gepubliceerd op 24 maart 2009
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1997 tot vaststelling van de taakvergoeding toe te kennen aan de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de Psychologencommissie
11 MAART 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1997 tot vaststelling van de taakvergoeding toe te kennen aan de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de Psychologencommissie
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, legt het maximumbedrag vast van de vergoedingen dat wordt toegekend aan de voorzitter van de Psychologencommissie, zoals bedoeld bij artikel 3, § 1, van de wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psycholoog.
In zijn advies van 12 februari 2009 stelt de Raad van State een alternatief voor wat de formulering betreft van artikel 1 van het ontwerp van besluit, omdat het de voorgestelde versie aan duidelijkheid ontbreekt.
Met het oog op de harmonisatie en de coherentie lijkt het wenselijk de initiële formulering « voor een halve dag prestatie van minimum drie uur » te behouden, want zij is identiek aan deze van het koninklijk besluit van 19 september 2008 die vergoedingen voorziet voor de instituten die werden opgericht krachtens de kaderwet van 1 maart 1976 (Belgisch Staatsblad van 19 december 2008).
Het doel bestaat erin het aantal zitpenningen tot twee per dag te beperken, dit ter compensatie van de professionele onbeschikbaarheid per halve dagen, en niet om een dubbele zitpenning toe te staan voor twee zittingen van drie uur, die mekaar tijdens dezelfde namiddag zouden opvolgen.
Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, Mevr. S. LARUELLE
11 MAART 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1997 tot vaststelling van de taakvergoeding toe te kennen aan de voorzitter van de Psychologencommissie ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psycholoog, artikel 3, § 4;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 tot vaststelling van de taakvergoeding toe te kennen aan de voorzitter van de Psychologencommissie;
Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën gegeven op 9 januari 2009;
Gelet op advies 45.885/1 van de Raad van State, gegeven op 12 februari 2009 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van K.M.O.'s en Zelfstandigen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 3 april 1997, tot vaststelling van de taakvergoeding toe te kennen aan de voorzitter van de Psychologencommissie, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 januari 2007, wordt vervangen als volgt : « Aan de voorzitter van de Psychologencommissie bedoeld in artikel 3, § 1 van de wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psycholoog wordt een taakvergoeding van 250 euro toegekend voor een halve dag prestatie van minimum drie uur per zitting die hij bijwoont, met een maximum van 2.500 euro per jaar.
Indien de voorzitter de zitting niet kan bijwonen, ontvangt de plaatsvervangend voorzitter dezelfde taakvergoeding, onder dezelfde voorwaarden. »
Art. 2.De Minister bevoegd voor Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 maart 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van K.M.O.'s en Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE