gepubliceerd op 18 december 2002
Koninklijk besluit houdende toekenning van toelagen aan de specialisten in opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen van de krijgsmacht en houdende wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de krijgsmacht, evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het Departement van Landsverdediging, voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard
11 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit houdende toekenning van toelagen aan de specialisten in opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen van de krijgsmacht en houdende wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de krijgsmacht, evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het Departement van Landsverdediging, voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militairen, inzonderheid op artikel 11, § 2, gewijzigd bij de wet van 22 maart 2001, en § 3, en artikel 12;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de krijgsmacht, evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het departmeent van Landsverdediging, voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard, inzonderheid op artikel 2, op de tabellen 2, 3, 4 en 5, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 november 1998, en op tabel 2bis ingevoegd bij het koninklijk besluit van 24 september 1998;
Gelet op het protocol van het onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 25 september 2001;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 30 november 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 30 april 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 2 april 2002;
Gelet op het advies 33.845/2/V van de Raad van State, gegeven op 2 september 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - De Toelagen voor specialisten in opruiming, vernietiging of ontmanteling van ontploffingstuigen Afdeling 1. - De toelagen voor het personeel van de gespecialiseerde
eenheden
Artikel 1.§ 1. Een maandelijkse toelage waarvan de bedragen bepaald zijn in tabel van de bijlage 1 bij dit besluit wordt toegekend aan de militairen die houder zijn van een militair brevet van specialist in opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen en die een betrekking bekleden die het uitvoeren van prestaties van opruiming of vernietiging van ontploffingstuigen met zich meebrengt in de Dienst voor opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen. § 2. Daarenboven ontvangt de militair die deel uitmaakt van de Compagnie Poelkapelle - Peloton ontmanteling van de toxische munities, een toelage van 32 EUR per dag waarop hij deelneemt aan de ontmanteling van toxische munitie in de ontmantelingsinstallatie van Poelkapelle.
Voor zover het evenwel geen aanspraak kan maken op de toelage bedoeld in § 1, wordt aan het wetenschappelijke personeel dat in het laboratorium van de ontmantelingsinstallatie van Poelkapelle moet opereren, een toelage van 48 EUR toegekend per dag waarop zij in dit laboratorium aanwezig moeten zijn, in plaats van de toelage bedoeld in het eerste lid.
Art. 2.§ 1. De toelagen voor specialisten in opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen zijn in alle, op volle wedde rechtgevende standen verschuldigd vanaf de dag waarop de militair aan de werken van opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen deelneemt.
Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 3, zijn de toelagen voor specialisten in opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen niet langer verschuldigd de dag waarop de militair de bij artikel 1, gestelde voorwaarden niet langer vervult of waarop hij niet langer aan de training deelneemt.
De minister van Landsverdediging bepaalt de voorwaarden waaronder een militair die houder is van een militair brevet van specialist in opruiming en vermietiging van ontploffingstuigen, geacht wordt niet langer aan de training deel te nemen. § 2. De toelagen voor specialisten in opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen zijn na vervallen termijn betaalbaar. In voorkomend geval worden zij per dertigste, onder dezelfde voorwaarden als de wedde, verleend.
Als volle wedde in de zin van paragraaf 1, eerste lid, wordt tevens beschouwd, de wedde die toegekend wordt voor prestaties in het kader van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap.
Art. 3.De minister van Landsverdediging of de door hem aangewezen overheid, blijft de in artikel 1 bedoelde toelagen toekennen aan de militairen die niet meer deelnemen aan de training : 1° hetzij wegens behoorlijk gerechtvaardigde dienstredenen;2° hetzij wegens een tijdelijke lichamelijke ongeschiktheid voor het uitvoeren van ontmijningsoperaties ten gevolge van een schadelijk feit, gebeurd in dienst en door de dienst. Afdeling 2. - De toelagen voor het personeel dat occasionele
opdrachten moet uitvoeren
Art. 4.§ 1. Een dagtoelage van 24 EUR wordt toegekend aan het personeel van andere eenheden dan deze bedoeld in artikel 1, § 1, aangewezen om opdrachten uit te voeren inzake opruiming, neutralisering of immersie van niet gesprongen ontploffingstuigen. § 2. Daarenboven wordt een dagtoelage van 32 EUR toegekend aan het personeel van andere eenheden dan deze bedoeld in artikel 1, § 2, aangewezen om deel te nemen aan de ontmanteling vantoxische munitie in de ontmantelingsinstallatie van Poelkapelle.
Art. 5.Een dagtoelage van 12 EUR wordt toegekend aan het militair perosneel aan boord van mijnenvegers of van mijnenjagers die in een werkelijk mijnenveld opereren. Afdeling 3. - Algemene bepalingen voor Hoofdstuk I
Art. 6.De toelagen bedoeld in de afdelingen 1 en 2 van dit hoofdstuk worden gekoppeld aan de mobiliteitsregeling toepasselijk op de wedden van het personeel der ministeries. Zij worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01.
Art. 7.De minister van Landsverdediging bepaalt : 1° de voorwaarden waaronder de militaire brevetten van specialist in opruiming en vernieting van ontploffingstuigen worden behaald, geschorst en ingetrokken;2° de voorwaarden waaraan een prestatie van opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen moet voldoen om als dusdanig beschouwd te worden in de zin van dit besluit;3° de militaire overheid die bevoegd is om de militaire brevetten van specialist in opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen toe te kennen, te schorsen en in te trekken.
Art. 8.De leden van het burgerlijk perosneel van het Departement van Landsverdediging die deelnemen aan de uitvoering van prestaties van opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen, of van ontmanteling van toxische munitie in de ontmantelingsinstallatie van Poelkapelle, kunnen onder dezelfde voorwaarden aanspraak maken op de toelagen bepaald in dit besluit. HOOFDSTUK II. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen
Art. 9.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de krijgsmacht, evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het departement van Landsverdediging, voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard, wordt aangevuld met de volgende leden : « De toelagen bedoeld in tabel 4 van de bijlage bij dit besluit worden evenwel niet toegekend uit hoofde van de uitvoering van prestaties vereist voor de toekenning van : 1° de toelagen bedoeld in het koninklijk besluit van 8 februari 2001 houdende toekenning van een duiktoelage aan het militair personeel van de krijgsmacht;2° de toelagen bedoeld in het koninklijk besluit van 29 januari 1974 tot vaststelling van het stelsel der toelagen en premies verschuldigd aan het varend personeel van de krijgsmachtdelen.3° de toelagen bedoeld in het koninklijk besluit van 23 maart 1961 betreffende de toelage aan militairen die de opleiding tot parachutist hebben ontvangen. De toelagen bedoeld in tabel 4 van de bijlage bij dit besluit, met uitzondering van de toelagen bedoeld in reeks A.1, worden evenmin toegekend uit hoofde van de uitvoering van prestaties vereist voor de toekenning van de toelagen bedoeld in het koninklijk besluit van 11 november 2002 houdende toekenning van toelagen aan de specialisten in opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen van de krijgsmacht en houdende wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de krijgsmacht, evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het departement van Landsverdediging, voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard. ».
Art. 10.In hetzelfde besluit wordt een artikel 5 ingevoegd, luidende : «
Art. 5.De toelagen bedoeld in dit besluit worden gekoppeld aan de mobiliteitsregeling toepasselijk op de wedden van het personeel der ministeries. Zij worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01. ».
Art. 11.In hetzlfde besluit wordt een artikel 6 ingevoegd, luidende : «
Art. 6.De minister van Landsverdediging regelt de toekenning van de toelagen bepaald in tabel 4 van de bijlage bij dit besluit. »
Art. 12.de tabellen 2 en 2bis , gevoegd bij hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art. 13.De tabellen 3 en 5, gevoegd bij hetzelfde besluit worden opgheven.
Art. 14.Tabel 4, gevoegd bij hetzelfde besluit, wordt vervangen door de nieuwe tabal 4 van bijlage 2 bij dit besluit. HOOFDSTUK III. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 15.Bij overgangsmaatregel kan de militair bedoeld in artikel 1, eerste lid, die in 2002 niet kan genieten van de maandelijkse toelage waarvan het bedrag bepaald is in tabel van de bijlage 1 bij dit besluit omdat hij de trainingsvoorwaarden bedoeld in artikel 2, eerste lid, niet vervult, aanspraak maken op een forfaitaire toelage van 24,67 EUR per dag dat hij deelneemt aan prestaties van opruiming of vernietiging van ontploffingstuigen.
Art. 16.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002, met uitzondering van artikel 10 dat in werking treedt op 1 januari 2003, en de artikelen 9, 11, 13 en 14 die in werking treden op 1 januari 2004.
Art. 17.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, de 11 november 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT
Bijlage 1 aan het koninklijk besluit van 11 november 2002 houdende toekenning van toelagen aan de specialisten in opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen van de Krijgsmacht en houdende wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de krijgsmacht, evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het departement van Landsverdediging, voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard Tabel - Toelagen voor de specialisten in opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen van de Krijgsmacht, bedoeld in artikel 1, § 1 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 11 november 2002 houdende toekenning van toelagen aan de specialisten in opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen van de Krijgsmacht en houdende wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de Krijgsmacht, evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het departement van Landsverdediging, voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT
Bijlage 2 aan het koninklijk besluit van 11 november 2002 houdende toekenning van toelagen aan de specialisten in opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen van de Krijgsmacht en houdende wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de krijgsmacht, evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het department van Landsverdediging, voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard Tabel 4 A. Toelagen voor gevaarlijke en/of ongezonde werken Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De toelagen vermeld in deze tabel worden maandelijks toegekend aan het personeel wiens functie de regelmatige uitvoering van de bedoelde prestaties of werken met zich meebrengt. Indien de bedoelde prestaties of werken occasioneel worden uitgevoerd door personeel van wie dat niet de hoofdfunctie is, wordt een twintigste van de bedragen hernomen in deze tabel toegekend per dag waarop de bedoelde prestaties of werken worden uitgevoerd.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 11 november 2002 houdende toekenning van toelagen aan de specialisten in opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen van de Krijgsmacht en houdende wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de Krijgsmacht, evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het departement van Landsverdediging, voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT