gepubliceerd op 24 december 2002
Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren
11 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, inzonderheid op artikel 2, zesde lid, ingevoegd bij de wet van 12 augustus 2000;
Gelet op het advies van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de werklieden en de werkgevers van de bouwsector onverwijld moeten worden verwittigd van de data van de rustdagen die in 2003 en 2004 moeten toegekend worden voor de vermindering van de arbeidsduur, om zo het werk beter te kunnen organiseren;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de werklieden die ze tewerkstellen.
Art. 2.De werklieden, bedoeld in artikel 1, hebben in 2003 recht op zes rustdagen als volgt vastgesteld : - 18 april; - 2 mei; - 30 mei; - 10 november; - 22 december; - 23 december.
Art. 3.De werklieden, bedoeld in artikel 1, hebben in 2004 recht op zes rustdagen als volgt vastgesteld : - 9 april; - 21 mei; - 12 november; - 24 december; - 28 december; - 29 december.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.
Art. 5.Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 november 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Koninklijk besluit nr.213 van 26 september 1983, Belgisch Staatsblad van 7 oktober 1983.
Wet van 12 augustus 2000, Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2000.