Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 maart 1998
gepubliceerd op 16 april 1998

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende het algemeen reglement betreffende het bestaansminimum

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022188
pub.
16/04/1998
prom.
11/03/1998
ELI
eli/besluit/1998/03/11/1998022188/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 MAART 1998. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende het algemeen reglement betreffende het bestaansminimum


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, inzonderheid op artikel 5, § 2, gewijzigd bij de wet van 5 januari 1976 en het koninklijk besluit van 9 november 1988;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende het algemeen reglement betreffende het bestaansminimum, inzonderheid op artikel 23bis en 23ter, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 mei 1990;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 april 1997 en op 5 juni 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 3 juli 1997;

Gelet op de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973, inzonderheid op de artikelen 3, § 1, en 84, lid 1, 2°;

Gelet op de hoogdringendheid door het feit dat het huidig koninklijk besluit één van de maatregelen bevat waarover de Ministerraad op 30 april 1997 tot een akkoord kwam aangaande de prioriteiten inzake de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting; tot deze maatregelen behoren diegene in verband met het recht op werk voor steun- en bestaansminimum-gerechtigden waarvan de meeste opgenomen zijn in het wetsontwerp houdende sociale bepalingen, gestemd in de Kamer van volksvertegenwoordigers op 17 december 1997;

Overwegende dat het geheel van deze maatregelen gelijktijdig in werking zou moeten treden, namelijk op 1 januari 1998, zou elke vertraging bij de aanneming van het huidig besluit negatieve gevolgen hebben voor één van de prioritaire beleidslijnen van de Regering. Het betreft namelijk het aanmoedigen van bestaansminimumgerechtigden om zelf een tewerkstelling of beroepsopleiding te vinden die hen een inkomen verschaft waarvan een gedeelte wordt vrijgesteld bij de berekening van de bestaansmiddelen;

Gelet op het advies van de Raad van State van 3 februari 1998;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 23bis van het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende het algemeen reglement betreffende het bestaansminimum wordt vervangen door de volgende bepaling : « Teneinde de sociaal-professionele integratie van de bestaansminimumbegunstigde te bevorderen, worden de netto-inkomsten verworven door tewerkstelling of beroepsopleiding tot stand gebracht hetzij op initiatief van de betrokkene zelf, hetzij door toedoen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling of personen, instellingen of diensten waarmee het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een overeenkomst heeft afgesloten overeenkomstig artikel 61 van de wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, in aanmerking genomen onder aftrek van een bedrag van 6 000 BEF per maand ingaande op de eerste dag van de tewerkstelling of beroepsopleiding en eindigend drie jaar later.

Wat betreft de categorie van begunstigden bedoeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 1°, van de wet, zijn de bepalingen van het vorige lid toepasselijk op de inkomsten van elk van beide echtgenoten die zelf de in het eerste lid voorziene voorwaarden vervult. »

Art. 2.In artikel 23ter van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « De bedragen vastgesteld in artikel 23bis zijn gekoppeld » vervangen door de woorden « Het bedrag vastgesteld in artikel 23bis is gekoppeld »;2° in het tweede lid worden de woorden « Zij worden opnieuw berekend » vervangen door de woorden « Het wordt opnieuw berekend » en in de Franse tekst worden de woorden « en les affectant » vervangen door de woorden « en l'affectant ».

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.

Art. 4.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 maart 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, M. COLLA De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie, J. PEETERS

^