaat waar hun statutaire zetel gevestigd is, langs elektronische weg op de hoogte moeten brengen van welke lidstaat hun lidstaat van herkomst is.

Art. 10 (wijziging van artikel 36) : Artikel 36 dient aangepast te worden om ervoor te zorgen dat de notulen als bedoeld in artikel 546 van het wetboek van vennootschappen en de bijzondere verslagen opgesteld in het kader van het gebruik van het toegestane kapitaal niet integraal dienen te worden verspreid. Voor deze notulen geldt dus dezelfde regel als voor de jaarlijkse en de halfjaarlijkse financiële verslagen. Er wordt tevens verduidelijkt dat ook vrijwillige kwartaalinformatie van deze soepelere openmaarmakingsregel geniet.

Art. 11 (wijziging van artikel 41, § 1) : Richtlijn 2013/50/EU verplicht emittenten ervoor te zorgen dat hun jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële verslagen ten minste tien jaar voor het publiek beschikbaar blijven. Daarmee verdubbelt zij de termijn die voorgeschreven was in richtlijn 2004/109/EG. Bovendien verplicht zij emittenten die actief zijn in de winningsindustrie of de houtkap van oerbossen hun verslagen over betalingen aan overheden (zie nieuw artikel 14 van het koninklijk besluit van 14 november 2007) gedurende ten minste tien jaar voor het publiek beschikbaar te houden.

In de Belgische wetgeving blijft gereglementeerde informatie van genoteerde vennootschappen, na de verspreiding ervan, op twee manieren beschikbaar voor het publiek: enerzijds door opname op de website van de emittent (die aan bepaalde voorwaarden dient te voldoen) en anderzijds via STORI, het Belgisch officieel mechanisme voor de opslag van gereglementeerde informatie. De terbeschikkingstelling van gereglementeerde informatie via de website van de emittent wordt geregeld in artikel 41 van het koninklijk besluit van 14 november 2007. Qua termijn bepaalt artikel 41, § 1, eerste lid, 5°, dat de website alle informatie bedoeld in het besluit dient te vermelden die de emittent de laatste vijf jaar heeft gepubliceerd. De Regering heeft ervoor geopteerd om de termijn gedurende dewelke informatie op de website beschikbaar moet blijven, tot tien jaar te verlengen voor de jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële verslagen alsook, voor de emittenten die actief zijn in de winningsindustrie of de houtkap van oerbossen, voor hun verslagen over betalingen aan overheden. Voor de andere informatie bedoeld in het besluit wordt de termijn niet verlengd: daarvoor blijft, overeenkomstig artikel 41, § 1, eerste lid, 5°, de termijn van ten minste 5 jaar gelden.

Hoofdstuk III : wijzigingen van het koninklijk besluit van 14 februari 2008 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen Art. 12 (wijziging van artikel 3) : De wijziging van de definitie van gelijkgestelde financiële instrumenten (artikel 3, 3° ) is technisch van aard en vloeit voort uit de overheveling van de lijst van gelijkgestelde financiële instrumenten van het koninklijk besluit van 14 februari 2008 naar de wet van 2 mei 2007.

Art. 13 (opheffing van art. 6) : De inhoud van artikel 6 werd door de wet van 27 juni 2016 overgeheveld naar de wet van 2 mei 2007.

Bijgevolg dient artikel 6 te worden opgeheven.

Art. 14 en 15 (wijziging van art. 12 en 13) : De wijziging van deze artikelen is technisch van aard en vloeit voort uit de aanpassing van de definitie van kennisgevingsplichtig persoon in de wet van 2 mei 2007. In die definitie werd "rechtspersoon" immers vervangen door "juridische entiteit". Art. 16 (wijziging van artikel 14) : De eerste wijziging strekt tot omzetting van artikel 1 (9) b) van richtlijn 2013/50/EU. De richtlijn bepaalt dat financiële instrumenten waarvan het economisch effect vergelijkbaar is met het houden van aandelen en rechten op het verwerven van aandelen, die uitsluitend een afwikkeling in contanten voorschrijven, moeten berekend worden op een naar delta gecorrigeerde basis door het aantal onderliggende aandelen te vermenigvuldigen met de delta van het instrument. De delta geeft de mate aan waarin de theoretische waarde van een financieel instrument zou veranderen in geval van een variatie in prijs van het onderliggende instrument en verschaft een nauwkeurig beeld van de blootstelling van de houder aan het onderliggende instrument. Considerans 10 geeft aan dat deze benadering is gekozen om ervoor te zorgen dat de informatie over het totale aantal stemrechten zo accuraat mogelijk is.

De tweede wijziging strekt tot omzetting van artikel 1 (9) a) in fine van richtlijn 2013/50/EU. De Belgische wetgeving voorziet reeds in informatie per type van gelijkgesteld financieel instrument. Daar wordt aan toegevoegd dat expliciet dient te worden vermeld of het instrument recht geeft op fysieke afwikkeling dan wel op afwikkeling in contanten.

De derde wijziging is louter technisch van aard.

De vierde wijziging betreft de kennisgeving van bijwerking. Wanneer kennis wordt gegeven van de verwerving van gelijkgestelde financiële instrumenten, is het van belang dat bijwerkingen gebeuren op het ogenblik dat deze gelijkgestelde financiële instrumenten worden uitgeoefend, dan wel aflopen zonder uitgeoefend te worden. Het koninklijk besluit van 14 februari 2008 voorzag om die reden reeds in de bijwerking van kennisgevingen. Richtlijn 2013/50/EU voorziet nu ook in een bijwerking van de kennisgeving in het geval dat gelijkgestelde financiële instrumenten worden uitgeoefend. Voor deze situatie dient artikel 14, § 4, tweede en derde lid, aangepast te worden. Wanneer gelijkgestelde financiële instrumenten werden uitgeoefend, zal een kennisgeving nodig zijn binnen een termijn van vier handelsdagen, wanneer stemrechtverlenende effecten werden verworven en het totaal aantal stemrechten een drempel bereikt of overschrijdt, ook al verandert er niets aan de totale deelneming en gaat het enkel om een verschuiving van de ene categorie (gelijkgestelde financiële instrumenten) naar de andere (stemrechten).

Art. 17 (opheffing van artikel 16) : Artikel 16, dat de omzetting van de Transparantierichtlijn oversteeg, wordt opgeheven.

Art. 18 (wijziging van artikel 17) : De wijziging van dit artikel is technisch van aard en vloeit voort uit de aanpassing van de definitie van kennisgevingsplichtig persoon in de wet van 2 mei 2007. In die definitie werd "rechtspersoon" immers vervangen door "juridische entiteit".

Art. 19 (wijziging van artikel 22) : Omdat in de praktijk alle kennisgevingen langs elektronische weg aan de FSMA worden overgemaakt, wordt er voorgesteld van de mogelijkheid om dat te doen een verplichting te maken.

Het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt legt aan emittenten de verplichting op hun gereglementeerde informatie langs elektronische weg aan de FSMA over te maken, dit om de FSMA toe te laten haar opdracht als OAM te kunnen uitoefenen. Vermits de in artikel 22, tweede lid, bedoelde (door de emittent openbaar te maken) informatie als gereglementeerde informatie wordt beschouwd, dient in artikel 22, tweede lid expliciet bepaald te worden dat de erin bedoelde informatie langs elektronische weg aan de FSMA moet worden overgemaakt. In de praktijk is dat nu reeds het geval.

Hoofdstuk IV : Wijzigingen van het koninklijk besluit van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen Art. 20 (wijziging van artikel 43) : In artikel 43 van het overnamebesluit wordt een lid ingevoerd dat verduidelijkt dat na afloop van een bod tot uitkoop na een vrijwillig bod een ambtshalve schrapping volgt. De tekst van het nieuwe lid is identiek aan die van artikel 19, tweede lid, van het koninklijk besluit van 27 april 2007 op de openbare uitkoopbiedingen, zoals aangepast door artikel 22 van dit besluit.

Art. 21 (wijziging van artikel 52) : In artikel 52 van het overnamebesluit wordt een bijkomende afwijking op de biedplicht ingevoerd, m.n. in geval van een verwerving die plaatsvindt in het kader van de toepassing van de afwikkelingsinstrumenten, -bevoegdheden en - mechanismen waarin titel IV van richtlijn 2014/59/EU voorziet.

Hoofdstuk V : Wijziging van het koninklijk besluit van 27 april 2007 op de openbare uitkoopbiedingen Art. 22 (wijziging van artikel 19) : De mogelijkheid tot ambtshalve schrapping na een uitkoopbod wordt uitgebreid tot de exploitant van een Belgische multilaterale handelsfaciliteit. Er is immers geen reden om deze mogelijkheid voor te behouden aan de marktonderneming van een Belgische gereglementeerde markt.

Hoofdstuk VI : Wijzigingen van het koninklijk besluit van 21 augustus 2008 houdende nadere regels voor bepaalde multilaterale handelsfaciliteiten Art. 23 en 24 (wijziging van artikelen 3 en 4) : Deze aanpassingen zijn technisch van aard. Vermits het voornoemde koninklijk besluit verwijzingen bevat naar teksten die gewijzigd worden door de wet van 27 juni 2016 en door onderhavig besluit, dienen die verwijzingen waar nodig te worden aangepast.

Hoofdstuk VII : Overgangsbepaling Art. 25 : Voor de bespreking van de overgangsbepaling wordt verwezen naar de commentaar bij artikel 3.

Hoofdstuk VIII : Slotbepalingen Art. 26 : Dit artikel stelt de datum van inwerkingtreding van onderhavig koninklijk besluit vast.

Art. 27 : Dit artikel stelt de datum van inwerkingtreding van de artikelen 6, b) tot r), 20, 23 tot 32 en 36 van de wet van 27 juni 2016 vast.

Art. 28 : Artikel 28 bepaalt dat de Minister van Financiën belast is met de uitvoering van dit besluit.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

Advies 59.703/2/V van 10 augustus 2016 over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging, met het oog op de omzetting van richtlijn 2013/50/EU, van het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumententen die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en van het koninklijk besluit van 14 februari 2008 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen alsmede tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen en van het koninklijk besluit van 21 augustus 2008 houdende nadere regels voor bepaalde multilaterale handelsfaciliteiten" Op 30 juni 2016 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude verzocht binnen een termijn van dertig dagen, van rechtswege(*) verlengd tot 16 augustus 2016, een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging, met het oog op de omzetting van richtlijn 2013/50/EU, van het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumententen die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en van het koninklijk besluit van 14 februari 2008 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen alsmede tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen en van het koninklijk besluit van 21 augustus 2008 houdende nadere regels voor bepaalde multilaterale handelsfaciliteiten".

Het ontwerp is door de tweede vakantiekamer onderzocht op 10 augustus 2016. De kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, Luc Detroux en Wanda Vogel, staatsraden, Christian Behrendt, assessor, en Colette Gigot, griffier. Het verslag is uitgebracht door Jean-Luc Paquet, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 10 augustus 2016.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen. 1. Op het einde van het eerste lid van de aanhef moet nauwkeuriger worden vermeld in welke leden de machtigingen voorkomen die het ontwerp ten uitvoer legt(1).2. In de aanhef moet melding worden gemaakt van het koninklijk besluit van 27 april 2007 "op de openbare uitkoopbiedingen", dat bij het ontwerp wordt gewijzigd.3. In de aanhef moet het tweede advies van de inspecteur van Financiën van 30 juni 2016 over het ontwerp worden vermeld.4. In de aanhef moet in een nieuw eerste lid ook melding worden gemaakt van de wet van 27 juni 2016 "tot wijziging, met het oog op de omzetting van richtlijn 2013/50/EU en de tenuitvoerlegging van verordening 596/2014, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen, en houdende diverse bepalingen", waarvan artikel 37, eerste lid, de Koning machtigt de inwerkingtreding vast te stellen.5. In artikel 26 van het ontwerp moet de datum worden toegevoegd.6. In artikel 27 van het ontwerp moet het opschrift van de wet van 27 juni 2016 volledig worden vermeld. De griffier, C. Gigot De voorzitter, P. Liénardy _______ Nota's (*)Deze verlenging vloeit voort uit artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, in fine, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State waarin wordt bepaald dat deze termijn van rechtswege verlengd wordt met vijftien dagen wanneer hij begint te lopen tussen 15 juli en 31 juli of wanneer hij verstrijkt tussen 15 juli en 15 augustus. (1) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbeveling 23.

11 SEPTEMBER 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging, met het oog op de omzetting van richtlijn 2013/50/EU, van het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en van het koninklijk besluit van 14 februari 2008 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen alsmede tot wijziging van de koninklijke besluiten van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen en op de openbare uitkoopbiedingen en van het koninklijk besluit van 21 augustus 2008 houdende nadere regels voor bepaalde multilaterale handelsfaciliteiten FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, artikel 10, § 2 tot 6, vervangen bij de wet van 2 mei 2007 en gewijzigd bij de wetten van 17 juli 2013 en van 27 juni 2016, en artikel 15, tweede lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 27 april 2007;

Gelet op de wet van 1 april 2007 op de openbare overnameaanbiedingen, artikel 8, tweede lid, 4° en 8° ;

Gelet op de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen, artikel 6, § 7, artikel 9, § 1, gewijzigd bij de wet van 27 juni 2016, en artikel 13;

Gelet op de wet van 27 juni 2016 tot wijziging, met het oog op de omzetting van richtlijn 2013/50/EU en de tenuitvoerlegging van verordening 596/2014, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen, artikel 37, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 april 2007 op de openbare overnameaanbiedingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 april 2007 op de openbare uitkoopbiedingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 februari 2008 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 augustus 2008 houdende nadere regels voor bepaalde multilaterale handelsfaciliteiten;

Gelet op het advies van de FSMA, gegeven op 22 juni 2016;

Gelet op de adviezen van de inspecteur van Financiën, gegeven op 1 oktober 2015 en 30 juni 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 20 november 2015;

Gelet op advies 59.703/2/V van de Raad van State, gegeven op 10 augustus 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. Inleidende bepaling

Artikel 1.Dit besluit vervolledigt de omzetting van richtlijn 2013/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en Richtlijn 2007/14/EG van de Commissie tot vaststelling van concrete uitvoeringsvoorschriften van een aantal bepalingen van Richtlijn 2004/109/EG. Dit besluit strekt tevens tot omzetting van artikel 119 van richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad. HOOFDSTUK II. Wijzigingen van het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt

Art. 2.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 februari 2010, 26 september 2013 en 25 april 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden in de bepaling onder 8° de woorden "een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon" vervangen door de woorden "een natuurlijke persoon of een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke juridische entiteit";2° in dezelfde paragraaf wordt de bepaling onder 9° vervangen als volgt: "9° "gereglementeerde informatie": informatie als bedoeld in de artikelen 4, eerste lid, 7, 11 tot 15, 16, 2° en 3°, voorwetenschap als bedoeld in artikel 7 van verordening (EU) Nr.596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie, kwartaalinformatie, evenals alle andere informatie die de emittenten openbaar moeten maken overeenkomstig de regels van hoofdstuk I van titel V;"; 3° in dezelfde paragraaf wordt de bepaling onder 17° vervangen als volgt: "17° "buitenlandse gereglementeerde markt": elke buitenlandse gereglementeerde markt zoals bedoeld in artikel 2, 6°, van de wet van 2 augustus 2002;"; 4° in dezelfde paragraaf wordt de bepaling onder 18° vervangen als volgt: "18° "EFSF": de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit, opgericht bij de EFSF-kaderovereenkomst;"; 5° in dezelfde paragraaf wordt de bepaling onder 19° vervangen als volgt: "19° "juridische entiteit": een rechtspersoon, een geregistreerde onderneming zonder rechtspersoonlijkheid of een trust;"; 6° in dezelfde paragraaf wordt de bepaling onder 23° vervangen als volgt: "23° "kwartaalinformatie": informatie die wordt verstrekt na afloop van het eerste en het derde kwartaal van het boekjaar;"; 7° in dezelfde paragraaf wordt de bepaling onder 24° vervangen als volgt: "24° "richtlijn 2013/34/EU": richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad;"; 8° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt: " § 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt een natuurlijke persoon of juridische entiteit die financiële instrumenten heeft uitgegeven eveneens als emittent beschouwd indien certificaten die deze financiële instrumenten vertegenwoordigen tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, ongeacht of deze financiële instrumenten al dan niet tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en zelfs indien deze certificaten door een andere natuurlijke persoon of juridische entiteit zijn uitgegeven.".

Art. 3.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 4.Een emittent als bedoeld in artikel 10, § 3, eerste lid, 1° of 2°, van de wet van 2 augustus 2002 maakt zo spoedig mogelijk overeenkomstig titel V het feit openbaar dat België zijn lidstaat van herkomst is.

Emittenten die overeenkomstig titel V openbaar maken dat België hun lidstaat van herkomst is, melden dat in voorkomend geval ook aan de bevoegde toezichthouders van hun lidstaat of lidstaten van ontvangst en van de lidstaat van hun statutaire zetel.".

Art. 4.In artikel 9, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "de natuurlijke of rechtspersonen" telkens vervangen door de woorden "de natuurlijke personen of de juridische entiteiten".

Art. 5.In artikel 12, § 4, van hetzelfde besluit worden de woorden "tot omzetting van artikel 46 van Richtlijn 78/660/EEG" vervangen door de woorden "tot omzetting van artikel 19 van Richtlijn 2013/34/EU" en worden de woorden "tot omzetting van artikel 36 van Richtlijn 83/349/EEG" vervangen door de woorden "tot omzetting van artikel 29 van Richtlijn 2013/34/EU".

Art. 6.Artikel 14 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het koninklijk besluit van 26 maart 2014, wordt hersteld in de volgende lezing: "

Art. 14.Een emittent die actief is in de winningsindustrie of de houtkap van oerbossen, zoals gedefinieerd in artikel 41 van Richtlijn 2013/34/EU, stelt, in overeenstemming met hoofdstuk 10 van Richtlijn 2013/34/EU, jaarlijks een verslag op over zijn betalingen aan overheden. Dit verslag wordt uiterlijk zes maanden na het einde van elk boekjaar openbaar gemaakt.

Wanneer de emittent een geconsolideerde jaarrekening moet opstellen, stelt hij een geconsolideerd verslag over betalingen aan overheden op.".

Art. 7.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 16.Onverminderd de toepassing van de vennootschapsrechtelijke regels, dienen Belgische emittenten van aandelen: 1° de aan de algemene vergadering voor te leggen stukken uiterlijk op de datum van de bijeenroeping van de algemene vergadering verkrijgbaar te stellen voor het publiek overeenkomstig artikel 41, § 1;2° de bijzondere verslagen die worden opgesteld in het kader van het gebruik van het toegestane kapitaal zo snel mogelijk en uiterlijk op de dag van de kapitaalverhoging openbaar te maken; 3° de notulen als bedoeld in artikel 546 van het Wetboek van vennootschappen binnen vijftien dagen na de algemene vergadering openbaar te maken.".

Art. 8.In titel II, hoofdstuk II, Afdeling I van hetzelfde besluit wordt een artikel 28/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 28/1.Een emittent als bedoeld in artikel 28 brengt de FSMA er, op het ogenblik waarop hij de toezichthouder van de lidstaat van herkomst daarvan in kennis stelt, langs elektronische weg van op de hoogte welke lidstaat zijn lidstaat van herkomst is.".

Art. 9.In titel II van hetzelfde besluit wordt, na artikel 30, een hoofdstuk III ingevoegd, dat de artikelen 30/1 en 30/2 bevat, luidende: "Hoofdstuk III - Emittenten waarvan de statutaire zetel in België gelegen is, maar waarvoor België niet de lidstaat van herkomst is

Art. 30/1.Dit hoofdstuk is van toepassing op emittenten die niet bedoeld worden in artikel 3, eerste lid, waarvan de statutaire zetel in België gelegen is, maar waarvan effecten enkel tot de verhandeling op een of meerdere buitenlandse gereglementeerde markten zijn toegelaten. Het is evenwel niet van toepassing op rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging die niet van het closed-end type zijn.

Art. 30/2.Een emittent als bedoeld in artikel 30/1 brengt de FSMA er, op het ogenblik waarop hij de toezichthouder van de lidstaat van herkomst daarvan in kennis stelt, langs elektronische weg van op de hoogte welke lidstaat zijn lidstaat van herkomst is.".

Art. 10.In artikel 36, § 1, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden "van de in de artikelen 12, 13 en 14 bedoelde informatie" vervangen door de woorden "van de in de artikelen 12, 13, 14, 16, 2° en 3°, bedoelde informatie en van kwartaalinformatie" en worden de woorden "als bedoeld in artikel 41" vervangen door de woorden "als bedoeld in artikel 41, § 2".

Art. 11.In artikel 41, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 februari 2010, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "In afwijking van het eerste lid, 5°, blijft de website de informatie bedoeld in de artikelen 12, 13 en 14 vermelden die de emittent de laatste tien jaar heeft gepubliceerd.". HOOFDSTUK III. Wijzigingen van het koninklijk besluit van 14 februari 2008 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen

Art. 12.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 14 februari 2008 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt: "3° "gelijkgestelde financiële instrumenten": financiële instrumenten als bedoeld in artikel 6, § 6, van de wet van 2 mei 2007;".

Art. 13.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 14.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "natuurlijke of rechtspersoon" telkens vervangen door de woorden "natuurlijke persoon of juridische entiteit";2° in paragraaf 4 worden de woorden "een andere natuurlijke of rechtspersoon" vervangen door de woorden "een andere natuurlijke persoon of juridische entiteit".

Art. 15.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 3°, wordt het woord "rechtspersonen" vervangen door de woorden "juridische entiteiten" en worden de woorden "het adres van hun statutaire zetel" vervangen door de woorden "het adres van hun statutaire zetel, of, bij afwezigheid daarvan, een correspondentie-adres";2° in het eerste lid, 4°, worden de woorden "voor rechtspersonen, het adres van hun statutaire zetel, van de houder van stemrechtverlenende effecten van wie de natuurlijke of rechtspersoon bedoeld in voornoemd artikel 7" vervangen door de woorden "voor juridische entiteiten, het adres van de statutaire zetel of, bij afwezigheid daarvan, een correspondentie-adres, van de houder van stemrechtverlenende effecten van wie de natuurlijke persoon of juridische entiteit bedoeld in voornoemd artikel 7".

Art. 16.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "Het aantal stemrechten bedoeld in het eerste lid, 1° en 2°, wordt berekend op basis van het totale aantal onderliggende stemrechtverlenende effecten van het gelijkgestelde financiële instrument, behalve wanneer het gelijkgestelde financiële instrument uitsluitend voorziet in afwikkeling in contanten.In dat geval wordt het aantal stemrechten berekend op naar delta gecorrigeerde basis door het aantal onderliggende stemrechtverlenende effecten te vermenigvuldigen met de delta van het instrument."; 2° in dezelfde paragraaf wordt het voormalige tweede lid, thans het derde lid, aangevuld als volgt: "en wordt aangegeven of het recht geeft op fysieke afwikkeling dan wel op afwikkeling in contanten."; 3° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden "zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen een termijn van vier handelsdagen aanvangend op de handelsdag na deze vervaldatum" vervangen door de woorden "onverwijld en uiterlijk binnen een termijn van vier handelsdagen na deze vervaldatum";4° in dezelfde paragraaf worden het tweede en het derde lid vervangen als volgt: "De gegevens van de voorgaande kennisgeving worden eveneens bijgewerkt wanneer ingevolge de uitoefening van gelijkgestelde financiële instrumenten stemrechtverlenende effecten werden verworven en het totale aantal stemrechten een van de in artikel 6 van de wet bedoelde, of in voorkomend geval in overeenstemming met artikel 18 van de wet bepaalde statutaire, drempelwaarden bereikt of overschrijdt. De bijwerking bedoeld in het tweede lid gebeurt onverwijld en uiterlijk binnen een termijn van vier handelsdagen na de uitoefening van de gelijkgestelde financiële instrumenten.".

Art. 17.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 18.In artikel 17, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit wordt het woord "rechtspersonen" vervangen door de woorden "juridische entiteiten" en worden de woorden "het adres van hun statutaire zetel" vervangen door de woorden "het adres van hun statutaire zetel, of, bij afwezigheid daarvan, een correspondentie-adres".

Art. 19.In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "Ook de overmaking aan de FSMA kan langs elektronische weg gebeuren" vervangen door de woorden "De overmaking aan de FSMA gebeurt langs elektronische weg";2° in het tweede lid worden de woorden "kan langs elektronische weg gebeuren" vervangen door de woorden "gebeurt langs elektronische weg". HOOFDSTUK IV. Wijzigingen van het koninklijk besluit van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen

Art. 20.Artikel 43 van het koninklijk besluit van 27 april 2007 op de openbare overnameaanbiedingen wordt aangevuld met een lid, luidende: "Na afloop van het bod gaat de marktonderneming van een Belgische gereglementeerde markt of de exploitant van een Belgische multilaterale handelsfaciliteit ambtshalve over tot de schrapping van de effecten die waren toegelaten tot de handel op deze markt.".

Art. 21.Artikel 52, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld met de bepaling onder 13°, luidende: "13° die plaatsvindt in het kader van de toepassing van de afwikkelingsinstrumenten, -bevoegdheden en -mechanismen waarin titel IV van richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad voorziet.". HOOFDSTUK V. Wijziging van het koninklijk besluit van 27 april 2007 op de openbare uitkoopbiedingen

Art. 22.In artikel 19, tweede lid, van het koninklijk besluit van 27 april 2007 op de openbare uitkoopbiedingen worden de woorden "of de exploitant van een Belgische multilaterale handelsfaciliteit" ingevoegd tussen de woorden "de marktonderneming van een Belgische gereglementeerde markt" en de woorden "ambtshalve over tot de schrapping". HOOFDSTUK VI. Wijzigingen van het koninklijk besluit van 21 augustus 2008 houdende nadere regels voor bepaalde multilaterale handelsfaciliteiten

Art. 23.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 21 augustus 2008 houdende nadere regels voor bepaalde multilaterale handelsfaciliteiten worden de woorden "behoudens § 2, vierde lid, en §§ 3, 4 en 5" vervangen door de woorden "behoudens § 2, vierde en vijfde lid, en §§ 3, 3bis, 4, 5 en 5bis".

Art. 24.In artikel 4, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 februari 2010, 12 juli 2015 en 25 april 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt: "1° artikel 2, behoudens § 1, 5°, 6°, 7°, 17° en 20° ;"; b) de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt: "3° de artikelen 11 en 12, met dien verstande dat het jaarlijks financieel verslag van emittenten naar Belgisch recht waarvan aandelen tot de verhandeling op Alternext zijn toegelaten uiterlijk vijftien dagen voor hun jaarlijkse algemene vergadering openbaar moet worden gemaakt;"; c) de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt: "5° artikel 15 en de artikelen 17 tot 23;"; d) in de bepaling onder 8° wordt de bepaling onder c) opgeheven; e) de bepaling onder 10° wordt vervangen als volgt: "10° artikel 41, § 1, behoudens het eerste lid, 2° en 4°, het tweede en het vierde lid, en met dien verstande dat voor wat betreft het eerste lid, 5°, een termijn van twee in plaats van vijf jaar geldt, en artikel 41, § 2;". HOOFDSTUK VII. Overgangsbepaling

Art. 25.Zijn vrijgesteld van de in artikel 4 van het koninklijk besluit van 14 november 2007 bepaalde verplichting: 1° emittenten als bedoeld in artikel 10, § 3, eerste lid, 1°, a), van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, waarvan de effecten reeds tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zijn toegelaten op de datum van inwerkingtreding van dit besluit;2° emittenten als bedoeld in artikel 10, § 3, eerste lid, 1°, b) en 2°, van diezelfde wet, waarvan de effecten reeds tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zijn toegelaten op de datum van inwerkingtreding van dit besluit en die hun keuze voor België als lidstaat van herkomst al aan de FSMA hebben meegedeeld, tenzij zij na de datum van inwerkingtreding van dit besluit een andere lidstaat van herkomst kiezen. HOOFDSTUK VIII. Slotbepalingen

Art. 26.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2016.

Art. 27.De artikelen 6, b) tot r), 20, 23 tot 32 en 36 van de wet van 27 juni 2016 tot wijziging, met het oog op de omzetting van richtlijn 2013/50/EU en de tenuitvoerlegging van verordening 596/2014, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen, en houdende diverse bepalingen treden in werking op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 28.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 september 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

^